stop start CITROEN C-ELYSÉE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2018Pages: 260, PDF Size: 8.46 MB
Page 5 of 260

3
.
.
Rijadviezen 80
Starten – afzetten van de motor 8 1
Parkeerrem
83
Handgeschakelde versnellingsbak
8
4
Automatische transmissie (EAT6)
8
4
Schakelindicator
8
8
Stop & Start
8
8
Bandenspanningscontrole
91
Snelheidsbegrenzer
93
Snelheidsregelaar
95
Parkeerhulp achter
9
7
Achteruitrijcamera
9
9Brandstof
100
Tankbeveiliging (diesel) 1 01
Geschikte brandstoffen
1
02
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 03
Sneeuwkettingen 106
Eco -modus
107
Ruitenwisserbladen vervangen
1
08
Trekken van een aanhanger
1
08
Sneeuwscherm(en)
109
Onderhoudstips
109
Allesdragers
110
M o t o r k a p
11
2
M o t o r e n
11
3
Niveaus controleren
1
13
Controles
1
16
Brandstoftank leeg (diesel)
1
18
Bandenreparatieset
118
Reservewiel
1
22
Een lamp vervangen
1
26
Een zekering vervangen
1
31
12V- ac c u
13 5
Slepen van de auto
1
39Eigenschappen van de motoren en
aanhangergewichten
1
41
Benzinemotoren
1
42
Dieselmotoren 143
Afmetingen 144
Identificatie 145
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Audio en telematica
CITROËN Connect Nav
CITROËN Connect Radio
Autoradio Bluetooth
Autoradio
.
Inhoudsopgave
Page 7 of 260

5
Cockpit (vervolg)
1
Koplampverstelling
2
Uitschakelen van het DSC/ASR-systeem
Stop & Start
Openen van het kofferdeksel
Alarm
3
Buitenspiegelverstelling
4
Stuurwielverstelling
5
Lichtschakelaar
Richtingaanwijzers
6
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes
Onderhoudsindicator
Schakelindicator
Kilometerteller en dagteller
7
Ruitenwisserschakelaar
Boordcomputer
8
Claxon
9
Snelheidsbegrenzer
Snelheidsregelaar
.
Overzicht
Page 13 of 260

11
Portier(en)/
kofferdeksel
geopendPermanent, tot een
snelheid van 10
km/h.Een portier of het kofferdeksel is niet
goed gesloten. Sluit het portier of het kofferdeksel.
Permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10
km/h.
Motorstoring Permanent rood. Er is sprake van een ernstige
motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom
accu
Permanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken...).Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Laat uw auto controleren door het CITROËN-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats als het lampje niet dooft na
het starten van de motor.
Motoroliedruk
Permanent. Er is een storing in de motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurPermanent rood.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 19 of 260

17
ServiceBrandt tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display, zoals bijvoorbeeld:
-
d
e mate van ver vuiling van het roetfilter (diesel),
-
de
stuurbekrachtiging,
-
e
en kleine elektrische storing.
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren
om het mistachterlicht uit te schakelen.
Stop & Star t Permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 260

18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar
achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met
geluidssignaal.
De lichtschakelaar is naar beneden
bewogen.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.De lichtschakelaar is naar boven
bewogen.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Voet op het
koppelingspedaalPermanent.
In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt. Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in
zodat de motor gestart kan worden.
Intrappen van
het rempedaal Permanent.
U bent vergeten het rempedaal in te
trappen bij het uit de stand P zetten
van de selectiehendel (uitvoeringen
met automatische transmissie). Bij draaiende motor moet u, alvorens de parkeerrem
vrij te zetten, het rempedaal intrappen om de
selectiehendel van de automatische transmissie uit
stand P te kunnen zetten.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 260

27
Weergave van informatie op het
touchscreen
Permanente weergave:
Met CITROËN Connect Radio
F
S
electeer het menu " Applicaties" en
vervolgens " Boordcomputer ".
Met CITROËN Connect Nav
F
S
electeer het menu " Applicaties", dan het
tabblad " Voertuigapps " en ver volgens
" Boordcomputer ".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op tabbladen.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een specifiek
venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven. Tabblad actuele informatie met:
-
D e actieradius.
-
H
et actuele brandstofverbruik.
-
D
e teller van het Stop & Start-systeem.
Het tabblad "Traject 1 " met daarin:
-
G
emiddelde snelheid voor het eerste
traject.
-
G
emiddeld brandstofverbruik.
-
A
fgelegde afstand.
Het tabblad "Traject 2 " met daarin:
-
G
emiddelde snelheid voor het tweede
traject.
-
G
emiddeld brandstofverbruik.
-
A
fgelegde afstand.
Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen
en via traject " 2" maandelijkse berekeningen
worden uitgevoerd.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 260

28
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden
de streepjes continu worden weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km of km/l)
B erekend over de laatste seconden. Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km of km/l)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(k m)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start
of (minuten/seconden of uren/minuten) Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Boordcomputer, enkele
definities
Actieradius
(k m)
Het aantal kilometers dat
kan worden afgelegd met
de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank. Berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.
Instrumentenpaneel
Page 50 of 260

48
Voorzieningen
Dashboardkastje
In het dashboardkastje kunnen een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
Afhankelijk van de uitvoering kan het zijn
voorzien van een klep. In dit geval:
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Uitneembare asbak
F Beweeg het klepje omhoog om de asbak te openen.
F
A
ls u de asbak wilt legen, open dan het
klepje en trek de asbak omhoog.
De schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde bevindt zich in het
dashboardkastje.
Plaats de asbak niet te dicht bij de
versnelingspook om problemen tijdens het
schakelen te voorkomen.
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt.
De zonneklep aan de voorpassagierszijde is
voorzien van een make-upspiegel met klep en
een tickethouder.
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ver verst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloor vrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Stop & Star t
De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen
als de motor draait.
Als u het thermische comfort in de auto op
het door u gewenste niveau wilt houden,
kunt u tijdelijk de functie Stop & Start
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 260

61
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS-systeem.
Het branden van dit verklikkerlampje
en de STOP- en ABS-
verklikkerlampjes in combinatie met
een melding en een geluidssignaal
geeft aan dat er een storing
aanwezig is bij de elektronische
remdrukregelaar (EBD).
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt,
is dat merkbaar aan het trillen van het
rempedaal; dit is de normale werking.
Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig in en laat het pedaal niet los.
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden
en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd
die voor uw auto zijn gehomologeerd.
Antispinregeling
(ASR) / Dynamische
stabiliteitscontrole (DSC)
Werking
Deze systemen worden automatisch
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.
Deze systemen worden geactiveerd zodra de
wielen te weinig grip of tractie hebben.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)
kan het nuttig zijn deze systemen uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen.
Schakel deze systemen weer in zodra er weer
voldoende grip is.
De normale remwerking van uw auto blijft
behouden. Rijd wel voorzichtig en matig uw
snelheid.
Neem snel contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Dit wordt aangegeven door
knipperen van dit verklikkerlampje in
het instrumentenpaneel.F
D
ruk op deze toets tot
het desbetreffende
symbool verschijnt op het
instrumentenpaneel.
Het verklikkerlampje van de toets gaat aan.
De systemen ASR en DSC grijpen niet meer in
op de werking van de motor en het remsysteem
als de auto uit de koers raakt.
Opnieuw inschakelen
Het ASR-systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of als een snelheid van 50 km/h
wordt bereikt.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om het systeem handmatig weer
in te schakelen.
Het lampje van de toets gaat uit.
5
Veiligheid
Page 82 of 260

80
Rijadviezen
Houd u aan de verkeersregels en let onder alle
omstandigheden goed op.
Richt uw aandacht op het verkeer en houd
uw handen op het stuur wiel, zodat u snel kunt
reageren op onverwachte situaties.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
Las tijdens een lange rit om de twee uur een
pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem eerder af en
houd meer afstand tot uw voorligger.
Belangrijk!
Rijd nooit met aangetrokken parkeerrem
– Kans op over verhitting en beschadiging
van het remsysteem!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt
erg warm en blijft ook na het afzetten
van de motor nog enige tijd warm. Zet uw
auto daarom niet stil (om te parkeren of
met draaiende motor) op een plaats met
brandbaar materiaal (gras, afgevallen blad
enz.). Brandgevaar!Laat de auto nooit onbewaakt met
draaiende motor achter. Als u uw auto met
draaiende motor moet verlaten, trek dan
de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de neutraalstand of in de stand N of P
,
afhankelijk van het type versnellingsbak.
Rijden op een
overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo
veel mogelijk te vermijden, want het water kan
de motor, versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
-
c
ontroleer dat de diepte van het water
nergens meer is dan 15
cm en houd daarbij
rekening met de golven die kunnen worden
veroorzaakt door andere gebruikers; -
s
chakel het Stop & Start-systeem uit;
-
r
ijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller
dan 10 km/u;
-
z
et de auto niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan, zodra de
verkeerssituatie dat toelaat, meerdere keren
licht af om de remschijven en remblokken te
drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto,
neem dan contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Rijden