CITROEN C3 AIRCROSS 2019 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2019, Model line: C3 AIRCROSS, Model: CITROEN C3 AIRCROSS 2019Pages: 308, PDF Size: 9.16 MB
Page 21 of 308

19
+
+
SCR- emissieregelsysteem
(BlueHDi-dieselmotor)Permanent zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met het 
branden van het lampje 
Ser vice en het lampje 
zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een 
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van 
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met 
het branden van 
het lampje Ser vice 
en het lampje 
zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal 
en een melding met 
betrekking tot de 
actieradius. Na bevestiging van de storing in 
het emissieregelsysteem kunt u 
maximaal 1100
  km afleggen voordat 
het systeem het starten van de motor 
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats om te voorkomen 
dat de motor niet meer gestar t kan worden
.
Knippert zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met 
het branden van 
het lampje Ser vice 
en het lampje 
zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal en 
een melding. U hebt de actieradius overschreden 
die is toegestaan na de 
bevestiging van de storing in het 
emissieregelsysteem: het starten 
van de motor wordt geblokkeerd 
door het startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten, is het 
noodzakelijk
 dat u contact opneemt met het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-motoren) .
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1 
Instrumentenpaneel  
Page 22 of 308

20
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in 
combinatie met de 
weergave van een 
melding. Er zijn één of meer kleine storingen 
gedetecteerd waarbij geen specifiek 
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de 
melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf oplossen 
door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten 
of het roetfilter te regenereren als dit verzadigd begint 
te raken (ga om het roetfilter te regenereren, zodra de 
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van 
minimaal 60
  km/h rijden tot het lampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het 
bandenspanningscontrolesysteem, het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in 
combinatie met de 
weergave van een 
melding. Er zijn één of meer ernstige 
storingen gedetecteerd waarbij geen 
specifiek lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van 
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg 
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.
+
Permanent, in combinatie 
met het knipperen en 
vervolgens blijven branden 
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is 
overschreden. Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel 
mogelijk uitvoeren. 
Instrumentenpaneel  
Page 23 of 308

21
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien 
dieselmotor Permanent.
Bij het aanzetten van het contact 
bij uitvoeringen met contactslot of 
een verzoek om de motor te starten 
door het indrukken van de " S TA R T/
STOP "-knop, is de temperatuur van 
de motor zo laag dat voorgloeien 
noodzakelijk is.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden 
(tot ongeveer 30  seconden bij koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten tot 
het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt 
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart, 
op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt blijft bij auto's 
met automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt 
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart, 
op voor waarde dat het koppelingspedaal ingetrapt blijft bij 
auto's met handgeschakelde versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet 
het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het 
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld 
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren 
om het mistachterlicht uit te schakelen.
Groene verklikkerlampjes
DodehoekbewakingPermanent. De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over de dodehoekbewaking.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 24 of 308

22
Hill Descent 
AssistPermanent.De functie is geactiveerd, maar er wordt 
niet voldaan aan alle voor waarden voor 
de regeling (hellingspercentage, te hoge 
snelheid, ingeschakelde versnelling).Tussen 30 en 50 km/h wordt het systeem 
ge selecteerd maar niet ingeschakeld.
Verminder de snelheid van uw auto.
Knipperen. Het systeem regelt de snelheid van 
de auto. De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden 
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over de functie Hill Descent Assist.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft 
de motor in de STOP-stand gezet 
(verkeerslicht, stopbord, opstopping 
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch 
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele 
seconden en gaat 
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet 
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de 
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Richtingaanwijzer 
linksKnippert, met 
geluidssignaal.De lichtschakelaar is naar beneden 
bewogen.
Richtingaanwijzer 
rechtsKnippert, met 
geluidssignaal.De lichtschakelaar is naar boven 
bewogen.
Parkeerlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
"Parkeerlichten". 
Instrumentenpaneel  
Page 25 of 308

23
GrootlichtPermanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe 
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen 
naar dimlicht.
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistlampen 
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn 
ingeschakeld met de ring van de 
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren 
om de mistverlichting uit te schakelen.
Automatische 
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar 
beneden bewogen.
De automatische stand van de 
ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de 
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals 
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
+
of
Grootlichtassistent Permanent. De functie is geactiveerd via 
het menu Auto/Rijden van het 
touchscreen.
De lichtschakelaar staat in de stand 
"AUTO ". De camera aan de bovenzijde van de voorruit 
regelt het overschakelen naar grootlicht of dimlicht 
afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de 
verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over het Grootlichtassistent.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
" D imlic ht ".
Blauwe verklikkerlampjes
1 
Instrumentenpaneel  
Page 26 of 308

24
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Op het display weergegeven waarschuwings-/verklikkerlampjes Intrappen van 
het rempedaal Permanent.
Het rempedaal moet worden 
ingetrapt. Trap bij een auto met elektronisch gestuurde 
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te 
starten terwijl de selectiehendel in de stand N staat.
Bij een auto met automatische transmissie moet u bij 
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet 
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit 
de stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in 
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knipperen. Als u de auto met een elektronisch 
gestuurde versnellingsbak op een 
helling te lang probeert op zijn 
plaats te houden door het gaspedaal 
in te trappen, raakt de koppeling 
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Automatische 
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar 
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is 
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de 
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet 
de hendel in een andere stand. 
Instrumentenpaneel  
Page 27 of 308

25
Meters
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
- i n zone A : de temperatuur is in orde,
-
 
i
 n zone B : de temperatuur is te hoog; 
dit lampje en het centrale STOP -lampje 
gaan branden op het instrumentenpaneel, 
in combinatie met een melding en een 
geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor 
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet 
voorzichtig de motorkap en controleer het 
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het controleren van 
de niveaus
.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 28 of 308

26
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk, bij het 
aanzetten van het 
contact.De afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt is 1000 tot 
3000
 
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden 
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk 
van de uitvoering:
-
 
g
 eeft de kilometerteller de resterende afstand 
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt aan.
-
 g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende 
kilometers (in kilometers of mijlen) en tijd tot de 
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde 
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het 
aanzetten van het 
contact. De afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt is minder dan 
1000
 
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden 
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk 
van de uitvoering:
-
 
g
 eeft de kilometerteller de resterende afstand tot 
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
 g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende 
kilometers en tijd tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan 
te geven dat uw auto zeer binnenkort aan een 
onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde 
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Onderhoudsindicator 
Instrumentenpaneel  
Page 29 of 308

27
De weergegeven afstand (in kilometers 
of mijlen) wordt berekend op basis 
van het aantal afgelegde kilometers 
en de verstreken tijd sinds de laatste 
onderhoudsbeurt.
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelKnippert en 
brandt vervolgens 
permanent, bij het 
aanzetten van het 
contact.Het onderhoudsinterval is 
overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden 
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk 
van de uitvoering:
-
 
g
 eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds 
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan. 
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
 
g
 eeft een waarschuwingsmelding aan dat het 
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de 
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het 
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
+ Knippert en 
brandt vervolgens 
permanent, bij 
het aanzetten van 
het contact, in 
combinatie met het 
verklikkerlampje 
Service.Het onderhoudsinterval voor de 
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden 
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk 
van de uitvoering:
-
 
g
 eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds 
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan. 
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
 
g
 eeft een waarschuwingsmelding aan dat het 
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de 
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het 
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 30 of 308

28
CHECK
Op nul zetten van de 
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de 
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert, 
zet dan het contact af en:
F 
D
 ruk op deze knop en houd deze ingedrukt.
F
 
Z
 et het contact aan; de kilometerteller 
begint terug te tellen.
F
 
L
 aat de knop los als het display =0 
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt 
loskoppelen, vergrendel dan de auto en 
wacht minimaal vijf minuten. Het op nul 
zetten van de onderhoudsindicator zal 
anders niet worden opgeslagen.
Opvragen van de 
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie 
weergeven. F
 
D
 ruk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele 
seconden weergegeven en verdwijnt 
vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter 
wordt bij het aanzetten van het contact eerst 
de onderhoudsindicator weergegeven en 
vervolgens gedurende enkele seconden het 
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen 
betrouwbaar als de auto op een vlakke, 
horizontale ondergrond staat en de motor 
minstens 30
  minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als 
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie 
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige 
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het controleren van de 
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, 
wordt het motorolieniveau niet meer 
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u 
het motorolieniveau controleren met de 
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het controleren van 
de niveaus .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reser voir is aangesproken of een storing in het 
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij 
het aanzetten van het contact een indicator die 
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer 
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de 
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd 
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste 
actieradius weergegeven.
Dit wordt op het display weergegeven door de 
melding "
Olieniveau correct ".
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau " op 
het instrumentenpaneel wordt weergegeven, duidt 
dit op een storing in de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats. 
Instrumentenpaneel