177
7
Praktische informatie
Demonteren van het wiel
Plaats van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
er voor dat de auto op een vlakke en
bij voorkeur horizontale, stabiele en
stroeve ondergrond staat.
Trek de handrem aan, zet het contact af
en schakel de eerste versnelling in om
de wielen te blokkeren.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik
bokken.
Procedure
)
Bevestig de dop 5
op de wielsleutel
1
en draai de slotbout iets los (volgens
uitvoering, uitrusting als accessoire
leverbaar).
)
Draai de andere bouten iets los met
uitsluitend de wielsleutel 1
.
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant
geleverde krik.
)
Plaats het voetstuk van de krik 2
op de
grond, recht onder het steunpunt onder
de auto A
(voor) of B
(achter). Gebruik het
steunpunt dat zich het dichtste bij het te
ver wisselen wiel bevindt.
Wiel met wieldop
Ver wijder, bij het ver wijderen van het
wiel
, eerst de wieldop met slinger 3
door
ter hoogte van de uitsparing te trekken.
Plaats na het monteren van het wiel
de wieldop terug, te beginnen bij de
uitsparing bij het ventiel en druk met de
palm van de hand op de omtrek.