CITROEN C4 CACTUS 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2016Pages: 302, PDF Size: 7.11 MB
Page 171 of 302

169
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te
bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het
koelsysteem uit te voeren ten minste 1
uur nadat de
motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder
druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst
2
omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en
vul koelvloeistof bij.
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te
worden. De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de
koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
Type vloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen,
wordt het (bij)vullen van het reservoir met water
afgeraden.
Gebruik onder winterse omstandigheden
vloeistof op ethanol- of methanolbasis.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit nodig is.
Bijvullen
Het reservoir moet snel worden bijgevuld
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Het minimumniveau van het additief
wordt aangegeven door het permanent
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
branden van dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding met betrekking
tot een te laag additiefniveau van het roetfilter.
7
Praktische informatie
Page 172 of 302

170
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het blijven branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale
brandstofadditiefniveau bereikt.
Zie de rubriek "Niveau brandstofadditief ".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de
rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te
nemen voorzorgsmaatregelen.
Praktische informatie
Page 173 of 302

171
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
De slijtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel korte
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
Remblokken
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijvenGebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt CITROËN specifieke
producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Gebruik nooit
een hogedrukreiniger
voor het reinigen van de motorruimte in
verband met de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem.
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
7
Praktische informatie
Page 174 of 302

172
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue®, dat ureum bevat,
zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides
(NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de
Euro 6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
Het additief AdBlue® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
AdBlue
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 175 of 302

173
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven. Actieradius groter dan 2400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel. Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
7
Praktische informatie
Page 176 of 302

174
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Actieradius tussen 0 en 600 kmStoring in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Praktische informatie
Page 177 of 302

175
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
Als een storing wordt
gesignaleerdTijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100
km en 0 km)
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100
km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is
gesignaleerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50
km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd binnen 300
km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog met de resterende hoeveelheid
additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden
weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet
is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het
contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.
Starten geblokkeerd
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. U hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat
de motor opnieuw wordt gestart.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
7
Praktische informatie
Page 178 of 302

176
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Bijvullen van het additief AdBlue®
GebruiksvoorschriftenHet AdBlue®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241 voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het additief AdBlue® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Praktische informatie
Page 179 of 302

177
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Procedure voor bijvullen
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel.
F
T
il voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering). F
D
raai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid. Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
T
rek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
7
Praktische informatie
Page 180 of 302

178
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
F Pak een flacon AdBlue®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten -
moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8
liter additief (twee flacons
van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met
een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt
, aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten verboden", dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
Voer de lege AdBlue
®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.
F
L
eg het reservewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.
Praktische informatie