CITROEN C4 CACTUS 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2016Pages: 302, PDF Size: 7.11 MB
Page 151 of 302

149
C4-cactus_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Het resetten van het systeem moet gebeuren
via het touchscreen tablet bij afgezet contact
en stilstaande auto.F
D
ruk op de secundaire
pagina op " Initialisatie
bandenspanningscontrole ".
F
Bevestig het resetten door op de toets " Ja" te
drukken. Als het resetten is voltooid, klinkt een
geluidssignaal en wordt een melding weergegeven.
De nieuw opgeslagen drukwaarden
worden door het systeem beschouwd als
referentiewaarden.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Het waarschuwingssysteem voor
te lage bandenspanning is alleen
betrouwbaar als de vier banden tijdens
het resetten de juiste spanning hebben.
Sneeuwkettingen
Het systeem mag niet worden gereset
na het aanbrengen of verwijderen van
sneeuwkettingen.
F
S
electeer het menu
" Rijhulpsysteem ".
6
Rijden
Page 152 of 302

150
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Brandstoftank
Inhoud van de brandstoftank:
- B enzine: ongeveer 50 liter.
-
D
iesel: ongeveer 45 of 50 liter (volgens uitvoering).
Minimumbrandstofvoorraad Ta n k e n
Als de minimumbrandstofvoorraad is
bereikt, gaat dit waarschuwingslampje
branden, vergezeld van een
geluidssignaal en een melding.
Bovendien gaat het laatste segment van
de brandstofmeter rood knipperen.
Om veilig te tanken:
F
Z
et altijd eerst de motor af.
F
O
pen de tankklep.Een sticker aan de binnenzijde van de tankklep geeft
aan welke brandstof u moet tanken voor het type motor
in uw auto.
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt
deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven
op de brandstofmeter.
Als het lampje gaat branden, bevindt zich nog
ongeveer 5 liter brandstof in de tank.
Als u niet tankt, gaat dit lampje elke keer als u
het contact aanzet weer branden, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding.
Dit geluidssignaal en deze melding worden
steeds vaker herhaald naarmate de tank verder
leegraakt.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.Tijdens het opendraaien van de dop kan een geluid van
aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt
door de onderdruk die ontstaat door de afdichting van
het brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het leegrijden
van de brandstoftank (diesel). F
S
electeer de juiste brandstof voor uw auto.
F
S
teek de sleutel in de dop en draai de dop
linksom.
Praktische informatie
Page 153 of 302

151
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
F Ver wijder de dop en plaats hem in de houder (op de tankklep).
F
S
teek het vulpistool tot de aanslag in
de vulopening alvorens het vulpistool te
bedienen (kans op spatten).
F
H
oud het vulpistool in deze positie tijdens
het tanken.
Als u klaar bent met tanken:
F
D
raai de tankdop dicht.
F
D
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
hem uit de tankdop.
F
D
ruk de klep van de tankdop dicht. Wanneer het vulpistool bij het vullen van de
brandstoftank voor de derde keer afslaat,
moet u niet verder tanken. Anders kunnen
storingen in de werking van uw auto optreden.
Uw auto is voorzien van een katalysator die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend
loodvrije benzine worden gebruikt.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen loodvrije
benzine worden getankt.
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij
een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer
afsluit.
Onderbreking van
brandstoftoevoer
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet
de tank beslist worden afgetapt
voordat de motor kan worden gestar t.
7
Praktische informatie
Page 154 of 302

152
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Vulpistoolrestrictie (diesel)*
Werking
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet
getankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
* Volgens land van bestemming. Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om
benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde
brandstof, voorkomen.Het vullen van de brandstoftank met
behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Houd de tuit van de jerrycan recht,
druk deze niet tegen de klep van de
vulpistoolrestrictie en giet voorzichtig
om ervoor te zorgen dat de brandstof
netjes in de vulopening stroomt.Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken
van Diesel per land kunnen verschillen,
kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar
het buitenland afreist bij het CITROËN-
netwerk te informeren of uw auto
geschikt is om in het desbetreffende
land te kunnen tanken.
Praktische informatie
Page 155 of 302

153
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Brandstof voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type E10 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228
en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85
(deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de Europese
richtlijn EN 15293.
Brandstof voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet aan de
richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt
kunnen worden (met een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is bij
bepaalde dieselmotoren mogelijk. Maar
als deze brandstof, ook al is het slechts
incidenteel, wordt gebruikt, moeten de
bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
7
Praktische informatie
Page 156 of 302

154
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
195/65
R159
mm
205/55
R16
205/50
R17
sneeuwkettingen niet mogelijk
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
Praktische informatie
Page 157 of 302

155
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Sneeuwschermen
De afneembare sneeuwschermen worden op het onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst
om een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilateur van de radiateur te voorkomen.
F
B
reng het desbetreffende scherm aan
op het bovenste luchtrooster van de
vo o r b u m p e r.
F
D
ruk op de gehele omtrek om de
bevestigingen één voor één vast te klikken.
Bevestig het andere scherm op dezelfde
wijze op het onderste luchtrooster van de
vo o r b u m p e r. F
G
ebruik een schroevendraaier als
hefboom om de bevestigingen van elk
sneeuwscherm één voor één los te maken.
Vergeet niet de sneeuwschermen te
verwijderen:
-
a
ls de buitentemperatuur hoger is
dan 10°C,
-
b
ij het slepen,
-
b
ij snelheden hoger dan 120 km/h.
Verwijderen
Plaatsen
Zorg dat de motor is afgezet en de
ventilateur stil staat als er handelingen aan
het sneeuwscherm worden uitgevoerd.Voor het plaatsen en verwijderen van de
sneeuwschermen wordt geadviseerd contact
op te nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
7
Praktische informatie
Page 158 of 302

156
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Zorg ervoor dat de afneembare kogel
is ver wijderd als u gaat rijden zonder
aanhanger.
Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CITROËN geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het CITROËN-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer rijtips voor het trekken van
een aanhanger.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de gewichten
(en aanhangergewichten indien van
toepassing voor uw auto).
Praktische informatie
Page 159 of 302

157
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
…)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers,
... nog in totaal
maximaal 40 minuten gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de eco-mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de accu.
7
Praktische informatie
Page 160 of 302

158
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CITROËN-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van CITROËN.
"Comfort"
Windgeleiders, zonneschermen, koelbox,
kleerhanger aan hoofdsteun, leeslamp,
parkeerhulp voor en achter, uitneembare
asbak, par fumeur, zonnescherm voor het
panoramadak, enz.
"Transportmiddelen"
Mat bagageruimte, bagagebak, bagagenet,
bagagesteunen, allesdrager, skidrager,
dakkoffer, trekhaken met vaste of afneembare
kogel, trekhaakbedrading, fietsendrager, enz.
"Styling"
Met leder beklede pookknop, aluminium
voetensteun, lichtmetalen velgen, voorspoiler,
diffuser achter, stylingstickers exterieur, enz.
"Veiligheid"
Alarminstallatie, car tracking system,
verbandtrommel, brandblusser,
gevarendriehoek, veiligheidsvest, wielbout
met slot, sneeuwkettingen, sneeuwsokken,
mistlampen, hondenrek, veiligheidsriem
voor huisdieren, kinderzitjes, gordelsnijder/
reddingshamer, enz.
"Bescherming"
Vloermatten*, stoelhoezen, spatlappen,
beschermhoes voor de auto, enz.
Bij montage van een trekhaak en
bedrading door een ander bedrijf dan
een dealer van het CITROËN-netwerk,
moeten de voorschriften van de
fabrikant worden opgevolgd.
*
O
m te voorkomen dat pedalen blijven
hangen:
-
l
et erop dat vloermatten op de juiste
plaats liggen en goed zijn vastgemaakt,
-
l
eg nooit meerdere matten op elkaar.
"Multimedia"
Bluetooth handsfree set, portable
navigatiesystemen, rijassistenten, telefoon-/
smartphonehouder, DVD-speler, CD-
speler, 230V-aansluiting, semi-geïntegreerd
navigatiesysteem, multimediasteun achter,
update voor de kaartgegevens van het
navigatiesysteem, accessoire digitale radio, enz.
Bij het CITROËN-netwerk kunt u ook
reinigings- en onderhoudsproducten kopen
(interieur en buitenkant) - waaronder
milieuvriendelijke producten uit de
serie "TECHNATURE" - bijvulmiddelen
(ruitensproeiervloeistof...), stiften en
spuitbussen voor het bijwerken van lakschades
in de exacte kleur van de carrosserie van uw
auto, vulpatronen voor bandenreparatieset,
enz.
Praktische informatie