stop start CITROEN C5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2015Pages: 344, PDF Size: 13.02 MB
Page 21 of 344

19
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Afgelegde afstand
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
ber
ekend over de laatste verstreken seconden.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met
s
t
op & s
t
art,
registreert een teller hoelang de
sto
P
-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
ra
adpleeg het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
1
controle tijdens het rijden
Page 28 of 344

26
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Verklikkerlampjes
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP
permanent in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje.Dit waarschuwingslampje brandt bij een
lekke band, een storing met betrekking
tot het remsysteem of bij een te hoge
koelvloeistoftemperatuur.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Zet het contact af en neem contact op met het cIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Service tijdelijk.
er i
s een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
waarschuwingslampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op het
display, bijvoorbeeld:
-
h
et sluiten van de portieren, de achterklep, de
achterruit of de motorkap,
-
d
e batterij van de afstandsbediening,
-
d
e bandenspanning,
-
v
ervuiling van het roetfilter (diesel).
ra
adpleeg in andere gevallen het c
It
ro
Ën-
netwerk of
eengekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er i
s een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
waarschuwingslampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
De verklikkerlampjes waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing
(waarschuwingslampje) of geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem
(ingeschakeld of uitgeschakeld).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommige waarschuwingslampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
so
mmige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden
één van de volgende verklikkerlampjes
gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
een
waarschuwingslampje gaat altijd branden
in combinatie met een aanvullende melding om
u te helpen bij het opsporen van de storing.
ra
adpleeg indien nodig het c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
controle tijdens het rijden
Page 34 of 344

32
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Het contactslot staat in de tweede
stand (
co
ntact).Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg het hoofdstuk "
ri
jden" voor meer
informatie over de handrem.
knippert.
De handrem is niet goed
aangetrokken of vrijgezet.
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
u
kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de
airbags.
Stop & Star t permanent.
Het stop & st art-systeem heeft de motor
in de stoP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De
sto
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
stAr
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de
sto
P
- en st
Ar
t
-
stand de
rubriek "
s
top & s
t
art".
controle tijdens het rijden
Page 99 of 344

97
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt.
om t e kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
bi
j een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
ra
adpleeg zo snel mogelijk het c
It
ro
Ën-
n
etwerk.
starten - afzetten van de motor
bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
Contactslot
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.
4
rijden
Page 109 of 344

107
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
T O E S TA N D GEVOLGEN
4 Weergave van de meldingen "Storing handrem"
en
"Storing Hill Start Assist" en het branden van de
volgende waarschuwingslampjes:
en/of
k
nipperen-
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill s
t
art Assist is niet beschikbaar.
om
de elektrische handrem te bedienen:
F
b
e
veilig de auto tegen wegrollen en zet het contact uit.
F
t
r
ek minimaal 5 seconden aan de hendel of totdat de handrem wordt bediend.
F
Z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
handrem gaan branden.
-
H
et bedienen duurt langer dan normaal.
-
A
ls het controlelampje (!) knippert of als de controlelampjes niet gaan branden
met het contact aan, werkt deze methode niet. Laat dit controleren door het
cIt
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
om d
e elektrische handrem vrij te zetten:
F
Z
et het contact aan.
F
H
oud de hendel gedurende circa 3
seconden ingedrukt.
5 Weergave van de melding "
Storing bediening
handrem - automatische stand geactiveerd" en
branden van de volgende waarschuwingslampjes:
en/of
k
nipperen-
A
lleen de functies van het automatisch bedienen bij het afzetten van de motor
en het automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig bedienen/vrijzetten van de elektrische handrem is niet mogelijk
en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
6 Weergave van de melding "
Storing handrem" en het
branden van het volgende waarschuwingslampje:
knipperen -
A
ls de handrem wordt bediend, kan niet worden gegarandeerd dat deze wordt
aangetrokken.
-
D
e functie handrem is op dit moment niet beschikbaar.
Als dit het geval is:
F
W
acht ongeveer 3 minuten.
F
P
robeer, als na 3 minuten het controlelampje nog knippert, de handrem
te resetten door ofwel hendel A in te drukken en los te laten ter wijl u het
rempedaal intrapt, ofwel door langdurig aan hendel A te trekken.
7
st
oring accu -
A
ls het laadstroomlampje gaat branden moet u de auto direct stoppen (rekening
houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen beveiligen.
-
b
e
dien de elektrische handrem alvorens de motor af te zetten.
4
rijden
Page 123 of 344

121
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
stop & start
Werking
- als u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 8
km/h het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in de stand N zet.
Overgang naar de
STOP- stand
Het verklikkerlampje "ECO" op
het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor wordt in de
st
o
P
-stand gezet:
Als uw auto is uitgerust met
een teller, wordt de duur van de
momenten dat de motor afgezet
is, opgeteld en weergegeven.
el
ke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0
gezet.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal. De
sto
P
-stand wordt niet geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
Het
s
t
op &
s
t
art-systeem zet de motor tijdelijk af (
s
to
P
-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(
s
t
Ar
t
-
stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het
s
t
op&
st
art-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een
aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
ta
nk nooit als de motor door het
s
t
op
&
s
t
art-systeem in de
sto
P
-stand
is gezet. Zet in dat geval altijd het
contact af en neem de sleutel uit het
contactslot. Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
s
to
P
-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
4
rijden
Page 124 of 344

122
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
- met de selectiehendel in de stand A of M ,
laat het rempedaal los,
-
m
et de selectiehendel in de stand N
en het rempedaal niet ingetrapt, zet de
selectiehendel in de stand A of M ,
-
o
f schakel de achteruit in.
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt automatisch
gestart (elektronisch gestuurde
versnellingsbak) :
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de
START-stand wordt geactiveerd, is
volkomen normaal. De
st
Ar
t
-
stand wordt automatisch
geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
-
d
e elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
u
kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF" in
te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Uitschakelen
Als het systeem in de stoP -stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
rijden
Page 270 of 344

04
268
c5_nl_chap11b_rt6-2-8_ed01-2014
selecteer en bevestig " Bestemming
kiezen ", selecteer " GPS-coördinaten "
en bevestig uw keuze.
Voer de GP
s -coördinaten in en bevestig
uw invoer met "OK" om het navigeren
te starten. Druk op N AV
voor het menu
" Navigatie ".
GPS-coördinaten als bestemming invoeren
Naar een punt op de kaart
Druk, als de kaart op het scherm wordt
weergegeven, op OK om naar het
contextmenu te gaan. s electeer dan
" Kaart verplaatsen " en bevestig uw
keuze.
Druk op OK voor het contextmenu van
de functie " Kaart verplaatsen ".
s
electeer " Als bestemming kiezen "
of " Als tussenstop kiezen " en
bevestig uw keuze. Verplaats de cursor op het scherm
met de navigatietoets om een
bestemmingspunt te kiezen.
NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING
Page 288 of 344

06
286
c5_nl_chap11b_rt6-2-8_ed01-2014
TELEFONEREN
Druk 2 keer op PHONE.
s
electeer " Bellen " en bevestig uw
keuze.
s
electeer " Contacten " en bevestig uw
keuze.
toets het nummer in op het virtuele
toetsenbord door de cijfers te selecteren
en daarna te bevestigen
b
evestig met "OK" om het ingevoerde
telefoonnummer te bellen. Druk op TEL of 2
keer op PHONE.
Een nieuw nummer bellen
Een contact bellen
s
electeer het gewenste contact en
bevestig uw invoer.
Als u het contact via de toets PHONE
hebt opgevraagd, selecteert u " Bellen "
en bevestigt u uw keuze.
s
electeer het nummer en bevestig uw
keuze om het bellen te starten
BellenGebruik de telefoon liever niet onder het rijden. stop op een veilige
plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur de
toetsen op het stuur
.