CITROEN DS3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2018Pages: 248, PDF Size: 8.86 MB
Page 191 of 248

189
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Toegang:
F
o
pen de motorkap via de hendel in het interieur
en gebruik vervolgens de veiligheidshaak aan
de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+) pool
omhoog.
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.
Op het linker voorscherm is een afzonderlijk
massapunt aangebracht.
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe accu of
een accu van een andere auto) en startkabels of
een startbooster. Start de motor nooit door een acculader aan
te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V of
h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide
auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, riem enz.) bevinden.
Maak de klem van de pluspool (+) niet los bij
draaiende motor. F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+) van
de ontladen accu A (bij het gebogen metalen
gedeelte) en ver volgens op de pluspool (+) van
de hulpaccu B of de startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B of de startbooster
(of op een massapunt van de auto met de
hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu.
F
B
eweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het
kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog. F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu en
laat deze gedurende enkele minuten draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto met de
lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af
en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait.
F
N
eem ver volgens de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust, het
kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten draaien,
rijdend of stilstaand, om het laadniveau van de
accu op een correct peil te krijgen.
08
Storingen verhelpen
Page 192 of 248

190
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om het laadniveau van de accu op een
voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u
zelf de accu van uw auto gaat opladen,
gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt
is voor loodaccu's en die een nominale
spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen. De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
Probeer nooit om een bevroren accu te laden
– Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het dealernetwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
Loskoppelen van de accu
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de
lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te
sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
F
Z
et na afloop van het laden eerst acculader B uit
voordat u
de kabels losneemt van accu A.Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12
V-lader worden gebruikt.
Anders kan de elektrische uitrusting van het
Stop & Start-systeem ernstig beschadigd
raken.
Als u
de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12
V-accu los. Op deze
manier blijft het laadniveau van de accu voldoende
om de motor weer te starten.
Alvorens de accu los te koppelen moet u
de
volgende handelingen uitvoeren:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen (portieren,
achterklep, ruiten, dak (Cabrio-uitvoeringen)),
08
Storingen verhelpen
Page 193 of 248

191
F schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.),
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) van de
accu los te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de
accupoolklem B te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
F Plaats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem om hem
goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen. Forceer de hendel niet door erop te duwen,
aangezien de accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is geplaatst;
herhaal de procedure.
Na het opnieuw aansluiten van de
accu
Zet na het opnieuw aansluiten van de accu het
contact aan en wacht 1
minuut alvorens de motor
te starten, zodat de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine storingen
blijven voordoen, raadpleeg dan het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf
opnieuw initialiseren van bepaalde systemen of
instellingen, zoals:
-
d
e sleutel met afstandsbediening,
-
d
e elektrische ruitbediening,
-
d
e datum en tijd,
-
de
voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer
starten van de motor, werkt het Stop & Start-
systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas weer als
de auto gedurende een bepaalde periode, die
afhankelijk is van de omgevingstemperatuur
en de laadtoestand van de accu (maximaal
8
uur), niet is gebruikt.
Slepen
U kunt de auto laten slepen door een andere auto
of een andere auto slepen met behulp van het
sleepoog.
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog is opgeborgen onder de vloerplaat
van de bagageruimte.
Toegang:
F
o
pen de bagageruimte,
F
t
il de vloerplaat op,
F
v
erwijder de opbergbak van polystyreen,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
08
Storingen verhelpen
Page 194 of 248

192
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot
te ontgrendelen of de parkeerrem vrij te
zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de
grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.Slepen van uw auto
Als dit voorschrift niet wordt opgevolgd,
kunnen bepaalde onderdelen (remsysteem,
aandrijving enz.) beschadigd raken en werkt
de rembekrachtiger na het starten van de
motor mogelijk niet meer. F
O
ntgrendel het stuurslot door de contactsleutel
één stand naar rechts te draaien en zet de
parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
F Maak het afdekplaatje in de voorbumper los door met een schroevendraaier de twee nokjes
los te wippen.
F
K
antel het afdekplaatje.
F
V
er wijder het afdekplaatje volledig door op de
kunststof ruit aan de onderzijde te drukken.
F
B
erg het afdekplaatje op in de bagageruimte.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
Ze
t de versnellingsbak in de neutraalstand
(stand N bij auto's met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of een automatische
transmissie). F
M
aak het klepje in de achterbumper los door op
de onderkant er van te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
08
Storingen verhelpen
Page 195 of 248

TECHNISCHE GEGEVENS
09
Page 196 of 248

194
Technische kenmerken
van motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De motorspecificaties (cilinderinhoud,
maximumvermogen, maximaal toerental, brandstof,
CO
2-uitstoot…) van uw auto staan vermeld op het
kentekenbewijs en in de commerciële documentatie.
Deze gegevens komen overeen met de op de
motortestbank gehomologeerde waarden, onder de
omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese
regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
Raadpleeg voor meer informatie het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten een aanhangergewichten van uw
auto staan vermeld op het kentekenbewijs van uw
auto en in de commerciële documentatie.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Raadpleeg voor meer informatie het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Het maximaal toegestane treingewicht en de
aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000
meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
met 10% te worden verminderd.
De maximaal toegestane kogeldruk komt overeen
met het maximale gewicht op de (zonder of met
gereedschap afneembare) trekhaak.
GT W: Toegestaan maximaal treingewicht.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto minder worden
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur meer dan 37 °C bedraagt,
moet het treingewicht worden verminderd.
De wegligging van een nauwelijks beladen
trekkende auto kan achteruit gaan.
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Rijd bij het trekken van een aanhanger nooit
sneller dan 100
km/h (houd u aan de ter
plaatse geldende regels). Als de buitentemperatuur hoog is, is het
raadzaam om na het stilzetten van de auto
de motor 1
tot 2 minuten stationair te laten
draaien zodat deze beter kan afkoelen.
09
Technische gegevens
Page 197 of 248

195
Motoren en aanhangergewichten – BENZINE
MotorenPureTech 82PureTech 82 S&SV Ti 120
Versnellingsbak BVM (handgeschakeld,
5
versnellingen)ETG (elektronisch
gestuurd, 5
versnellingen)BVM (handgeschakeld,
5
versnellingen)BVA (automatisch,
4
versnellingen)
Code ----
Modelcode:
SA… (Berline)/SB… (Cabrio) HMZ6
HMZ6/PS 5FS05FS9
Carrosserievariant Berline/CabrioBerlineBerlineBerline/Cabrio
Cilinderinhoud (cm
3) 11 9 911 9 9 159 8
Max. vermogen: EEG -norm (kW) 6060 88
Brandstof LoodvrijLoodvrij Loodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) op een helling van 12% 800
500900 900
Aanhanger ongeremd (kg) 520500 570570
Aanbevolen kogeldruk (kg) 46464646
09
Technische gegevens
Page 198 of 248

196
MotorenPureTech 110PureTech 110 S&SPureTech
130 S&STHP 155
THP 15 0 *THP 165
S&S
THP
15 0 S&S**
Versnellingsbak
E AT 6
(automatisch,
6
versnellingen)BVM
(handgeschakeld, 5
versnellingen)EAT6 (automatisch,
6 versnellingen)BVM6
(handgeschakeld, 6
versnellingen) BVM6
(handgeschakeld, 6
versnellingen) BVM6
(handgeschakeld, 6
versnellingen)
Code -- ----
Modelcode:
SA… (Berline)/SB… (Cabrio) HNVT
HNZ6/S H NZ T/S H N V T/S HNYM/S5FV8
5FN8* 5GZM/S
5GWM/S**
Carrosserievariant Berline/Cabrio Berline/Cabrio Berline/Cabrio Berline/Cabrio Berline/Cabrio BerlineBerline/Cabrio
Cilinderinhoud (cm
3) -11 9 9 11 9 9 -11 9 9 159 8 159 8
Max. vermogen: EEG -norm (kW) -81 81 -96 115
11 0 * 120
11 0 * *
Brandstof Loodvrij Loodvrij Loodvrij Loodvrij Loodvrij Loodvrij Loodvrij
Aanhanger geremd (binnen max.
toelaatbaar treingewicht) op een helling
van 12% (kg) 900
900900 -900 900900
Aanhanger ongeremd (kg) 570 570/520 570 -570 570570
Aanbevolen kogeldruk (kg) 464646 -46 4646
*
V
oor België en Rusland.
**
V
oor België.
09
Technische gegevens
Page 199 of 248

197
BenzinemotorenPerformance
Code -
Versnellingsbak BVM6
(handgeschakeld, 6
versnellingen)
Modelcode:
SA… (Berline)/SB… (Cabrio) 5GRM/S
Carrosserievariant Berline/Cabrio
Cilinderinhoud (cm
3) 159 8
Max. vermogen: EEG -norm (kW) 15 3
Brandstof Loodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) op een helling van 12% (kg) 0
Aanhanger ongeremd (kg) 0
Aanbevolen kogeldruk (kg) 0
Performance
De DS 3 Per formance is niet geschikt voor de
m ontage van een trekhaak. Door de uitvoering
van het sportuitlaatsysteem is de montage
ervan niet mogelijk.
09
Technische gegevens
Page 200 of 248

198
Motoren en aanhangergewichten – DIESEL
Dieselmotorene-HDi 90 BlueHDi 75BlueHDi 100 S&SBlueHDi 120 S&S
BlueHDi 115 S&S*
Versnellingsbak
ETG6 (elektronisch
gestuurd, 6 versnellingen)BVM (handgeschakeld, 5 versnellingen) BVM (handgeschakeld,
5 versnellingen)ETG6 (elektronisch
gestuurd, 6 versnellingen)BVM6 (handgeschakeld, 6 versnellingen)
Code -----
Modelcode:
SA… (Berline)/SB… (Cabrio) 9HP8/PS
BHW6BHY6/SBHYM/PS BHZM/S
BHXM/S*
Carrosserievariant BerlineBerlineBerline/Cabrio BerlineBerline/Cabrio
Cilinderinhoud (cm
3) 15 6 015 6 015 6 015 6 015 6 0
Max. vermogen: EEG -norm (kW) 6855 737388
85*
Brandstof DieselDieselDieselDieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) op een helling van 12% (kg) 900
900900 74 5900
Aanhanger ongeremd (kg) 570570570570570
Aanbevolen kogeldruk (kg) 4646464646
*
V
oor België.
09
Technische gegevens