stop start CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 71 of 452

69
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Noodsleutel
Ontgrendelen/vergrendelen met de geïntegreerde sleutel 
van het Keyless entry and start-systeem
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto 
vergrendeld en ontgrendeld worden als de 
elektronische sleutel niet werkt:
- 
l
 ege batterij, 12V-accu ontladen of 
losgekoppeld, ...
-
 
a
 uto bevindt zich in een omgeving met veel 
elektromagnetische straling.
F
 
T
 rek aan de knop 1   om de geïntegreerde 
sleutel 2
  te verwijderen.Als het inbraakalarm is geactiveerd, 
zal het geluidssignaal dat klinkt bij 
het met de sleutel (geïntegreerd in de 
afstandsbediening) openen van een portier, 
bij het aanzetten van het contact stoppen.Vergrendelen van het 
bestuurdersportier
F Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen van het 
bestuurdersportier
F Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze linksom.
Toegang tot de auto  
Page 73 of 452

71
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Storing in en resetten van 
de afstandsbediening
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als 
de storing niet is verholpen.
Na het losnemen en weer aansluiten van de 
accukabels, het vervangen van de batterij 
van de afstandsbediening of een storing in de 
afstandsbediening kan de auto niet meer met 
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld 
en gelokaliseerd worden.
F
 
S
teek de noodsleutel (geïntegreerd in de 
afstandsbediening) in het slot om de auto 
te ontgrendelen. F 
O
 pen het deksel van de armleuning vóór.
●	 Til 	 de 	 bekleding 	 op 	 aan 	 de 	 lip 	 en 	 ver wijder
	de
 bekleding.
●	 Plaats 	 de 	 elektronische 	 sleutel 	 in 	 de 	 lezer.
F  
Z
 et het contact aan door op de knop  
" START/STOP  " te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Vergeet niet, nadat u de geresette 
elektronische sleutel uit de lezer hebt 
genomen, de bekleding terug te leggen op de 
bodem van de armleuning.
Toegang tot de auto  
Page 80 of 452

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in 
werking en knipperen de richtingaanwijzers 
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden 
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel 
knippert bij het ontgrendelen van de auto met 
de afstandsbediening of het Keyless entry 
and start-systeem, is het alarm tijdens uw 
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met 
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
Vergrendelen van de auto 
zonder het alarm in te 
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de  supervergrendeling in met de sleutel 
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in 
het slot van het bestuurdersportier.
F
 
o
 ntgrendel de auto met de sleutel 
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in 
het slot van het bestuurdersportier,
F  
o
 pen het portier; het alarm gaat af,
F  
z
 et het contact aan: het alarm stopt en het 
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het 
verklikkerlampje van de knop blijft branden, 
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Page 85 of 452

83
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, 
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer 
open.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden 
gesloten, moet de ruitbediening worden 
gereset:
F 
t
 rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt 
met bewegen,
F
 
l
 aat de schakelaar los en trek hem opnieuw 
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
 
h
 oud de schakelaar na het sluiten nog 
ongeveer 1
 
seconde vast,
F
 
d
 ruk op de schakelaar om de ruit 
automatisch te openen,
F
 
d
 ruk als de ruit volledig is geopend 
nogmaals op de schakelaar en houd deze 
nog ongeveer 1
  seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging 
tegen beknellen uitgeschakeld.
Als de ruit (bijvoorbeeld bij vorst) niet 
wil sluiten, voer dan als de ruit weer 
opent het volgende uit:
F
 
d
ruk op de schakelaar tot de ruit 
volledig is geopend,
F
 
t
rek vervolgens direct de 
schakelaar omhoog tot de ruit 
volledig is gesloten,
F
 
h
oud de schakelaar na het sluiten 
nog ongeveer 1
 
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is 
de beveiliging tegen beknellen 
uitgeschakeld. Als er tijdens het bedienen van de 
ruit iets tussen de ruit en de sponning 
bekneld raakt, moet u de ruit meteen 
weer openen. Druk daarvoor op de 
desbetreffende schakelaar.
Als u als bestuurder de ruit aan 
passagierszijde bedient, zorg er dan 
voor dat niets het correcte sluiten van 
de ruit verhindert.
Zorg ervoor dat de passagiers op de 
juiste manier gebruik maken van de 
elektrische ruitbediening.
Houd met name kinderen goed in de 
gaten om te voorkomen dat ze zich 
tijdens het bedienen van de ruit kunnen 
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de 
buurt van de auto tijdens het sluiten van 
de ruiten met de elektronische sleutel of 
het "Keyless entry and start"-systeem.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs 
voor een korte duur, altijd de sleutel uit 
het contact.
Toegang tot de auto  
Page 89 of 452

87
DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft 
gestaan en de temperatuur in het 
interieur hoog is opgelopen, zet dan de 
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid 
voldoende hoog is ingesteld, zodat 
de lucht in het interieur goed ververst 
wordt.
Het airconditioningssysteem is 
chloorvrij en is niet schadelijk voor de 
ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de 
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
 
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de 
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters 
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij 
blijven.
F
 
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient 
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
 
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan 
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
 
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen 
periodiek vervangen.
 W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale 
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een 
schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
 
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem 
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
 
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij 
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een 
optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditioning 
kan ertoe leiden dat zich een klein 
plasje water onder de auto vormt. Dit is 
een normaal verschijnsel.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor. Als u het 
thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de 
functie Stop & Start uitschakelen (zie de desbetreffende rubriek).
Comfort  
Page 94 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
2. Regeling bestuurderszijde4.   A utomatisch programma 
"zicht"
Om het interieur maximaal te verkoelen 
of te ver warmen is het mogelijk de 
minimale waarde 14
  of de maximale 
waarde 28
  te overschrijden.
F
 
D
 raai de knop 2   of 3   naar links 
totdat "LO" verschijnt of naar 
rechts totdat "HI"  verschijnt.
Zie " Voorruitontwaseming - 
Ontdooien".
3. Regeling passagierszijde
De bestuurder en de voorpassagier 
kunnen de temperatuur afzonderlijk 
naar wens instellen.
De op het display weergegeven 
waarde heeft betrekking op een bepaald 
comfortniveau en niet op de werkelijke 
temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
F
 
D
raai de knop 2   of 3   naar links of naar 
rechts om deze waarde te verlagen of te 
verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde 
21
 
aanbevolen. Niettemin is afhankelijk 
van uw wensen een afstelling tussen 18
  en 
24
 
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam 
dat het verschil in instelling links en rechts niet 
meer dan 3
  bedraagt.
Handmatig verstellen
Als u dat wenst, kunt u de automatische 
bediening van het systeem handmatig 
aanpassen. De controlelampjes in de toets 
"AUTO"  gaan uit; de overige functies blijven 
automatisch geregeld.
F
 
D
 ruk op de toets "AUTO"  om het systeem 
weer volledig automatisch te laten 
functioneren.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem 
geldt dat zolang de voorruitontwaseming 
in werking is, de STOP-functie niet 
beschikbaar is. 
Page 96 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Uitschakelen van het systeem
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot 
alle lampjes uitgaan.
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airconditioning, 
alleen op de aanjagersnelheid.
Tijdens de "REST"-functie kunt u de temperatuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling 
niet wijzigen: deze worden automatisch geregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Deze functie is niet aanwezig in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Vermijd het te lang rijden met 
ingeschakelde luchtrecirculatie of 
een uitgeschakeld systeem om te 
voorkomen dat de ruiten beslaan of de 
luchtkwaliteit vermindert.
Bij het aanzetten van het contact
-
 D
e signaleringen lichten op: de functie is 
beschikbaar.
-
 
D
ruk op de toets REST  om deze functie 
voor enkele minuten in te schakelen. Dit 
wordt aangegeven door twee streepjes in 
de controlesignaleringen en het branden 
van vier lampjes voor de aanjagersnelheid.
-
 
D
e functie is uit- en dan weer in te 
schakelen zolang de controlesignaleringen 
branden.
-
 
A
an het einde van de beschikbaarheid van 
deze functie, gaan de signaleringen uit. Bij het afzetten van de motor
-
 D
e displays zijn verlicht zolang de functie 
beschikbaar is.
-
 
D
ruk op de toets REST  om de ventilatie 
voor enkele minuten in te schakelen. Dit 
wordt aangegeven door twee streepjes 
in de controlesignalering en het branden 
van vier lampjes voor de kracht van de 
aanjager.
 D
e functie blijft gehandhaafd, ook als de 
auto vergrendeld is.
-
 
D
e signaleringen gaan aan het einde van 
de beschikbaarheid van de functie uit
 A
ls u nog een keer op de toets drukt 
vóór het einde van de beschikbaarheid 
schakelt u de ventilatie definitief uit: de 
signaleringen verdwijnen en de functie is 
niet meer beschikbaar. Alle functies van de airconditioning en het 
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer 
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom 
gehandhaafd.
F
 
W
ijzig de instellingen (temperatuur, 
luchthoeveelheid en luchtverdeling) of druk 
op de toets "AUTO"  om het systeem weer 
met de laatst ingestelde waarden in te 
schakelen. 
Page 97 of 452

95
DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten 
staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende 
airconditioning
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchtverdeling 
in de met de desbetreffende opdruk 
weergegeven stand.
F
 
Z
 et de knop van de luchttoevoer in de 
stand "Toevoer van buitenlucht"
 (
controlelampje op de knop gedoofd).
F
 
S
 chakel de airconditioning in door de toets 
"A /C "  in te drukken; het controlelampje in 
de toets gaat branden.
Met automatische airconditioning 
en gescheiden regeling
Als bij auto's met Stop & Start de 
ontwaseming, de airconditioning en 
de aanjager zijn ingeschakeld, is de 
STOP-stand niet beschikbaar.
Automatisch programma  
"Zicht"
F Selecteer dit programma om de voorruit  en de zijruiten snel te ontwasemen of te 
ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatisch 
en regelt de luchttemperatuur, de 
aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt de 
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de 
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F
 
D
 ruk nogmaals op de toets "Zicht"  of op 
"AUTO"  om deze functie uit te schakelen; 
het controlelampje in de toets gaat uit en 
dat van de toets "AUTO"  gaat branden.
Het systeem keert terug naar dezelfde 
instellingen als die van vóór het uitschakelen. Bij auto's met een Stop & Start-systeem 
geldt dat zolang de voorruitontwaseming 
in werking is, de STOP-functie niet 
beschikbaar is.
Comfort  
Page 117 of 452

11 5
DS4_nl_Chap04_amenagement_ed02-2015
Armleuning voor
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en voorpassagier.
Het deksel van de armleuning is in hoogte en lengterichting verstelbaar.
Hoogteverstelling
F Til het deksel op tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog).
F
 
T
 rek de armleuning in de hoogste stand 
iets verder omhoog en beweeg hem 
vervolgens naar de laagste stand.
Verstelling in lengterichting
F Schuif de armleuning zo ver mogelijk naar  voren of naar achteren, tot de aanslag.
Opbergvak
Onder het deksel van de armleuning bevindt 
zich een opbergvak. Afhankelijk van de 
uitvoering is het opbergvak voorzien van een 
230V/50Hz-stopcontact en de lezer van de 
elektronische sleutel van het Keyless entry and 
start-systeem.
F
 
T
 rek de handgreep omhoog.
F
 
T
 rek het deksel helemaal open.
Voorzieningen  
Page 119 of 452

11 7
DS4_nl_Chap04_amenagement_ed02-2015
230V/50Hz-stopcontact
Sluit hoogstens één apparaat op het 
stopcontact aan (dubbelstekkers niet 
toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen 
aan isolatieklasse II (op het apparaat 
aangegeven).
De stroomtoevoer naar dit stopcontact 
wordt bij overbelasting automatisch 
onderbroken; dit gebeurt ook als er andere 
omstandigheden zijn die daar aanleiding toe 
geven (bijzondere weersomstandigheden, 
zware belasting van de elektrische 
installatie van de auto enz.). Het groene 
verklikkerlampje gaat dan uit.
In de middenconsole bevindt zich een 
230V/50Hz-stopcontact (max. vermogen: 120 W).
Om dit te kunnen gebruiken:
F
 
o
 pen het deksel van de armleuning vóór,
F
 
c
 ontroleer of het groene verklikkerlampje 
brandt,
F
 
s
 luit uw elektrische apparaat (telefoonlader, 
laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer 
enz. ) aan.
Dit stopcontact werkt als de motor draait, 
maar ook in de STOP-stand bij auto's met een 
Stop&Start-systeem.
Bij een storing in het systeem gaat het groene 
lampje knipperen.
Laat dit controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voorzieningen