CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 81 of 452

79
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Portieren
Openen
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Als een portier niet goed is gesloten:
-
b
ij draaiende motor gaat dit
lampje branden in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die enkele seconden verschijnt,
-
ti
jdens het rijden (snelheid hoger dan
10
km/h) gaat dit lampje branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die gedurende
enkele seconden verschijnt.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
w
ordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld
(als de auto nog niet volledig
ontgrendeld was).
-
w
ordt bij het openen van een
van de andere portieren de auto
volledig ontgrendeld.
Toegang tot de auto
Page 82 of 452

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Achterklep
Afhankelijk van de configuratie worden alle
portieren of alleen de achterklep ontgrendeld.Selectieve ontgrendeling
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het
menu's "Rijden" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto" .
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, ter wijl de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en open
vervolgens de achterklep.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp
van een van de handgrepen aan de
binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten, wordt
bij draaiende motor of tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10
km/h) gedurende
enkele seconden een melding weergegeven.
Sluiten
Openen
Volledige ontgrendeling
F Druk na het ontgrendelen van alle portieren
of de achterklep of ter wijl de elektronische
sleutel van het keyless entry and start-
systeem zich in het detectiegebied A
bevindt op de schakelaar voor het openen
van de achterklep en open vervolgens de
achterklep.
Page 83 of 452

81
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 84 of 452

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde.
2.
S
chakelaar ruitbediening
passagierszijde. -
h
andmatig
F
D
uw of trek de schakelaar tot het zware
punt. De ruit stopt zodra de schakelaar
wordt losgelaten.
- a utomatisch
F D uw of trek de schakelaar voorbij het
zware punt. Als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
F
B
edien de schakelaar opnieuw om het
openen of sluiten te stoppen. Nadat u het contact hebt afgezet, kunnen
de ruiten nog ongeveer 45
seconden
worden bediend, tenzij binnen deze
45
seconden een portier wordt geopend
en de auto wordt vergrendeld.
Probeer de ruit aan passagierszijde, wanneer
deze niet met het bedieningspaneel van het
bestuurdersportier kan worden bediend, te
bedienen met het bedieningspaneel van het
portier aan passagierszijde, en omgekeerd.
Elektrisch bedienbare ruitenDe ruiten zijn voorzien van een beveiliging tegen beknellen.
Eentraps
ruitbediening
U hebt twee mogelijkheden:
Om defect raken van de motoren van
de ruitbediening te voorkomen, treedt
wanneer een ruit tien keer in korte tijd
volledig wordt geopend en gesloten
een beveiliging in werking die alleen
het sluiten van de ruit toestaat.
Als de ruit in dat geval wordt gesloten,
zal de ruitbediening na ongeveer
40
minuten weer beschikbaar zijn.
Page 85 of 452

83
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Als de ruit (bijvoorbeeld bij vorst) niet
wil sluiten, voer dan als de ruit weer
opent het volgende uit:
F
d
ruk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
F
t
rek vervolgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is
de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld. Als er tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet u de ruit meteen
weer openen. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Als u als bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, zorg er dan
voor dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
Zorg ervoor dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Houd met name kinderen goed in de
gaten om te voorkomen dat ze zich
tijdens het bedienen van de ruit kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het "Keyless entry and start"-systeem.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte duur, altijd de sleutel uit
het contact.
Toegang tot de auto
Page 86 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Comfort
Page 87 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Page 88 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A van de middenconsole.
Luchtverdeling
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2.
Ui
tstroomopeningen voor het
ontdooien of ontwasemen van de zijruiten.
3.
A
fsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters. 4. A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
7.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Page 89 of 452

87
DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen
periodiek vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een
schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor. Als u het
thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de
functie Stop & Start uitschakelen (zie de desbetreffende rubriek).
Comfort
Page 90 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Tips voor instellingen in het interieur
Gewenste werkingVerwarming of handbediende airconditioning
Luchtverdeling Luchtopbrengst Recirculatie
interieurlucht / Toevoer van buitenlucht Temperatuur
Handbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONT WASEMEN
ONTDOOIEN
Automatische airconditioning: gebruik bij voorkeur de volledig automatische stand door op de toets "AUTO" te drukken.