CITROEN DS5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2015Pages: 418, PDF Size: 16.35 MB
Page 111 of 418

109
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Schakel de achteruitversnelling alleen in als 
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van 
de motor te vergemakkelijken: zorg dat 
de versnellingshendel altijd in de vrijstand 
staat en trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
F Beweeg de versnellingshendel zo ver 
mogelijk naar rechts om de 5e of de 
6e versnelling in te schakelen.
Inschakelen van de 5e of de 
6e versnelling
Inschakelen van de 
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog 
en  beweeg de versnellingshendel eerst 
naar links en dan naar voren. Doet u dit niet, dan kan de 
versnellingsbak zwaar beschadigd 
raken (per ongeluk inschakelen van 
de
 3e of 4e versnelling). 
Rijden  
Page 112 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het 
schakelpatroon beweegt, verschijnt 
het desbetreffende pictogram op het 
instrumentenpaneel.
P
 Par
king (parkeerstand)
R
 Re
verse (achteruitversnelling)
N
 Neu
tral (neutraalstand)
D
 Dr
ive (automatisch schakelen)
S
 P
rogramma  Sport
T
 P
rogramma  Sneeuw
1 t /m 6
 
 
Ing
 eschakelde versnelling bij 
handmatig schakelen
-
 On
geldige waarde bij handmatig schakelen
Bij de automatische 6 -versnellingsbak kunt u 
kiezen uit het comfort van de automatische 
bediening, aangevuld met de programma's 
Sport en Sneeuw, of het plezier van het 
handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft twee 
gebruiksmogelijkheden:
-
 au
tomatisch schakelen
: het schakelen 
wordt elektronisch aangestuurd, aangevuld 
met het programma Sport  voor een meer 
dynamische rijstijl of het programma 
Sneeuw  voor gemakkelijker rijden op een 
ondergrond met weinig grip,
-
 ha
ndmatig schakelen
: in deze stand kan 
de bestuurder zelf schakelen.
Automatische versnellingsbak
1. Selectiehendel.
2. To
e t s  "T" (Sneeuw) .
3.
 To
e t s  "S" (Spor t) .
4.
 Sc
hema met de standen van de 
selectiehendel.
Schakelpatroon Standen van de 
selectiehendel
P. Parkeerstand.
- St
ilzetten van de auto, met of zonder 
aangetrokken parkeerrem.
-
 St
arten van de motor.
R.
 A
chteruitversnelling.
-
 Ac
hteruitrijden, stilstaande auto, stationair 
toerental.
N.
 Ne
utraalstand.
-
 St
ilzetten van de auto, met aangetrokken 
parkeerrem.
-
 St
arten van de motor.
D.
 Au
tomatische werking.
M.+ / -
   Ze
lf schakelen tussen de zes 
versnellingen.
F
 Be
weeg de selectiehendel kort naar voren 
om op te schakelen.
of
F
 Be
weeg de selectiehendel kort naar 
achteren om terug te schakelen. 
Page 113 of 418

111
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
F Trap het rempedaal in en selecteer de 
stand P of N .
F
 St
art de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden 
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en 
verschijnt een melding op het display van het 
instrumentenpaneel.
F
 Tr
ap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
 Se
lecteer de stand R , D of M.
Wegrijden
Als de motor stationair draait, het 
rempedaal is losgelaten en de stand R , 
D of M is geselecteerd, zet de auto zich 
zelfs al in beweging als het gaspedaal 
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen 
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en 
selecteer de stand P indien er 
onderhoudswerkzaamheden moeten 
worden uitgevoerd bij draaiende motor. Als de parkeerrem niet automatisch 
wordt vrijgezet, controleer dan of de 
voorportieren correct zijn gesloten.
Zet de selectiehendel nooit in de 
stand 
 N
  als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de 
stand
 P
 of R als de auto niet volledig 
stilstaat.
Automatisch 
schakelprogramma
F Selecteer de stand D om automatisch  
t e laten schakelen tussen de zes 
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-adaptieve 
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De 
versnellingsbak kiest voortdurend de meest 
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl, het 
profiel van de weg en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand 
van de selectiehendel te wijzigen, moet het 
gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown). 
De versnellingsbak schakelt automatisch terug of 
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de 
motor het maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak 
automatisch terug om sterker op de motor af te 
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de 
versnellingbak niet naar een hogere versnelling als 
u het gaspedaal plotseling loslaat.
Als tijdens het rijden per ongeluk de 
stand 
N wordt geselecteerd, laat het 
motortoerental dan zakken tot stationair 
toerental, zet de selectiehendel in de 
stand
 D  en t
rap het gaspedaal weer in.
Als u de selectiehendel uit de stand P 
haalt zonder het rempedaal ingetrapt te 
houden, zal op het instrumentenpaneel 
dit verklikkerlampje gaan branden of dit 
pictogram verschijnen in combinatie met 
het knipperen van de P
, een melding en 
een geluidssignaal.
F
 Co
ntroleer of de op het instrumentenpaneel 
weergegeven stand overeenkomt met de 
stand van de selectiehendel.
F
 La
at het rempedaal geleidelijk los.
Als de parkeerrem handmatig wordt vrijgezet, 
begint de auto direct te rijden.
Als de parkeerrem is aangetrokken en de 
automatische stand is geactiveerd, geef dan 
geleidelijk gas. 
Rijden  
Page 114 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Handmatig schakelen
F Selecteer de stand M om sequentieel t e 
schakelen in de zes versnellingen.
F
 Du
w de selectiehendel naar het symbool + 
om één versnelling op te schakelen.
F
 Tr
ek de selectiehendel naar het symbool
 -
  
om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling 
kan alleen als de snelheid van de auto en 
het toerental van de motor dit toestaan, 
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de 
automatische bediening.
Op het instrumentenpaneel verdwijnt de 
aanduiding  D en verschijnen achtereenvolgens 
de ingeschakelde versnellingen.
Als het motortoerental te laag of te hoog is, 
knippert de geselecteerde versnelling enkele 
seconden en vervolgens wordt de werkelijk 
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de 
automatische versnellingsbak automatisch de 
1e  versnelling.
Tijdens het schakelen hoeft u het gaspedaal 
niet los te laten.
Er kan elk moment van de stand D (rijden in de 
automatische stand) naar de stand M (rijden in 
de handbediende stand) worden geschakeld.
De programma's Sport en Sneeuw kunnen 
niet worden ingeschakeld in de handbediende 
stand.
Programma's Sport en Sneeuw
Programma Sport "S"
F Druk op de toets "S"  a ls de motor is 
gestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch 
een dynamische rijstijl mogelijk.
Op het instrumentenpaneel verschijnt 
de aanduiding S .
Programma Sneeuw " T"
F Druk op de toets " T" a ls de motor is 
gestart.
De versnellingsbak past zich aan voor het 
rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u 
gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond 
met weinig grip.
Op het instrumentenpaneel verschijnt 
de aanduiding T .
Terugkeren naar de auto-
adaptieve stand
F Om terug te keren naar het auto-adaptieve 
s
tand kunt u het programma op elk 
gewenst moment uitschakelen door 
opnieuw op de desbetreffende toets te 
drukken.
Deze twee specifieke programma's vullen de 
automatische werking aan onder bijzondere 
rijomstandigheden. 
Page 115 of 418

11 3
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Onjuiste waarde bij handmatige 
bediening
Dit symbool verschijnt als een versnelling 
niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel 
bevindt zich tussen twee standen in).
Parkeren van de auto
Zet, voordat u de motor afzet, de 
selectiehendel in de stand P of N om de 
neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om 
de auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in 
de automatische stand staat).Als de selectiehendel niet in de stand
 P
 
staat, klinkt bij het openen van het 
bestuurdersportier of na ongeveer 
45 seconden een geluidssignaal en 
verschijnt een melding op het display.
F
 Ze
t de selectiehendel in de stand
 P
 ; 
het geluidssignaal stopt en de 
melding verdwijnt.
Storing
Bij aangezet contact wordt een melding 
op het display van het instrumentenpaneel 
weergegeven die duidt op een storing in de 
versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met een 
noodprogramma en blijft de 3
e versnelling 
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok 
waarnemen bij het selecteren van R vanuit 
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet 
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van 
de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het 
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats. De automatische versnellingsbak kan 
beschadigd raken:
-
 al
s u het gaspedaal en het 
rempedaal gelijktijdig intrapt,
-
 al
s u, indien de accu geen stroom 
levert, de selectiehendel vanuit 
de stand P geforceerd naar een 
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens 
langdurig stilstaan met draaiende motor 
(file...) te beperken, de selectiehendel in 
de stand N en trek de parkeerrem aan, 
behalve als deze in de automatische 
stand staat. 
Rijden  
Page 116 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
Bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak 
kunt u kiezen tussen automatische bediening 
en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft twee 
gebruiksmogelijkheden:
-
 au
tomatische  bediening, waarbij het op- 
en terugschakelen volledig automatisch 
wordt geregeld,
-
 ha
ndmatige  bediening, waarbij de 
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
In beide gevallen kunt u kiezen voor een 
Sport -stand die uitstekend past bij een meer 
dynamische rijstijl.
Bij de automatische bediening blijft het altijd 
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van 
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld 
om even snel in te halen. R.
 
 Ac
hteruit.
F
 Tr
ap het rempedaal in, trek de selectiehendel 
omhoog en duw deze naar voren.
N.  
 Ne
utraalstand.
F
 Tr
ap het rempedaal in en selecteer deze 
stand om de motor te kunnen starten.
A.
 Au
tomatische bediening.
F
 Du
w de selectiehendel naar achteren om 
deze stand te selecteren.
M.  
 Ha
ndmatig, sequentieel schakelen.
F
 Ti
l de selectiehendel op en beweeg deze 
naar achteren om deze stand te selecteren 
en schakel vervolgens met behulp van de 
flippers achter het stuur wiel.
S.  
 Sp
ort-stand.
F
 Dr
uk op de knop om deze stand in of uit te 
schakelen.Selectiehendel
+.   Opschakelen (rechts van het stuur wiel).
F Tr ek de flipper aan de rechterzijde achter 
het stuur wiel "+"  een keer naar u toe om 
op te schakelen.
-.
 Ter
ugschakelen (links van het stuurwiel).
F
 Tr
ek de flipper aan de linkerzijde achter het 
stuurwiel "-"  een keer naar u toe om terug 
te schakelen.
Flippers achter het stuurwiel
Met de flippers is het niet mogelijk de 
neutraalstand of de achteruitversnelling 
in te schakelen of uit de 
achteruitversnelling te schakelen. 
Page 117 of 418

11 5
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Bij het inschakelen van de 
achteruitversnelling klinkt een 
geluidssignaal.Als de motor niet aanslaat:
-
 Al
s de N
 knippert op het 
instrumentenpaneel, zet dan de 
selectiehendel in de stand A  en 
vervolgens in de stand N .
-
 Al
 s de melding "
Trap het rempedaal 
in " verschijnt, trap het rempedaal dan 
steviger
 i
 n.Als de motor stationair draait, u niet 
remt, de parkeerrem is vrijgezet en de 
stand R
, A of M is geselecteerd, rijdt de 
auto zonder dat u gas hoeft te geven.
Weergave op het 
instrumentenpaneel
Als u de selectiehendel in een andere stand zet, wordt dit 
aangegeven door de indicator op het instrumentenpaneel.
N Neutral (neutraalstand).
R Re verse (achteruitversnelling).
1, 2, 3, 4, 5, 6
 
 
Versnellingen bij handmatig schakelen.AUTO   Gaat branden als u kiest voor 
automatische bediening en gaat uit als 
u kiest voor handmatige bediening.
S
 Spo
rt (Sport-stand).F
 Al
s op het instrumentenpaneel de 
melding  "Trap het rempedaal in " 
wordt weergegeven, moet u het 
rempedaal volledig intrappen.
Starten van de auto
F Zet om de auto te starten de selectiehendel 
i n de stand N .
F
 Houd
 het rempedaal ingetrapt.F
 St
art de motor.
F
 Se
lecteer een modus (stand M of A ) of de 
achteruitversnelling (stand R ).
F
 Ze
t de parkeerrem vrij als deze niet 
automatisch wordt bediend.
F
 Ne
em uw voet van het rempedaal en geef 
gas.
Op het display van het 
instrumentenpaneel verschijnen de 
aanduidingen AUTO  en 1 of R.
Automatische bediening
F Start de auto en selecteer de stand A om 
d
e parkeerrem op automatische bediening 
te zetten.
Op het display van het instrumentenpaneel 
verschijnen de aanduiding AUTO  en de 
ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt dan automatisch, 
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De 
versnellingsbak kiest voortdurend de meest 
geschikte versnelling, afhankelijk van de 
volgende parameters:
-
 de r
ijstijl,
-
 he
t profiel van de weg.
Trap om krachtig te accelereren 
(bijvoorbeeld voor een 
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met 
kracht in, tot voorbij het zware punt. 
Rijden  
Page 118 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Handmatig schakelen
F Zet na het starten de selectiehendel in de 
stand M om de handbediende stand in te 
schakelen.
F
 Be
dien de flippers + of - .
De aanduiding AUTO  verdwijnt en 
de achtereenvolgens ingeschakelde 
versnellingen worden weergegeven op 
het display van het instrumentenpaneel. Het schakelen naar een andere versnelling is 
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het 
motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het 
gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van de snelheid 
schakelt de versnellingsbak automatisch terug, 
zodat de juiste versnelling is geselecteerd op het 
moment dat u het gaspedaal weer intrapt.
Bij de automatische bediening blijft het altijd 
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van 
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld 
om even snel in te halen.
F
 Be
dien de flippers "+"  of "-" achter het 
s t u u r.
De versnellingsbak wordt dan in de 
desbetreffende versnelling geschakeld, mits 
de snelheid van de auto en het motortoerental 
dit toestaan. De aanduiding AUTO  blijft op het 
display staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer 
gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer 
over op de automatische stand.
Handmatig schakelen
Als bij stapvoets rijden de achteruitversnelling 
wordt geselecteerd, wordt deze pas 
ingeschakeld als de auto volledig tot stilstand 
is gekomen (rempedaal ingetrapt). Op het 
display van het instrumentenpaneel wordt 
een pictogram weergegeven.
In de handbediende stand wordt bij krachtig 
accelereren de hoogste versnelling niet 
ingeschakeld als de bestuurder de flippers 
achter het stuurwiel niet bedient.
Selecteer de neutraalstand N  nooit tijdens 
het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R ) 
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en de 
voet op het rempedaal wordt gehouden. 
Page 119 of 418

11 7
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Houd bij het starten van de motor altijd 
het rempedaal ingetrapt.
Trek de parkeerrem stevig aan om de 
auto volledig te blokkeren, behalve 
wanneer de parkeerrem automatisch 
wordt bediend.
Selecteer wanneer u de auto met 
draaiende motor stilzet altijd de 
neutraalstand 
N.
Controleer voordat u werkzaamheden 
onder de motorkap uitvoert altijd of de 
selectiehendel in de neutraalstand
 N  s
taat 
en de parkeerrem is aangetrokken.
Stilzetten van de auto
Als dit waarschuwingslampje bij het 
aanzetten van het contact gaat knipperen, 
in combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display van het 
instrumentenpaneel, duidt dit op een 
storing in de versnellingsbak.Voordat u de motor afzet, kunt u:
- de s electiehendel in de stand N bewegen 
om de neutraalstand te selecteren,
-
 ee
n versnelling ingeschakeld laten. In dat 
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan 
om de auto volledig stil te zetten (als de 
parkeerrem niet in de automatische stand staat 
ingesteld).
Storing
Sport-stand
F Druk na het selecteren van de 
handbediende of de automatische 
stand op de knop S  om de Sport-
stand in te schakelen. Deze stand 
is bij uitstek geschikt voor een meer 
dynamische rijstijl.
 Na
ast de ingeschakelde versnelling 
wordt de letter S  weergegeven op het 
display van het instrumentenpaneel.
F Druk nogmaals op de knop S om de stand 
u it te schakelen.
 De l
etter S wordt niet meer weergegeven 
op het display van het instrumentenpaneel.
Als het contact wordt afgezet, wordt de Sport-
stand uitgeschakeld. Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. 
Rijden  
Page 120 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Schakelindicator*
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.De informatie wordt in de vorm van een pijl op 
het instrumentenpaneel weergegeven.Voorbeeld:
-
 U ri
jdt in de derde versnelling.
-
 U tr
apt het gaspedaal in.
-
 He
t systeem kan u in dit geval adviseren 
een hogere versnelling in te schakelen.
Bij auto's met handgeschakelde 
versnellingsbak kan naast de pijl ook 
de geadviseerde versnelling worden 
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies 
aan de rijomstandigheden (helling, 
belading van de auto, ...) en de rijstijl van 
de bestuurder (veel vermogen nodig, 
accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
 de e
erste versnelling in te schakelen,
-
 de
 achteruitversnelling in te schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische 
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief 
in de handgeschakelde stand.
Werking
* Volgens motoruitvoering.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de 
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren 
één of meer versnellingen op te schakelen. 
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder 
de tussenliggende versnellingen in te hoeven 
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen 
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van 
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van 
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de 
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf 
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van 
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met 
hand geschakelde versnellingsbak kan het systeem 
u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken 
om de versnellingsbak in de neutraalstand te 
zetten, om het tijdelijk afzetten van de motor 
mogelijk te maken (STOP-stand van het Stop
 &
 
Start-systeem). In dat geval wordt de letter N 
weergegeven op het instrumentenpaneel.