CITROEN DS5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2016Pages: 745, PDF Size: 50.09 MB
Page 171 of 745

169
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordelConform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Plaats
Minder dan 13 kg
(
Categorie 0 (b) e n 0 +)
Tot ongeveer 1
jaarVan 9
tot 18 kg
(Categorie 1)
Van 1
t
ot ongeveer 3
j
aarVan 15
tot 25 kg
(Categorie 2)
Van 3
t
ot ongeveer 6
j
aarVan 22 tot 36 kg
( Categorie 3)
Van 6
tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c) met
hoogteverstelling U (R)
U (R)U (R)U (R)
Buitenste zitplaatsen
achter (d) U
UUU
Middelste zitplaats achter XXXX
(a)
U
niverseel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de
veiligheidsgordel.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de
passagiersplaats voor worden vervoerd.
A
ls deze op de 2e zitrij worden bevestigd, is het mogelijk dat andere zitplaatsen niet gebruikt
kunnen worden.
( c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d)
S
chuif wanneer u een kinderzitje achterin plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met het gezicht
in de rijrichting" de voorstoel naar voren en zet de rugleuning rechtop, zodat er voldoende
ruimte is voor het het kinderzitje en de benen van het kind.
U:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een
veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R): als U, waarbij de passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan.X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 172 of 745

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
- twee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige,
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten
die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen A kunnen
worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van
een bovenste bevestigingsriem die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Volg nauwkeurig de
montagevoorschriften in de handleiding
die bij het kinderzitje is geleverd.
-
één bevestigingsring B
onder een afdekkapje boven
aan de achterzijde van de rugleuning, TOP TETHER
genoemd, voor de bevestiging van de bovenste riem.
D
e plaats hiervan wordt aangegeven met een merkteken.
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER :
- v er wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens het kinderzitje op deze plaats te
bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun
weer aan te brengen nadat u het kinderzitje
weer hebt verwijderd),
-
t
rek het afdekkapje van de TOP TETHER
los,
-
h
aal de riem van het kinderzitje naar de
achterzijde van de rugleuning van de stoel
en zorg dat deze precies tussen de gaten
voor de hoofdsteunpennen ligt,
-
m
aak de haak van de bovenste riem vast
aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste riem strak.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:Aan de top tether, die aan de achterzijde van de
rugleuning is gemonteerd, kan de bovenste riem
van een kinderzitje (indien aanwezig) worden
vastgemaakt. Dit systeem beperkt het naar voren
kantelen van het kinderzitje bij ee n frontale aanrijding.
Raadpleeg het schema voor meer
informatie over de mogelijkheden van
het plaatsen van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto.
Page 173 of 745

171
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Door CITROËN aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
Het CITROËN-netwerk levert een gamma ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor gebruik in uw auto.
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje voor meer informatie over het plaatsen en ver wijderen van het zitje."Baby P2C Mini" met ISOFIX-basis
(lengtecategorie: C, D, E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis gebruikt.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 174 of 745

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B , genaamd TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats
van de auto te bevestigen.
"Baby P2C Midi" met ISOFIX -basis
(gewichtsgroepen: D, C, A, B, B1 )
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit kinderzitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit kinderzitje kan niet met een veiligheidsgordel worden vastgezet.
Wij adviseren u het zitje met de rug in de rijrichting te plaatsen voor kinderen tot en met 3
jaar oud.
Page 175 of 745

173
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter
(A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(categorie 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10
kg
(categorie 0)
Tot 13
kg
(categorie 0+)
Tot ca. 1
jaarVan 9
tot 18 kg (categorie 1)
Van ca. 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg*"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor X
Buitenste zitplaatsen achter IL- SU** IL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter X
*
R
eiswiegen en babyautostoeltjes kunnen niet op de passagiersstoel vóór worden geplaatst.
**
D
e ISOFIX reiswieg die aan de onderste ringen van een ISOFIX-plaats wordt bevestigd, neemt de totale ruimte van de achterbank in beslag.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 176 of 745

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een bovenste riem aan de bovenste
ring van de ISOFIX-plaatsen.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een
bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van een
steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of
een steun.
Raadpleeg de rubriek "Isofix-bevestigingen"
voor meer informatie over de bevestiging van
de bovenste riem. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
X:
z itplaats niet geschikt voor de bevestiging
van een kinderzitje of een reiswieg uit de
aangegeven gewichtsklasse.
Page 177 of 745

175
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op.
Adviezen
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Ver wijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 178 of 745

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.
InschakelenUitschakelen
Als het lampje een ander signaal geeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de
centrale vergrendeling; gebruik het nooit in
plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van het contact
altijd de stand van de kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto altijd
de sleutel uit het contact, zelfs voor korte
periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers
de auto ongehinderd kunnen verlaten.
F
D
ruk bij ingeschakeld contact op
deze knop. F
D
ruk nogmaals bij ingeschakeld
contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische
kinderbeveiliging is ingeschakeld. Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een melding die het
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van
buitenaf te openen en de elektrisch
bedienbare achterste zijruiten te
bedienen vanaf de bestuurdersstoel.
Page 179 of 745

177
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed02-2015
Veilig vervoeren van kinderen
Page 180 of 745

Veiligheid
0