CITROEN DS5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2016Pages: 745, PDF Size: 50.09 MB
Page 211 of 745

209
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
F Laat de krik zakken.
F V ouw de krik 2 op en verwijder hem. F D
raai de slotbout vast met de wielsleutel 1 en
de dop 5 .
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
B
evestig de beschermdoppen op de
wielbouten of bevestig de naafdop (volgens
uitvoering).
F
B
erg het gereedschap op in de houder.
Praktische informatie
Page 212 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
215/60
R16 9
mm
225/50
R17
235/45
R18 sneeuwkettingen niet
mogelijk
235/40
R19
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
Page 213 of 745

2 11
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Een lamp vervangen
Verlichting vóór
Uitvoering met meedraaiende
xenonlampen
1. Dagrijverlichting/parkeerlicht en (LE D).
2. M eedraaiend dim-/grootlicht (D1S).
3.
R
ichtingaanwijzers (
LE
D
).
4. Mi
stlampen/bochtverlichting (
LE
D
).
Uitvoering met halogeenlampen
1. Grootlicht (H1).
2. Dimlicht (H7).
3.
D
agrijverlichting/parkeerlichten (
LE
D
)* .
4. R
ichtingaanwijzers (HY21).
5.
Mi
stlampen/bochtverlichting ( H11) .
Let er bij het monteren van onder andere
H7-lampen met nokjes op dat deze
nokjes goed in de uitsparingen komen,
zodat het licht in de juiste richting schijnt. Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.Elektrocutiegevaar
Het vervangen van een xenonlamp (D1S) moet
worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Verlichting met leds
(light-emitting diodes)
Neem voor het vervangen van dit type lampen
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het CITROËN-netwerk biedt vervangingssets
aan voor leds (light-emitting diodes).
* Led: light-emitting diode.
Praktische informatie
Page 214 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen. Bij het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-pluizende
doek.
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
Verlichting overdag / parkeerlicht
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LED’s en lichtgeleiders contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het CITROËN-netwerk kan u voor de LED's
een vervangingsset leveren.
Page 215 of 745

213
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Dimlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
Grootlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
F Duw op de bovenzijde van de stekker en
kantel het geheel vervolgens omlaag.
F
V
er wijder de stekker met de lamp.
F
T
rek aan de lamp om deze te vervangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde, maar begin bij het aanbrengen bij het
onderste deel van de lamp.
F
T
rek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
T
rek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
V
er wijder de stekker met de lamp door op
de pal aan de onderkant te drukken.
F
T
rek aan de lamp om deze te vervangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Praktische informatie
Page 216 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Mistlampen
F Ver wijder de spatplaat aan de onderzijde van de carrosserie.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
D
raai de lamp een kwart omwenteling en
vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Richtingaanwijzers
Als een controlelampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
De lamp van de richtingaanwijzers bevindt zich
onder de koplamp.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling links- of rechtsom en
verwijder deze.
F
V
ervang de defecte lamp. Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
U kunt voor het vervangen van deze
lampen ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Page 217 of 745

215
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Geïntegreerde
zijknipperlichtenInstapverlichting in de
buitenspiegels
Voor het vervangen van de LED dient u het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Voor het vervangen van deze lampen dient u
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Praktische informatie
Page 218 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
1. Parkeerlichten (
LED).
2.
R
ichtingaanwijzers (PY21W
amberkleurig).
3.
A
chteruitrijlichten (P21W).
4.
R
emlichten (P21W).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten
Richtingaanwijzers en remlichten
(op de schermen)
F Open de achterklep en verwijder vervolgens het afdekplaatje.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
D
raai de twee bevestigingsmoeren van de
lamp los. F
V er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
De bevestigingsklemmen gaan
automatisch los.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
LEDs
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het CITROËN-netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Page 219 of 745

217
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Achteruitrijlichten (achterklep)
F Ver wijder de lamp voorzichtig via de buitenzijde van de auto. De
bevestigingsklemmen worden automatisch
losgemaakt.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Mistlamp
F Open de achterklep.
F M aak de achterlichtlijst los.
F
V
er wijder het deksel en draai de
bevestigingsmoer van de lamp los. De mistlamp is vanaf de onderzijde van de
bumper bereikbaar.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
V
ervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Praktische informatie
Page 220 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Kentekenplaatverlichting
F Steek een kleine schroevendraaier in de spleet van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
er wijder het lampglas.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Derde remlicht (LED's)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.