CITROEN DS5 HYBRID 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2015Pages: 484, PDF Size: 15.03 MB
Page 171 of 484

169
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de 
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar 
voren en zet de rugleuning van de voorstoel 
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet 
raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht 
in de rijrichting" achterin  plaatst de voorstoel 
naar voren en zet de rugleuning van de 
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind 
de voorstoel niet raken.
Middelste zitplaats achter
Een kinderzitje met steun mag nooit op de 
middelste zitplaats achter  worden bevestigd.
Controleer of de veiligheidsgordel goed 
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een 
steun of deze steun stabiel op de vloer 
staat. Verzet indien nodig de voorstoel 
van de auto. 
Veilig vervoeren van kinderen  
Page 172 of 484

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgL1 
"RÖMER Baby-Safe Plus" 
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg L4 
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 22 kg (vanaf ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging.
L5 
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Door CITROËN aanbevolen kinderzitjes
CITROËN levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts 
veiligheidsgordel  kunnen worden vastgemaakt: 
Page 173 of 484

171
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordelConform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een 
universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Plaats
Minder dan 13 kg  
(C ategorie 0 ( b) e n  0 +)
Tot ongeveer 1
 j
aarVan 9 t
ot 18 k g
 
(Categorie 1)
Van 1
 to
t ongeveer 3
 ja
 arVan 15 t
ot 25 k g
 
(Categorie 2)
Van 3
 to
t ongeveer 6
 ja
 arVan 22 tot 36 kg 
(C ategorie 3)
Van 6
 t
ot ongeveer 10
 j
 aar
Passagiersstoel vóór (c) met 
hoogteverstelling U (R)
U (R)U (R)U (R)
Buitenste zitplaatsen  
achter (d) U
UUU
Middelste zitplaats achter XXXX
(a) : Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de veiligheidsgordel.
(b) : Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
 k
g. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de passagiersplaats voor worden vervoerd.
 Al
s deze op de 2e zitrij worden bevestigd, is het mogelijk dat andere zitplaatsen niet gebruikt kunnen worden.
( c) : Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d) : 
 Sc
huif wanneer u een kinderzitje achterin plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met het gezicht in de rijrichting" de voorstoel naar voren en zet de 
rugleuning rechtop, zodat er voldoende ruimte is voor het het kinderzitje en de benen van het kind.
Ver wijder de hoofdsteun en berg 
hem op alvorens een kinderzitje met 
een rugleuning te bevestigen op een 
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun 
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
U:
 
 zi
tplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een 
veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R):  als U, waarbij de passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan.X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie. 
Veilig vervoeren van kinderen  
Page 174 of 484

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
- twee bevestigingsringen A , d ie zich tussen 
de rugleuning en de zitting van de zitplaats 
bevinden, aangegeven met een merkteken,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, 
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
De  ISOFIX-kinderzitjes  beschikken over twee sloten 
die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen A  kunnen 
worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van 
een  bovenste bevestigingsriem  die kan worden 
vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is 
de bescherming van het kind bij een 
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Volg nauwkeurig de 
montagevoorschriften in de handleiding 
die bij het kinderzitje is geleverd.
-
 één bevestigingsring B
 onder een afdekkapje boven 
aan de achterzijde van de rugleuning, TOP TETHER  
genoemd, voor de bevestiging van de bovenste riem.
 De p
laats hiervan wordt aangegeven met een merkteken.
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER :
- ve r wijder de hoofdsteun en berg deze op 
alvorens het kinderzitje op deze plaats te 
bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun 
weer aan te brengen nadat u het kinderzitje 
weer hebt verwijderd),
-
 tr
ek het afdekkapje van de TOP TETHER 
los,
-
 ha
al de riem van het kinderzitje naar de 
achterzijde van de rugleuning van de stoel 
en zorg dat deze precies tussen de gaten 
voor de hoofdsteunpennen ligt,
-
 ma
ak de haak van de bovenste riem vast 
aan de ring B ,
-
 tr
ek de bovenste riem strak.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:Aan de top tether, die aan de achterzijde van de 
rugleuning is gemonteerd, kan de bovenste riem 
van een kinderzitje (indien aanwezig) worden 
vastgemaakt. Dit systeem beperkt het naar voren 
kantelen van het kinderzitje bij ee n frontale aanrijding.
Raadpleeg het schema voor meer 
informatie over de mogelijkheden van 
het plaatsen van ISOFIX-kinderzitjes in 
uw auto. 
Page 175 of 484

173
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Door CITROËN aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
Het CITROËN-netwerk levert een gamma ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor gebruik in uw auto.
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje voor meer informatie over het plaatsen en ver wijderen van het zitje."Baby P2C Mini" met ISOFIX-basis 
(lengtecategorie: C, D, E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis,  die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel.  In dat geval wordt het zitje zonder basis gebruikt. 
Veilig vervoeren van kinderen  
Page 176 of 484

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
"RÖMER Duo Plus ISOFIX"  (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A  en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B , genaamd TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.   
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats   
van de auto te bevestigen.
"Baby P2C Midi" met ISOFIX -basis  
(gewichtsgroepen: D, C, A, B, B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die  aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit kinderzitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit kinderzitje kan niet  met een veiligheidsgordel worden vastgezet.
Wij adviseren u het zitje met de rug in de rijrichting te plaatsen voor kinderen tot en met 3 jaar oud. 
Page 177 of 484

175
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de 
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter  
(A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
 k
g
(categorie 0)  
Tot ca. 
6
 ma
andenTot 10
 k
g 
(categorie 0)  
 Tot 13
 k
g
 (categorie 0+)  
Tot ca. 1
 j
aarVan 9
 t
ot 18
 k
 g (categorie 1) 
Van ca. 1
 t
ot ca. 3
 j
 aar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg*"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor X
Buitenste zitplaatsen achter IL- SU** IL- SU IL- SU IUF
 
 IL- SU
Middelste zitplaats achter X
* 
 Re
iswiegen en babyautostoeltjes kunnen niet op de passagiersstoel vóór worden geplaatst.
** 
 De I
SOFIX reiswieg die aan de onderste ringen van een ISOFIX-plaats wordt bevestigd, neemt de totale ruimte van de achterbank in beslag. 
Veilig vervoeren van kinderen  
Page 178 of 484

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
I UF:  zitplaats geschikt voor de bevestiging van 
e
en universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting 
en een bovenste riem aan de bovenste 
ring van de ISOFIX-plaatsen.
IL- SU:  
 zi
tplaats geschikt voor de 
bevestiging van een semi-universeel 
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
-
 ru
g in de rijrichting voorzien van een 
bovenste riem of een steun,
-
 ge
zicht in de rijrichting voorzien van een 
steun,
-
 re
iswieg voorzien van een bovenste riem of 
een steun.
Raadpleeg de rubriek "Isofix-bevestigingen" 
voor meer informatie over de bevestiging van 
de bovenste riem. Ver wijder de hoofdsteun en berg 
hem op alvorens een kinderzitje met 
een rugleuning te bevestigen op een 
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun 
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
X:
  zi tplaats niet geschikt voor de bevestiging 
van een kinderzitje of een reiswieg uit de 
aangegeven gewichtsklasse. 
Page 179 of 484

177
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje 
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij 
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp 
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje 
zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar 
kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het 
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, 
worden vastgemaakt waarbij de speling ten 
opzichte van het lichaam van het kind zoveel 
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje 
met de veiligheidsgordel voor dat de 
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje 
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje 
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de 
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan 
worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende 
ruimte tussen de voorstoel en:
-
 he
t kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
-
 de v
oeten van het kind in het kinderzitje 
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren 
en zet de rugleuning ervan, indien nodig, 
rechter op.
Adviezen voor kinderzitjes
Zorg er voor een optimale bevestiging 
van het kinderzitje "met het gezicht in de 
rijrichting" voor dat de rugleuning van het 
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning 
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs 
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een 
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op 
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te 
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto 
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de 
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is 
verwijderd.
Kinderen voorin Plaatsen van een 
stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de 
veiligheidsgordel moet over de schouder van 
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de 
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger 
met rugleuning te gebruiken voorzien 
van een gordelgeleider ter hoogte van de 
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
 ge
en kinderen zonder toezicht achter in 
een auto,
-
 no
oit een kind of een dier in een auto 
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn 
en de auto in de zon staat,
-
 de s
leutels nooit binnen bereik van de 
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen 
dat de portieren en de portierruiten achter 
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet 
verder dan voor 1/3
 d
eel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge 
kinderen tegen de zon te beschermen.
De regelgeving met betrekking tot het 
vervoer van kinderen op de passagiersstoel 
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de 
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde 
uit zodra een kinderzitje met de rug in de 
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de 
airbag levensgevaarlijk gewond raken. 
Veilig vervoeren van kinderen  
Page 180 of 484

DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.
InschakelenUitschakelen
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit 
op een storing in de elektrische kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door het 
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de 
centrale vergrendeling; gebruik het nooit in 
plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van 
het contact altijd de stand van de 
kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto altijd 
de sleutel uit het contact, zelfs voor korte 
periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt de 
elektrische kinderbeveiliging automatisch 
uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers 
de auto ongehinderd kunnen verlaten.
F Dr
uk bij ingeschakeld contact op 
deze knop. F Dr
uk nogmaals bij ingeschakeld 
contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat 
branden in combinatie met een melding die het 
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische 
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te 
openen en de elektrisch bedienbare achterste 
zijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel. Het verklikkerlampje van de knop gaat 
uit in combinatie met een melding die het 
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische 
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.