CITROEN JUMPER MULTISPACE 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: JUMPER MULTISPACE, Model: CITROEN JUMPER MULTISPACE 2012Pages: 268, PDF Size: 10.14 MB
Page 111 of 268

 109
Trekken van een aanhanger   
 
ACCE
SS
OIRE
S
5
 
Raadpleeg voor meer informatie over 
de aanhangergewichten de documenten 
van de auto (kentekenbewijs, ...) of in 
rubriek 8 het gedeelte "Gewichten". 
  TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN, EEN BOOT...
 
 
Verdeling gewicht  
  Verdeel het gewicht in de caravan/ 
aanhanger gelijkmatig en houd u aan de 
toegestane kogeldruk.    
Koeling  
  Het trekken van een aanhanger op 
een helling veroorzaakt een hogere 
koelvloeistoftemperatuur. 
  De koelventilator wordt elektrisch bediend 
en is niet afhankelijk van het motortoerental. 
   
Adviezen
 
Bij het slepen van een auto dienen de wielen 
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de 
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.  
Page 112 of 268

11 0
   
 
Trekken van een aanhanger  
 
  Gebruik daarom een zo hoog mogelijke 
versnelling om het toerental te beperken en 
pas uw snelheid aan.  
Let in elk geval goed op de aanwijzing van 
de koelvloeistoftemperatuurmeter.     
Banden  
  Controleer de bandenspanning van 
de auto (zie rubriek 8 in het gedeelte 
"Identificatie") en de aanhanger en breng 
deze indien nodig op de juiste waarde. 
   Trekhaak
 
Wij raden u aan gebruik te maken van 
originele CITROËN-trekhaken en hun 
kabelset, die tijdens de ontwikkeling 
van uw auto uitgebreid zijn getest en 
gehomologeerd en de montage hiervan toe 
te vertrouwen aan het CITROËN-netwerk. 
  In geval van montage buiten het 
CITROËN-netwerk, moet deze montage 
worden uitgevoerd met gebruikmaking van 
de voorbereide geïntegreerde elektrische 
voorzieningen aan de achterzijde van 
de auto en de voorschriften van de 
constructeur. 
  Conform de algemene voorschriften die 
hierboven zijn vermeld, attenderen wij u 
op het risico dat het monteren van een 
trekhaak of elektrisch accessoire zonder 
artikelnummer van CITROËN met zich 
meebrengt. Hierdoor kunnen storingen in het 
elektrisch systeem van uw auto ontstaan. 
Raadpleeg eerst de fabrikant.     Als het verklikkerlampje van 
de koelvloeistoftemperatuur 
gaat branden, stop dan zo snel 
mogelijk en zet de motor af.
   
Gebruiksvoorschrift
 
Onder zeer zware gebruiksomstandigheden 
(het trekken van het maximale 
aanhangergewicht op een steile helling bij 
hoge temperatuur) wordt de airconditioning 
automatisch uitgeschakeld, zodat de 
prestaties van de motor weer kunnen 
worden verhoogd. 
 Zie in de rubriek 6 het gedeelte 
"Niveaus".    
Remmen  
  Het trekken van een aanhanger vergroot de 
remweg. Rijd met matige snelheid, schakel 
tijdig terug, rem geleidelijk. 
   
Zijwind  
  De zijwindgevoeligheid van de auto is groter. 
Rijd daarom soepel en met matige snelheid. 
   
ABS/ESP  
  Het ABS of ESP werkt uitsluitend op de auto 
en niet op de aanhanger. 
   
Parkeerhulp achter  
  Bij het trekken van een aanhanger is de 
parkeerhulp uitgeschakeld.   
Page 113 of 268

 111
Uitrusting   
 
ACCE
SS
OIRE
S
5
 
ACCESSOIRES 
 
 
Neem voor alle werkzaamheden 
aan uw auto contact op met een 
gekwalificeerde werkplaats die beschikt over 
de juiste technische informatie, vakkennis 
en apparatuur. Het CITROËN-netwerk is in 
staat u dit te bieden.  
   
Monteren van zenders voor 
radiocommunicatie  
  Alvorens achteraf een zender voor 
radiocommunicatie in te bouwen met externe 
antenne op uw auto, adviseren wij u contact 
op te nemen met een vertegenwoordiger van 
het merk CITROËN. 
  Het CITROËN-netwerk zal u informeren over 
de gegevens van de zenders (frequentie, 
maximum uitgangsvermogen, stand 
antenne, specifieke montagevoorschriften) 
die kunnen worden gemonteerd, conform de 
Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit 
automobielen (2004/104/CE).     
Het aanbod van accessoires is 
onderverdeeld in comfort, vrije tijd en 
onderhoud:   Wieldoppen (uitgezonder 163 pk-motor), 
spatlappen vóór, spatlappen achter, 
windgeleiders, treeplank, ...    Autoradio's, handsfree-sets, luidsprekers, 
CD-wisselaar, navigatiesysteem, ... 
  Voordat nieuwe audio- en/of 
telematica-apparatuur wordt gemonteerd, 
moet aan de hand van de specificaties altijd 
worden gecontroleerd of deze kan worden 
gecombineerd met de standaarduitrusting 
van de auto en of het elektrische systeem 
van de auto er niet door wordt overbelast. 
  Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen met 
zij-airbags, banken, rubber mat, moquette 
mat, kunststof bak laadruimte, dakstangen, 
zonneschermen opzij, sneeuwkettingen. 
  Om te voorkomen dat de werking van de 
pedalen wordt gehinderd: 
   
 
-   controleer of de mat goed op zijn plaats 
ligt en bevestigd is, 
   
-   gebruik nooit meer dan één mat per 
plaats.    Ruitensproeiervloeistof, zekeringen, 
ruitenwisserbladen, reinigings-/ 
onderhoudsmiddelen voor interieur en 
exterieur, lampen, ... 
  Het monteren van elektrische 
uitrustingen of accessoires zonder 
artikelnummer van CITROËN kan storingen 
in het elektronisch systeem van uw auto 
veroorzaken. Houd rekening met deze 
bijzonderheid en wij raden u aan contact 
op te nemen met een vertegenwoordiger 
van het Merk om u te laten informeren over 
het assortiment uitrustingen en accessoires 
voorzien van een artikelnummer. 
  Afhankelijk van het land van bestemming is 
de aanwezigheid van een veiligheidsvest, 
een gevarendriehoek en een lampenset in 
de auto verplicht.     Inbraakalarm, graveren van ruiten, 
verbanddoos, veiligheidsvest, parkeerhulp 
achter, gevarendriehoek, ...  
Page 114 of 268

   
 
Motorkap openen  
 
 
MOTORKAP OPENEN
 
 
Binnenzijde:  
   
 
-   open het afdekkapje in de beenruimte bij 
de linker voorstoel. 
   
-   trek de handgreep omhoog.     
Sluiten 
  Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat 
deze aan het einde van de slag in het slot vallen. 
Controleer of de motorkap goed vergrendeld is.      
Buitenzijde: 
 zet de motorkap op een kier, 
druk de veiligheidshaak omhoog en til de 
motorkap op. 
Motorkapsteun 
  Plaats de stang in een van de twee 
uitsparingen (afhankelijk van de gewenste 
hoogte) om de motorkap te ondersteunen. 
  Druk de stang in de houder alvorens de 
motorkap te sluiten.    
Waarschuwing "Motorkap open" 
  Deze waarschuwing is alleen beschikbaar in 
combinatie met de  alarmoptie.  
  Als de motorkap niet goed 
gesloten is terwijl de motor draait 
of de auto rijdt, wordt u hiervoor 
gewaarschuwd door een pictogram 
en een afbeelding op het display in 
combinatie met een geluidssignaal.  
  
Page 115 of 268

 11 3
   
 
Onder de motorkap 
 
 
ONDERHOU
D
6
 
DIESELMOTOREN
 
 
8 -  Reservoir stuurbekrachtiging. 
   
9 -  Afneembaar sleepoog. 
   
10 -   
Handopvoerpomp 
( a : 1,6 L HDi;  b : 2 L HDi). 
   
11 -   Trechter voor het bijvullen 
van motorolie (2 L HDI).    
1 -  Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 
   
2 -  Zekeringkast. 
   
3 -  Reservoir koelvloeistof. 
   
4 -  Reservoir rem- en koppelingsvloeistof. 
   
5 -  Luchtfilter. 
   
6 -  Motoroliepeilstok. 
   
7 -  Motorolie (bij)vullen.    
7.1 -  Motorolie (bij) vullen. 
  Ga als volgt te werk als uw auto van deze 
vulpijp is voorzien: 
   
A -  Verwijder de olievuldop. 
   
B -  Haal de vulpijp uit de houder. 
   
C -   Plaats de vulpijp in de vulopening, 
zoals weergegeven in de afbeelding. 
   
D -   Draai de vulpijp een kwart omwenteling 
naar links om deze te vergrendelen en 
vul het motorolieniveau bij. 
  Voer om de vulpijp weer terug te plaatsen de 
handelingen in omgekeerde volgorde uit en 
vergeet niet de dop  A  stevig vast te draaien.   
Page 116 of 268

11 4
   
 
Onder de motorkap 
BENZINEMOTOR 
 
 
4.   Reservoir rem- en koppelingsvloeistof. 
   
5.  Luchtfilter. 
   
6.  Motoroliepeilstok.     
 
1.   Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 
   
2.  Zekeringkast. 
   
3.  Reservoir koelvloeistof.    
7.   Motorolie (bij) vullen. 
   
8.  Reservoir stuurbekrachtiging. 
   
9.  Afneembaar sleepoog.   
Page 117 of 268

 11 5
   
 
Niveaus  
 
ONDERHOU
D
6
NIVEAUS
 
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid 
van de motoren en de emissieregelsystemen 
mogen in geen geval additieven aan de 
motorolie worden toegevoegd.  
  
 
Remvloeistof verversen 
 
De remvloeistof dient volgens de door de 
constructeur voorgeschreven intervallen te 
worden ververst. 
  Gebruik remvloeistof die door de 
constructeur wordt aanbevolen en aan de 
DOT4-normen voldoet. 
  Het niveau dient steeds tussen de 
merktekens MINI en MAXI van het reservoir 
te staan. 
  Raadpleeg als het reservoir vaak bijgevuld 
moet worden zo snel mogelijk het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats om het systeem te laten 
controleren.     Voer de onderstaande controles 
regelmatig uit om uw auto in 
goede staat te houden. Raadpleeg de 
voorschriften bij het CITROËN-netwerk 
of in het onderhoudsboekje dat bij dit 
instructieboekje zit. 
  Let erop dat u bij het eventueel 
verwijderen en monteren van de 
afdekkap van de motor, de bevestigingsclips 
niet beschadigt.    Motorolieniveau
 
Regelmatig controleren en tussen twee 
verversingen eventueel olie bijvullen. 
  De controle dient bij koude motor en 
horizontaal geplaatste auto te geschieden, 
met behulp van de oliepeilstok. 
   
Oliepeilstok 
  2 merktekens op de 
peilstok: 
  A = maxi. 
  Raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats 
als het oliepeil boven dit 
merkteken uitkomt. 
  B = mini. 
  Laat het oliepeil nooit onder 
dit merkteken uitkomen.   Dit dient volgens het onderhoudsschema 
van de constructeur te worden uitgevoerd. 
Het is verplicht uitsluitend olieën te 
gebruiken met de door de constructeur 
voorgeschreven viscositeit. Raadpleeg de 
voorschriften bij het CITROËN-netwerk. 
  Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de 
houder. 
  Gebruik bij de 2 liter HDi-motor de 
bijgeleverde trechter om olie bij te vullen via 
de vulopening van het carter. 
  Controleer na het bijvullen het 
motorolieniveau (het niveau mag niet boven 
het bovenste merkteken uitkomen). 
  Draai de olievuldop vast alvorens de 
motorkap te sluiten. 
   
Keuze van de viscositeitsgraad 
  De olie dient in ieder geval aan de door de 
constructeur voorgeschreven normen te voldoen.  
 
 
Zie in de rubriek 2 het gedeelte 
"Cockpit" voor meer informatie over de 
verklikkerlampjes.   
Page 118 of 268

11 6
  Niveaus
 
 
Koelvloeistofniveau 
 
Gebruik om ernstige motorschade te 
voorkomen uitsluitend door de constructeur 
aanbevolen koelvloeistof. 
  Als de motor warm is, wordt de temperatuur 
van de koelvloeistof geregeld door de 
koelventilator. 
  Wacht voor werkzaamheden aan het 
koelsysteem ten minste 1 uur nadat 
de motor gedraaid heeft, omdat de 
koelventilator nog kan (gaan) werken als de 
sleutel uit het contactslot is verwijderd en 
het koelsysteem onder druk staat. 
  Draai de dop eerst een kwart omwenteling 
los om de druk te laten dalen en te 
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit 
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk 
eenmaal gedaald is, de dop los en vul 
koelvloeistof bij. 
  Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof 
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk 
controleren door het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats. 
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
  Controleer het niveau van de 
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op 
een vlakke ondergrond staat en de motor 
koud is. Draai de dop met geïntegreerde 
peilstok los en controleer of het niveau 
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.  
 
 
Niveau brandstofadditief (diesel met roetfilter) 
 
Een te laag additiefniveau 
wordt aangegeven door het 
verklikkerlampje service in combinatie met 
een geluidssignaal en een melding op het 
multifunctionele display. 
  Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt 
dit doordat het roetfilter verstopt dreigt te 
raken (uitzonderlijke rij-omstandigheden: 
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid, 
lange files, ...). 
  Om het filter te regenereren, wordt 
geadviseerd zo snel mogelijk, indien de 
omstandigheden dit toelaten, gedurende 
minstens 5 minuten met een snelheid van 
60 km/uur of hoger te rijden (totdat de 
melding op het display verdwijnt en het 
verklikkerlampje service uit gaat). 
  Tijdens het regenereren van het roetfilter, 
kunnen enkele geluiden van het relais 
hoorbaar zijn onder het dashboard. 
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats als de melding 
niet verdwijnt en het lampje service blijft 
branden.     
Bijvullen 
  Het niveau dient steeds tussen de 
merktekens MINI en MAXI van het 
expansievat te staan. Laat het koelsysteem, 
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, 
controleren door het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.  
 
Vloeistofniveau ruiten- enkoplampsproeiers 
 
Wij adviseren u voor een optimale reiniging 
en voor uw eigen veiligheid de producten uit 
het CITROËN-gamma te gebruiken. 
  Inhoud reservoir ruitensproeiers: ongeveer 
4,5 liter. 
  Als uw auto is voorzien van 
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud van 
het reservoir 7,5 liter. 
  Voor een optimale reiniging en om 
bevriezing te voorkomen is het (bij)vullen 
van het reservoir met water niet toegestaan.  
   
Bijvullen 
  Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk 
uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.  
  
Page 119 of 268

Controles  
 
ONDERHOU
D
6
 
CONTROLES 
 
 
Accu
 
Laat uw accu voor de winter door het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats controleren.  
 
 
Remblokken
 
De slijtage van de remblokken is sterk 
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij 
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan 
het noodzakelijk blijken om de remblokken 
vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, 
te laten controleren. 
  Als het remvloeistofniveau te laag is, kan dit 
behalve door lekkage van het remsysteem 
ook veroorzaakt worden door slijtage van de 
remblokken.  
 
 
Slijtage remschijven/-trommels 
 
Raadpleeg voor meer informatie over de 
controle van uw remschijven/-trommels het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.  
 
 Handrem
 
Als de handrem een te grote slag heeft 
of als het systeem minder goed werkt, 
moet de handrem zelfs tussen twee 
onderhoudscontroles worden afgesteld. 
  Laat het systeem controleren door het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.  
Oliefilter 
 
Vervang het oliefilterelement regelmatig, 
volgens het onderhoudsschema.  
Koolstoffilter en interieurfilter 
 
Het koolstoffilter zorgt ervoor dat stofdeeltjes 
permanent en krachtig gefilterd worden. 
  Een verstopt interieurfilter vermindert de 
prestaties van de airconditioning en kan 
nare geuren in het interieur veroorzaken. 
  Wij adviseren u een gecombineerd 
interieurfilter de gebruiken. Danzij het 
specifieke tweede actieve filter, draagt 
het bij aan de zuivering van de door de 
inzittenden ingeademde lucht en aan 
een schoon interieur (vermindering van 
allergische reacties, onaangename geuren 
en vette aanslag). 
  Raadpleeg het onderhoudsboekje voor 
informatie over het vervangingsinterval van 
de filterelementen. 
  Als de omgeving (veel stof) en de 
gebruiksomstandigheden van de auto (veel 
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, 
moeten de filters twee keer zo vaak worden 
vervangen. 
   
Roetfilter (diesel) 
 
Het roetfilter levert een 
actieve bijdrage aan het 
verbeteren van de luchtkwaliteit 
door het tegenhouden van 
onverbrande vuildeeltjes. Dit wordt 
automatisch en periodiek geregeld door het 
motormanagementsysteem. 
  Dit lampje gaat branden als er kans is op 
verstopping van het roetfilter. 
  Deze waarschuwing wijst op een 
beginnende verzadiging van het roetfilter 
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden, 
verkeersopstoppingen…). 
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats als deze 
waarschuwing niet verdwijnt. 
  Als langdurig met zeer lage snelheid wordt 
gereden of de motor langdurig stationair 
draait, kan bij gasgeven soms rook uit de 
uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen 
invloed op de prestaties van de auto en 
heeft geen gevolgen voor het milieu. 
  Om het filter te regenereren wordt 
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de 
verkeerssituatie dit toelaat, gedurende ten 
minste 5 minuten met een snelheid van 
meer dan 60 km/h te gaan rijden (tot de 
waarschuwing verdwijnt).    Raadpleeg in rubriek 6 het gedeelte 
"Onder de motorkap".   
Page 120 of 268

118
   
 
 
Controles  
 
 
Handgeschakelde versnellingsbak 
 
Laat het niveau controleren volgens het 
onderhoudsschema van de constructeur.  
  Raadpleeg de bladzijden in het 
onderhoudsboekje, die betrekking 
hebben op de motoruitvoering van uw 
auto, voor het laten controleren van 
de belangrijkste niveaus en bepaalde 
onderdelen volgens het onderhoudsschema 
van de constructeur. 
   
Gebruik uitsluitend door  CITROËN  
aanbevolen producten of 
gelijkwaardige kwaliteitsproducten. 
  Om de werking van belangrijke organen 
zoals het remsysteem te optimaliseren, 
worden door  CITROËN  specifieke producten 
geselecteerd en aangeboden. 
  Vanwege de kans op beschadiging van het 
elektrisch systeem is het reinigen van de 
motorruimte met een hogedrukreiniger niet 
toegestaan.     
 
1,6 l HDi  
   
2 l HDi  
 
 
 
Aftappen van water in het brandstoffilter 
 
Als dit lampje gaat branden, 
moet het brandstoffilter worden 
afgetapt. Om te voorkomen 
dat het lampje gaat branden 
kan het filter ook op regelmatige basis 
worden afgetapt, bijvoorbeeld bij een 
onderhoudsbeurt. 
  Draai de aftapplug aan het uiteinde van de 
transparante slang los. 
  Ga door met aftappen tot al het water uit het 
fi lter is weggelopen via de transparante slang. 
Draai vervolgens de aftapplug weer vast. 
  De HDi-motoren zijn technologisch 
geavanceerde motoren. 
  Raadpleeg voor alle werkzaamheden het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.     Tijdens het regenereren kan een verhoogd 
stationair toerental worden waargenomen, 
kan de ventilator aanslaan en kan een 
hoge uitlaattemperatuur ontstaan. Het is 
dan ook raadzaam de auto uit de buurt van 
brandbaar materiaal (gras, dorre bladeren, 
dennenaalden of bosrand) te parkeren om 
brandgevaar te voorkomen.