dashboard CITROEN JUMPER MULTISPACE 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: JUMPER MULTISPACE, Model: CITROEN JUMPER MULTISPACE 2012Pages: 268, PDF Size: 10.14 MB
Page 118 of 268

11 6
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de constructeur
aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken als de
sleutel uit het contactslot is verwijderd en
het koelsysteem onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart omwenteling
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Niveau brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt
dit doordat het roetfilter verstopt dreigt te
raken (uitzonderlijke rij-omstandigheden:
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid,
lange files, ...).
Om het filter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien de
omstandigheden dit toelaten, gedurende
minstens 5 minuten met een snelheid van
60 km/uur of hoger te rijden (totdat de
melding op het display verdwijnt en het
verklikkerlampje service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het roetfilter,
kunnen enkele geluiden van het relais
hoorbaar zijn onder het dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de melding
niet verdwijnt en het lampje service blijft
branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- enkoplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid de producten uit
het CITROËN-gamma te gebruiken.
Inhoud reservoir ruitensproeiers: ongeveer
4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud van
het reservoir 7,5 liter.
Voor een optimale reiniging en om
bevriezing te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 138 of 268

136
Zekering vervangen
ZEKERINGEN VERVANGEN
De drie zekeringkasten bevinden zich:
- in het dashboard aan de rechterzijde
(achter het wegklapbare opbergvak),
- in het interieur (accucompartiment),
- onder de motorkap.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u
eerst de oorzaak van de storing op te sporen
en te (laten) verhelpen.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte. CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit het verhelpen
van storingen veroorzaakt door het
monteren van extra accessoires die niet
door CITROËN aanbevolen en geleverd
worden en niet volgens de voorschriften zijn
gemonteerd, en dit geldt met name wanneer
het stroomverbruik van alle apparatuur
samen meer dan 10 milliampère bedraagt. De aanwijzingen in dit boekje hebben
uitsluitend betrekking op zekeringen die door
de gebruiker vervangen kunnen worden.
Raadpleeg voor overige werkzaamheden het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Voor technici: raadpleeg voor
alle informatie met betrekking tot
zekeringen en relais de elektrische
schema's van de "Reparatiemethoden" via
het netwerk.
Page 139 of 268

137
Zekering vervangen
SNEL WEER OP WE
G
7
ZEKERINGEN DASHBOARD(RECHTERZIJDE)
- Kantel het opbergvak omlaag en trek
het met kracht naar buiten om bij de
zekeringen te komen.
Zekering
A (Ampère)
Functie
1
15
Ruitenwisser achter
2
-
Vrij
3
5
Elektronische eenheid airbags
4
10
Sensor verdraaiing stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor
ESP, handbediende ventilatie, schakelaar koppelingspedaal,
koplampverstelling, pomp roetfilter
5
30
Elektrisch verstelbare buitenspiegels, motor ruitbediening
passagierszijde
6
30
Voeding ruitbediening vóór
7
5
Plafonniers en verlichting dashboardkastje
8
20
Multifunctioneel display, sirene inbraakalarm, autoradio,
CD-wisselaar, autoradio/telefoon, servicecentrale
trekhaakaansluiting (montage achteraf)
9
10
Diagnoseaansluiting 2e zitrij
10
30
Niveauregeling achter, stuurkolomschakelaars,
instrumentenpaneel
11
15
Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot
12
15
Handsfree set, elektronische eenheid airbags, elektronische
eenheid parkeerhulp
13
5
Servicecentrale motor, servicecentrale trekhaakaansluiting
14
15
Regensensor, ventilatie achter, automatische airconditioning,
instrumentenpaneel
15
30
Vergrendeling/ontgrendeling/supervergrendeling te openen
carrosseriedelen
16
-
Vrij
17
40
Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
Page 182 of 268

9.30
06
1
2
AUDIO/VIDEO
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…) aan op de
audioaansluitingen (wit en rood, type RCA) in het dashboardkastje met eengeschikte kabel (JACK-RCA). Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvol
gens de functies "Confi guratie", "Geluid" en "Activeren externe geluidsbron" om de AUX-ingang van de NaviDrive te activeren.
Het is niet mo
gelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar de harde schijf te kopiÎren. Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om "AUX" te selecteren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL (JACK-RCA) NIET BIJGELEVERD
De weer
gave en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
Page 183 of 268

9.31
06
1
2
4
3
7
5
6
AUDIO/VIDEO
MENU VIDEO
Draai aan de knop en selecteer de
functie "Video".
Druk o
p de toets MENU nadat u het
videoapparaat hebt aangesloten.
Druk op de knop om de selectie te
bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer de
f
unctie "Inschakelen videofunctie" om de videofunctie in of uit te schakelen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Draai aan de kno
p en selecteer de functie "Parameters video" om het formaat van de weergave, de lichtsterkte, het contrast en de kleuren in te stellen.
De videoweergave is uitsluitend mogelijk als de auto stilstaat.
Druk op de toets DARK om de videoweer
gave te onderbreken.
U kunt op de drie audio-
/videoaansluitingen in het dashboardkastje een
videoapparaat (camcorder, digitale camera, DVD-speler...) aansluiten.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om een andere geluidsbron te selecteren dan het videoapparaat.
Druk op de knop om de selectie te
bevestigen.
Inschakelen videofunctie
Parameters video
Page 258 of 268

152
Cockpit
Koplampverstelling 44
Contactslot 41
Schakelaar ruitenwissers 45-46
Automatische ruitenwissers 45
Ruitensproeier/koplampsproeiers 45
Boordcomputer Rubriek 9
Snelheidsregelaar 47-49
Vaste snelheidsbegrenzer 49
Snelheidsbegrenzer 50-52
Bediening op stuurwiel:
- NaviDrive Rubriek 9
- MyWay Rubriek 9
- Autoradio Rubriek 9
Lichtschakelaars 42-43
Automatische verlichting 44
Mistlampen 43
Verlichting overdag 43
Motorkapontgrendeling 112
Handrem 90
Elektrisch bedienbare ruiten, elektrisch
verstelbare buitenspiegels 87-89
Instrumentenpanelen, klokken,
tellers 26-27
Verklikkerlampjes 28-33
Meters, display 34-36
Klok instellen via instrumentenpaneel 2 7
Dimmer dashboardverlichting 36
Schakelindicator 37
Matten 81
Stuurwiel verstellen 41
Claxon 92
Page 259 of 268

15
3
Cockpit
WEGWIJZER
10
Displays , weergave Rubriek 9
Tijdinstelling op
het display Rubriek 9
Binnenspiegel 88
Parkeer-/tolkaarten 81
Kinderspiegel 88
Plafonniers 80, 133
Verklikkerlampje dakconsole 26
Stoelverwarming 66
Ventilatie achter 61, 62-63
Zekeringen dashboard, rechterzijde 1 3 7
Uitschakelen passagiersairbag 100
Schakelaars
- centrale vergrendeling 23
- alarm 21-22
- elektrische kinderbeveiliging 24
- parkeerhulp 91
- ASR, ESP 93
Technologie aan boord Rubriek 9
- Noodoproep of hulpoproep
- NaviDrive
- MyWay
- Autoradio
Versnellingsbak 37
Alarmknipperlichten 90
Verwarming, ventilatie
- handbediende ventilatie 53-54
- airconditioning 53
- luchtrecirculatie 54
Airconditioning met gescheiden
regeling 55-57
Ontdooien/ontwasemen 59-60
Extra verwarming 62-63
Indeling cabine 77-79
- dashboardkastje,
- dakconsole,
- asbak,
- zonneklep,
- 12V-aansluiting,
- tickethouder,
- opbergvakjes.