ESP FIAT DOBLO COMBI 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2009, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2009Pages: 274, PDF Size: 6.36 MB
Page 2 of 274

Geachte cliënt,
Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Doblò.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat
informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat Doblò volledig te benutten.
Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden aangegeven door symbolen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde „Service- en garantiehandleiding” vindt u de extra service van Fiat:
❒het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
❒een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Doblò beschreven worden,
dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting,
de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 1
Page 36 of 274

35
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZITPLAATSEN 3eRIJ VERPLAATSEN
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 26c van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren. Als de borg-
hendel omhoog staat, is er een „rode band” zichtbaar;
❒trek aan de lus B-fig. 26c op de achterzijde van de rug-
leuningen en kantel de zitplaatsen naar voren.
OPMERKING De deelbare zitplaatsen hebben op de on-
derrand van de zitting elastieken om de omgeklapte zit-
plaatsen te bevestigen aan de stangen voor de hoofdsteu-
nen van de zitplaatsen op de 2
erij.
ZITPLAATSEN 3
eRIJ VERWIJDEREN
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de hoofdsteun van de zitplaats achter;
❒verwijder de schermrol uit de zitting;❒
plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 26c van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren. Als de borg-
hendel omhoog staat, is er een „rode band” zichtbaar;
❒trek aan de lus B-fig. 26c op de achterzijde van de rug-
leuningen en kantel de zitplaatsen naar voren.
❒berg de hoofdsteun op door deze met de pennen in de
openingen in de zitting te steken;
❒druk op de hendel zoals is aangegeven in fig. 26d;
❒verwijder de zitplaats uit de vergrendelingen op de
vloer.
ZITPLAATSEN VAN 3
eRIJ TERUGPLAATSEN
Ga als volgt te werk:
❒steek de haken in de vloer fig. 26e;
❒druk op de hendel zoals is aangegeven in fig. 26d en
trek aan de hendel om te controleren of de zitplaats
goed vergrendeld is;
B
A
F0V0205mfig. 26cF0V0206mfig. 26d
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 35
Page 49 of 274

48
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid zijn, kan een stand
gekozen worden waarbij het zicht en het comfort optimaal
blijven.
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij regen en/of bij
grote verschillen in interieur- en buitentemperatuur, ra-
den wij u de volgende procedure aan om het beslaan van
de ruiten te voorkomen:
❒druk op de knop❄;
❒schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop E
gedoofd).
❒draai de knop A in het rode vlak;
❒draai de knop B op de 2e snelheid;
❒draai de knop C in stand-of in®als de ruiten niet
beslagen zijn.
De airconditioning is zeer bruikbaar om het ontwasemen
van de ruiten te versnellen: het is daarom voldoende om
de bedieningsknoppen op ontwasemen te zetten zoals hier-
voor beschreven is en de airconditioning in te schakelen
door de knop
❄in te drukken. VERWARMING VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A in het rode vlak;
❒draai de knop B op de gewenste snelheid;
❒draai de knop C in stand:
®voor verwarming van de beenruimten en ontwa-
seming van de voorruit
ßvoor verwarming van de beenruimten, waarbij de
luchtstroom op het gelaat koel blijft („bilevel”-
stand)
©voor gespreide verwarming van de beenruimten
voor en achter;
❒schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop
E gedoofd).
SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING
VOORRUIT EN ZIJRUITEN VOOR
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop❄;
❒draai de knop A geheel naar rechts;
❒draai de knop B in stand-;
❒draai de knop C in stand-;
❒schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop
E gedoofd).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 48
Page 90 of 274

89
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0127mfig. 89a
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Ga als volgt te werk:
❒open de achterdeuren en verwijder de hoedenplank
(zie de vorige paragraaf);
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 89a van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren, zodat een
vlakke laadvloer ontstaat. Als de borghendel omhoog
staat, is er een rode band” zichtbaar.
❒om de laadruimte verder te vergroten moet hendel
B-fig. 89b aan de zijkant van de zitting omhoog worden
getrokken, waarna de zitting automatisch omhoog-
komt, en de zitting en de rugleuning met de hand vol-
ledig naar voren worden geklapt fig. 89c.
F0V0203mfig. 89c
B
F0V0202mfig. 89b
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 89
Page 99 of 274

98
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability Program)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wie-
len hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers
blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig als de grip op
het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-systeem beschikt de
auto (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ook over MSR
(regeling van het afremmen op de motor tijdens terug-
schakelen) en HBA (automatische remdrukverhoger bij
noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het instrumentenpa-
neel knipperen, om de bestuurder er op te wijzen dat de
auto de stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld als de motor
wordt gestart en kan niet worden uitgeschakeld. BRAKE ASSIST (remregeling bij
noodstops geïntegreerd in ESP)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent
noodstops (op basis van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in het rem-
circuit aanzienlijk, waardoor sneller en krachtiger door het
systeem wordt geremd.
De Brake Assist wordt, bij uitvoeringen die zijn uitgerust
met ESP, uitgeschakeld bij een storing in het ESP (lampje
ábrandt en er verschijnt een melding op het multifunc-
tionele display – indien aanwezig).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat
aan een trilling in het rempedaal. Verlaag
de remdruk niet maar houd het rempedaal juist
goed ingetrapt; op deze manier hebt u de kortste
remweg in relatie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 98
Page 100 of 274

99
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het ESP
ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het noodza-
kelijke motorkoppel is bereikt om weg te rijden (of maxi-
maal 1,75 seconde), zodat u meer tijd heeft om uw rech-
ter voet van het rempedaal naar het gaspedaal te ver-
plaatsen.
Als u na 1,75 seconden niet bent weggereden, schakelt het
systeem automatisch uit en wordt de remdruk geleidelijk
verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid horen. Dit ge-
luid betekent dat de auto ieder moment in beweging kan
komen.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op het instrumen-
tenpaneel het waarschuwingslampje
*bij een digitaal dis-
play en het lampje
ábij een multifunctioneel display (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) (zie het hoofdstuk Lamp-
jes en meldingen”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is geen handrem;
verlaat dus nooit de auto zonder de handrem aan te trek-
ken, de motor uit te zetten en de eerste versnelling in te
schakelen. STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld en gaat het lampje
áop het instrumenten-
paneel continu branden en verschijnt er een melding op
het multifunctionele display (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) (zie het hoofdstuk Lampjes en meldingen”).
Bovendien gaat ook het lampje in de knop ASR OFF bran-
den. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-
vicenetwerk.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De prestaties van het ESP-systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden onno-
dige en onverantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan het wegdek,
het zicht en het verkeer. De verantwoordelijkheid
voor de verkeersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIE!
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt bij het weg-
rijden op een helling. Het systeem schakelt automatisch
in als:
❒op een stijgende helling: de auto stilstaat op een helling
van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rem-
pedaal en versnellingsbak in vrij of als een andere ver-
snelling dan de achteruit is ingeschakeld.
❒op een dalende helling: de auto stilstaat op een helling
van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rem-
pedaal en als de achteruit is ingeschakeld.
Voor de juiste werking van het ESP- en
ASR-systeem is het noodzakelijk dat de
banden van alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in perfecte conditie
zijn en de voorgeschreven afmetingen hebben.
ATTENTIE!
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 99
Page 101 of 274

100
MSR-systeem
(regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, verhoogt bij
bruusk terugschakelen het motorkoppel, zodat overma-
tige vertraging van de aangedreven wielen wordt voor-
komen. Dit heeft vooral voordelen op een wegdek met
weinig grip, waarop de stabiliteit van de auto snel verlo-
ren kan gaan.
In-/uitschakeling van het systeem
Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor
wordt gestart.
Tijdens het rijden kan de ASR worden uitgeschakeld en
vervolgens weer worden ingeschakeld door op de knop
fig. 101 te drukken. Deze bevindt zich tussen de voor-
stoelen naast de handrem.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje op
de schakelaar branden en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (indien aanwezig). ASR-SYSTEEM (Antislip Regulator)
Het ASR-systeem controleert de trekkracht van de auto
en grijpt automatisch in als een of beide aangedreven wie-
len dreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het doorslippen, worden
er twee verschillende regelsystemen geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslippen, vermindert
de ASR het motorvermogen;
❒als slechts een aangedreven wiel doorslipt, zorgt het
ASR-systeem ervoor dat het wiel automatisch wordt
afgeremd.
Het ASR-systeem is vooral nuttig onder de volgende om-
standigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door
verandering van de wielbelasting of door te felle acce-
leratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang
met de condities van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voor de juiste werking van het ESP- en
ASR-systeem is het noodzakelijk dat de
banden van alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in perfecte conditie
zijn en de voorgeschreven afmetingen hebben.
ATTENTIE!
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 100
Page 108 of 274

107
F0V0041mfig. 105
ENERGY SAVING”-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de motor de bestuur-
der 3 minuten geen enkele actie onderneemt, dan zet het
Start&Stop-systeem de motor definitief uit om brandstof
te besparen. In dat geval kan de motor alleen gestart wor-
den met de contactsleutel.
Opmerking: Het is in alle gevallen mogelijk de motor draai-
end te houden door het Start&Stop-systeem uit te scha-
kelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-systeem uit. De
storing wordt aan de bestuurder getoond door het bran-
den van het lampje A-fig. 105 en, indien aanwezig, het ver-
schijnen van een melding en een symbool B-fig. 105 op het
instrumentenpaneel.
Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0042mfig. 106
ALS DE AUTO LANGERE TIJD
NIET WORDT GEBRUIKT
Uitvoeringen met secundaire pool fig. 106
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er
in het bijzonder op worden gelet dat de elektrische voe-
ding van de accu wordt losgemaakt. Hiervoor moet de
minklem met de snelspanner A worden losgekoppeld van
de secundaire minpool B, omdat minpool C van de accu is
voorzien van een sensor D voor de controle van de ac-
cuconditie, die nooit mag worden losgekoppeld (behalve
als de accu wordt vervangen).
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:22 Pagina 107
Page 111 of 274

110
F0V0068mfig. 108
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van
de auto en binnen de aftersales-service worden gemon-
teerd, moeten voorzien zijn van het merkteken:
FGA S.p.A. autoriseert de montage van zend-/ontvangst-
apparatuur op voorwaarde dat de montagewerkzaamhe-
den op de juiste wijze bij een gespecialiseerd bedrijf wor-
den uitgevoerd, waarbij de aanwijzingen van de fabrikant
in acht moeten worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van systemen de ken-
merken van de auto worden gewijzigd, kan het kenteken-
bewijs worden ingenomen door de bevoegde instanties en
eventueel de garantie komen te vervallen bij defecten die
veroorzaakt zijn door de bovengenoemde modificatie of op
defecten die direct of indirect daarvan het gevolg zijn.
FGA S.p.A. is op geen enkele wijze aansprakelijk voor scha-
de die het gevolg is van de installatie van accessoires die
niet door FGA S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en die
niet conform de geleverde instructies zijn geïnstalleerd.
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en derge-
lijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt met een
aparte antenne aan de buitenkant van de auto.
❒2 luidsprekers achter (naast de hoedenplank) (voor be-
paalde uitvoeringen/markten);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel;
❒een antenne.
AUTORADIO INBOUWEN
De autoradio moet worden ingebouwd op de plek van het
opbergvak in het midden: de voedingskabels liggen achter
dit opbergvak. Druk op de lippen A-fig. 108 om het vak
te verwijderen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Laat de aansluiting op de inbouwvoorbe-
reiding in de auto uitsluitend door het Fiat
Servicenetwerk uitvoeren. Zo bent u verzekerd van
het beste resultaat en wordt voorkomen dat de
rijveiligheid in gevaar wordt gebracht.
ATTENTIE!
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:22 Pagina 110
Page 116 of 274

115
F0V0023mfig. 110
Via de oprolautomaat wordt de lengte van de gordel au-
tomatisch aangepast aan het postuur van de drager en
wordt toch voldoende bewegingsvrijheid geboden.
Als de auto op een steile helling staat, kan de rolautomaat
blokkeren; dit is een normaal verschijnsel. Bovendien blok-
keert de rolautomaat als u de gordel snel uittrekt. Hij blok-
keert ook bij hard remmen, botsingen en bij hoge snel-
heden in bochten.VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
fig. 110
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg
dan de gordel om.
Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 110 in de slui-
ting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat
blokkeert, laat dan de gordel een stukje teruglopen en trek
de gordel vervolgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C
drukken. Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te
voorkomen dat de gordelband draait.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
Druk tijdens het rijden niet op de knop C-
fig. 110.
ATTENTIE!
De achterbank is voorzien van driepunts-veiligheidsgor-
dels met rolautomaat voor alle zitplaatsen.
Bedenk dat achterpassagiers die geen gor-
del dragen tijdens een ernstig ongeval, niet
alleen zelf aan gevaar worden blootgesteld maar
ook gevaar opleveren voor de inzittenden voor.
ATTENTIE!
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 115