FIAT DOBLO COMBI 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2014Pages: 283, PDF Size: 7.26 MB
Page 31 of 283

27
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid). Bag passagier Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan passagierszijde
en zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET ESC en druk, na het verschijnen
op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschake-
len) door op de knop▲of▼te drukken, nogmaals op
de knop SET ESC;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop▲of▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
– druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terugge-
keerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even in-
gedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder
op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 32 of 283

28
Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de
brandstof in de brandstoftank. Op het display verschijnt
de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren worden beïnvloed: rijstijl (zie de para-
graaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten en rijden”), type
traject (snelwegen, stad, bergen enz.), gebruiksomstan-
digheden van de auto (vervoerde lading, bandenspanning
enz.). Houd hier bij het plannen van een reis rekening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan van-
af het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik
aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor, wordt
„----” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van
de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.TRIPCOMPUTER
Algemene informatie
Met de „Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergege-
ven over de werking van de auto. Deze functie bestaat
uit „Trip A” en „Trip B” die onafhankelijk van elkaar wer-
ken en betrekking hebben op de hele rit van de auto. Bei-
de functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van
een nieuwe rit).
„Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
„Trip B”, alleen aanwezig op het multifunctionele display,
geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
Opmerking De functie „Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie de paragraaf „Trip B inschakelen”). De gegevens „Au-
tonomie” en „Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 33 of 283

29
F0V0010mfig. 18
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip A” wordt weergegeven, dan worden
alleen de gegevens van „Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip B” wordt weergegeven, dan worden al-
leen de gegevens van „Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in
stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP
drukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop SET ESC langer
dan 2 seconden ingedrukt. BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle
functies op de Tripcomputer de aanduiding „----” in plaats
van de waarde. Wanneer de normale werking weer her-
steld is, worden de waarden van de functies weer op nor-
male wijze weergegeven. De waarden die voor de sto-
ring werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er
wordt geen nieuwe rit begonnen.
Bedieningsknop TRIP fig. 18
Met de knop TRIP, op het uiteinde van de rechter hen-
del, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toe-
gang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de
gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te be-
ginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende ge-
gevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset)
en het beginnen van een nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker door het indrukken van
de betreffende knop;
– „automatisch” wanneer de „afgelegde afstand” de waar-
de 99999,9 km of 9999,9 km, afhankelijk van het geïn-
stalleerde display, bereikt of wanneer de „reistijd” de
waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) of 999.59 (999 uur
en 59 minuten), afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 34 of 283

30
Rugleuning verstellen
Trek de hendel B-fig. 19 omhoog, steun daarbij niet met
de rug tegen de rugleuning en zet vervolgens de rugleu-
ning in de gewenste stand.
ZITPLAATSEN
BESTUURDERSSTOEL
(voor Cargo-uitvoeringen, indien aanwezig)
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Als u de hendel loslaat, moet altijd gecon-
troleerd worden of de stoel goed geblok-
keerd is door te proberen de stoel naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet goed geblok-
keerd is, kan deze onverwachts verschuiven, waar-
door u de controle over de auto kunt verliezen.
ATTENTIE!
Verstellen in lengterichting
Trek hendel A-fig. 19 omhoog en schuif de stoel naar vo-
ren of naar achteren: als u rijdt, moeten de armen licht ge-
bogen zijn en de handen op de stuurwielrand steunen.
fig. 19F0V0210m
Page 35 of 283

31
BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u op de
stoel zit.
Lendensteunverstelling bestuurdersstoel
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Draai de knop D-fig. 20 om het steunvlak van de rugleu-
ning aan te passen. BESTUURDERSSTOEL fig. 20
(uitvoeringen Doblò/Doblò Combi/Cargo,
indien aanwezig)
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0013mfig. 20
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Verstellen in lengterichting
Zet de hendel A omhoog en schuif de stoel voor- of ach-
teruit: als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en
de handen op de stuurwielrand steunen.
Als u de hendel loslaat, moet altijd ge-
controleerd worden of de stoel goed ge-
blokkeerd is door te proberen de stoel naar vo-
ren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet
goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts ver-
schuiven, waardoor u de controle over de auto
kunt verliezen.
ATTENTIE!
Rugleuning verstellen
Draai aan de knop B.
Hoogteverstelling bestuurdersstoel
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bedien de hendel C en verplaats hiermee het achterste
deel van de zitting omhoog of omlaag voor een betere en
comfortabelere zitpositie.
Page 36 of 283

32fig. 21F0V0142mfig. 22
Stoel inklappen
Ga voor het inklappen van de stoel als volgt te werk:
❒open het portier aan passagierszijde;
❒bedien de hendels A-fig. 22 en klap de rugleuning naar
voren in de richting van de pijl; Stoelverwarming
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk met de sleutel in stand MAR, op de knop A-fig. 21
om de functie in of uit te schakelen.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
INKLAPBARE PASSAGIERSSTOEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op enkele Cargo-uitvoeringen kan de passagiersstoel wor-
den ingeklapt.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0208m
Sluit het dashboardkastje voordat de in-
klapbare voorstoel aan passagierszijde
wordt ingeklapt, om beschadigingen te voorkomen.
ATTENTIE!
Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren om deze vol-
ledig te kunnen omklappen en contact met het dashboard
te voorkomen.
Page 37 of 283

33F0V0143mfig. 23
F0V0144mfig. 24
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒druk vervolgens de rugleuning B-fig. 23 omlaag: de stoel
is nu volledig ingeklapt in „tafel”-stand;
❒trek aan de lip C-fig. 24 en duw de rugleuning nog ver-
der omlaag: de stoel is nu volledig ingeklapt.
Stoel terugplaatsen
Ga om de stoel weer in de normale gebruiksstand te zet-
ten als volgt te werk:
❒pak de lip A-fig. 25 vast en trek de rugleuning omhoog;
❒bedien de hendels B-fig. 26 en trek de stoel verder om-
hoog.
F0V0145mfig. 25
Als de passagiersstoel volledig is ingeklapt,
mag de daardoor ontstane ruimte niet als
laadruimte gebruikt worden. Het is daarom raad-
zaam om eventuele voorwerpen op de stoelen te
verwijderen of vast te zetten om te voorkomen dat
ze tijdens het rijden een obstakel kunnen vormen
of gevaar opleveren.
ATTENTIE!
Page 38 of 283

34
F0V0146mfig. 26
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als er geen scheidingswand tussen de ca-
bine en de laadruimte is, kunnen lange
voorwerpen of pakketten een deel van de passa-
giersruimte in beslag nemen. Zorg dat dergelijke
voorwerpen of pakketten goed bevestigd zijn aan
de betreffende haken en geen obstakel kunnen
vormen of gevaar opleveren tijdens het rijden.
ATTENTIE!
TOEGANG TOT DE ZITPLAATSEN ACHTER
(uitvoeringen Doblò en Doblò Combi)
De achterzitplaatsen zijn bereikbaar na het openen van een
van de zijschuifdeuren (zie de paragraaf „Portieren” in dit
hoofdstuk).
IN TAFELSTAND INKLAPBARE STOEL
(uitvoeringen Doblò en Doblò Combi, indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met een tot tafel in-
klapbare stoel.Schuif de tot tafel inklapbare stoel zo ver mogelijk naar ach-
teren om deze volledig te kunnen omklappen en contact met
het dashboard te voorkomen.
BELANGRIJK Verplaats de stoel uitsluitend als er geen pas-
sagiers op de achterzitplaatsen zitten.
Stoel inklappen:
❒Open het portier aan passagierszijde;
❒Bedien de hendel A en klap de rugleuning naar voren
in de richting van de pijl;
❒Druk vervolgens de rugleuning B omlaag: de stoel is nu
volledig ingeklapt in „tafel”-stand.
Stoel terugplaatsen:
❒bedien de hendel A en trek de rugleuning omhoog.
F0V0201mfig. 26b
Sluit het dashboardkastje voordat de in-
klapbare voorstoel aan passagierszijde in
de tafelstand wordt gezet, om beschadigingen te
voorkomen.
ATTENTIE!
Page 39 of 283

35
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZITPLAATSEN 3eRIJ VERPLAATSEN
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 26c van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren. Als de borg-
hendel omhoog staat, is er een „rode band” zichtbaar;
❒trek aan de lus B-fig. 26c op de achterzijde van de rug-
leuningen en kantel de zitplaatsen naar voren.
OPMERKING De deelbare zitplaatsen hebben op de on-
derrand van de zitting elastieken om de omgeklapte zit-
plaatsen te bevestigen aan de stangen voor de hoofdsteu-
nen van de zitplaatsen op de 2
erij.
ZITPLAATSEN 3
eRIJ VERWIJDEREN
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de hoofdsteun van de zitplaats achter;
❒verwijder de schermrol uit de zitting;❒
plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 26c van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren. Als de borg-
hendel omhoog staat, is er een „rode band” zichtbaar;
❒trek aan de lus B-fig. 26c op de achterzijde van de rug-
leuningen en kantel de zitplaatsen naar voren.
❒berg de hoofdsteun op door deze met de pennen in de
openingen in de zitting te steken;
❒druk op de hendel zoals is aangegeven in fig. 26d;
❒verwijder de zitplaats uit de vergrendelingen op de
vloer.
ZITPLAATSEN VAN 3
eRIJ TERUGPLAATSEN
Ga als volgt te werk:
❒steek de haken in de vloer fig. 26e;
❒druk op de hendel zoals is aangegeven in fig. 26d en
trek aan de hendel om te controleren of de zitplaats
goed vergrendeld is;
B
A
F0V0205mfig. 26cF0V0206mfig. 26d
Page 40 of 283

SCHEIDINGSWA NDEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
CARGO-UITVOERINGEN
Vaste dichte scheidingswand fig. 27
Deze vormt de afscheiding tussen de passagiersruimte en
de laadruimte.
36
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒pak de hoofdsteun onder de zitting vandaan;
❒kantel de zitting en de rugleuning;
❒plaats de hoofdsteun terug;
❒plaats de schermrol terug in de zitting.
BELANGRIJK Controleer of de zitplaats goed vergrendeld
is aan de bevestigingen op de vloer en of de hendel A-
fig. 26c gesloten is („rode band” niet zichtbaar).
F0V0219mfig. 29F0V0103mfig. 28F0V0102m
F0V0207mfig. 26e