display FIAT DUCATO 2007 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2007, Model line: DUCATO, Model: FIAT DUCATO 2007Pages: 282, PDF Size: 10.42 MB
Page 56 of 282

55
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1
keer per maand gedurende 10 minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de werking
van de airconditioning door de Fiat-dealer
controleren.
De airconditioning maakt ge-
bruik van het koelmiddel
R134a. Bij lekkage is dit mid-
del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, zoals R12, omdat anders de
componenten van het systeem be-
schadigd kunnen worden.AIRCONDITIONING,
AUTOMATISCH
(indien aanwezig)
ALGEMENE INFORMATIE
De automatische airconditioning regelt de
temperatuur, de luchtopbrengst en de
luchtverdeling in het interieur. De tem-
peratuurregeling is gebaseerd op “tempe-
ratuurgelijkheid”: d.w.z. dat het systeem
continu werkt om het comfort in het in-
terieur constant te houden en eventuele
verschillen in de weersomstandigheden
buiten te compenseren, ook zonnestraling
(gesignaleerd door een zonnestralings-
sensor).
De automatisch gecontroleerde parame-
ters en functies zijn:
❒luchttemperatuur uit de uitstroom-
openingen;
❒luchtverdeling uit de uitstroom-
openingen;
❒aanjagersnelheid (traploze regeling van
de luchtstroom);
❒inschakeling van de compressor (voor
koelen en drogen van de lucht);
❒luchtrecirculatie.Deze functies kunnen handmatig worden
gewijzigd, d.w.z. dat u het systeem kunt
regelen door naar wens een of meer func-
ties te selecteren en te wijzigen. Op deze
manier worden de functies die handma-
tig zijn gewijzigd niet langer automatisch
door het systeem geregeld. Het systeem
grijpt alleen in om veiligheidsredenen (bijv.
kans op beslaan).
De handmatige instellingen hebben voor-
rang boven de automatische instellingen
en blijven in het geheugen opgeslagen tot-
dat de gebruiker de regeling weer over-
laat aan de automatische werking door op-
nieuw op de knop AUTO te drukken, be-
halve in de gevallen dat het systeem om
veiligheidsredenen ingrijpt.
Als handmatig een functie wordt ingesteld,
blijven de andere functies echter automa-
tisch geregeld.
De luchttemperatuur in het interieur
wordt altijd automatisch geregeld op ba-
sis van de ingestelde temperatuur op het
display (behalve als het systeem is uitge-
schakeld of in enkele omstandigheden als
de compressor is uitgeschakeld).
Page 57 of 282

56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
De volgende parameters en functies kun-
nen handmatig worden ingesteld en ge-
wijzigd:
❒luchttemperatuur;
❒aanjagersnelheid (traploze regeling);
❒luchtverdeling in zeven standen;
❒inschakelen van de compressor;
❒snelle ontwaseming/ontdooiing;
❒luchtrecirculatie;
❒uitschakelen van het systeem.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 51
AKnop AUTO voor automatische re-
geling van alle functies.
BKeuzeknop voor luchtverdeling.
CDisplay.
DDrukknop functie MAX DEF.
EDrukknop voor uitschakelen systeem.FDrukknop voor in-/uitschakelen com-
pressor.
GDrukknop voor luchtrecirculatie.
HDrukknoppen voor verlagen/verhogen
aanjagersnelheid.
IDraaiknop voor verlagen/verhogen
temperatuur.
fig. 51F0N0200m
Page 58 of 282

57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
GEBRUIK VAN
AIRCONDITIONING
Het systeem kan op verschillende manie-
ren worden ingeschakeld, maar wij raden
u aan te beginnen met het indrukken van
de knop AUTO en vervolgens de draai-
knop te draaien om op het display de ge-
wenste temperatuur in te stellen.
Op deze wijze begint het systeem geheel
automatisch te werken, zodat zo snel mo-
gelijk de ingestelde temperatuur wordt be-
reikt. Het systeem regelt de temperatuur,
de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
in het interieur, de recirculatiefunctie en
het inschakelen van de aircocompressor.Tijdens de volledig automatische werking
van het systeem, moeten alleen de vol-
gende functies eventueel handmatig wor-
den ingeschakeld:
❒Òluchtrecirculatie, om de recircu-
latie altijd in- of uitgeschakeld te hou-
den;
❒Zvoor een snelle ontwaseming/ont-
dooiing van de ruiten voor, de ach-
terruit en de buitenspiegels.
Tijdens de volledig automatische werking
van het systeem kunt u op ieder moment
de ingestelde temperatuur, de luchtver-
deling en de aanjagersnelheid wijzigen
m.b.v. de desbetreffende knoppen: het sys-
teem zal automatisch de eigen instellingen
wijzigen en aanpassen aan de nieuwe in-
stellingen. Als tijdens de volledige automatische wer-
king (FULL AUTO) de luchtverdeling en/of
de luchtopbrengst gewijzigd worden en/of
de inschakeling van de compressor en/of
de recirculatie, dan verdwijnt het opschrift
FULL. Op deze manier worden de func-
ties niet langer automatisch geregeld maar
moeten met de hand worden bediend,
totdat u opnieuw de knop AUTO indrukt.
Als een of meer functies handmatig zijn in-
geschakeld, dan blijft de regeling van de
luchttemperatuur automatisch plaatsvin-
den, behalve als de compressor is uitge-
schakeld: in dat geval kan er geen lucht in
het interieur worden gevoerd waarvan de
temperatuur lager is dan de buitentempe-
ratuur.
Page 59 of 282

58
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN
Draaiknop
regeling
luchttemperatuur
(I)
Als u de draaiknop rechts- of linksom
draait, wordt de gewenste interieur-
temperatuur verhoogd of verlaagd.
De ingestelde temperatuur wordt op het
display weergegeven.
Als u de knop helemaal naar rechts of he-
lemaal naar links draait, tot aan de uiter-
ste waarden HI of LO, wordt respectie-
velijk de functie van de maximale verwar-
ming of de maximale koeling ingeschakeld:
❒Functie HI (maximale verwarming):
wordt ingeschakeld als de draaiknop van
de temperatuur naar rechts wordt ge-
draaid, voorbij de maximale waarde (32
°C). Deze functie kan worden ingeschakeld als
u het interieur wilt verwarmen, waarbij
maximaal van het vermogen van het sys-
teem gebruik wordt gemaakt. Als deze
functie wordt ingeschakeld, wordt de tem-
peratuur niet meer automatisch geregeld;
de lucht wordt maximaal verwarmd en de
aanjagersnelheid en de luchtverdeling wor-
den door het systeem bepaald.
Als de motorkoelvloeistof niet warm ge-
noeg is, schakelt het systeem niet onmid-
dellijk de maximale aanjagersnelheid in, om
de toevoer van te koude lucht in het in-
terieur te beperken.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.Voor het uitschakelen van de functie is het
voldoende om de draaiknop voor de tem-
peratuur naar links te draaien en de ge-
wenste temperatuur in te stellen.
❒Functie LO (maximale koeling):
wordt ingeschakeld als de draaiknop van
de temperatuur naar links wordt gedraaid,
voorbij de minimale waarde (16 °C).
Deze functie kan worden ingeschakeld als
u het interieur wilt koelen, waarbij maxi-
maal van het vermogen van het systeem
gebruik wordt gemaakt. Als deze functie
wordt ingeschakeld, wordt de tempera-
tuur niet meer automatisch geregeld; de
lucht wordt maximaal gekoeld en de aan-
jagersnelheid en de luchtverdeling worden
door het systeem bepaald. Als deze func-
tie is ingeschakeld, zijn alle handmatige in-
stellingen toegestaan.
Voor het uitschakelen van de functie is het
voldoende om de draaiknop voor de tem-
peratuur naar rechts te draaien en de ge-
wenste temperatuur in te stellen.
Page 61 of 282

60
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Drukknoppen
regeling
aanjagersnelheid (H)
Als u op de uiteinden
van knop H drukt, wordt
de aanjagersnelheid verhoogd of verlaagd
en daarmee de hoeveelheid lucht die in
het interieur wordt gevoerd om de
gewenste temperatuur te handhaven.
De aanjagersnelheid wordt weergegeven
door verlichte staafjes op het display:
❒Maximum aanjagersnelheid = alle
staafjes verlicht
❒Minimum aanjagersnelheid = één staaf-
je verlicht.De aanjager kan worden uitgeschakeld,
maar alleen als u de aircocompressor hebt
uitgeschakeld met de knop F-fig. 51.
BELANGRIJK Voor het hervatten van de
automatische werking van de aanjager na
een handmatige instelling, moet de knop
AUTO worden ingedrukt.
BELANGRIJK Als de auto met hoge snel-
heid rijdt, wordt door de rijwind de lucht-
opbrengst in het interieur verhoogd; dit
wordt niet door de streepjes van de aan-
jagersnelheid weergegeven.Knop AUTO
(A) (automatische
werking)
Als u de knop AUTO
indrukt, regelt het
systeem automatisch de hoeveelheid en
de verdeling van de naar het interieur
toegevoerde lucht en worden alle
voorafgaande handmatige instellingen
opgeheven.
Dit wordt aangeven door het verschijnen
van het opschrift FULL AUTO op het dis-
play voor.
Als er een of meerdere handmatige in-
stellingen zijn uitgevoerd (luchtrecircula-
tie, luchtverdeling, aanjagersnelheid of uit-
schakeling aircocompressor), dooft het
opschrift FULL op het display om aan te
geven dat het systeem niet langer alle func-
ties automatisch regelt (behalve de tem-
peratuur die altijd automatisch wordt ge-
regeld).
Page 62 of 282

61
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK Als het systeem vanwege
handmatige instellingen de gewenste tem-
peratuur niet meer kan garanderen en
handhaven, knippert de ingestelde tem-
peratuur om aan te geven dat het systeem
een probleem heeft gesignaleerd; daarna
dooft het opschrift AUTO.
Voor het hervatten van de automatische
werking van het systeem na een handma-
tige instelling (een of meerdere), moet de
knop AUTO worden ingedrukt.Drukknop in-/
uitschakelen
luchtrecirculatie (G)
De luchtrecirculatie
werkt als volgt:
❒handmatig ingeschakeld (recirculatie
altijd ingeschakeld); het lampje op de
knop Gen het symbool íop het
display branden;
❒geforceerde uitschakeling (recirculatie
altijd uitgeschakeld met luchttoevoer
van buiten); lampje op de knop en het
symbool êop het display gedoofd.Deze mogelijkheden kunnen worden in-
geschakeld door meerdere keren op de
recirculatieknop Gte drukken.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen de gewenste omstandigheden
(verwarming of koeling van het interieur)
sneller worden bereikt.
Page 63 of 282

62
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Het is echter niet raadzaam deze functie
handmatig in te schakelen op regenachti-
ge of koude dagen, omdat dan de ruiten
aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan, vooral als de airconditioning
niet is ingeschakeld.
Bij lage buitentemperaturen wordt de re-
circulatie uitgeschakeld (met luchttoevoer
van buiten) om het beslaan van de ruiten
te voorkomen.
Bij lage buitentemperaturen raden wij u
aan om de recirculatiefunctie niet te ge-
bruiken, omdat hierdoor de ruiten sneller
kunnen beslaan.Drukknop in-/
uitschakelen
aircocompressor
(F)
Als u op de knop √
drukt, wordt de
aircocompressor, indien ingeschakeld,
uitgeschakeld en dooft het symbool op
het display.
Als u op de knop drukt als het lampje
gedoofd is, wordt de inschakeling van de
compressor weer automatisch door het
systeem geregeld; dit wordt aangegeven
door een brandend symbool op het
display.
Als u de aircocompressor uitschakelt,
wordt de recirculatie uitgeschakeld om het
eventuele beslaan van de ruiten te voorko-
men. Ook als het systeem de ingestelde
temperatuur kan handhaven, verdwijnt het
opschrift FULL van het display. Als het sys-
teem de ingestelde temperatuur echter niet
meer kan handhaven, gaat de temperatuur
knipperen en dooft het opschrift AUTO.BELANGRIJK Met uitgeschakelde airco-
compressor is het niet mogelijk lucht in
het interieur in te voeren met een tem-
peratuur die lager is dan de buitentempe-
ratuur; bovendien kunnen (in bijzondere
omstandigheden) de ruiten zeer snel be-
slaan omdat de lucht niet gedroogd kan
worden.
De uitschakeling van de aircocompressor
blijft in het geheugen opgeslagen, ook na
het afzetten van de motor.
U kunt de automatische regeling van de
aircocompressor weer inschakelen door
nogmaals de knop √in te drukken (in dat
geval werkt het systeem alleen als ver-
warming) of de knop AUTO.
Page 64 of 282

63
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als bij uitgeschakelde compressor de bui-
tentemperatuur hoger is dan de ingestel-
de temperatuur, kan het systeem niet aan
de wens voldoen. Dit wordt als volgt aan-
gegeven: de ingestelde temperatuur knip-
pert enkele seconden op het display en
vervolgens dooft het opschrift AUTO.
Als de compressor is uitgeschakeld, kan
de aanjagersnelheid handmatig op nul wor-
den gezet (geen enkel staafje verlicht).
Als de compressor bij draaiende motor
wordt ingeschakeld, kan de aanjagersnel-
heid niet onder de minimale waarde (één
staafje verlicht) zakken.Drukknop voor
snelle ontwaseming/
ontdooiing van de
voorruit en de
zijruiten voor (D)
Als u deze knop indrukt,
schakelt de klimaatregeling automatisch
alle functies in die noodzakelijk zijn voor
het snel ontdooien/ontwasemen van de
voorruit en de zijruiten voor. D.w.z. dat
het systeem:
❒de aircocompressor inschakelt wan-
neer de klimatologische omstandighe-
den dit toestaan;
❒de luchtrecirculatie uitschakelt;
❒de maximale luchttemperatuur HI in
beide zones instelt;
❒een aanjagersnelheid inschakelt op ba-
sis van de koelvloeistoftemperatuur,
om toevoer van nog te koude lucht
voor de ontwaseming van de ruiten, te
beperken;
❒de luchtstroom naar de luchtroosters
voor de voorruit en de zijruiten voor
leidt;
❒de achterruitverwarming inschakeltBELANGRIJK De functie voor snelle ont-
waseming/ontdooiing van de ruiten blijft
ongeveer 3 minuten ingeschakeld nadat de
motorkoelvloeistof een geschikte tempe-
ratuur heeft bereikt om de ruiten snel te
ontwasemen.
Als de functie is ingeschakeld, gaan het
lampje op de betreffende knop en het
lampje op de knop van de achterruitver-
warming branden; op het display dooft het
opschrift FULL AUTO.
Page 65 of 282

64
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK Voor een snelle ontwase-
ming/ontdooiing moet, als er een extra
verwarming/airconditioning aanwezig is
(onder de zitplaats voor of achter bij Pano-
rama- en Combi-uitvoeringen), deze ver-
warming, indien ingeschakeld, worden uit-
geschakeld door op de knop F(lampje ge-
doofd) op het schakelaarpaneel te druk-
ken fig. 52.Systeem
uitschakelen
OFF (E)
Het systeem schakelt uit
en het display dooft als u op de knop E
drukt.
Als het systeem is uitgeschakeld:
❒is het display gedoofd;
❒wordt de ingestelde temperatuur niet
weergegeven;
❒is de recirculatie ingeschakeld, waarbij
geen lucht van buiten binnenkomt (re-
circulatielampje brandt);
❒is de compressor uitgeschakeld;
❒is de aanjager uitgeschakeld.
fig. 52F0N0185m
Als de functie is ingeschakeld, kunnen al-
leen de aanjagersnelheid en de uitschake-
ling van de achterruitverwarming hand-
matig worden geregeld.
Als u op de knop Bdrukt of op de recir-
culatieknop Gof op de knop van de com-
pressor Fof op de knop AUTO A, wor-
den de functies die hiervoor waren inge-
steld, weer geactiveerd.
Page 69 of 282

68
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK De extra verwarming is uit-
gerust met een thermische beveiliging die
de brander uitschakelt bij oververhitting
door een te laag koelvloeistofniveau of
koelvloeistoflekkage. Als dit het geval is,
moet na het repareren van het defect in
het koelsysteem en/of het bijvullen van de
koelvloeistof en voordat de verwarming
weer wordt ingeschakeld, de programma-
keuzetoets worden ingedrukt.
De verwarming kan spontaan uitgaan door
gebrek aan brandstof of als tijdens de wer-
king de vlam dooft. Voer in dat geval de
procedure uit voor het uitschakelen en
probeer de verwarming weer in te scha-
kelen; als de verwarming dan nog niet
werkt, wendt u dan tot de Fiat-dealer.Extra verwarming inschakelen
Als de auto is uitgerust met automatische
airconditioning, stelt de regeleenheid de
temperatuur en de luchtverdeling in bij het
inschakelen van de standverwarming.
Bij handbediende airconditioning/verwar-
ming moet voor een maximale werking
van de verwarming gecontroleerd worden
of de draaiknop voor het regelen van de
luchttemperatuur in het interieur in de
stand “warme lucht” staat.
Om het interieur voor te verwarmen,
moet u de draaiknop van de luchtverde-
ling in stand
©zetten.
Om de voorruit te ontdooien, moet u de
draaiknop van de luchtverdeling in stand
-zetten.
Voor beide functies moet u de draaiknop
voor de luchtverdeling in stand
®zetten.Digitale timer fig. 55
1) Branderindicatie
2) Displayverlichting
3) Voorkeuzenummer
4) Toets klokje
5) Toets voor vooruitzetten tijd
6) Programma-keuzetoets
7) Toets voor terugzetten tijd
8) Toets voor directe inschakeling
verwarming
9) Controlelampje voor het instellen/
aflezen van de tijd
fig. 55F0N0151m