FIAT FIORINO 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2010Pages: 210, PDF Size: 4.81 MB
Page 51 of 210

50
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
RICHTINGAANWIJZERS
fig. 49
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒omhoog (stand 1): inschakeling rechter
richtingaanwijzer;
❒omlaag (stand 2): inschakeling linker
richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het
controlelampje
Îof ¥.
De richtingaanwijzers schakelen automa-
tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven, voor het
uitvoeren van een handeling waarvoor het
stuurwiel slechts weinig hoeft te worden
verdraaid, dan drukt u de hendel iets om-
hoog of omlaag zonder dat de hendel ver-
grendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaat
deze automatisch terug.Functie “lane change”
(wisselen van rijstrook)
Als u bij wisseling van rijstrook kort rich-
ting wilt aangeven, moet u de linker hen-
del korter dan een halve seconde in de on-
vergrendelde stand zetten.
De richtingaanwijzer aan de gekozen zijde
knippert 3 keer en dooft daarna automa-
tisch.“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de au-
to een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand STOPte draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden; hier-
na schakelt de verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat
het controlelampje
3op het instrumen-
tenpaneel branden en verschijnt er een be-
richt op het display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”) gedurende de tijd
die de functie actief blijft. Het lampje gaat
branden als de hendel voor het eerst be-
diend wordt en blijft branden totdat de
functie automatisch uitschakelt. Telkens
als de hendel wordt bediend, wordt alleen
de inschakeltijd van de verlichting ver-
lengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
fig. 49F0T0157m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 50
Page 52 of 210

RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 50kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en achterruit-
wisser/-sproeier (indien aanwezig) bedie-
nen.
RUITENWISSERS/SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De rechter hendel kan in vier verschillen-
de standen worden gezet:
Oruitenwissers uitgeschakeld.
≤wissen met interval.
≥langzaam continu wissen.
¥snel continu wissen.
In stand A-fig. 50(onvergrendelde stand)
werken de ruitenwissers, zolang u de hen-
del met de hand in deze stand houdt. Als
u de hendel loslaat, springt deze direct
weer terug en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
Als de draaiknop in stand
≤staat, wordt
de slag van de ruitenwissers automatisch
aangepast aan de snelheid van de auto.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de
achteruit inschakelt, gaat automatisch ook
de achterruitwisser werken.
fig. 50F0T0158m
Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaar
worden belast, de beveiliging in, die er-
voor zorgt dat de ruitenwissers enkele
seconden worden uitgeschakeld. Als
hierna de werking niet wordt hervat,
wendt u dan tot het Fiat Servicenet-
werk.
51
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de ruiten-
sproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in een handeling de ruitenwissers en de
ruitensproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruiten-
wissers nog drie slagen.
Na ongeveer 6 seconden volgt nog een
extra reinigingsslag.
ACHTERRUITWISSER/
-SPROEIER (indien aanwezig)
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Inschakelen
Als u de draaiknop in stand
'zet, scha-
kelt de achterruitwisser als volgt in:
❒in intervalstand als de ruitenwissers
voor niet zijn ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de fre-
quentie van de ruitenwissers voor) als
de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 51
Page 53 of 210

PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS
Het lampje gaat automatisch branden als
u een voorportier opent en dooft als het
betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje
in- en uitschakelen door op de aangege-
ven wijze op de linker zijde van het lam-
penglas A-fig. 51te drukken.
PLAFONDVERLICHTING VOOR
MET SPOTJES fig. 52
(indien aanwezig)
Met schakelaar Akunnen de plafond-
lampjes worden in- en uitgeschakeld.
Met schakelaar Ain het midden worden
de lampjes Cen Din-/uitgeschakeld bij het
openen/sluiten van de portieren.
Met knop Anaar links gedrukt, blijven de
lampjes Cen Daltijd uitgeschakeld.
Met knop Anaar rechts gedrukt, blijven de
lampjes Cen Daltijd ingeschakeld.
fig. 51F0T0113m
fig. 52F0T0121m
52
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor
de achteruit inschakelt, gaat automatisch
ook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in. Als u de hendel langer
dan een halve seconde naar het dashboard
geduwd houdt, schakelt ook de achter-
ruitwisser in. Als u de hendel loslaat, wordt
het intelligente wis-/wasprogramma inge-
schakeld, zoals bij de ruitenwissers voor.
Uitschakelen
De werking stopt als de hendel wordt los-
gelaten.
Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in,
die ervoor zorgt dat de achterruitwis-
ser enkele seconden wordt uitgescha-
keld. Als hierna de werking niet wordt
hervat, wendt u dan tot het Fiat Servi-
cenetwerk.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 52
Page 54 of 210

53
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS (indien aanwezig)
Het lampje gaat automatisch branden als
u een voorportier opent en dooft als het
betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje
in- en uitschakelen door op de aangege-
ven wijze op de linker zijde van het lam-
penglas A-fig. 53te drukken.PLAFONDVERLICHTING
ACHTER MET SCHAKELAAR
(indien aanwezig)
Het lampje gaat automatisch branden als
u de zijschuifdeuren (indien aanwezig) of
de achterdeuren opent en dooft als u de
betreffende deur sluit.
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in-
/uitschakelen door op de schakelaar A-
fig. 54te drukken.
De schakelaar Akan in 3 standen worden
gezet:
❒met de schakelaar in het midden (stand
0) wordt de verlichting ingeschakeld bij
het openen van een deur;
❒met de schakelaar omhoog gedrukt
(stand 1) blijft de verlichting altijd in-
geschakeld;
❒met de schakelaar omlaag gedrukt
(stand 2 – AUTO OFF) blijft de ver-
lichting altijd uitgeschakeld.
fig. 54
AU
TO
AUTOOFF
F0T0116m
Het inschakelen/doven van de verlichting
gaat geleidelijk.
Met schakelaar Bbedient u de spotjes; bij
uitgeschakelde plafondverlichting wordt
met de schakelaar:
❒in linker stand, het spotje Cingescha-
keld;
❒in rechter stand, het spotje Dinge-
schakeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting
doven bij het sluiten van de portieren, en
voorkomt u dat de accu ontlaadt. Als de
schakelaar in de rechter stand is blijven
staan, schakelt de verlichting 15 minuten
na het uitzetten van de motor automatisch
uit.
fig. 53F0T0114m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 53
Page 55 of 210

UITNEEMBARE
PLAFONDVERLICHTING
(indien aanwezig)
Deze bevindt zich aan de rechterzijde in
de laadruimte. Deze kan als vast verlich-
tingspunt of als zaklamp worden gebruikt.
Om de zaklamp te gebruiken A-fig. 55
moet u op de knop Bdrukken en de za-
klamp in de richting van de pijl uit de hou-
der nemen. Bedien vervolgens de schake-
laar Com de verlichting in of uit te scha-
kelen.
Als de uitneembare plafondverlichting in
de vaste houder zit, wordt de batterij van
de zaklamp automatisch opgeladen.
Het opladen van de plafondverlichting bij
stilstaande auto en met de contactsleutel
in stand STOPof uitgenomen, is beperkt
tot 15 minuten.
fig. 55
A
UT
O
B
A
C
F0T0115m
54
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
PLAFONDVERLICHTING
IN-/UITSCHAKELEN
Cargo-uitvoeringen
De plafondverlichting wordt op de vol-
gende manier in-/uitgeschakeld:
Inschakeling plafondverlichting zonder
portiervergrendeling
Plafondverlichting voor: gaat branden bij
het openen van de voorportieren.
Plafondverlichting achter: handmatige in-
schakeling.
Uitneembare plafondverlichting (als alter-
natief voor de plafondverlichting achter):
handmatige inschakeling vaste deel.
Uitschakeling plafondverlichting met
portiervergrendeling
Plafondverlichting voor en achter (ook
met optionele uitneembare plafondver-
lichting): doven (geleidelijk) bij het sluiten
van de zijschuifdeuren, de achterdeuren of
de voorportieren.
Werking met afgescheiden laadruimte
Plafondverlichting voor: dooft (geleidelijk)
bij het sluiten van de voorportieren.
Plafondverlichting achter (ook met optio-
nele uitneembare plafondverlichting):
dooft (geleidelijk) bij het sluiten van de zij-
schuifdeuren en achterdeuren.Combi-uitvoeringen
De plafondverlichting wordt op de vol-
gende manier in-/uitgeschakeld:
Inschakeling plafondverlichting zonder
portiervergrendeling
Plafondverlichting voor: gaat branden bij
het openen van de voorportieren.
Plafondverlichting achter: handmatige in-
schakeling.
Uitschakeling plafondverlichting met
portiervergrendeling
Plafondverlichting voor en achter (ook
met optionele uitneembare plafondver-
lichting): doven (geleidelijk) bij het sluiten
van de zijschuifdeuren, de achterdeuren of
de voorportieren.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 54
Page 56 of 210

55
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPER-
LICHTEN
Druk op de knop A-fig. 56, ongeacht de
stand van de contactsleutel. Als het sys-
teem is ingeschakeld, branden de lampjes
Îen ¥op het instrumentenpaneel. De
lichten schakelen uit als u de knop Anog-
maals indrukt.
BELANGRIJK Het gebruik van de waar-
schuwingsknipperlichten is afhankelijk van
de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
(indien van toepassing)
Bij een noodstop schakelen automatisch
de waarschuwingsknipperlichten in en
gaan gelijktijdig de lampjes
Îen ¥op het
instrumentenpaneel branden. De functie
schakelt automatisch uit als de remver-
traging niet meer het karakter van een
noodstop heeft. Deze functie voldoet aan
de huidige wettelijke voorschriften.
MISTLAMPEN VOOR fig. 57
(indien aanwezig)
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting
op knop 5. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje 5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.MISTACHTERLICHTEN fig. 57
Druk voor inschakeling op knop 4. De-
ze werken alleen als het dimlicht of de
mistlampen voor zijn ingeschakeld. Op het
instrumentenpaneel gaat het controle-
lampje 4branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop of schakel het dimlicht en/of de mist-
lampen voor (indien aanwezig) uit.BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt ge-
stopt en de motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrende-
len;
❒de interieurverlichting wordt ingescha-
keld.
Bij bepaalde uitvoeringen verschijnt op het
display het bericht “Brandstofnoodscha-
keling ingeschakeld zie instructieboekje”
als de brandstofnoodschakeling inschakelt.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na het ongeval de contactsleutel in
stand STOPom te voorkomen dat de ac-
cu ontlaadt.
fig. 56
A
F0T0049m
fig. 57F0T0036m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 55
Page 57 of 210

Om de juiste werking van de auto te her-
stellen, moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP.
56
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
INTERIEURUITRUSTING
ARMSTEUN STOEL
BESTUURDERSZIJDE fig. 58
(indien aanwezig)
Op enkele uitvoeringen is de bestuurder-
stoel voorzien van een armsteun.
U kunt de armsteun omhoog en omlaag
zetten in de richting van de pijlen.
OPBERGVAKJEfig. 59
Deze bevindt zich voor de voorstoel aan
passagierszijde.
DASHBOARDKASTJE
(indien aanwezig)
Trek aan de handgreep A-fig. 60om het
kastje te openen.
Rijd niet met een geopend
dashboardkastje: bij een on-
geval zou de passagier zich kunnen
verwonden.
ATTENTIE!
fig. 58F0T0056m
fig. 59F0T0187m
fig. 60F0T0069m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 56
Page 58 of 210

STEKKERDOOS (12V)
Deze bevindt zich op de middenconsole
fig. 61en werkt alleen als de contact-
sleutel in stand MARstaat. AANSTEKER
(indien aanwezig)
Deze bevindt zich in de middenconsole.
Druk voor het inschakelen van de aanste-
ker de knop A-fig. 62in, als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Na enige seconden springt de knop auto-
matisch in de beginstand en is de aanste-
ker klaar voor gebruik.
BELANGRIJK Controleer altijd of de aan-
steker na het indrukken ook uitschakelt.
fig. 61F0T0075mfig. 62
A
F0T0118m
De aansteker wordt erg heet.
Gebruik de aansteker voor-
zichtig en voorkom dat hij gebruikt
wordt door kinderen: risico op brand
en/of brandwonden.
ATTENTIE!
fig. 63F0T0117m
ASBAK fig. 63
(indien aanwezig)
De asbak bestaat uit een uitneembaar
kunststof houder met een veeropening.
De asbak kan in de beker/blikjeshouders
geplaatst worden op de middenconsole.
Gebruik de asbak niet als
prullenbak: papiertjes en
dergelijke kunnen door peuken in
brand raken.
ATTENTIE!
57
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 57
Page 59 of 210

fig. 66F0T0134m
fig. 67
A
F0T0135m
58
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ZONNEKLEPPEN fig. 64
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde kunnen voor de voorruit
en de zijruit worden gedraaid.
Aan de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurderszijde bevindt zich een vakje
voor het opbergen van pasjes.
Op enkele uitvoeringen is de zonneklep
aan passagierszijde voorzien van een spie-
geltje.SCHRIJF/LEESTAFELTJE
(indien aanwezig)
In het midden van het dashboard, boven
de inbouwplaats van de autoradio, bevindt
zich een schrijftafeltje A-fig. 65; op enkele
uitvoeringen kan het schrijftafeltje gebruikt
worden als leestafeltje door het aan de
achterzijde omhoog te trekken en de
steun op het dashboard te laten rusten,
zoals afgebeeld.
fig. 64F0T0188m
UITZETBARE ZIJRUITEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen) fig. 66
Ga voor het openen als volgt te werk:
❒druk de hendel A-fig. 67naar buiten
totdat de ruit geheel geopend is.
❒druk de hendel naar achteren totdat de
vergrendeling inspringt.
Sluit de ruit door de handelingen in om-
gekeerde volgorde uit te voeren totdat u
een klik hoort die aangeeft dat de hendel
weer in de vergrendelde stand staat.
fig. 65F0T0204m
Laat het schrijftafeltje niet in
verticale stand staan als de
auto rijdt.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 58
Page 60 of 210

PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-
/ONTGRENDELING
PORTIERVERGRENDELING VAN
BUITENAF
Alleen als alle portieren/deuren gesloten
zijn, wordt de portiervergrendeling inge-
schakeld. Als een of meerdere portie-
ren/deuren niet vergrendeld zijn na het in-
drukken van de knop Áop de afstandsbe-
diening, gaan de richtingaanwijzers onge-
veer 3 seconden snel knipperen. Als u de
metalen baard in het slot van het be-
stuurdersportier rechtsom draait, kunt u
alle portieren/deuren vergrendelen.
Als u de knop Á
op de afstandsbedie-
ning twee keer kort indrukt, schakelt
het dead lock-systeem in (zie de paragraaf
“Dead lock-systeem”).
Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop Ævoor het op af-
stand ontgrendelen van de voorportieren
(Cargo-uitvoering) en druk kort op knop
∞voor het ontgrendelen van de laad-
ruimte (Cargo-uitvoering). Druk kort op de knop Ævoor ontgren-
delen van alle portieren/deuren (Combi-
uitvoering). Gelijktijdig wordt de plafond-
verlichting tijdelijk ingeschakeld en knip-
peren de richtingaanwijzers twee keer. Als
u de metalen baard in het slot van het be-
stuurdersportier linksom draait, kunt u al-
le portieren/deuren ontgrendelen.
Laadruimte ont-/vergrendelen van
binnenuit (Cargo-uitvoering)
Druk vanuit het interieur van de auto op
de knop fig. 69(Cargo-uitvoering) voor
het ont- of vergrendelen van de laadruimte
(achterdeuren en zijschuifdeuren). Druk
nogmaals op de knop voor de vergrende-
ling van alle sloten.
59
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 68F0T0242mfig. 69F0T0322m
ZIJSCHUIFDEUREN
(indien aanwezig)
Voordat u een portier/deur
opent, moet u controleren of
u dat op een veilige manier kunt
doen.
ATTENTIE!
Controleer voor het tanken
van brandstof of de rechter
zijschuifdeur goed is gesloten;
als dit niet het geval is, dan
kan de schuifdeur of het blokkeerme-
chanisme bij geopend tankklepje wor-
den beschadigd.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 59