tow bar FIAT FREEMONT 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2011Pages: 289, PDF Size: 5.06 MB
Page 50 of 289

omlaag om het voorste of achterste gedeelte van de
zitting in de richting van de schakelaar te verstellen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en een
botsing met ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust . Tijdens een botsing bestaat het gevaar
dat u onder de veiligheidsgordel door schuift ,
waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan.Plaats geen voorwerpen onder een elek-
trisch verstelbare stoel en zorg dat deze
altijd vrij kan bewegen. Anders kan de
stoelbediening worden beschadigd. De stoel kan
niet vrij bewegen als deze wordt gehinderd door
obstakels. ELEKTRISCHE LENDENSTEUN — INDIEN AANWEZIG
De schakelaar voor de elektrisch verstelbare lenden-
steun bevindt zich aan de buitenzijde van de bestuur-
dersstoel. Druk de schakelaar naar voren voor meer
lendensteun. Druk de schakelaar naar achteren voor
minder lendensteun. Druk de schakelaar omhoog of
omlaag om de positie van de lendensteun te verhogen
of te verlagen. (afb. 17)
STOELVERWARMING — INDIEN AANWEZIG
Bij sommige modellen zijn de bestuurders- en voorpas-
sagiersstoel uitgerust met verwarmingselementen in
zowel de zittingen als de rugleuningen. De verwarm-
bare stoelen worden bediend m.b.v. het Uconnect
Touch™ systeem.
(afb. 17)
Schakelaar voor de elektrische lendensteun 43
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 52 of 289

naar LO. Het lage niveau wordt automatisch na 45
uitgeschakeld (OFF).
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere licha-
melijke conditie, moeten voorzichtig zijn bij het
gebruik van de stoelverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden veroorza-
ken, met name als de verwarming langdurig
wordt gebruikt .
Plaats geen voorwerpen op de stoel die
warmte-isolerend werken, zoals een deken of
kussen. Hierdoor kan de stoelverwarming over-
verhit raken. Gaan zitten op een zitting die over-
verhit is kan leiden tot ernstige brandwonden als
gevolg van de verhoogde oppervlaktetempera-
tuur van de zitting.
VOORSTOELEN HANDMATIG VERSTELLEN
Voor uitvoeringen met handmatig verstelbare stoelen
kunnen de bestuurdersstoel en de passagiersstoel naar
voren en naar achteren worden versteld m.b.v. de stang
vóór de zitting bij de vloer. (afb. 20)
Trek, terwijl u op de stoel zit, de stang omhoog en
beweeg de stoel voor- of achterwaarts. Laat de stang
los zodra de gewenste stand is bereikt. Beweeg vervol-
gens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelverstel-
mechanisme is vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en een
botsing met ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
(afb. 20) Handmatig verstelbare stoelen 45
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 54 of 289

NEERKLAPBARE VOORSTOEL
PASSAGIERSZIJDE — INDIEN AANWEZIG
Met deze functie wordt de laadruimte uitgebreid. Als
de stoel wordt neergeklapt, vormt hij een verlenging
van het laadvloeroppervlak (zodat langwerpige voor-
werpen van de achterklep tot aan het instrumentenpa-
neel in de auto passen.) De neerklapbare rugleuning
heeft ook een hard oppervlak dat u kunt gebruiken als
uw werkvlak als de stoel wordt neergeklapt en het
voertuig niet in beweging is. (afb. 23)
Trek de hendel van de rugleuning omhoog om de stoel
neer of op te klappen.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. Stel de stoel al-
leen in als de auto geparkeerd staat .
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico van letsel
te verlagen door de bewegingsvrijheid van het hoofd te
beperken tijdens aanrijdingen van achteren. De hoofd-
steunen moeten zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de bovenkant van de
hoofdsteun bevindt.
(afb. 22) Hoogteverstellingshendel van stoel
(afb. 23) Neerklapbare stoel 47
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 56 of 289

Raadpleeg, indien een actieve hoofdsteun is geacti-
veerd, de rubriek "Veiligheidsgordelsystemen/Actieve
hoofdsteunen (AHR)/Opnieuw instellen van de actievehoofdsteunen (AHR)" in "Veiligheid" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Plaats geen voorwerpen zoals jassen,
stoelhoezen of draagbare dvd-spelers
over de bovenkant van de hoofdsteunen. Deze
voorwerpen kunnen bij botsingen de werking van
de actieve hoofdsteunen belemmeren en leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
Actieve hoofdsteunen kunnen geactiveerd wor-
den als ze geraakt worden door objecten zoals
een hand, voet of losliggende voorwerpen. Om
ongewild activeren van de actieve hoofdsteunen
te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle
voorwerpen vastliggen, aangezien losliggende
voorwerpen tijdens plotseling remmen in contact
kunnen komen met de actieve hoofdsteunen. Als
aan deze waarschuwing geen gehoor wordt gege-
ven, kan persoonlijk letsel het gevolg zijn als de
actieve hoofdsteun geactiveerd wordt .
(afb. 25) Actieve hoofdsteun (normale positie)(afb. 26) Actieve hoofdsteun (gekanteld) 49
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 57 of 289

Hoofdsteunen — stoelen van de tweede zitrij
De achterstoelen zijn uitgerust met verstelbare hoofd-
steunen. Trek aan de hoofdsteunen om ze hoger af te
stellen. Als u de hoofdsteun lager wilt afstellen, drukt u
op de stelknop onder aan de hoofdsteun en duwt u
vervolgens de hoofdsteun naar beneden. (afb. 27) OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen door een erkend
mecanicien verwijderd worden en alleen voor onder-
houdswerkzaamheden. Als een van de hoofdsteunen
moet worden verwijderd, moet u contact opnemen
met een erkende dealer.
Raadpleeg "Veiligheidsgordelsystemen" in "Veilig-
heid" voor de correcte bevestiging van de gordel bij
gebruik van een kinderzitje.
WAARSCHUWING!
Rijden in een voertuig zonder hoofdsteu-
nen of met hoofdsteunen die niet goed
zijn afgesteld kan leiden tot ernstig letsel of de
dood in geval van een botsing. Voor u in het
voertuig gaat rijden moet u altijd de hoofdsteu-
nen controleren. De hoofdsteunen mogen nooit
worden afgesteld in een rijdende auto.
DERDE ZITRIJ — UITVOERINGEN VOOR
ZEVEN PASSAGIERS
Deze hoofdsteunen zijn niet verstelbaar en kunnen niet
worden verwijderd. Ze kunnen echter wel naar voren
worden geklapt als ze niet in gebruik zijn.
WAARSCHUWING!
Laat nooit iemand meerijden op de
derde zitrij, tenzij de hoofdsteun is opge-
klapt en vergrendeld. Als aan deze waarschuwing
geen gehoor wordt gegeven, kan dit bij een onge-
val lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
60/40-GEDEELDE ACHTERBANK VAN DE
TWEEDE ZITRIJ
Voor extra opbergruimte kunnen alle stoelen op de
tweede zitrij worden neergeklapt. Hierdoor wordt
extra laadruimte gecreëerd en blijft er zo nodig vol-
doende zitruimte over.
(afb. 27) Stelknop
50
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 59 of 289

Stoel opklappen
Klap de rugleuning op en zorg dat deze vergrendeld is.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een slecht vastgezette zitting kan
ernstig letsel veroorzaken.
Naar achteren en naar voren verstellen
De regelhendel bevindt zich aan de portierzijde van de
stoel. Licht de hendel op om de stoel naar voren of naar
achteren te verplaatsen. Laat de hendel los zodra de
stoel zich in de gewenste stand bevindt. Beweeg ver-
volgens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts
op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelver-
stelmechanisme is vergrendeld. (afb. 29)
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen in als de auto gepar-
keerd staat . Rugleuning verstellen
De verstelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Om de rugleuning naar achteren te verplaatsen
leunt u naar achteren, trek de hendel omhoog, zet de
rugleuning in de gewenste stand en laat dan de hendel
los. Om de rugleuning in de normale verticale stand
terug te zetten leunt u eerst naar achteren en licht de
hendel op en dan leunt u naar voren en laat de hendel
los zodra de rugleuning in de verticale stand staat.
(afb. 30)
(afb. 29)
Handmatig verstelbare stoelen
52
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 64 of 289

IN LENGTE EN HOOGTE
VERSTELBARE STUURKOLOM
Met deze functie kunt u de stuurkolom in hoogte
verstellen. U kunt de stuurkolom er ook mee in lengte
verstellen. De regelhendel voor lengte- en hoogtever-
stelling bevindt zich onder het stuur aan het einde van
de stuurkolom. (afb. 36)
Om de stuurkolom te ontgrendelen drukt u de bedie-
ningshendel naar beneden. Om de stuurkolom in de
hoogte te verstellen beweegt u het stuur zoals gewenst
naar boven of naar beneden. Om de stuurkolom te
verlengen of te verkorten trekt u het stuur zoals
gewenst naar buiten of duwt u het naar binnen. Om de
stuurkolom op zijn plaats te vergrendelen trekt u de
bedieningshendel naar boven tot deze klikt.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
Verstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is vergren-
deld, kan ertoe leiden dat de bestuurder de
macht over het stuur verliest . Overtuig u ervan
dat de stuurkolom vergrendeld is voor u gaat
rijden. Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan
dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
(afb. 36) Regelhendel voor lengte- en hoogteverstelling stuurkolom 57
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 65 of 289

SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET DAG/NACHTSTAND
De auto is voorzien van een spiegel met één kogelge-
wricht. Deze spiegel wordt aangedraaid in een vaste
stand. De spiegel is bevestigd op een steun op de
voorruit, die een linkse schroefdraad heeft. De spiegel
kan zonder gereedschap worden aangebracht.
De spiegelkop kan naar boven, beneden, links en rechts
worden aangepast aan de bestuurder. Draai de spiegel
zo dat u door het midden van de achterruit kijkt.
Hinderlijke weerspiegeling van de koplampen van ach-
terliggers kunt u verminderen door het hendeltje on-
der de spiegel in de nachtstand te zetten (naar de
achterkant van de auto toe). Stel de spiegel af terwijl
deze in de dagstand staat (naar de voorruit toe).
(afb. 37)BINNENSPIEGEL MET AUTOMATISCHE
DIMSTAND — INDIEN AANWEZIG
Dit type spiegel dimt automatisch de hinderlijke weer-
spiegeling van de koplampverlichting van achterliggers.
Deze functie is standaard ingeschakeld en wordt alleen
uitgeschakeld als het voertuig achteruit rijdt. (afb. 38)
Om tijdens reinigen de spiegel niet te
beschadigen mag reinigingsvloeistof
nooit rechtstreeks op de spiegel worden
gespoten. Breng de vloeistof aan op een schone
doek en wrijf de spiegel daarmee schoon.
BUITENSPIEGELS
Voor optimaal resultaat dient u de spiegels zo af te
stellen dat u de naastliggende rijbaan goed in het zicht
hebt en er tevens een geringe overlapping is met het
zicht in de binnenspiegel.
(afb. 37) Met de hand instelbare achteruitkijkspiegel
(afb. 38) Binnenspiegel met automatische dimstand
58
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 66 of 289

OPMERKING:Het bolle oppervlak van de buiten-
spiegel aan de passagierszijde biedt een veel bredere
kijkhoek, en brengt de rijbaan naast uw auto goed inbeeld.
WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken in de
bolle spiegel aan passagierszijde kleiner
en verder weg dan ze in werkelijkheid zijn.Als u te
veel op de passagiersspiegel vertrouwt , kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of object .
Gebruik uw binnenspiegel om de grootte van of
de afstand tot een voertuig te schatten dat u in
de rechterspiegel ziet . Als u deze waarschuwing
niet opvolgt , kan dit ernstig letsel of de dood tot
gevolg hebben.
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS
De schakelaar voor de elektrisch bediende buitenspie-
gels bevindt zich op het bekledingspaneel in het be-
stuurdersportier. (afb. 39)
Modellen zonder de functie "Ruit snel
openen/sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en druk vervolgens op één van de vier
pijltjestoetsen om de spiegel in de richting van de pijl te
verstellen. Modellen met de functie "Ruit snel
openen/sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en laat deze weer los. Druk vervolgens op
één van de vier pijltjestoetsen om de spiegel in de
richting van de pijl te verstellen. De keuzeschakelaar
slaat na 30 seconden af om te vermijden dat de spie-
gelstand na het verstellen onverhoeds wordt veran-
derd. OPMERKING:
Een lampje in de geselecteerde toets
brandt om aan te geven dat de spiegel is geactiveerd en
kan worden versteld.
ELEKTRISCH INKLAPBARE
BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
De schakelaar voor de elektrische inklapbare spiegels
bevindt zich tussen de spiegelschakelaars L (links) en R
(afb. 39) Elektrische spiegelschakelaars. 59
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 67 of 289

(rechts). Druk eenmaal op de schakelaar om de spie-
gels in te klappen en druk nogmaals op de schakelaar
om de spiegels naar de normale rijstand terug te
klappen. OPMERKING:Als de schakelaar voor de elektrisch
inklapbare spiegel meer dan 4 seconden wordt inge-
drukt of als de snelheid van het voertuig hoger is dan
8 km/u, wordt de inklapfunctie buiten werking gesteld.
Als de spiegels zich in de ingeklapte stand bevinden en
de snelheid van het voertuig is gelijk aan of hoger dan
8 km/u, worden ze automatisch uitgeklapt.
HANDMATIG INKLAPBARE
BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
Sommige modellen beschikken over scharnierende bui-
tenspiegels. Dankzij het scharnier beweegt de spiegel
bij een onzachte aanraking naar voren en naar achteren
om beschadiging te voorkomen. Het scharnier kent
drie standen: naar voren, naar achteren en normaal.
VERWARMDE BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter bescher-
ming tegen aanvriezing. Deze functie wordt ge-
activeerd wanneer u de achterruitverwarming inscha-
kelt. Raadpleeg “Functies achterruit” voor meer
informatie. VERLICHTE MAKE-UPSPIEGELS — INDIENAANWEZIG
Beide zonnekleppen hebben een verlicht make-
upspiegeltje. Als u deze spiegel wilt gebruiken, klapt u
de zonneklep naar beneden en het spiegelklepje om-
hoog. Het lampje gaat automatisch branden. Als het
spiegelkapje wordt gesloten, gaat het licht uit. (afb. 40)
"Schuifstangfunctie" zonneklep — indien
aanwezig
Met deze functie zijn er meer standen mogelijk om de
zon te weren met de zonneklep.
1. Klap de zonneklep naar beneden.
2. Neem de zonneklep van de klem in het midden af.
3. Trek de zonneklep in de richting van de achteruit-
kijkspiegel om het zonwerende vlak te vergroten.
(afb. 40) Verlichte make-upspiegel
60
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD