tow FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 107 of 356

Wanneer de armsteun is neergeklapt bevinden de be-
kerhouders zich in de hoofdsteun. De hoofdsteun kan
worden versteld om de bekerhouders een betere
plaats te geven. (afb. 78)
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto terwijl de
sleutel in de contactschakelaar steekt.
Naast de bekerhouders kunnen sommige uitvoeringen
zijn voorzien van flessenhouders. De flessenhouders
bevinden zich in de portierpanelen. (afb. 79)
WAARSCHUWING!
Als er houders met hete vloeistof in de
flessenhouder worden geplaatst , kan de
vloeistof bij het sluiten van het portier overlopen
en brandwonden veroorzaken aan de inzitten-
den. Wees voorzichtig bij het sluiten van de por-
tieren om letsel te voorkomen.
(afb. 78) Bekerhouders armleuning
(afb. 79) Flessenhouder portier
101
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 108 of 356

ELEKTRISCH BEDIENBAAR
ZONNEDAK (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De schakelaar voor het elektrisch bedienbare schuifdak
bevindt zich in de dakconsole tussen de zonnekleppen.
(afb. 80)
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit in een auto achter
terwijl de sleutel in het contactslot zit .
Inzittenden, en vooral kinderen zonder begelei-
der, kunnen klem komen te zitten in de dakope-
ning als ze de schakelaar van het elektrisch be-
dienbare schuifdak bedienen. Bij een dergelijke
beknelling kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
In geval van een aanrijding is het risico om uit
een voertuig geslingerd te worden groter wan-
neer het schuifdak geopend is. U kunt ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Maak altijd uw au-
togordel op de juiste wijze vast en controleer of
alle passagiers dit ook gedaan hebben.
Sta niet toe dat kleine kinderen het schuifdak
bedienen. Steek nooit vingers, lichaamsdelen of
voorwerpen door het schuifdak naar buiten.Ver-
wondingen kunnen daarvan het gevolg zijn.
SCHUIFDAK OPENEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan een halve se-
conde) naar achteren duwt, wordt het schuifdak auto-
matisch vanuit elke positie geopend. Het schuifdak
wordt volledig geopend en stopt automatisch. Dit is de
functie "Snel openen". De functie Snel openen zorgt
dat bij aanraking van de schakelaar het schuifdak stopt.
(afb. 80) Schakelaar van elektrisch bedienbaar schuifdak
102
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 109 of 356

SCHUIFDAK OPENEN — HANDMATIG
Om het schuifdak te openen, moet u de schakelaar
naar achteren indrukken en vasthouden om het volle-
dig te openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en het schuifdak blijft dan gedeeltelijk open
totdat de schakelaar weer ingedrukt en naar achteren
geduwd wordt.
SCHUIFDAK SLUITEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan een halve se-
conde) naar voren duwt, wordt het schuifdak automa-
tisch vanuit elke positie gesloten. Het schuifdak wordt
volledig gesloten en stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel sluiten". De functie Snel sluiten zorgt dat bij
aanraking van de schakelaar het schuifdak stopt.
SCHUIFDAK SLUITEN — HANDMATIG
Om het schuifdak te sluiten moet u de schakelaar
indrukken en naar voren drukken. Als u de schakelaar
weer loslaat, stopt de beweging en het schuifdak blijft
dan gedeeltelijk gesloten totdat de schakelaar weer
ingedrukt en naar voren geduwd wordt.
OBSTAKELDETECTIE
Deze functie zorgt dat obstakels in de opening van het
schuifdak worden gedetecteerd bij gebruik van de func-
tie Snel sluiten. Als een obstakel wordt ontdekt, gaat
het schuifdak automatisch dicht. Verwijder het obsta-
kel als dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar kort
naar voren om het schuifdak te sluiten.OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogin-
gen om het dak te sluiten zijn onderbroken door de
obstakeldetectie, wordt de vierde poging uitgevoerd
als een handmatige sluiting met uitgeschakelde
obstakeldetectie.
OBSTAKELDETECTIE UITSCHAKELEN
Als een bekend obstakel (ijs, puin, enz.) het sluiten van
het open dak onmogelijk maakt, druk dan de schakelaar
naar voren en houd deze twee seconden lang ingedrukt
nadat het terugschuiven begint. Hierdoor zal het
schuifdak worden gesloten. OPMERKING: Als de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden, wordt de obstakeldetectie geannuleerd.
VENTILATIESTAND SCHUIFDAK — SNEL
Als u kort op de "Vent"-toets drukt, beweegt het
schuifdak naar de ventilatiestand. Dit is de functie "Snel
naar ventilatiestand" die werkt vanuit elke positie van
het schuifdak. De functie Snel naar ventilatiestand
zorgt ervoor dat bij aanraking van de schakelaar het
schuifdak stopt.
BEDIENING ZONWERING
De zonwering kunt u met de hand openen. De zonwe-
ring wordt echter ook automatisch geopend als het
schuifdak wordt geopend. OPMERKING: U kunt de zonwering niet sluiten als
het schuifdak open is.
103
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 110 of 356

Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven als het gevoel van
druk op de oren, vergelijkbaar met het akoestisch
effect van helikoptergeluid. U kunt in uw auto dit
rijwindeffect soms merken als de ramen open zijn of
het zonnedak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
geheel of gedeeltelijk is geopend. Dit is normaal en het
effect kunt u tenietdoen. Als u last hebt van rijwinddruk
terwijl de achterramen open staan, draait u de voor- en
achterramen allebei open om het effect te verminde-
ren. Als u rijwinddruk bemerkt terwijl het schuifdak
openstaat, verstelt u de schuifdakopening om het effect
te verminderen.
ONDERHOUD SCHUIFDAK
Gebruik voor het reinigen van het glaspaneel uitslui-
tend niet-schurende schoonmaakmiddelen en een
zachte doek.
WERKING BIJ CONTACT UIT
De schakelaars voor het elektrische schuifdak blijven
nog maximaal 10 minuten geactiveerd nadat de con-
tactschakelaar is uitgezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uitgeschakeld. OPMERKING:Met het Uconnect Touch™ systeem
kan de vertragingstijd worden ingesteld. Raadpleeg
“Uconnect Touch™ instellingen” voor meer
informatie. PORTIERVERGRENDELING
HANDMATIGE PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen, drukt u de
portiervergrendelknop op ieder bekledingspaneel om-
laag. Als u de voorportieren wilt ontgrendelen, trekt u
de binnenhandgreep in de eerste klikstand. Als u de
achterportieren wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledingspaneel omhoog.
(afb. 81)
Wanneer de vergrendelknop is ingedrukt als u het
portier sluit, is het portier vergrendeld. Zorg daarom
dat de sleutelhouder niet binnen in de auto is voordat
u het portier dicht doet. OPMERKING:
De handmatige deursloten kunnen
de achterklep niet ontgrendelen of vergrendelen.
(afb. 81)
Handmatige portiervergrendelknop
104
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 111 of 356

WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid en be-
veiliging in geval van een ongeluk moet u
de portieren tijdens het rijden vergrendelen en
wanneer u het voertuig parkeert en verlaat .
Neem altijd de sleutelhouder mee uit de auto
wanneer u de portieren vergrendeld. Gebruik
zonder toezicht van de aanwezige uitrusting in de
auto kan ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een auto
is om verschillende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden kunnen ernstige of dodelijke verwon-
dingen oplopen. Laat de sleutelhouder niet in het
contact achter. Een kind zou de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide voorportieren
vindt u een knop voor elektrische portiervergrende-
ling. Met deze schakelaar kunt u de portieren en de
achterklep elektrisch vergrendelen en ontgrendelen.
(afb. 82)
De portieren worden niet vergrendeld als u de ver-
grendelknop indrukt terwijl de sleutelhouder zich in de
auto bevindt en een voorportier is geopend. Hierdoor wordt voorkomen dat u per ongeluk de sleutelhouder
achterlaat in de auto. Na het verwijderen van de sleu-
telhouder of sluiten van het portier werken de sloten
weer zoals gebruikelijk. Als een portier is geopend en
het contactslot staat in de stand LOCK of ACC, klinkt
een gong om u eraan te herinneren de sleutelhouder te
verwijderen.
Automatische portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling is standaard uit-
geschakeld. Wanneer deze ingeschakeld is, worden de
portieren automatisch vergrendeld als de rijsnelheid
hoger is dan 24 km/u. De automatische portiervergren-
deling kan door de erkende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek van de klant.
Bezoek uw erkende servicedealer.
(afb. 82)
Plaats van de schakelaar voor portiervergrendeling
105
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 112 of 356

Automatisch portieren ontgrendelen bij
uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrendeling worden de
portieren automatisch ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische ontgrendelen vande portieren bij uitstappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Raadpleeg voor het veranderen van de huidige instel-
lingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto"
voor meer informatie. OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften.
Programmeren van de functie automatisch
portieren ontgrendelen bij uitstappen
U kunt de functie voor het automatisch ontgrendelen
van de portieren bij uitstappen als volgt in- of uitscha-
kelen:
Raadpleeg voor voertuigen die zijn uitgerust met Uconnect Touch™ “Uconnect Touch™ instellingen”
in “Uw auto” voor meer informatie. Ga bij voertuigen zonder Uconnect Touch™ als
volgt te werk:
1. Ga in de auto zitten en sluit alle portieren.
2. Steek de ingebouwde sleutel in het contact.
3. Schakel het contact binnen 15 seconden viermaal heen en weer tussen de standen LOCK en ON/
RUN en zet de schakelaar na de vierde keer in de
stand LOCK (start de motor niet). Start echter
niet de motor.
4. Druk binnen 30 seconden op de schakelaar voor centrale portiervergrendeling om de portieren te
ontgrendelen.
5. Een geluidssignaal geeft aan dat de programmering voltooid is.
OPMERKING: Als er geen geluidssignaal klinkt, be-
vindt het systeem zich niet in de programmeermodus
en moet u de procedure nogmaals uitvoeren.
6. Herhaal deze stappen als u de vorige instelling voor
deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften.
KINDERSLOTEN — ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinderen die op de ach-
terste zitplaatsen meerijden, zijn de achterportieren
voorzien van een kinderslot.
106
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 113 of 356

Activeren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijkvoorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand LOCK. (afb. 83) (afb. 84)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Wanneer het kinderslot is geacti-
veerd, kan het portier alleen met de portiergreep van
buitenaf worden geopend, ook als de ontgrendelknop
aan de binnenzijde in de ontgrendelde stand staat.
WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand in
de auto wordt opgesloten. Vergeet niet
dat u de achterportieren uitsluitend van buitenaf
kunt openen als het kinderslot ingeschakeld is.
Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan dit
ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
OPMERKING:
Controleer na het activeren van het kinderslot altijd
of het portier niet van binnenuit kan worden geopend.
Als u in een noodsituatie de auto moet verlaten
terwijl het systeem is geactiveerd, trekt u de vergren-
delknop omhoog naar de ontgrendelde stand, draait u
(afb. 83) Plaats van het kinderbeveiligde portierslot
(afb. 84) Functie kinderslot
107
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 114 of 356

de ruit omlaag en opent u het portier via de portier-
greep aan de buitenzijde.
Het kinderslot uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijkvoorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand UNLOCK. (afb. 85)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Controleer na het uitschakelen van
het kinderslot altijd of het portier van binnenuit kan
worden geopend. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt verbeteringen ten
opzichte van het systeem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-Go. Met deze
functie kunt u de portieren van uw auto vergrendelen
en ontgrendelen zonder dat u op de afstandbediening
de vergrendel- en ontgrendelknoppen hoeft in te druk-
ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-
grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portierhand-
greep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk
dat de handgreep minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbe-
diening of Passive Entry en er wordt binnen 60 secon-
den geen portier geopend, worden de portieren weer
vergrendeld en wordt (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren zal(afb. 85)
Functie kinderslot
108
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 115 of 356

omhoog komen wanneer het portier wordt ontgren-
deld. (afb. 86) OPMERKING:Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één keer drukken) is
ingesteld, worden alle portieren ontgrendeld wanneer
u de handgreep van het bestuurdersportier vastpakt.
Raadpleeg voor het kiezen tussen "Unlock Driver
Door 1st Press" en "Unlock All Doors 1st Press",
"Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto" voor
meer informatie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het voorste
passagiersportier en pak deze handgreep vast om alle
vier portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. OPMERKING:
Alle portieren en de achterklep wor-
den ontgrendeld wanneer de handgreep van het voor-
ste passagiersportier wordt vastgepakt, ongeacht de
gewenste ontgrendelinstelling van het bestuurderspor-
tier ("Unlock Driver Door 1st Press" (ontgrendel alle
portieren na één keer drukken) of "Unlock All Doors
1st Press" (ontgrendel alle portieren na één keer druk-
ken)).
Achterklep openen
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
op minder dan 1 meter van de achterklep en vergrendel
of ontgrendel de auto door te drukken op de knop
linksonder van het profiel dat zich op de achterklep
onder de ruit bevindt. (afb. 87)(afb. 86) Handgreep van het bestuurdersportier vastpakken
(afb. 87) Knop achterklep ontgrendelen/vergrendelen
109
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 116 of 356

Onbedoeld vergrendelen van afstandsbediening
met Passive Entry in de auto voorkomen
Om te voorkomen dat een afstandsbediening met
Passive Entry onbedoeld wordt ingesloten in de auto, is
het Passive Entry-systeem uitgerust met een automa-
tische portierontgrendelingsfunctie, die in werking
treedt wanneer de contactschakelaar in de stand OFF
staat.
Als een van de autoportieren is geopend en de portier-
paneelschakelaar wordt gebruikt om de auto te ver-
grendelen, zal het voertuigsysteem, na het sluiten van
alle portieren, controleren of er binnen of buiten de
auto geldige afstandsbedieningen met Passive Entry
aanwezig zijn. Als een van afstandsbedieningen met
Passive Entry wordt gedetecteerd binnen de auto en er
geen andere geldige afstandsbediening met Passive En-
try wordt gedetecteerd buiten de auto, ontgrendelt
het Passive Entry-systeem automatisch alle portieren
en zal er drie keer een claxonsignaal klinken (bij de
derde poging worden ALLE portieren vergrendeld en
kan de afstandsbediening met Passive Entry worden
ingesloten in de auto).
Portieren vergrendelen
Aan de buitenzijde van de handgrepen op de voorpor-
tieren zijn LOCK-knoppen (vergrendelknoppen) aan-
gebracht. (afb. 88)
Houd een van de afstandsbedieningen met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het
bestuurders- of passagiersportier en druk op de knopLOCK van de handgreep om alle vier portieren en de
achterklep te vergrendelen. OPMERKING:
Nadat u de knop LOCK hebt ingedrukt, moet u twee
seconden wachten voordat u de portieren kunt ver-
grendelen of ontgrendelen met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze kunt u controleren
door aan de portiergreep te trekken of de auto is
vergrendeld, zonder dat de auto reageert en de portie-
ren ontgrendelt.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de batterij
van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld met de
toets LOCK toets op de afstandsbediening of de ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren.
(afb. 88)
Vergrendelknop op de buitenhandgreep
110
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD