tow bar FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 51 of 356

STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk onderdeel van het
veiligheidssysteem voor inzittenden van deze auto.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
personen te vervoeren in de bagage-
ruimte, zowel binnen als buiten de auto. Bij een
aanrijding lopen personen in de bagageruimte
een groter risico om ernstig of zelfs dodelijk
gewond te raken.
Vervoer geen personen in een ruimte van de
auto die niet is voorzien van stoelen en autogor-
dels. Bij een aanrijding lopen personen in de
bagageruimte een groter risico om ernstig of zelfs
dodelijk gewond te raken.
Zorg dat iedereen in uw auto een stoel heeft en
de autogordel op de juiste wijze heeft omgedaan.
ELEKTRISCH VERSTELBARE
BESTUURDERSSTOEL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De schakelaar voor de elektrische stoelverstelling be-
vindt zich onder aan de zijkant van de zitting, aan
portierzijde. Met deze schakelaar schuift u de stoel
omhoog, omlaag, naar voren of naar achteren of kunt u
de stoel kantelen. (afb. 16) De stoel naar voren of naar achteren
verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar achteren wor-
den versteld. Druk de stoelschakelaar naar voren of
naar achteren om de stoel in de richting van de scha-
kelaar te verstellen. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt.
De stoel omhoog of omlaag verstellen
De stoelhoogte kan omhoog of omlaag worden ver-
steld. Trek de stoelschakelaar omhoog of druk deze
omlaag om de stoel in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
(afb. 16)
Schakelaar elektrische stoelverstelling
45
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 52 of 356

De stoel omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan in vier richtingen worden
versteld. Trek de voorzijde van de stoelschakelaar om-
hoog of druk de achterzijde van de stoelschakelaar
omlaag om het voorste of achterste gedeelte van de
zitting in de richting van de schakelaar te verstellen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en een
botsing met ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust . Tijdens een botsing bestaat het gevaar
dat u onder de veiligheidsgordel door schuift ,
waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan.
Plaats geen voorwerpen onder een elek-
trisch verstelbare stoel en zorg dat deze
altijd vrij kan bewegen. Anders kan de
stoelbediening worden beschadigd. De stoel kan
niet vrij bewegen als deze wordt gehinderd door
obstakels.
ELEKTRISCHE LENDENSTEUN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De schakelaar voor de elektrisch verstelbare lenden-
steun bevindt zich aan de buitenzijde van de bestuur-
dersstoel. Druk de schakelaar naar voren voor meer
lendensteun. Druk de schakelaar naar achteren voor
minder lendensteun. Druk de schakelaar omhoog of
omlaag om de positie van de lendensteun te verhogen
of te verlagen. (afb. 17)
STOELVERWARMING (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Bij sommige modellen zijn de bestuurders- en voorpas-
sagiersstoel uitgerust met verwarmingselementen in
zowel de zittingen als de rugleuningen. De verwarm-
bare stoelen worden bediend m.b.v. het Uconnect
Touch™ systeem.
46
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 54 of 356

Als u de stand Hi-level hebt geselecteerd, geeft de
verwarming extra veel hitte tijdens de eerste vier
gebruiksminuten. Daarna neemt de uitgestraalde hitte
af tot het normale hoge niveau. Als het hoge niveau is
geselecteerd, schakelt het systeem automatisch na
maximaal 60 minuten continue werking terug naar laag
niveau. Op dat moment verandert het display van HI
naar LO. Het lage niveau wordt automatisch na 45
uitgeschakeld (OFF).
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere licha-
melijke conditie, moeten voorzichtig zijn bij het
gebruik van de stoelverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden veroorza-
ken, met name als de verwarming langdurig
wordt gebruikt .
Plaats geen voorwerpen op de stoel die
warmte-isolerend werken, zoals een deken of
kussen. Hierdoor kan de stoelverwarming over-
verhit raken. Gaan zitten op een zitting die over-
verhit is kan leiden tot ernstige brandwonden als
gevolg van de verhoogde oppervlaktetempera-
tuur van de zitting.
VOORSTOELEN HANDMATIG VERSTELLEN
Voor uitvoeringen met handmatig verstelbare stoelen
kunnen de bestuurdersstoel en de passagiersstoel naar
voren en naar achteren worden versteld m.b.v. de stang
vóór de zitting bij de vloer. (afb. 20)
Trek, terwijl u op de stoel zit, de stang omhoog en
beweeg de stoel voor- of achterwaarts. Laat de stang
los zodra de gewenste stand is bereikt. Beweeg vervol-
gens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts op
(afb. 19) Schermtoets "Heated Seats" (stoelverwarming)
48
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 55 of 356

de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelverstel-
mechanisme is vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en een
botsing met ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben. RUGLEUNING VERSTELLEN
De regelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Leun, om de rugleuning te verstellen, licht naar
voren, trek de hendel omhoog, leun naar achteren tot
de gewenste stand is bereikt en laat de hendel los. Om
de rugleuning naar de normale stand terug te brengen
leunt u naar voren en licht de hendel omhoog. Laat de
hendel los wanneer de rugleuning zich in de stand
rechtop bevindt. (afb. 21)
(afb. 20)
Handmatig verstelbare stoelen
(afb. 21) Hendel rugleuning
49
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 56 of 356

WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen af als de auto gepar-
keerd staat .
Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust . Bij een aanrijding zou u dan onder de
autogordel door kunnen glijden en zo ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Gebruik de rugleu-
ningversteller uitsluitend terwijl de auto gepar-
keerd staat .
HOOGTEVERSTELLING
BESTUURDERSSTOEL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De hendel voor de hoogteverstelling bevindt zich aan
de buitenzijde van de stoel. Breng de hendel naar boven
om de zitting te verhogen. Breng de hendel naar bene-
den om de zitting te verlagen. De hoogteverstelling van
de stoel bedraagt in totaal circa 55 mm. (afb. 22) NEERKLAPBARE VOORSTOEL
PASSAGIERSZIJDE (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Met deze functie wordt de laadruimte uitgebreid. Als
de stoel wordt neergeklapt, vormt hij een verlenging
van het laadvloeroppervlak (zodat langwerpige voor-
werpen van de achterklep tot aan het instrumentenpa-
neel in de auto passen). De neerklapbare rugleuning
heeft ook een hard oppervlak dat u kunt gebruiken als
uw werkvlak als de stoel wordt neergeklapt en het
voertuig niet in beweging is. (afb. 23)
Trek de hendel van de rugleuning omhoog om de stoel
neer of op te klappen.
(afb. 22)
Hoogteverstellingshendel van stoel
50
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 57 of 356

WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. Stel de stoel al-
leen in als de auto geparkeerd staat .
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico van letsel
te verlagen door de bewegingsvrijheid van het hoofd te
beperken tijdens aanrijdingen van achteren. De hoofd-
steunen moeten zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de bovenkant van de
hoofdsteun bevindt.
WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle inzit-
tenden correct worden afgesteld voor-
dat u gaat rijden, of voordat de passagiers plaats-
nemen. De hoofdsteunen mogen niet worden
afgesteld tijdens het rijden. Rijden in een auto
zonder hoofdsteunen of met incorrect afgestelde
hoofdsteunen kan leiden tot ernstig of dodelijk
letsel bij botsingen.
Actieve hoofdsteunen (AHR) — voorstoelen
Actieve hoofdsteunen zijn passieve componenten die
kunnen worden geactiveerd. Auto's met dit systeem
kunnen niet eenvoudigweg aan de hand van markerin-
gen worden geïdentificeerd, maar alleen door visuele
inspectie van de hoofdsteun. De hoofdsteun zal zich in
twee helften splitsen; de voorste helft bestaat uit zacht
schuim en bekleding en de achterste helft uit decoratief
plastic.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een botsing
van achteren worden geactiveerd, schuift de voorste
helft van de actieve hoofdsteun naar voren om de
afstand tussen het achterhoofd van de inzittende en de
actieve hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsingen van
achteren het risico van letsel bij de bestuurder en
voorpassagier te voorkomen of te verlagen. Raadpleeg
(afb. 23) Neerklapbare stoel
51
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 59 of 356

OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen door een erkend
mecanicien verwijderd worden en alleen voor onder-
houdswerkzaamheden. Als een van de twee hoofdsteu-
nen verwijderd moeten worden, moet u contact opne-
men met een erkende dealer.
Raadpleeg, indien een actieve hoofdsteun is geacti-
veerd, de rubriek "Veiligheidsgordelsystemen/Actieve
hoofdsteunen (AHR)/Opnieuw instellen van de actieve
hoofdsteunen (AHR)" in "Veiligheid" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Plaats geen voorwerpen zoals jassen,
stoelhoezen of draagbare dvd-spelers
over de bovenkant van de hoofdsteunen. Deze
voorwerpen kunnen bij botsingen de werking van
de actieve hoofdsteunen belemmeren en leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
(Vervolgd)(Vervolgd)
Actieve hoofdsteunen kunnen geactiveerd wor-
den als ze geraakt worden door objecten zoals
een hand, voet of losliggende voorwerpen. Om
onverhoedse activering van de actieve hoofd-
steun te voorkomen, dienen alle voorwerpen vei-
lig te worden opgeborgen, omdat losse voorwer-
pen in aanraking zouden kunnen komen met de
actieve hoofdsteun wanneer er plotseling moet
worden geremd.Als aan deze waarschuwing geen
gehoor wordt gegeven, kan persoonlijk letsel het
gevolg zijn als de actieve hoofdsteun geactiveerd
wordt .
Hoofdsteunen — stoelen van de tweede zitrij
De achterstoelen zijn uitgerust met verstelbare hoofd-
steunen. Trek aan de hoofdsteunen om ze hoger af te
stellen. Als u de hoofdsteun lager wilt afstellen, drukt u
op de stelknop onder aan de hoofdsteun en duwt u
vervolgens de hoofdsteun naar beneden. (afb. 27) OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen door een erkend
mecanicien verwijderd worden en alleen voor onder-
houdswerkzaamheden. Als een van de hoofdsteunen
moet worden verwijderd, moet u contact opnemen
met een erkende dealer.
53
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 62 of 356

Stoel opklappen
Klap de rugleuning op en zorg dat deze vergrendeld is.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een slecht vastgezette zitting kan
ernstig letsel veroorzaken.
Naar achteren en naar voren verstellen
De regelhendel bevindt zich aan de portierzijde van de
stoel. Licht de hendel op om de stoel naar voren of naar
achteren te verplaatsen. Laat de hendel los zodra de
stoel zich in de gewenste stand bevindt. Beweeg ver-
volgens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts
op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelver-
stelmechanisme is vergrendeld. (afb. 29)
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen in als de auto gepar-
keerd staat . Rugleuning verstellen
De verstelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Om de rugleuning naar achteren te verplaatsen
leunt u naar achteren, trek de hendel omhoog, zet de
rugleuning in de gewenste stand en laat dan de hendel
los. Om de rugleuning in de normale verticale stand
terug te zetten leunt u eerst naar achteren en licht de
hendel op en dan leunt u naar voren en laat de hendel
los zodra de rugleuning in de verticale stand staat.
(afb. 30)
(afb. 29)
Handmatig verstelbare stoelen
56
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 67 of 356

IN LENGTE EN HOOGTE
VERSTELBARE STUURKOLOM
Met deze functie kunt u de stuurkolom in hoogte
verstellen. U kunt de stuurkolom er ook mee in lengte
verstellen. De regelhendel voor lengte- en hoogtever-
stelling bevindt zich onder het stuur aan het einde van
de stuurkolom. (afb. 36)
Om de stuurkolom te ontgrendelen drukt u de bedie-
ningshendel naar beneden. Om de stuurkolom in de
hoogte te verstellen beweegt u het stuur zoals gewenst
naar boven of naar beneden. Om de stuurkolom te
verlengen of te verkorten trekt u het stuur zoals
gewenst naar buiten of duwt u het naar binnen. Om destuurkolom op zijn plaats te vergrendelen trekt u de
bedieningshendel naar boven tot deze klikt.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
Verstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is vergren-
deld, kan ertoe leiden dat de bestuurder de
macht over het stuur verliest . Overtuig u ervan
dat de stuurkolom vergrendeld is voor u gaat
rijden. Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan
dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
(afb. 36) Regelhendel voor lengte- en hoogteverstelling stuurkolom
61
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 68 of 356

SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET DAG/NACHTSTAND
De auto is voorzien van een spiegel met één kogelge-
wricht. Deze spiegel wordt aangedraaid in een vaste
stand. De spiegel is bevestigd op een steun op de
voorruit, die een linkse schroefdraad heeft. De spiegel
kan zonder gereedschap worden aangebracht.
De spiegelkop kan naar boven, beneden, links en rechts
worden aangepast aan de bestuurder. Draai de spiegel
zo dat u door het midden van de achterruit kijkt.
Hinderlijke weerspiegeling van de koplampen van ach-
terliggers kunt u verminderen door het hendeltje on-
der de spiegel in de nachtstand te zetten (naar de
achterkant van de auto toe). Stel de spiegel af terwijl
deze in de dagstand staat (naar de voorruit toe).
(afb. 37)
BINNENSPIEGEL MET AUTOMATISCHE
DIMSTAND (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Dit type spiegel dimt automatisch de hinderlijke weer-
spiegeling van de koplampverlichting van achterliggers.
Deze functie is standaard ingeschakeld en wordt alleen
uitgeschakeld als het voertuig achteruit rijdt. (afb. 38)
(afb. 37)Met de hand instelbare achteruitkijkspiegel(afb. 38)
Automatisch dimmende spiegel
62
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD