FIAT PUNTO 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2020Pages: 215, PDF Size: 9.23 MB
Page 171 of 215

167
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning, indien nodig, he\
rstellen;
vervaldatum lading “Fix&Go Automatic”-kit controleren
(voor bepaalde versies/markten)●●●● ●● ●●● ●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknippe\
rlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel, en\
z.)
controleren●●●● ●● ●●● ●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelsysteem, hydraulische remmen/koppeling, ruitensproeiers, accu\
enz.) ●●●● ●● ●●● ●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●● ●● ●●● ●
Werking van het brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de emissie
nachecken m.b.v. de diagnosestekker, en (voor bepaalde versies/markten)\
,
de verslechtering van de motorolie●●●● ●● ●●● ●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●● ●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controler\
en●● ●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers afstellen●● ●●●
Vergrendelmechanismen van en achterklep op aanwezigheid van vuil control\
eren en mechanismen smeren●●● ●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●● ●●
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINE-UITVOERINGEN
De in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema vermelde controles, eenmaal 12\
0.000 km/8 jaar is bereikt, moeten periodiek wor-
den herhaald vanaf het eerste onderhoudsinterval, dus met inachtneming v\
an dezelfde termijnen als eerder uitgevoerd.
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 167
Page 172 of 215

168
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG(1) Wanneer de auto overwegend in de stad wordt gebruikt en wanneer er\
jaarlijks minder dan 10.000 km wordt gereden, moeten de
motorolie en het oliefilter elk jaar worden vervangen.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstan\
d van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstan\
digheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van
langdurige stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km \
aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de
4 jaar vervangen worden.
(3) In geval van gebruik van het voertuig in stoffige gebieden moet he\
t filter elke 15.000 km worden vervangen.
(
❍) Aanbevolen werkzaamheden.
(
●) Verplichte werkzaamheden.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 1234 56 7 8910
Conditie en slijtage remblokken van schijfremblokken voor/achter
visueel controleren (voor bepaalde versies/markten)
alsook de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●● ●● ●●● ●
Remvoeringen van trommelremmen achter visueel op conditie en slijtage co\
ntroleren●●●● ●● ●●● ●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●
Conditie en spanning van aandrijfriem(en) hulporganen (alleen bij ver\
sies zonder automatische riemspanner) visueel inspecteren●●
Conditie getande distributieriem visueel controleren●
Klepspeling controleren en, indien nodig, afstellen (1.2 8v - 1.4 8v ve\
rsies)
Het olieniveau van de mechanische versnellingsbak controleren●●
Verwissel de motorolie en het oliefilter (1)●●● ●●
Bougies vervangen ●●● ●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (2)●
Getande distributieriem vervangen (2)●
Luchtfilterelement vervangen (3) ●●● ●●
Remvloeistof vervangen●●● ●●
Interieurfilter vervangen (3) ❍●❍●❍●❍●❍●
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 168
Page 173 of 215

169
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning, indien nodig, he\
rstellen;
vervaldatum lading “Fix&Go Automatic”-kit controleren
(voor bepaalde versies/markten)●●●● ●● ●●●●
Werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte, inte\
rieur,
dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren)●●●● ●● ●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelsysteem, hydraulische remmen/koppeling, ruitensproeiers, accu\
enz.) ●●●● ●● ●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●● ●● ●●●●
Werking van het brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de emissie
nachecken m.b.v. de diagnosestekker, en (voor bepaalde versies/markten)\
,
de verslechtering van de motorolie●●●● ●● ●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controler\
en●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren, \
schoonmaken en mechanismen smeren●● ● ●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●● ● ●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremblokken voor/achter visueel\
controleren (voor bepaalde versies/markten) alsook de werking
van remblokslijtagesensor controleren.●●●● ●● ●●●●
DIESELUITVOERINGEN
De in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema vermelde controles, eenmaal 12\
0.000 km/6 jaar is bereikt, moeten periodiek wor-
den herhaald vanaf het eerste onderhoudsinterval, dus met inachtneming v\
an dezelfde termijnen als eerder uitgevoerd.
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 169
Page 174 of 215

170
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 1234 56 7 8910
Remvoeringen van trommelremmen achter visueel op conditie en slijtage co\
ntroleren●●●● ●● ●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Het olieniveau van de mechanische versnellingsbak controleren●● ●
De motorolie en het oliefilter vervangen (2)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (3) ●
Brandstoffilter vervangen (4)●● ●
Luchtfilterelement vervangen (5) ●●● ●●
Remvloeistof vervangen ●●● ●●
Interieurfilter vervangen (5) ❍●❍●❍●❍●❍●
(1) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het\
oliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van de auto en
wordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht op het instrumen\
tenpaneel. In geen geval mag dit langer dan 2 jaar bedr a-
gen.
(2) Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt, dan moet de mo\
torolie elk jaar worden vervangen.
(3) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstan\
d van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstan\
digheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van
langdurige stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km \
aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de
4 jaar vervangen worden.
(4) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet vol\
doet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(5) In geval van gebruik van het voertuig in stoffige gebieden moet he\
t filter elke 20.000 km worden vervangen.
(
❍) Aanbevolen werkzaamheden.
(
●) Verplichte werkzaamheden.
(1)
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 170
Page 175 of 215

171
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
ZWAAR GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware
bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒trekken van aanhangers of caravans;
❒rijden op stoffige wegen;
❒veel korte ritten (minder dan 7-8 km)en bij buitentemperaturen onder nul;
❒ veel langdurig stationair draaiende mo- tor of lange ritten bij lage snelheden
(bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of als
de auto lang stilstaat;
is het noodzakelijk de volgende contro-
les vaker uit te voeren, dan in het On-
derhoudsschema staat aangegeven:
❒remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren;
❒vergrendelmechanismen van motor-kap en kofferdeksel op vervuiling con-
troleren en mechanismen smeren;
❒visueel de conditie controleren van:motor, versnellingsbak, aandrijfassen,
uitlaat, brandstof- en remleidingen,
rubber delen (stofkappen, hoezen
enz.) en rubber slangen van rem- en
brandstofsysteem;
❒acculading en niveau van het elektro-lyt in de accu controleren;
❒conditie van aandrijfriemen voor hulp-organen visueel controleren;
❒pollenfilter controleren en eventueelvervangen;
❒luchtfilter controleren en eventueelvervangen.
PERIODIEKE
CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒ niveau van de motorkoelvloeistof;
❒niveau van de remvloeistof;
❒niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning van de banden;
❒werking verlichting (koplamp-/achter-lichtunits, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten enz.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor en
achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventu-
eel bijvullen: motorolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van
PETRONAS LUBRICANTS omdat die
speciaal zijn afgestemd op de Fiat-model-
len (zie de “Vullingstabel” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 171
Page 176 of 215

172
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
NIVEAUS
CONTROLEREN
fig. 1 – Uitvoeringen 1.2 (Euro 4) en 1.4 8V
Rook nooit tijdens werk-
zaamheden in de motor-
ruimte: er kunnen licht ontvlambare
gassen aanwezig zijn; brandgevaar.
ATTENTIE!
Belangrijk; tijdens het bijvul-
len mogen de vloeistoffen met
verschillende specificaties niet
gemengd worden: als de spe-
cificaties van de vloeistoffen verschil-
len, kan de auto ernstig beschadigd
worden.
1. Motorkoelvloeistof
2. Accu
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie.
F0U0649m
fig. 2 - Uitvoeringen 1.2 (Euro 5)F0M0531m
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 172
Page 177 of 215

173
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
fig. 3 – Uitvoeringen 1.3 Multijet (Euro 4)
1. Motorolie
2. Motorkoelvloeistof
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Accu
6. Dieselfilter
F0M0421m
fig. 4 – Uitvoeringen 1.3 Multijet (Euro 5 - Euro 5+)F0M519m
1.Motorkoelvloeistof
2. Accu
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie
6. Dieselfilter
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 173
Page 178 of 215

174
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
Als het oliepeil dicht bij of onder het MIN-
merkteken staat, moet er via de olievu-
lopening Amotorolie tot aan het MAX-
merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden. MOTOROLIEVERBRUIK
Als richtlijn geldt een maximaal motor-
olieverbruik van ongeveer 400 gram per
1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet nog
worden ingereden. Dit betekent dat het
motorolieverbruik pas na de eerste 5.000
÷6.000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de gebruiksom-
standigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het ver-
versen van de olie, moet u de motor eni-
ge seconden laten draaien, vervolgens de
motor uitzetten en na enige minuten het
oliepeil controleren.
MOTOROLIE fig. 5-6
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Het oliepeil moet altijd tussen het
MIN-
en MAX-merkteken op de oliepeilstok B
staan.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer
1 liter olie.
fig. 5 – Uitvoeringen 1.2 en 1.4 8VF0M0149mfig. 6 – Uitvoeringen 1.3 MultijetF0M0150m
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 174
Page 179 of 215

175
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
fig. 7
Het motorkoelsysteem ge-
bruikt PARAFLUUP-koelvloei-
stof. Gebruik voor het even-
tueel bijvullen vloeistof met
dezelfde specificaties als waarmee het
motorkoelsysteem is gevuld. PARAF-
LU
UP-koelvloeistof kan niet worden
gemengd met welke andere koelvloei-
stof dan ook. Als dit toch gebeurt, mag
de motor absoluut niet worden gestart
en moet u zich tot het Fiat Service-
netwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang de dop zo no-
dig alleen door een exemplaar van
hetzelfde type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar worden ge-
bracht. Draai bij een warme motor de
dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!MOTORKOELVLOEISTOF fig. 7
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-
controleerd worden bij een koude motor
en moet tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een
mengsel van gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU
UPvan PETRONAS LU-
BRICANTS langzaam via de vulopening A
van het expansiereservoir te gieten tot aan
het MAX-merkteken.
Een mengsel van 50% PARAFLU
UPen
50% gedemineraliseerd water beschermt
tot een temperatuur van −35°C.
Onder extreem koude klimatologische
omstandigheden raden wij een mengsel
aan van 60% PARAFLU
UPen 40% ge-
demineraliseerd water.
Afgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter be-
vatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van het oliefilter door
het Fiat Servicenetwerk te laten uit-
voeren. Het Fiat Servicenetwerk be-
schikt over de uitrusting voor het op
milieuvriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken van
afgewerkte olie en oliefilters.
Vul nooit olie bij met andere
specificaties dan de olie waar-
mee de motor is gevuld.
Wees bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de mo-
torruimte extra voorzichtig als de mo-
tor nog warm is: gevaar voor ver-
branding. Onthoud dat bij een war-
me motor de elektroventilateur on-
verwacht kan inschakelen: kans op
verwonding. Pas op als u sjaals, das-
sen of loszittende kledingstukken
draagt: deze kunnen door de bewe-
gende onderdelen worden gegrepen.
ATTENTIE!
F0M0424m
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 175
Page 180 of 215

176
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD EN ZORG
hoge luchtvochtigheid, dan moet de vloei-
stof vaker worden vervangen dan in het
“Onderhoudsschema” staat aangegeven.
fig. 9
Rijd niet met een leeg rui-
tensproeierreservoir: de rui-
tensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een optimaal zicht.
ATTENTIE!
Enkele in de handel verkrijg-
bare ruitensproeiervloeistof-
fen zijn licht ontvlambaar. In de mo-
torruimte bevinden zich warme on-
derdelen die bij contact de vloeistof
kunnen doen ontbranden.
ATTENTIE!
Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en de
lak. Als remvloeistof wordt ge-
morst, moet de lak onmiddel-
lijk met water worden afgespoeld.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 8
Verwijder de dop A en vul vloeistof bij.
Gebruik een mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL SC35 in
de volgende mengverhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC35
en 70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC35
en 50% water in de winter.
Bij temperaturen onder −20 °C TUTELA
PROFESSIONAL SC35 onverdund ge-
bruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloei-
stof in het reservoir.
fig. 8F0M0154mREMVLOEISTOF fig. 9
Draai de dop Alos: controleer of het
remvloeistofniveau nog op het maximum
niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merkte-
ken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, dan
raden wij u aan de remvloeistof te ge-
bruiken die staat vermeld in de tabel
“Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Opmerking Maak de dop van het reser-
voir Aen het omringende oppervlak zorg-
vuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzon-
der voorzichtig zodat er geen vuil in het
reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trech-
ter met een ingebouwde filterzeef van
maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygros-
copisch (trekt water aan). Als de auto over-
wegend wordt gebruikt in gebieden met een
F0M0155m
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden
geraadpleegd.
ATTENTIE!
165-184 PUNTO POP 1ed NL 07/04/14 09:51 Pagina 176