FIAT STRADA 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: STRADA, Model: FIAT STRADA 2015Pages: 187, PDF Size: 9.33 MB
Page 91 of 187

De bestuurder mag niet
uitsluitend op het
E-Locker Systeem vertrouwen,
door naar en in onbekende
plaatsen en/of gebieden te
rijden, in de veronderstelling
dat alle obstakels genomen
kunnen worden. De bestuurder
is altijd verantwoordelijk voor
de controle en de besturing van
het voertuig onder alle
omstandigheden.
WAARSCHUWING
BIJZONDER
GEVAARLIJK:
Als het in een noodsituatie
nodig mocht zijn om een
voorwiel op te heffen:
controleer of het E-Locker
Systeem is uitgeschakeld
alvorens werkzaamheden uit te
voeren.
WAARSCHUWING
Handmatige uitschakeling
Druk opnieuw op de ELD-knop.
Automatische uitschakeling
Dit gebeurt wanneer de auto een
snelheid van 20 km/h overschrijdt.
Bij het naderen van deze snelheid
(circa 15 km/h):
– geeft het systeem 3 geluidssignalen
af
– begint het ELD-controlelampje op
het instrumentenpaneel sneller te
knipperen.Tijdens de uitschakeling (handmatig
of automatisch):
– geeft het systeem een kort
geluidssignaal af
– gaat het ELD-controlelampje op
het instrumentenpaneel uit
– toont de display een speciale
melding (ELD OFF gedurende 5
seconden).
In geval van een storing
– begint het ELD-lampje op het
instrumentenpaneel vast te
branden en toont de display een
speciale melding.
BELANGRIJK Als men het E-Locker
Systeem probeert in te schakelen bij
rijdend voertuig en/of zonder het
rempedaal in te drukken, wordt dit
commando geweigerd en wordt het
systeem niet ingeschakeld;
tegelijkertijd gaat het ELD-lampje op
het instrumentenpaneel enkele
seconden branden.
89
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 89
Page 92 of 187

AUTORADIO
Zie voor de werking van de
autoradio het supplement
AUTORADIO dat bij dit
Instructieboek is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING
Afhankelijk van de versie, kan de Fiat
Strada met verschillende soorten
inbouwvoorbereidingen voor
autoradio’s uitgerust zijn.
De door de gebruiker gekochte
autoradio moet in het middelste
inbouwvak gemonteerd worden:
– druk op de borglipjes A-fig. 102 en
verwijder het deksel om bij de
speciale aansluitingen te kunnen
komen.
fig. 102
F0X0083m
fig. 103
F0X0084m
Systeem met basisniveau fig. 103:
A – bedrading voor antenne;
B – bedrading voor aansluiting
speakers en tweeters;
C – stroomvoorziening autoradio;
– speakerzittingen op portieren
– speakerzittingen opzij achterin
(versie met dubbele cabine).Systeem met hoog niveau fig. 103:
A – antenne en bijbehorende
bedrading;
B – bedrading voor aansluiting
speakers en tweeters;
C – stroomvoorziening autoradio.
– speakers, voor en achter
(uitsluitend sommige versies).
Speakers
– 2 coaxiale frontspeakers met
vermogen van 20 W;
– 2 coaxiale achterspeakers met
vermogen van 20 W;
– 1 versterkte subwoofer (voor
bepaalde versies/markten)
90
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 90
Page 93 of 187

BELANGRIJK In geval van montage
van systemen waarbij de kenmerken
van de auto worden gewijzigd, kan
het kentekenbewijs door de
bevoegde instanties ingenomen
worden en kan de garantie vervallen
met betrekking tot defecten
veroorzaakt door voornoemde
wijziging die hierop direct of indirect
terug te voeren zijn. FIAT Auto
S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af
voor schade die het gevolg is van
montage van accessoires die niet
door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en/of die niet conform
de verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.Neem voor aansluiting
op de
inbouwvoorbereiding in
het voertuig contact op met het
Fiat Servicenetwerk om elk
probleem te voorkomen dat de
veiligheid van het voertuig in
gevaar brengt en/of de garantie
ongeldig maakt.MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen
die na aanschaf van het voertuig
door de aftersales-service worden
gemonteerd, moeten van het
volgende merkteken zijn voorzien:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de
montage van zend-
/ontvangstapparatuur op
voorwaarde dat deze door een
gespecialiseerd bedrijf op vakkundige
wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt
uitgevoerd.
91
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 91
Page 94 of 187

RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden
gebruikt met een aparte antenne die
aan de buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in het voertuig (zonder
buitenantenne) kan, behalve
potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers,
storingen in de elektrische systemen
van het voertuig veroorzaken, wat
de veiligheid van het voertuig in
gevaar brengt.
Tevens kan de zend- en
ontvangstkwaliteit beperkt worden
door het afschermingseffect van de
carrosserie.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS,
UMTS) met het officiële EU-
keurmerk, wordt verwezen naar de
gebruiksaanwijzingen van de
fabrikant van de mobiele telefoon.TANKEN
Tank met de auto nooit
benzine: niet in
noodgevallen en ook
niet een klein beetje. De
katalysator kan hierdoor
onherstelbaar beschadigd raken.
Een beschadigde
katalysator veroorzaakt
schadelijke
uitlaatgassen, met
milieuvervuiling tot gevolg.
Tank uitsluitend
dieselbrandstof voor
motorvoertuigen die
voldoet aan de Europese
specificatie EN590. Het gebruik
van andere producten of
mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en
derhalve de garantie voor de
veroorzaakte schade ongeldig
maken. Als per ongeluk andere
brandstofsoorten worden
getankt, mag de motor niet
gestart worden en moet de
brandstoftank afgetapt worden.
Als de motor ook maar zeer
kortstondig heeft gewerkt, moet
behalve de tank het complete
brandstofcircuit geledigd
worden.
92
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 92
Page 95 of 187

Bij zeer lage buitentemperaturen kan
de vloeibaarheid van de dieselolie
onvoldoende worden wegens de
vorming van paraffine met een
slechte werking van het
brandstoftoevoersysteem als gevolg.
Om deze problemen te voorkomen,
zijn afhankelijk van het seizoen
verschillende soorten dieselolie
beschikbaar: zomerdiesel,
winterdiesel en arctische diesel
(koude landen). Als diesel wordt
getankt met specificaties die niet
geschikt zijn voor de
gebruikstemperatuur, wordt
geadviseerd om TUTELA DIESEL
ART additief in de op de verpakking
aangegeven verhoudingen met de
brandstof te mengen. Schenk het
additief vóór de dieselolie in de tank.
Als het voertuig gedurende een
lange periode in de bergen of in
koude zones wordt gebruikt of
geparkeerd, wordt geadviseerd om
met de plaatselijk beschikbare
dieselolie te tanken.
In dit geval wordt tevens geadviseerd
om de tank meer dan 50% gevuld te
houden.TANKCAPACITEIT
Om de tank volledig te vullen, kan
men twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer
bijvullen kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem
veroorzaken.
TANKDOP
De hermetische afsluiting kan een
lichte toename van de druk in de
tank veroorzaken.
Een eventueel ontluchtingsgeluid
wanneer de dop wordt losgedraaid
is dus volkomen normaal. De dop is
voorzien van een koordje A-fig. 104
dat aan de klep vastzit om verlies
van de dop te voorkomen.
fig. 104
F0X0085m
Breng geen open vuur
of brandende sigaretten
in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom
niet te dicht met het gezicht bij
de vulopening, om geen
schadelijke dampen in te
ademen.
WAARSCHUWING
BELANGRIJK Vervang indien nodig
de tankdop alleen door een origineel
exemplaar, anders kan de werking
van het benzinedampopvangsysteem
in gevaar worden gebracht.
93
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 93
Page 96 of 187

MILIEUBESCHERMING
Milieubescherming is het
uitgangspunt tijdens alle ontwerp- en
productiefases van de Fiat Strada
geweest.
Dit heeft geresulteerd in het gebruik
van de materialen en de toepassing
van systemen die de schadelijke
effecten voor het milieu voorkomen
of drastisch beperken. De
dieselmotoren hebben de volgende
emissiereductiesystemen:
– oxidatiekatalysator;
– uitlaatgasrecirculatiesysteem
(EGR);
– roetfilter (DPF). Aangezien het filter een
opvangsysteem is, moet het
regelmatig geregenereerd (gereinigd)
worden door de roetdeeltjes te
verbranden. De regeneratie wordt
automatisch geregeld door de
elektronische motorregeleenheid op
basis van de filtertoestand en de
gebruiksomstandigheden van het
voertuig.
Tijdens de regeneratie van het
roetfilter kan het volgende optreden:
een beperkte toename van het
motortoerental, inschakeling van de
ventilator, een beperkte toename
van de rookvorming en hoge
uitlaatgastemperaturen. Dit is
normaal en heeft geen negatieve
invloed op de rijeigenschappen van
het voertuig en op het milieu. Als de
betreffende melding wordt
weergegeven, zie Lampjes en
meldingen in dit hoofdstuk. DIESELROETFILTER (DPF)
Dit is een mechanisch filter in het
uitlaatsysteem dat roetdeeltjes in het
uitlaatgas van dieselmotoren
opvangt.
De toepassing van een roetfilter is
nodig om bijna alle roetdeeltjes te
elimineren, overeenkomstig de
huidige en toekomstige wettelijke
voorschriften. Tijdens normale
rijomstandigheden registreert de
elektronische motorregeleenheid
een reeks gegevens (reistijd, type
route, temperaturen, etc.) en
berekent de hoeveelheid
roetdeeltjes die in het roetfilter
aanwezig is.
94
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 94
Page 97 of 187

95
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
DE MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een
elektronische startblokkering: zie de
paragraaf “Fiat CODE
startblokkering in
het hoofdstuk “Kennismaking met de
auto” als het voertuig niet start.
Tijdens de eerste
gebruiksperiode
adviseren wij om
overmatige belasting van de
auto te voorkomen (bijvoorbeeld
hard accelereren, lang rijden
met de maximumsnelheid,
abrupt remmen, enz.).
Laat bij afgezette motor
de sleutel in niet het
contactslot op MAR
staan, om te voorkomen dat de
accu leeg raakt.
Het is gevaarlijk om de
motor in afgesloten
ruimten te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en
produceert kooldioxide,
koolmonoxide en andere
giftige gassen.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en
de elektrische
stuurbekrachtiging werken niet
zolang de motor niet is gestart;
om die reden is meer kracht
benodigd voor de bediening
van het rempedaal en het
stuur.
WAARSCHUWING
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 95
Page 98 of 187

96
STARTPROCEDURE
1) Controleer of de handrem is
ingeschakeld.
2) Plaats de versnellingspook in de
vrijstand.
3) Draai de contactsleutel naar de
stand MAR.
De waarschuwingslampjes men
Uop het instrumentenpaneel gaan
branden.
4) Wacht tot de lampjes doven. Hoe
warmer de motor, hoe sneller de
lampjes doven.
5) Druk het koppelingspedaal
volledig in.
6) Draai binnen enkele seconden
nadat de waarschuwingslampjes
zijn gedoofd, de contactsleutel
naar de stand AVV. Als te lang
wordt gewacht, is het werk van
de voorgloeibougies tevergeefs.
Laat de sleutel los zodra de
motor start.BELANGRIJK Bij koude motor moet
het gaspedaal volledig losgelaten zijn
wanneer de contactsleutel in de
stand AVV wordt gedraaid.Als de motor niet bij de eerste
poging start, draai dan de
contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel
nooit in de MAR stand bij afgezette
motor.
Als het
waarschuwingslampje
mna het starten of na
langdurig “aanzwengelen” 60
seconden knippert, duidt dit op
een defect van de gloeibougies.
Als de motor start kan het
voertuig zoals gewoonlijk
gebruikt worden, maar moet zo
snel mogelijk contact worden
opgenomen met het Fiat
Servicenetwerk.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 96
Page 99 of 187

97
DE GESTARTE
MOTOR OPWARMEN
– Rijd langzaam weg en laat de
motor bij gemiddelde toerentallen
draaien. Geef niet abrupt gas.
– Verlang de eerste kilometers niet
de maximale prestaties van de
auto. Wacht tot de wijzer van de
koelvloeistoftemperatuurmeter
begint te bewegen.
Probeer de motor nooit
te starten door het
voertuig te duwen, te
slepen of van een helling af te
laten rijden. Hierdoor kan
brandstof in de katalysator
terechtkomen die hierdoor
onherstelbaar beschadigd wordt.
Onthoud dat de
rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor
niet is gestart; om die reden is
meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal
en het stuur.
WAARSCHUWING
DE MOTOR AFZETTEN
Draai de contactsleutel naar de
stand STOP terwijl de motor
stationair draait.
Even snel gas geven
voordat de motor wordt
uitgezet heeft geen
enkel nut, verspilt brandstof en
is, vooral voor motoren met
turbocompressor, schadelijk.
BELANGRIJK Voordat de motor na
een zware rit wordt uitgezet, moet
men hem even stationair laten
draaien om hem “op adem” te laten
komen. Hierdoor kan de
temperatuur in de motorruimte
dalen. NOODSTART
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 97
Page 100 of 187

98
PARKEREN
Zet de motor af, trek de handrem
aan en schakel een versnelling in
(de eerste versnelling als opwaarts
wordt geparkeerd en achteruit als
neerwaarts wordt geparkeerd) en
laat de voorwielen iets gedraaid.
Als het voertuig op een steile helling
wordt geparkeerd, is het tevens
raadzaam om de wielen met wiggen
of stenen te blokkeren.
Laat de contactsleutel niet in de
stand MAR staan om te voorkomen
dat de accu leeg raakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt
verlaten.
Laat nooit kinderen
zonder toezicht in de
auto achter.
WAARSCHUWING
HANDREM fig. 105
De handrem bevindt zich tussen de
voorstoelen.
Trek de hendel omhoog om de
handrem in te schakelen en ervoor
te zorgen dat het voertuig niet
beweegt.Bij aangetrokken handrem en
contactsleutel in de stand MAR, gaat
het waarschuwingslampje xop het
instrumentenpaneel branden.
Ga als volgt te werk om de handrem
uit te schakelen:
1) Trek de hendel iets omhoog en
druk op de ontgrendelknop A.
2) Houd de knop ingedrukt en laat
de hendel zakken. Het
waarschuwingslampje xdooft.
Trap het rempedaal in terwijl de
handrem wordt uitgeschakeld, om te
voorkomen dat het voertuig
onverwachts beweegt.
De auto na enkele
klikken van de hendel
geremd worden. Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk
om de handrem te laten
afstellen als dit niet het geval is.
WAARSCHUWING
fig. 105
F0X0086m
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 98