FIAT STRADA 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: STRADA, Model: FIAT STRADA 2015Pages: 187, PDF Size: 9.33 MB
Page 101 of 187

99
WINTERBANDEN
Het Fiat Servicenetwerk kan u raad
geven over de meest geschikte band
voor elk gebruik.
Voor de bandenmaat en de
bandenspanning van de
winterbanden moet men zich exact
houden aan de aanwijzingen vermeld
in de paragraaf “Wielen” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen drastisch
wanneer de profieldiepte minder is
dan 4 mm. Vervang in dergelijke
gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen
zijn de prestaties van winterbanden
onder normale omstandigheden of
wanneer lang op de snelweg wordt
gereden, veel lager dan die van de
standaard gemonteerde banden.
Beperk het gebruik van
winterbanden uitsluitend voor de
omstandigheden waarvoor ze zijn
goedgekeurd.BALNGRIJK Als winterbanden
worden gebruikt met een maximum
toegestane snelheid die lager is dan
de topsnelheid van het voertuig (plus
een marge van 5%), dan moet in de
passagiersruimte een duidelijk
zichtbaar waarschuwingsplaatje
worden geplaatst met de maximum
toegestane snelheid wanneer met
winterbanden wordt gereden
(conform de EU-richtlijnen).
Monteer op de vier wielen dezelfde
banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid
tijdens het rijden en het remmen en
voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
zeker niet om.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen,
trap het koppelingspedaal volledig in
en schakel de hendel in de gewenste
stand fig. 106 (het schema is
aangegeven op de pookknop).
BELANGRIJK De achteruit kan
uitsluitend bij stilstaande auto
worden ingeschakeld. Wacht bij
draaiende motor minstens 2
seconden met het koppelingspedaal
helemaal ingetrapt alvorens de
achteruit in te schakelen om
beschadiging aan de tandwielen te
voorkomen.
De maximumsnelheid
van sneeuwbanden
aangegeven met “Q” mag niet
hoger zijn dan 160 km/h,
waarbij sowieso de
toepasselijke voorschriften van
de wegenverkeerswetgeving in
acht moeten worden genomen.
WAARSCHUWING
fig. 106
F0X0087m
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 99
Page 102 of 187

100
Til, om vanuit de vrijstand de
achteruitversnelling (R) in te
schakelen, de ring A onder de knop
op, verplaats de pook naar links en
vervolgens naar voren.
Trap het
koppelingspedaal
helemaal in om op juiste wijze
te schakelen. Om die reden
mag er niets op de vloer onder
het koppelingspedaal liggen.
Zorg dat de vloerbekleding
steeds vlak is en dat hij de slag
van de pedalen niet hindert.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de hand op
de pookknop doordat de
uitgeoefende druk, hoe
licht ook, na verloop van tijd
slijtage aan de interne
onderdelen van de
versnellingsbak kan
veroorzaken.
Het koppelingspedaal mag
uitsluitend voor het schakelen
gebruikt worden. Laat tijdens
het rijden de voet nooit, zelfs
niet licht, op het
koppelingspedaal rusten.
Bij bepaalde versies/markten
kan de regelelektronica van het
koppelingspedaal een foutieve
rijstijl als een defect
interpreteren.TIPS VOOR HET LADEN
De auto is ontworpen en
typegoedgekeurd op basis van
bepaalde maximumgewichten (zie
“Gewichten” tabel in het hoofdstuk
“Technische gegevens):
– rijklaar gewicht
– laadvermogen
– maximumgewicht op vooras
– maximumgewicht op achteras
– aanhangergewicht.
Al deze limieten
moeten in acht worden
genomen en mogen nooit
overschreden worden.
WAARSCHUWING
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 100
Page 103 of 187

101
fig. 107
F0X0088m
Onregelmatig wegdek
en abrupt remmen
kunnen onverhoedse
bewegingen van de lading
veroorzaken: zet vóór het
vertrek de lading stevig vast
met behulp van de haken op
de vloer aan de onderzijde van
de zijpanelen fig. 107-108;
gebruik stalen kabels, touwen
of banden die sterk genoeg zijn
voor het gewicht van de
voorwerpen die vastgezet
moeten worden.
WAARSCHUWING
fig. 108
F0X0089m
Waarschuwing. De extra
haken bovenop de
zijpanelen (3 op elk
zijpaneel) dienen uitsluitend om
het afdekzeil te bevestigen. Ze
mogen om geen enkele worden
gebruikt om de lading vast te
zetten.In aanvulling op deze algemene
voorzorgen, kunnen enkele
eenvoudige maatregelen de
rijveiligheid, het reiscomfort en de
duurzaamheid van het voertuig
verbeteren:
– verdeel de lading gelijkmatig over
de vloer: als de lading in één zone
geconcentreerd moet worden,
kies dan de zone tussen beide
assen;
– onthoud dat hoe lager de lading,
des te lager het zwaartepunt van
het voertuig ligt, wat de
rijveiligheid bevordert: plaats
daarom de zwaarste goederen
onderaan;
– onthoud tenslotte dat het
dynamische gedrag van het
voertuig beïnvloed wordt door
het vervoerde gewicht: met name
de remweg neemt toe, vooral op
hoge snelheid.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 101
Page 104 of 187

102
BRANDSTOFBESPARING
Hier volgen enkele nuttige tips om
brandstof te besparen en de uitstoot
van schadelijke emissies van zowel
CO
2als andere vervuilende stoffen
(stikstofoxiden, onverbrande
koolwaterstoffen, fijn stof enz.)
zoveel mogelijk te beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Hier volgt een overzicht van de
voornaamste factoren die het
brandstofverbruik vergroten.
Onderhoud van de auto
Voer de controles en registraties uit
die in het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema“ zijn
aangegeven.Banden
Controleer regelmatig en ten minste
één keer per maand de
bandenspanning: als de spanning te
laag is, wordt de weerstand groter
en neemt het brandstofverbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zware belading.
Het gewicht van de auto (vooral bij
rijden in de stad) en de wieluitlijning
beïnvloeden in grote mate het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder het imperiaal of de
skidrager na gebruik.
Deze verminderen de aerodynamica
van de auto, wat het
brandstofverbruik negatief
beïnvloedt. Gebruik voor het
vervoer van grote voorwerpen een
aanhanger, indien mogelijk.Elektrische apparatuur
Gebruik de elektrische apparatuur
alleen wanneer nodig. De de
verstralers, de ruitenwissers en de
aanjager van het ventilatie-
/verwarmingssysteem nemen veel
stroom op, waardoor het
brandstofverbruik toeneemt
(tot 25% in stadsverkeer).
Klimaatregeling
Het gebruik van de klimaatregeling
doet het brandstofverbruik
toenemen (gemiddeld zo’n 20%
extra): gebruik bij voorkeur alleen
de ventilatie als de
buitentemperatuur dit toestaat.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet-gecertificeerde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica en het
brandstofverbruik negatief
beïnvloeden.
RIJSTIJL
Hier volgt een overzicht van de
voornaamste rijstijlen die het
brandstofverbruik vergroten.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 102
Page 105 of 187

103
Starten
Laat de motor niet warmdraaien bij
stilstaande auto, noch met stationair
toerental noch met een hoog
toerental: zo warmt de motor veel
langzamer op en nemen het verbruik
en de uitstoot van uitlaatgassen toe.
Het is beter om meteen rustig weg
te rijden en hoge toerentallen te
vermijden: op deze manier warmt de
motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in wanneer
men voor een stoplicht stil staat of
alvorens de motor af te zetten.
Deze handeling heeft evenals
“double-clutchen” geen enkel nut en
verhoogt het brandstofverbruik en
de vervuiling.
Keuze van de versnellingen
Schakel een hogere versnelling in
zodra de verkeers- en
wegomstandigheden dit toelaten.
Snel accelereren met een lage
versnelling verhoogt het
brandstofverbruik.Het oneigenlijk gebruik van een hoge
versnelling doet het verbruik en de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen
toenemen en veroorzaakt
motorslijtage.
Maximum snelheid
Bij een hogere snelheid neemt het
brandstofverbruik fors toe. Rijd dus
zoveel mogelijk met een constante
snelheid, vermijd overbodig remmen
en optrekken. Dit kost alleen
brandstof en verhoogt tevens de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel
brandstof en verhoogt de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen: geef
geleidelijk aan gas.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Hier volgt een overzicht van de
voornaamste gebruikscondities die
het brandstofverbruik vergroten.Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud
starten kan de motor niet de
optimale bedrijfstemperatuur
bereiken.
Hierdoor neemt zowel het
brandstofverbruik (van +15% tot
+30% in stadsverkeer) als de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen
toe.
Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij
filerijden waarbij vooral lage
versnellingen worden gebruikt, of in
de stad waar zich veel
verkeerslichten bevinden, zal het
brandstofverbruik aanmerkelijk
hoger zijn. Bochtige trajecten zoals
bergwegen en een slecht wegdek
verhogen eveneens het
brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Bij langere stilstanden
(bijv. spoorwegovergangen) is het
raadzaam de motor af te zetten.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 103
Page 106 of 187

104
AANHANGERS
TREKKEN
BELANGRIJK
Voor het trekken van aanhangers
moet het voertuig zijn voorzien van
een goedgekeurde trekhaak en een
geschikte elektrische installatie.
Monteer eventuele speciale en/of
extra achteruitkijkspiegels conform
de wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen
van de auto door het gewicht van
een aanhanger wordt gereduceerd.
Ook de remafstand wordt langer en
er is meer tijd nodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in bij een
helling omlaag om een continu
gebruik van de rem te voorkomen.
Op de trekhaak rust het gewicht van
de aanhanger waardoor het
laadvermogen van het voertuig
proportioneel wordt gereduceerd.
Om er zeker van te zijn dat het
maximum toelaatbaar getrokken
gewicht niet wordt overschreden,
dient men in acht te nemen dat deze
waarde betrekking heeft op het
toelaatbare gewicht van een
volgeladen aanhangwagen, inclusief
accessoires en bagage.Neem de snelheidsbeperkingen van
het land waar u bent voor auto’s
met aanhanger in acht. Rijd in geen
geval harder dan 80 km/h.
Het ABS heeft geen
inwerking op het
remsysteem van de aanhanger.
Wees bijzonder voorzichtig op
gladde wegen.
WAARSCHUWING
Probeer nooit de
remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door
wijzigingen aan het
remsysteem van het voertuig
uit te voeren. Het remsysteem
van de aanhanger moet
volledig onafhankelijk zijn van
het hydraulisch systeem van
het voertuig.
WAARSCHUWING
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van de sneeuwkettingen
wordt geregeld door de
wegenverkeers-wetgeving van het
land waar u rijdt.
De sneeuwkettingen mogen alleen
op de voorwielen gemonteerd
worden (aangedreven wielen).
Gebruik sneeuwkettingen van het
"spider"-type met beperkte grootte.
Beperk de
snelheid als
sneeuwkettingen
gemonteerd zijn; rijd niet harder
dan 50 km/h. Vermijd kuilen,
trottoirbanden en stoepen en
rijd geen lange stukken op
sneeuwvrije wegen om de auto
en het wegdek niet te
beschadigen.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 104
Page 107 of 187

105
LANGDURIGE
STILSTAND
Tref de volgende voorzorgen als het
voertuig langer dan een maand niet
gebruikt zal worden:
– Zet de auto in een overdekte,
droge en indien mogelijk goed
geventileerde ruimte.
– Schakel een versnelling in.
– Controleer of de handrem niet is
aangetrokken.
– Maak de minklem van de accu los
en controleer de lading (zie
paragraaf “Accu” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”)
– Maak de met lak gespoten delen
schoon en behandel ze met een
beschermende was.– Reinig en bescherm de glanzende
metalen delen met speciale
middelen die in de handel
verkrijgbaar zijn.
– Bestrooi de wisserrubbers van de
ruitenwissers met talkpoeder en
til ze van de ruit op.
– Zet de ruiten iets open.
– Dek het voertuig af met een doek
of een geperforeerde kunststof
hoes. Gebruik geen dichte plastic
hoezen, omdat het op de
carrosserie aanwezige vocht dan
niet kan verdampen.– Pomp de banden 0,5 bar boven de
voorgeschreven spanning op en
controleer de spanning met
regelmatige tussenpozen.
– Tap het koelsysteem van de
motor niet af.
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 105
Page 108 of 187

pagina opzettelijk blanco gelaten
095-106 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:17 Pagina 106
Page 109 of 187

107
NOODGEVALLEN
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt zich ook verbinden met de site www.fiat.com om de dichtstbijzijnde dealer
van het Fiat Servicenetwerk te zoeken.
DE MOTOR STARTEN
NOODSTART
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu
met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.
fig. 109
F0X0090m
Ga als volgt te werk om de auto te
starten fig. 109:
– verbind de plusklemmen (+ teken
bij de klem) van de beide accu’s
met een startkabel;
– sluit met een tweede startkabel de
minklem (–) van de hulpaccu aan
op een massapunt
Eop de motor
of de versnellingsbak van de auto
die gestart moet worden;
– start de motor;
– maak als de motor gestart is, de
kabels in de omgekeerde volgorde
los.Als de motor na enkele pogingen
niet start, blijf dan niet proberen
maar neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de
minklemmen van de twee accu’s niet
rechtstreeks met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan
ontsnappen. Als de hulpaccu in een
andere auto is geïnstalleerd, moet
accidenteel contact tussen de
metalen delen van beide auto’s
vermeden worden.
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 107
Page 110 of 187

108
ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten
door het voertuig te duwen, te
slepen of van een helling af te laten
rijden.
Hierdoor kan brandstof in de
katalysator terechtkomen die
hierdoor onherstelbaar beschadigd
wordt.
BELANGRIJK De rembekrachtiging
en de elektrische stuurbekrachtiging
werken niet zolang de motor niet is
gestart; om die reden is meer kracht
benodigd voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.LEKKE BAND
Algemene instructies
Voor een correct gebruik
van de krik en het
noodreservewiel moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen.
Gebruik nooit een
accusnellader om de
motor te starten,
aangezien deze de elektronische
systemen kan beschadigen, met
name de regeleenheden van de
ontsteking en de inspuiting.
Door de krik niet juist te
plaatsen, kan de auto
van de krik vallen. Gebruik de
krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje
op de krik. Gebruik de krik
uitsluitend voor het verwisselen
van een wiel van de auto waarbij
de krik geleverd is. Gebruik de
krik niet voor andere doeleinden,
zoals het opkrikken van andere
auto’s. Gebruik de krik nooit om
werkzaamheden onder het
voertuig te verrichten. Smeer de
schroefdraad van de wielbouten
niet met vet alvorens het wiel te
monteren: de bouten zouden
kunnen loskomen.
WAARSCHUWING
Deze procedure moet
door ervaren personeel
verricht worden, aangezien
verkeerde handelingen
elektrische ontladingen van
aanzienlijke kracht kunnen
veroorzaken. Bovendien is
accuvloeistof giftig en
corrosief: vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur
en brandende sigaretten uit de
buurt van de accu. Veroorzaak
geen vonken.
WAARSCHUWING
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 108