FIAT TALENTO 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2020Pages: 248, PDF Size: 4.87 MB
Page 231 of 248

229
CREWCABINEVERSIE Gecombineerd (l/100 km)
Korte wielbasis (L1) - Laag
dak (H1)Lange wielbasis (L2) - Laag
dak (H1)
Euro 6Multijet 95 6,7 6,7
Ecojet 95 6,3 6,3
Multijet 120 6,7 6,7
Ecojet 125 6,1 6,1
Ecojet 145 6,3 6,3
VLOERCABINEVERSIE Gecombineerd (l/100 km)
Lange wielbasis (L2) - Laag dak (H1)
Euro 6Ecojet 125 7,0
Ecojet 145 6,9
Page 232 of 248

230
TECHNISCHE GEGEVENS
CO2-EMISSIE
BESTELWAGEN VERSIES CO2-emissies (g/km)
Laag dak (H1) Hoog dak (H2) Laag dak (H1) Hoog dak (H2)
Korte wielbasis (L1) Lange wielbasis (L2)
Euro 6Multijet 95 170 – 174 –
Ecojet 95 160 – 164 –
Multijet 120 170 – 174 –
Ecojet 125 155 175 159 178
Ecojet 145 160 175 164 178
COMBI VERSIES N1 CO2-emissies (g/km)
Korte wielbasis (L1) - Laag
dak (H1)Lange wielbasis (L2) - Laag
dak (H1)
Euro 6Ecojet 95 164 164
Ecojet 125 159 159
Ecojet 145 164 164
Page 233 of 248

COMBI VERSIES M1 CO2-emissies (g/km)
Korte wielbasis (L1) - Laag
dak (H1)Lange wielbasis (L2) - Laag
dak (H1)
Euro 6Ecojet 95 155 155
Ecojet 125 145 145
Ecojet 145 152 152
231
CREWCABINEVERSIE CO2-emissies (g/km)
Korte wielbasis (L1) - Laag
dak (H1)Lange wielbasis (L2) - Laag
dak (H1)
Euro 6Multijet 95 174 174
Ecojet 95 164 164
Multijet 120 174 174
Ecojet 125 159 159
Ecojet 145 164 164
Page 234 of 248

VLOERCABINEVERSIE CO2-emissies (g/km)
Lange wielbasis (L2) - Laag dak (H1)
Euro 6Ecojet 125 181
Ecojet 145 178
232
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 235 of 248

WAT TE DOEN ALS...
Met het advies dat hieronder wordt gegeven, kunt u snel en tijdelijk verschillende problemen verhelpen: neem uit
veiligheidsoverwegingen zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
De elektronische sleutel gebruiken
De portieren kunnen niet met de
elektronische sleutel worden vergrendeld of
ontgrendeld.De batterij van de sleutel is leeg.Vervang de batterij. Uw voertuig kan toch
worden vergrendeld/ontgrendeld en worden
gestart (raadpleeg de paragrafen "Portieren
vergrendelen/ontgrendelen" en "De motor
starten en afzetten").
Er worden apparaten met dezelfde frequentie
als die van de kaart gebruikt (mobiele
telefoon, enz.).Zet deze apparaten uit of gebruik de
geïntegreerde sleutel (zie de paragraaf
"Elektronische sleutel").
Het voertuig bevindt zich in een gebied dat
bekendstaat om de grote aanwezigheid van
elektromagnetische golven. De accu van het
voertuig is leeg.Gebruik de sleutel ingebouwd in de sleutel
(zie de paragraaf "Electronische sleutel” in het
hoofdstuk “Kennismaken met uw voertuig”)
Het voertuig is gestart.Het is niet mogelijk om de portieren met de
sleutel te vergrendelen/ontgrendelen terwijl
de motor draait. Schakel de startinrichting uit.
233
Page 236 of 248

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
De afstandsbediening gebruiken
De portieren kunnen niet met de
afstandsbediening worden vergrendeld of
ontgrendeld.De batterij van de afstandsbediening is leeg. Gebruik de sleutel.
Er worden apparaten met dezelfde frequentie
als die van de afstandsbediening gebruikt
(mobiele telefoon, enz.).Zet de andere apparaten uit of gebruik de
sleutel.
Het voertuig bevindt zich in een gebied dat
bekendstaat om de grote aanwezigheid van
elektromagnetische golven. De batterij is
leeg.Vervang de batterij. Uw voertuig kan toch
worden vergrendeld/ontgrendeld en worden
gestart (raadpleeg de paragrafen "Portieren
vergrendelen/ontgrendelen" en "De motor
starten en afzetten").
Het voertuig is gestart.Het is niet mogelijk om de portieren met de
sleutel te vergrendelen/ontgrendelen terwijl
de motor draait. Schakel de startinrichting uit.
De startmotor gebruiken
De waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel branden zwak of gaan
niet aan, de startmotor slaat niet aan.Accupool los, ontkoppeld of verroest.Zet hem vast, sluit hem opnieuw aan of reinig
hem als hij verroest is.
Accu leeg of defect.Sluit een andere accu op de defecte accu
aan. Zie de paragraaf "Noodstart" of vervang
de accu, indien nodig. Duw het voertuig niet
als het stuurslot is ingeschakeld.
Defect circuit.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
De motor start niet.Er is niet aan de startvoorwaarden voldaan.Zie de paragraaf "De motor starten” in het
hoofdstuk "Kennismaken met uw voertuig”.
De functie "easy access" met de
elektronische sleutel werkt niet.Plaats de sleutel in de lezer om de motor te
starten. Zie de paragraaf "De motor starten”
in het hoofdstuk "Kennismaken met uw
voertuig”.
234
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 237 of 248

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
De motor stopt niet.Elektronische sleutel niet herkend. Steek de sleutel in de lezer.
Elektronisch probleem.Druk vijf keer achter elkaar snel op de
startknop.
Het stuurwiel blijft vergrendeld.Stuurwiel vergrendeld.Draai aan het stuur en druk tegelijkertijd op
de startknop (zie de paragraaf "Start de
motor” in het hoofdstuk “Kennismaken met
uw voertuig”).
Defect circuit.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Tijdens het rijden
Er komt witte rook uit de uitlaat.Dit hoeft niet op een defect te wijzen: de rook
is afkomstig van de regeneratie van het
roetfilter.Raadpleeg de paragraaf "Gegevens over de
dieselversie".
Er komt rook onder het voertuig vandaan als
de verwarming wordt aangezet.Dit hoeft niet op een storing te wijzen: de
rook is afkomstig van de boiler.
In dit geval verdwijnt de rook geleidelijk als
het interieur op de juiste temperatuur is.
Er komt rook uit de motorruimte. Kortsluiting of lekken in het koelcircuit.Zet het voertuig stil, neem de startinrichting
uit, verlaat het voertuig en neem contact op
met het Fiat Servicepunt.
Het controlelampje van de oliedruk gaat aan
in bochten of tijdens het remmen.Het oliepeil is te laag.Vul de motorolie bij (zie de paragraaf
"Lampjes en berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het instrumentenpaneel").
Het controlelampje van de oliedruk gaat aan
en gaat laat uit of blijft aan als er gas wordt
gegeven.Oliedruk te laag.Zet het voertuig stil en neem contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
235
Page 238 of 248

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
Sturen wordt zwaar.Stuurbekrachtiging oververhit.Rij voorzichtig, met een lage snelheid, en
neem de voor het draaien van de wielen
benodigde mate van inspanning op het
stuurwiel in overweging. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk. Storing elektrische servomotor.
Storing servosysteem.
Trillingen.Lage bandenspanning, slecht gebalanceerde
of beschadigde banden.Controleer de bandenspanning; als het
defect aanhoudt, laat het dan controleren bij
een Fiat Servicepunt.
De motor raakt oververhit. De
temperatuurindicator van de koelvloeistof
staat in de alarmzone en het controlelampje
STOPgaat aan.De koelventilator werkt niet meer.Zet het voertuig stil, zet de motor af en neem
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Koelvloeistoflek.Controleer het koelvloeistofreservoir: er zou
vloeistof in moeten zitten. Is dat niet het
geval, neem dan zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Koelvloeistof kookt in het reservoir.
64)Mechanisch defect: hoofdpakking
beschadigd.Zet de motor af en neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
Elektrische systemen
Ruitenwissers voorruit werken niet.Wisserbladen voorruit geblokkeerd.Maak het wisserblad los voordat de
ruitenwisser wordt bewogen.
Defect elektrisch circuit.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Zekering beschadigd.Vervang de zekering (of laat hem vervangen),
onder verwijzing naar de paragraaf
“Zekeringen passagiersruimte” in hoofdstuk
“In een noodgeval”.
De ruitenwisser van de voorruit stopt niet. Defecte elektrische bedieningen.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Richtingaanwijzers knipperen sneller. Lamp doorgebrand.Raadpleeg de paragraaf "Een lamp
vervangen" in het hoofdstuk "Noodgevallen".
236
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 239 of 248

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
De richtingaanwijzers werken niet.Defect elektrisch circuit of
bedieningselement.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Zekering beschadigd.Vervang de zekering (of laat hem vervangen),
onder verwijzing naar de paragraaf
“Zekeringen passagiersruimte” in hoofdstuk
“In een noodgeval”.
De koplampen gaan niet aan of uit.Defect elektrisch circuit of
bedieningselement.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Zekering beschadigd.Vervang de zekering (of laat hem vervangen),
onder verwijzing naar de paragraaf
“Zekeringen passagiersruimte” in hoofdstuk
“In een noodgeval”.
Elektrische systemen
Sporen van condens in koplampen of
achterlichten.Sporen van condens kunnen het gevolg zijn
van natuurlijke oorzaken in verband met de
variaties van temperatuur en vochtigheid. In
dit geval verdwijnen ze geleidelijk wanneer u
de lampen aandoet.
Het controlelampje van de veiligheidsgordels
van de voorstoelen gaat aan, zelfs als de
veiligheidsgordels zijn bevestigd.Een voorwerp is tussen de bodemplaat en de
stoel terecht gekomen, waardoor de werking
van de sensor wordt belemmerd.Verwijder eventuele voorwerpen onder de
voorstoelen.
BELANGRIJK
64)Radiateur: indien er niet genoeg koelvloeistof is, vergeet dan niet dat als de motor zeer heet is, de koelvloeistof niet met koude
koelvloeistof mag worden bijgevuld. Als na mechanische ingrepen de koelvloeistof moet worden ververst of bijgevuld, moet deze van een
specifiek type zijn. Vergeet niet dat alleen producten dienen te worden gebruikt die zijn geselecteerd door het Fiat Servicenetwerk.
237
Page 240 of 248
