Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2011Pages: 377, PDF Size: 35.65 MB
Page 111 of 377

Kenmerken van uw auto
36
4
D130301ABK
Druk om de stuurwielpositie te
veranderen de ontgrendelhendel (1)
omlaag, zet het stuurwiel in de gewenste
stand (2) en trek de ontgrendelhendel
weer omhoog om het stuurwiel te
blokkeren. Stel het stuurwiel af voordat u
gaat rijden. D130500AUN Claxon
Om te claxonneren, drukt u op het claxonsymbool op het stuurwiel.
Controleer regelmatig de werking van de claxon.
✽✽
AANWIJZING
Om te claxonneren, drukt u het gedeelte van het stuurwiel bij het claxonsymbool(zie afbeelding). De claxon wordt alleen
bediend wanneer op dit gedeelte wordtgedrukt.
OPMERKING
Om de claxon te bedienen hoeft u niet op het claxongedeelte te slaan.
Druk het claxongedeelte niet in met een scherp voorwerp.
OBK049020OBK049021
Page 112 of 377

437
Kenmerken van uw auto
D140100AUN
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.D140101AUN
Binnenspiegel met dag-/nachtstand
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag-stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding door
de koplampen van achteropkomend
verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in despiegel in de nachtstand minder duidelijk
is dan in de dagstand.
D140102AUN
Elektrochromatische binnenspiegel (ECM - Electric chromic mirror)
(indien van toepassing)
De elektrochromatische binnenspiegel
voorkomt automatisch verblinding door
achteropkomend verkeer. De sensor in
de spiegel registreert de lichtinval en
absorbeert door middel van een
chemische reactie de weerspiegelingen
van de koplampen van
achteropkomende auto's.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd. Als de selectiehendel in de
achteruitstand (R) wordt gezet, wordt debinnenspiegel in de helderste stand
gezet om het uitzicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.
SPIEGELS
WAARSCHUWING -
Zicht
naar achteren
Zorg er indien mogelijk voor dat het
uitzicht door de achterruit niet
belemmerd wordt.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel.
Hierdoor kan tijdens een ongeval of
bij het activeren van de airbagletsel ontstaan.
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje ofvergelijkbaar materiaal dat vochtig
is gemaakt met glasreiniger. Spuitniet direct glasreiniger op despiegel. Hierdoor kan er glasreiniger in de spiegel komen.
OBK049115N
Dagstand
Nochtstand
Page 113 of 377

Kenmerken van uw auto
38
4
Bedienen van elektrische binnenspiegel:
Druk op de AAN/UIT-knop (1) om de
automatische dimfunctie in te
schakelen. Het spiegelcontrolelampje
zal gaan branden.
Druk op de AAN/UIT-knop (1) om de automatische dimfunctie uit te
schakelen. Het spiegelcontrolelampjedooft.
De standaardinstelling voor de binnenspiegel is AAN als het contact instand ON staat. D140200AUN
Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een linker
als een rechter buitenspiegel. De
spiegels kunnen elektrisch versteld
worden met de schakelaar. De spiegels
kunnen worden ingeklapt ombeschadigingen in een automatische
wasserette of bij het rijden door een
smalle straat te voorkomen.WAARSCHUWING -
Buitenspiegel
De rechter buitenspiegel is convergerend. Bij uitvoeringen
voor sommige landen is ook de
linker buitenspiegel convergerend.
Objecten in de spiegel zijn
daardoor dichterbij dan ze lijken.
Gebruik bij het veranderen van rijstrook daarom uw binnenspiegelof kijk opzij om de werkelijke
afstand tot het achteropkomende
verkeer vast te stellen
OPMERKING
Gebruik geen krabber om de
spiegel ijsvrij te maken; hierdoor
kan het spiegelglas beschadigd raken. Forceer een bevroren spiegelniet tijdens het verstellen. Verwijderijs met een ruitontdooier of met een
spons of zachte doek en heet water.
OPMERKING
Forceer de buitenspiegel niet alsdeze vastgevroren is. Spuit de
buitenspiegel indien nodig in metruitontdooier (gebruik geen koelvloeistof) of zet de auto op eenwarme plaats om het ijs te laten smelten.
WAARSCHUWING
Klap de buitenspiegels niet in en
verstel ze ook niet tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de controle
over de auto verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
OBK049022N
ControlelampjeSensor
Page 114 of 377

439
Kenmerken van uw auto
D140201AEN
Afstellen
Met behulp van de schakelaar kunt u de
linker en rechter buitenspiegel elektrisch
verstellen. Zet de keuzeschakelaar (1) in
de stand R of L afhankelijk van de
spiegel die u wilt verstellen. Druk
vervolgens op het desbetreffende deel
van de bedieningsschakelaar om de
spiegel naar boven of naar beneden,
naar links of rechts te verstellen.
Zet de schakelaar na het verstellen terug
in het midden om te voorkomen dat de
spiegel onbedoeld wordt versteld.D140202ABH
Buitenspiegel inklappen
Druk op de toets om de buitenspiegel in te klappen.
Druk nogmaals op de toets om hem uit te klappen.
Om de elektrisch bedienbare
buitenspiegels in te klappen moet hetcontact in stand ON staan.
OPMERKING
De spiegels stoppen hun
beweging als de maximale
stelhoek bereikt is. De stelmotorblijft echter draaien zolang deschakelaar ingedrukt blijft. Houd de schakelaar niet langer
ingedrukt dan nodig om tevoorkomen dat de stelmotorbeschadigd wordt.
Probeer de spiegels nooit met de hand te verstellen. Op die manierkan er schade ontstaan.
OBK049024OBK049025
Page 115 of 377

Kenmerken van uw auto
40
4
Nadat de sleutel uit het contactslot is
verwijderd of het contact in stand LOCK
is gezet, kunnen de elektrisch
bedienbare buitenspiegels nog ongeveer
30 seconden worden bediend.
OPMERKING
Klap een elektrisch bedienbare
buitenspiegel nooit in met de hand.
Hierdoor kan de motor beschadigdraken.
Page 116 of 377

441
Kenmerken van uw auto
INSTRUMENTENPANEEL
OBK040120L/OBK040121L/OBK040122L
D150000AUN-EU
Type A
Type B
Type C
1. Snelheidsmeter
2. Temperatuurmeter
3. Controlelampjes richtingaanwijzers
4. Waarschuwings- en controlelampjes
5. Kilometerteller/Boordcomputer*
6. Toerenteller
7. Brandstofmeter
* indien van toespassing ❇ Het aanwezige instrumentenpaneel kan
afwijken van de afbeelding.
Zie "Meters en tellers" op de volgende
bladzijden voor meer informatie.
Page 117 of 377

Kenmerken van uw auto
42
4
OBK040124L/OBK040125L/OBK040126L
D150000AUN-EU
Type D
Type E
Type F
1. Snelheidsmeter
2. Temperatuurmeter
3. Controlelampjes richtingaanwijzers
4. Waarschuwings- en controlelampjes
5. Kilometerteller/Boordcomputer*
6. Toerenteller
7. Brandstofmeter
* indien van toespassing ❇ Het aanwezige instrumentenpaneel kan
afwijken van de afbeelding.
Zie "Meters en tellers" op de volgende
bladzijden voor meer informatie.
Page 118 of 377

443
Kenmerken van uw auto
D150100AUN
Dashboardverlichting
Met behulp van de schakelaar kan de
verlichtingssterkte voor het dashboard
geregeld worden wanneer de
parkeerlichten of de dimlichten branden.Meters
D150201AUN
OBK049028
OBK049029
OBK049130L
OBK049129L
Type A
Type B
Type C
OBK049030
OBK049128L
OBK049127L
Type D
Type E
Type F
Page 119 of 377

Kenmerken van uw auto
44
4
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid aan
als de auto vooruit rijdt. De snelheidsmeter is gekalibreerd in
kilometers per uur en/of mijl per uur.
D150202AUN
Toerenteller
De toerenteller geeft het aantal
omwentelingen per minuut (omw/min) bij
benadering weer.
Gebruik de toerenteller om de juiste
schakelmomenten te kiezen en voorkom
dat de motor zwaar moet trekken of met
te hoge motortoerentallen draait.Wanneer het portier wordt geopend of de
motor niet binnen 1 minuut wordt gestart,
kan de naald van de toerenteller licht
bewegen in stand ON met de motor uit.
Deze beweging is normaal en beïnvloedt
de nauwkeurigheid van de toerenteller
niet als de motor eenmaal draait.
OBK049031
OPMERKING
Zorg ervoor dat het motortoerental
niet toeneemt tot in het rode
gebied.
Hierdoor kan ernstige motorschadeontstaan.
Page 120 of 377

445
Kenmerken van uw auto
D150203AUN
Temperatuurmeter
Wanneer het contact in stand ON staat,
geeft deze meter de
koelvloeistoftemperatuur weer.
Blijf niet rijden met een oververhitte
motor. Raadpleeg OVERVERHITTING in
hoofdstuk 6 wanneer de motor oververhit
raakt.D150204ABK
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering
de hoeveelheid brandstof aan die nog in
de tank aanwezig is. De inhoud van de
brandstoftank staat in hoofdstuk 8. De
brandstofmeter is tevens voorzien van
een waarschuwingslampje laag
brandstofniveau dat gaat branden als de
brandstoftank bijna leeg is.
Bij hellingen en bochten beweegt mogelijk
de naald van de brandstofmeter, knippert
mogelijk het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau, of gaat het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau mogelijk branden
doordat de brandstof in de br
andstoftank
heen en weer beweegt.
OPMERKING
Als de naald van de meter buiten
het normale bereik komt en in de
richting van stand “H” beweegt,duidt dit op oververhitting van demotor, waardoor schade aan demotor kan ontstaan.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiateurdop nooit als
de motor heet is. De koelvloeistofstaat onder druk en kan door
verwijderen van de radiateurdop
naar buiten spuiten, waardoor
ernstige brandwonden kunnen
ontstaan. Wacht totdat de motor is
afgekoeld alvorens het reservoir bij
te vullen met koelvloeistof.
OBK049032OBK049033