airbag Hyundai Getz 2007 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Getz, Model: Hyundai Getz 2007Pages: 217, PDF Size: 7.52 MB
Page 48 of 217
1- 38 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
o Het airbagsysteem werkt alleen met het contactslot in de stand"ON". Als de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu brandt wanneer de motor is gestart, ofgaat branden tijdens het rijden, is er een storing in het airbagsysteem. Laat dit zo snelmogelijk controleren door een Hyundai dealer.
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd.!o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON'' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat de onderhou-dsindicatie branden.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
38
Page 49 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 39
B990A01TB-GXT AAN/UIT-schakelaar voor passagiersairbag (Indien gemonteerd)
B990A01TB
De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld met de AAN/UIT- schakelaar (1) voor depassagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst of als er niemand op de passagiersstoelzit.Voor de veiligheid van uw kind moetde passagiersairbag worden uitgeschakeld, als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig isom een kinderzitje, waarin het kind naar achteren kijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de ON/OFF-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet de schakelaar in de stand "OFF". Delamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat de passagiersairbag weer wordtingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de hoofdsleutel in de AAN/UIT- schakelaar en zet de schakelaar inde stand "ON". De lamp "passagiersairbag OFF" dooft.
(1)
B240C01NFN.B.:
o Als de schakelaar van de
passagiersairbag in de stand "ON" staat, dan wordt de passagiersairbag geactiveerd en mag beslist geen kinderzitjewaarin het kind naar achteren kijkt op de passagiersstoel aanwezig zijn.
o Als de schakelaar van de passagiersairbag in de stand"OFF" staat, dan wordt de passagiersairbag niet geactiveerd en mag een kinderzitje waarinhet kind naar achteren kijkt op de juiste wijze op de passagiersstoel wordengeplaatst.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
39
Page 50 of 217
1- 40 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
!
LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden.Als de lamp "passagiersairbagOFF" niet gaat branden, dan schakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem)de passagiersairbag in en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ookals de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, hetgordelspannersysteem en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren.
o Als de airbaglamp niet gaat branden als het contactslot in destand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaarvoor de passagiersairbag, de gordelspanners en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
WAARSCHUWING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag alleen uit bij uitgeschakeld contactslot. Als dit niet gebeurtkan een storing ontstaan in de SRSCM. Hierdoor is het mogelijk dat de bestuurders- en/ofpassagiersairbag en/of de zij- airbags niet of niet juist ontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achterenkijkt op de passagiersstoel. Theinfant or child could be severely injured or killed by an airbag deployment in case of an acci-dent.o Plaats geen kinderzitje waarin het
kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al is uw auto voorzien van een AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag. Een dergelijk kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst.Kinderen die te groot zijn om gebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op deachterbank plaatsnemen en gebruik maken van de beschikbare heup- of 3-puntsgordels. Aan kinderen wordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden alsze zich in een goedgekeurde veiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de
passagiersairbag in, zodra hetniet meer nodig is dat de airbag is uitgeschakeld.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
40
Page 51 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 41
Uw Hyundai heeft in elke voorstoel een zij-airbag. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/of voorpassagiers extra bescherming tegeven naast de werking van alleen de veiligheidsgordel. De zij-airbags zijn ontworpen om in werking te treden bijeen aanrijding van opzij, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, de hoek, de snelheid en het aanrijdi-ngspunt. De airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij in werking te treden.
B990B01TG-GXT Zij-airbag (Indien gemonteerd)
B990B02Y
HTB072
Zij-airbag- sensor
Belangrijke veiligheidsmaatre- gelen betreffende het zij-airbagsysteem Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken
!WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepunts veiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier,maar vervangt deze niet. Daarom moet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in deauto zit. De zij-airbags worden alleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant dieernstig genoeg zijn om letsel te veroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en omverwondingen bij het in werking treden van de zij-airbag tevoorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelen rechtop zitten met de veilig-heidsgordel correct vastg-egespt. De handen van de bestu-urder moeten in de standen 9:00 en3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen en handen van de voorpassagiers moetenin de schoot worden gehouden.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
41
Page 52 of 217
1- 42 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
SB110C1-FX Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch
onderhoudsvrij; het is niet toegestaan zelf werkzaamheden eraan uit te voeren. Het gehele airbagsysteemmoet 10 jaar na de productiedatum van de auto door een officiële Hyundai dealer worden gecontroleerd. Alle werkzaamheden aan het
airbagsysteem, zoals het verwijderen,aanbrengen, repareren of werkza- amheden aan het stuurwiel moeten worden uitgevoerd door een gekwali-ficeerde Hyundai monteur. Onvakkundig uitgevoerde werkza-
amheden aan het airbagsysteemkunnen ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
B240C01HP
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitge- voerd aan de diverse compo- nenten en de bedrading van hetairbagsysteem, inclusief het aanbrengen van voorwerpen op het stootvlak van het stuurwielof wijzigingen worden uitge- voerd aan het stuurwiel, kan de werking van het airbagsysteemworden beïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoel- hoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportieren de voorstoel. Dergelijke objecten kunnen gevaarlijke projectielen worden of extraverwondingen veroorzaken als de zij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoorverwondingen te voorkomen, moeten schokken tegen debotsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact worden voorkomen.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
42
Page 53 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 43
o Het stootvlak kan worden
gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwielalsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op het stuurwiel, het instrumenten-paneel of de afdekking boven het dashboardkastje aan passa- gierszijde worden geplaatst,omdat een dergelijk voorwerp letsel kan veroorzaken bij een aanrijding die ernstig genoeg isom de airbags in werking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze worden vervangen door een officiëleHyundai dealer.o Aan de diverse componenten enaan de bedrading van het airbagsysteem mogen geenwerkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook niet mogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat de airbagabusievelijk in werking kan treden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag
geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als de airbag bij een aanrijding wordt geactiveerd. o Als componenten van het
airbagsysteem tot schrootworden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaaldeveiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Uw Hyundai dealer is met deze veiligheids-voorschriften bekend en kan u de noodzakelijke informatie verstrekken.Als deze voorschriften en proce-dures niet worden opgevolgd,kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van deze belangrijke informatie op dehoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagen achterblijven als deze aan denieuwe eigenaar wordt overhandigd.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
43
Page 55 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 45
1. Waar schuwingslamp geopend achterklep
2. Controlelamp startblokkering
3. Toerenteller
4. Controlelamp richtingaanwijzers
5. Verlichting schakelkwadrant van automatische
transmissie (Indien gemonteerd)
6. Brandstofmeter
7. Kilometerteller/Dagteller
8. Snelheidsmeter
9. Waarschuwingscontrolelamp elektronisch stuurbekrachtigings-systeem (EPS) (Indien gemonteerd)
10. Storingslamp (MIL)
11. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
12. Controlelamp grootlicht
13. Koelvloeistoftemperatuurmeter 14. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
15. Controlelamp niet goed gesloten portier
16. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
17. Controlelamp airbag
18. Controlelamp brandstofreserve
19. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma
(ESP) (Indien gemonteerd)
20. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
21. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
22. Waarschuwingslamp veiligheidsgordels
23. Controlelamp oliedruk
24. Controlelamp laadstroom
25. Controlelamp overdrive uitgeschakeld (Alleen automatische transmissie)
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
45
Page 57 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 47
1. Waar schuwingslamp geopend achterklep
2. Controlelamp startblokkering
3. Toerenteller
4. Controlelamp richtingaanwijzers
5. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie (Indien gemonteerd)
6. Kilometerteller/Dagteller
7. Brandstofmeter
8. Boordcomputer (Indien gemonteerd)
9. Snelheidsmeter
10. Waarschuwingscontrolelamp elektronisch stuurbekrachtigings-systeem (EPS) (Indien gemonteerd)
11. Storingslamp (MIL)
12. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
13. Controlelamp grootlicht 14. Koelvloeistoftemperatuurmeter
15. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
16. Controlelamp niet goed gesloten portier
17. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
18. Controlelamp airbag
19. Controlelamp brandstofreserve
20. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma
(ESP) (Indien gemonteerd)
21. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
22. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
23. Waarschuwingslamp veiligheidsgordels
24. Controlelamp oliedruk
25. Controlelamp laadstroom
26. Controlelamp overdrive uitgeschakeld (Alleen automatische transmissie)
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
47
Page 58 of 217
1- 48 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
SB210C1-FX
Onderhoudsindicatie
(SRI) van airbagsysteem
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadatde motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaat eveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Alsbij het aanzetten van het contact of het starten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat brandenof continu blijft branden nadat ze gedurende 6 seconden heeft gekni- pperd, of wanneer ze gaat brandentijdens het rijden, moet het airbagsysteem worden gecontroleerd door een officiële Hyundai dealer. B260P02Y-GXT
Controlelamp abs (Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als decontrolelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in destand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een storing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw autoin dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren. Het normale remsysteem blijft echterwerken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.B230T01NF-GAT "Passagiersairbag off"-
lamp (Indien gemonteerd)
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
gedurende ongeveer 4 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat demotor is gestart. Vervolgens dooft de lamp na 3 seconden.
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
ook branden als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "OFF" staat en brandtniet als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "ON" staat.
LET OP:
Bij een storing in de AAN/UIT-
schakelaar voor de passagiersairbag gaat de "passagiersairbag OFF"-lamp niet branden en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als deAAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat.!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
48
Page 198 of 217
EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 39
G200D02TB-GXT Binnenpaneel
G200D01TBZEKERINGWAARDE15A 15A 10A 15A 30A 10A 10A10A 20A 15A 15A 15A 10A 20A 10A 10A 15A 20A 10A 10A 15A 10A 10A 10A 15A 10A 10A 10AGEZEKERDE COMPONENTEN
Binnenverlichting, audio, instrumentenpaneel Controlelamp grootlicht, koplamp (links) Mistlamp voor Koplamp (rechts) Achterruitverwarming Aanjager, schuifdak Mistlamp, etacm, elektrische ruitbediening, Koplamphoogteverstelling Mistachterlicht Ruitenwissermotor voor Waarschuwingsknipperlicht, etacm Remlicht, elektrische ruitbediening Ecm AchterruitverwarmingStoelverwarming Dagrijlicht Startrelais, diefstalalarmsysteem Ruitenwissermotor achter Portiervergrendeling, schuifdak Airbag Pcm, abs control Elektrish annsluitpunt Instrumentenpaneel Rem-/achterlicht (rechts) Richtingaanwijzer, reservelicht Audio, elektrisch verstelbare buitenspiegel Controlelamp airbag Rem-/achterlicht (links) Airconditioning
OMSCHRIJVING
POWER CONN & R/LP
H/LP LHF/FOG
H/LP RH PR/HTD
BLOWER
IGNITION R/FOG
FRT WPR HAZARD
STOPECU2
HTD MIR S/HTD
DRL
START
RR/WPR D/LOCK
A/BAGECU1
P/OUTLET CLUSTER
TAIL RH T/SIG
AUDIO
A/BAG IND
TAIL LHA/C SW
TB holl-6.p65 7/9/2007, 11:55 AM
39