Hyundai H-1 (Grand Starex) 2009 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2009, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2009Pages: 321, PDF Size: 40.67 MB
Page 141 of 321

477
Kenmerken van uw auto
D280600AEN
Digitale klok (indien van toepassing)
Als de accukabels of de bijbehorende
zekeringen zijn losgenomen, moet de tijd
opnieuw worden ingesteld.
Wanneer het contact in stand ACC of ON
staat, werken de knoppen van de klok als
volgt:D280601AUN
Uren (1)
Druk knop H in met uw vinger, een
potlood of een scherp voorwerp om deurenaanduiding met één uur te wijzigen.
D280602AUN
Minuten (2)
Druk knop M in met uw vinger, een
potlood of een scherp voorwerp om de
minutenaanduiding met één minuut tewijzigen.
D280603AUN
Reset (3)
Druk knop R in met uw vinger, een
potlood of een scherp voorwerp om de
klok op het hele uur gelijk te zetten. De
klok wordt op het hele uur gelijkgezet.
Als de knop R bijvoorbeeld wordt
ingedrukt bij een tijd tussen 9:01 en 9:29,
zal het display 9:00 aangeven.
9:01 - 9:29 display wijzigt in 9:00
9:30 - 9:59 display wijzigt in 10:00
D280604AEN
Wijziging weergave
(indien van toepassing)
Houd toets R ingedrukt tot het display
knippert om van een 12-uursweergave
over te schakelen op een 24-
uursweergave.
Als de knop R bijvoorbeeld wordt
ingedrukt als de tijd op 10:15 staat, zal
het display 22:15 aangeven.
OTQ047119
WAARSCHUWING
Probeer nooit de klok tijdens het
rijden te verstellen. Als u dat wel
doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen waardoor
ongevallen en letsel veroorzaakt
kunnen worden.
Page 142 of 321

Kenmerken van uw auto
78
4
D280800AEN
Jashaak (indien van toepassing) Bevestigingspunt (EN) vloermat
(indien van toepassing)
Wanneer u voorin de auto gebruikt maakt
van een vloermat op de vloerbedekking,
zorg er dan voor dat deze op de
bevestigingspunten wordt bevestigd. Dit
voorkomt dat de vloermat kan
wegglijden.
OCM039200N
OPMERKING
Hang geen zware kleren aan de
hanger omdat deze hierdoor beschadigd kan worden.
OTQ047122
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de vloermat goed op de vloerbedekking wordt
geplaatst. Als de vloermat
wegglijdt en tijdens het rijden de
bediening van de pedalen
hindert, kan dit tot ongelukkenleiden.
Leg geen extra mat bovenop de al bevestigde vloermat, anders zou
de extra mat naar voren kunnen
glijden en de bediening van depedalen hinderen.
Page 143 of 321

479
Kenmerken van uw auto
Antenne
D300102ATQ
Dakantenne (indien van toepassing)
Uw auto maakt gebruik van een
dakantenne om zowel AM- als FM-
signalen te ontvangen. Deze antenne
kan verwijderd worden. Draai de antenne
linksom om hem te verwijderen. Draai de
antenne rechtsom om deze te plaatsen.AUDIOSYSTEEM
OTQ047135
OPMERKING
• Verwijder de antenne voordat u
een lage ruimte binnenrijdt.
Zorg ervoor dat u de antenne verwijdert voordat u de auto ineen automatische wasserette
reinigt om te voorkomen dat de antenne beschadigd wordt.
Draai de antenne bij het plaatsen goed vast. De antenne kanworden verwijderd wanneer u de
auto parkeert of wanneer ubagage vervoert op het roof rack.
Plaats geen bagage in de buurt van de antennevoet om de
ontvangst van signalen niet te storen.
Page 144 of 321

Kenmerken van uw auto
80
4
D300800AEN
De werking van een autoradio
AM en FM radiosignalen worden door het
radiostation uitgezonden. Deze signalen
worden ontvangen door de radioantenne
op het spatscherm van uw wagen. Dit
signaal wordt dan ontvangen door de radio
en doorgestuurd naar de luidsprekers.
Als een krachtig radiosignaal uw wagen
bereikt zorgt de moderne techniek van uw
geluidsinstallatie voor een hoge kwaliteit
van de geluidsweergave. In sommige
gevallen is het ontvangen signaal echter
niet krachtig en helder.
Dit kan worden veroorzaakt door
bijvoorbeeld de afstand tot het radiostation,
andere krachtige stations of de
aanwezigheid van gebouwen, bruggen of
grotere obstakels in het desbetreffendegebied. In het algemeen is de ontvangst van AM
signalen beter dan van FM signalen. Dit
komt doordat AM radiogolven met een lage
frequentie worden uitgezonden. Deze lange
golven met een lage frequentie volgen het
aardoppervlak en verplaatsen zich niet
recht in de atmosfeer. Bovendien ontwijken
ze obstakels zodat over het algemeen een
betere signaal weergave het gevolg is.
Daarom kan een AM uitzending over een
grotere afstand dan een FM uitzending
worden ontvangen.
FM signalen worden met een hoge
frequentie uitgezonden en volgen hierbij
niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat bij
FM uitzendingen op een relatief korte
afstand van het radiostation vervorming.
Bovendien ondervinden FM signalen
nadelige invloeden door gebouwen, bergen
of andere obstakels. Dit kan een
geluidsweergave tot gevolg hebben
waardoor u veronderstelt dat uw
geluidsinstallatie niet in orde is. De
volgende condities zijn normaal en duiden
niet op een storing:
¢¢¢
JBM001
¢¢¢¢¢¢
JBM002
FM-ontvangst AM-ontvangstJBM003
FM radiostation
Bergen
Ijzeren bruggen
GebouwenOnbelemmerd
gebied
Page 145 of 321

481
Kenmerken van uw auto
• Vervorming. Tijdens het rijden kan deafstand ten opzichte van het radiostation
gewijzigd worden, het signaal wordt
zwakker en er treedt vervorming op. In
een dergelijk geval adviseren wij u op een
ander en krachtiger station af testemmen.
"Flutter" - Zwakke FM signalen of grote obstakels tussen de zenden en de radio
vervormen het signaal waardoor er flutter
ontstaat. Deze storing kan iets worden
onderdrukt door de hoge tonen te
verminderen. Bij het zwakker worden van het FM
signaal is het mogelijk dat het signaal van
een nabij gelegen, krachtige zender op
dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit
komt omdat uw radio is ontworpen om op
het sterkste signaal af te stemmen. In dit
geval adviseren wij u een andere zender
op te zoeken.
Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeft dit
vervorming tot gevolg. Dit kan worden
veroorzaakt door een direct en een
gereflecteerd signaal van hetzelfde
station of door signalen van tweestations met dicht bij elkaar liggende
frequenties.
In dit geval adviseren wij u op een
andere zender af te stemmen.:
Gebruik van een mobiele telefoon of
radiozender
Bij gebruik van een mobiele telefoon in
de auto kan de audio apparatuur
storende geluiden voortbrengen. Dit
betekent niet dat er iets verkeerd is met
de audioapparatuur. In dat geval moet de
mobiele telefoon op een zo groot
mogelijke afstand van de audio-
apparatuur worden gebruikt.
¢¢¢
JBM004JBM005OPMERKING
Bij gebruik van een mobieletelefoon of een radiozender in deauto, moet een afzonderlijke
antenne worden gemonteerd. Doorhet gebruik van een mobiele telefoon of radiozender met een
interne antenne, kunnen storingen aan de elektrische installatie van deauto worden veroorzaakt en kan deveilige werking van de auto in
gevaar komen.
WAARSCHUWING
Gebruik geen autotelefoon tijdens
het rijden; parkeer de auto op een
veilige plaats bij gebruik van een
autotelefoon.
Page 146 of 321

Kenmerken van uw auto
82
4
1. Knop POWER ON-OFF
2. Toets BAND
3. Knop TUNE/MODE
4. Toets AUTO SEEK
(automatisch zender zoeken)
5. Toets Best Station Memory (BSM)
6. Toetsen PRESET STATION
TQ420
BEDIENING AUDIOSYSTEEM (M420) (INDIEN VAN TOEPASSING)
Page 147 of 321

483
Kenmerken van uw auto
1. Knop POWER ON-OFF
De radio kan bediend worden wanneer
het contact in stand ACC of AAN staat.
Druk op de knop om het systeem in te
schakelen. Het LCD-scherm toont de
radiofrequentie in de radiomodus of de
afspeelrichting van de cassette in de
cassettespelermodus. Druk opnieuw opde knop om het systeem uit te
schakelen.
Volumeregeling
Draai de knop rechtsom of linksom om
het volume te verhogen of te verlagen.
Functie AVC (Auto Volume Control)
De rijgeluiden nemen toe naarmate de
auto harder gaat rijden.
De AVC-functie van het audiosysteem
compenseert dit door ervoor te zorgen
dat het volume van het audiosysteem
automatisch toeneemt wanneer de auto
harder gaat rijden.2. Toets BAND
Druk op de toets om over te schakelen
naar AM (MW, LW), FM1 of FM2.
3. Knop TUNE/MODE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de frequentie te verhogen of te verlagen.
Knop MODE
Door op de knop MODE te drukken, kunt
u overschakelen naar BASS, MIDDLE,
TREBLE, FADER of BALANCE.
De geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
Draai de knop MODE na het selecteren
van de modus rechtsom of linksom.
Instelling BASS
Draai de knop rechtsom of linksom om
de BASS-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling MIDDLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de MIDDLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling TREBLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de TREBLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling FADER
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers achter te versterken
(het geluid van de luidsprekers vóór
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers vóór te
versterken (het geluid van de
luidsprekers achter wordt gedempt).
✽✽
AANWIJZING
In VAN-uitvoeringen wordt de functie
FADER niet ondersteund (geen
luidsprekers achter).
Instelling BALANS
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers rechts te versterken
(het geluid van de luidsprekers links
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers links te
versterken (het geluid van de
luidsprekers rechts wordt gedempt).
Page 148 of 321

Kenmerken van uw auto
84
4
4. Toets AUTO SEEK
(automatisch zender zoeken)
Druk op de toets AUTO SEEK. Als op de
zijde van de toets wordt gedrukt,
wordt automatisch afgestemd op de
eerstvolgende zender met een hogere
frequentie. Als op de zijde van de
toets wordt gedrukt, wordt automatisch
afgestemd op de eerstvolgende zender
met een lagere frequentie.
5. Toets Best Station Memory (BSM)
Als op de toets BSM wordt gedrukt,
worden de zes sterkste zenders in de
omgeving geselecteerd en in het
geheugen opgeslagen. De opgeslagen
zenders worden op volgorde van
frequentie over de voorkeuzetoetsen
verdeeld.
6. Toetsen PRESET STATION
Voor zowel AM (MW, LW), FM1 als FM2
kunnen zes zenders in het geheugen
worden opgeslagen. OPSLAAN VAN
VOORKEUZEZENDERS
Er kunnen zes AM-zenders (MW, LW) en
twaalf FM-zenders in het geheugen van
de radio worden opgeslagen. Vervolgens
kunt u door op de toets AM (MW, LW)/FM
en/of een van de voorkeuzetoetsen te
drukken direct op de opgeslagen
zenders afstemmen. Volg de
onderstaande procedure om de zenders
te programmeren.
Druk op de toets AM (MW, LW)/FM om
de frequentieband AM (MW, LW), FM1 of FM2 te selecteren.
Stem met de automatische of handmatige zoekfunctie af op de
zender die u wilt opslaan.
Bepaal onder welke voorkeuzetoets u de zender wilt opslaan.
Houd deze voorkeuzetoets langer dan twee seconden ingedrukt. Op het
display wordt aangegeven welke
voorkeuzetoets u hebt ingedrukt. Als
de zender is opgeslagen in het
geheugen, knippert de frequentie op
het display. Laat de toets dan los en ga
verder met het programmeren van de
volgende zender. Per voorkeuzetoets
kunt u één AM-zender (MW, LW) en
twee FM-zenders programmeren,
zodat in totaal 24 voorkeuzezendersmogelijk zijn. Als het programmeren van
voorkeuzezenders is voltooid, kan elke
geprogrammeerde zender wordenopgeroepen door de frequentieband
AM (MW, LW), FM1 of FM2 te
selecteren en vervolgens op de
desbetreffende voorkeuzetoets te
drukken.
OPMERKING
Plaats geen dranken in de buurt
van het audiosysteem. Hetaudiosysteem kan beschadigd raken als u morst.
Sla niet op en stoot niet tegen het audiosysteem, anders kan hetsysteem beschadigd raken.
Page 149 of 321

485
Kenmerken van uw auto
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
2. Toets TAPE EJECT
3. Toets DOLBY
4. Toets REPEAT (RPT)
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
6. FF/REW Button
BEDIENING CASSETTESPELER (M420) (INDIEN VAN TOEPASSING)TQ420
Page 150 of 321

Kenmerken van uw auto
86
4
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
Met deze toets kunt u de andere zijde
van het cassettebandje afspelen zonder
het cassettebandje om te draaien. Op het
display verschijnen de aanduiding PLAY
en een pijl die de afspeelrichting van hetcassettebandje aangeeft.
Als u deze toets gedurende meer dan
0,8 s ingedrukt houdt. U kunt
overschakelen naar AUX-modus.
De AUX-modus is alleen beschikbaar wanneer de AUX-aansluiting is
aangesloten. Zodra deze aansluiting
wordt losgenomen, keert het systeem
automatisch terug naar de laatste
modus.
2. Toets TAPE EJECT
Door op deze toets te drukken wanneer een cassettebandje in de
speler zit, wordt het cassettebandje
uitgeworpen.
Door op deze toets te drukken wanneer de functie FF/REW actief is,
wordt het cassettebandje uitgeworpen. 3. Toets DOLBY
Ruis tijdens het afspelen van een cassettebandje kunt u aanzienlijk
verminderen door op de toets DOLBY te
drukken. Druk nogmaals op de toets
DOLBY om deze functie weer uit te
schakelen.
4. Toets REPEAT (RPT)
Druk op de toets RPT om het
muziekstuk waarnaar u aan het
luisteren bent te herhalen. Druk
opnieuw op deze toets om de functie te
annuleren.
Als u het herhalen niet annuleert voordat het muziekstuk is afgelopen,
wordt het muziekstuk automatischopnieuw afgespeeld. Dit gaat door totdat u opnieuw op de
toets RPT drukt.
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
Druk op deze toets om naar het
beginpunt van een muziekstuk te zoeken
op een voorbespeeld cassettebandje. Als
de pauzes tussen de muziekstukken ten
minste 4 seconden duren, worden deze
door de functie AUTO MUSIC Search
herkend. Druk op de toets om naar het
beginpunt van het volgende
muziekstuk te gaan.
Druk op de toets om het vorige muziekstuk te herhalen.
Druk nogmaals op de toets FF of REW om het vooruit- of terugspoelen testoppen.
6. Toets FF/REW
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of terugspoelen (REW) van het cassettebandje op de toets FF om het
cassettebandje snel vooruit te spoelen.
Druk tijdens het snel vooruitspoelen (FF) nogmaals op de toets FF om
verder te gaan met het afspelen
(PLAY) van het cassettebandje.
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of snel vooruitspoelen (FF) van hetcassettebandje op de toets REW om
het cassettebandje terug te spoelen.
Druk tijdens het terugspoelen (REW) nogmaals op de toets REW om verder
te gaan met het afspelen (PLAY) van
het cassettebandje.