Hyundai H-1 (Grand Starex) 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2011Pages: 353, PDF Size: 48 MB
Page 91 of 353

Kenmerken van uw auto
20
4
D080200ATQ
Achterruit
(type A, indien van toepassing)
De ruit kan worden geopend door de
hendel in de richting van de pijl te
drukken. Achterruit
(type B, indien van toepassing)
Trek om de ruiten te openen aan het
achterste deel van de vergrendeling.
Draai de vergrendeling naar voren en
naar buiten en vergrendel hem als hij
geopend is door hem naar buiten te
duwen totdat u een klik hoort. Trek de
hendel naar binnen om de ruiten te
sluiten. Duw de hendel vervolgens naar
achteren totdat u een klik hoort.
✽✽
AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de achterzijruiten mogelijk niet doorbevriezingsverschijnselen.
OTQ047017OTQ047018
Page 92 of 353

421
Kenmerken van uw auto
D090100AUN
Motorkap; openen van
1. Trek aan de ontgrendelknop om demotorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til
de motorkap iets op. Trek de
veiligheidshaak (1) in het midden van
de motorkap naar u toe en til de
motorkap omhoog (2). 3. Trek de steun uit de motorkap.
4. Ondersteun de motorkap met de
steun.
MOTORKAP
WAARSCHUWING
- Hete
onderdelen
Pak de steun altijd vast bij het deel
dat omwikkeld is met rubber. Het
rubber voorkomt dat u zich brandtaan het hete metaal als de motorwarm is.
OTQ047019OTQ047020OTQ047021
Page 93 of 353

Kenmerken van uw auto
22
4
D090200AUN
Sluiten van motorkap
1. Controleer de volgende punten
alvorens de motorkap te sluiten:
teruggeplaatst zijn.
andere brandbare materialen in de
motorruimte zijn achtergebleven.
2. Zet de steun vast in de clip om te voorkomen dat hij gaat rammelen.
3. Laat de motorkap zakken tot ongeveer 30 cm (1 ft) boven zijn gesloten positie
en laat de motorkap los. Controleer of
de motorkap vergrendeld is.
WAARSCHUWING
- Motorkap
Controleer voor het sluiten van de motorkap of er geen zaken in de motorruimte zijn
achtergebleven die het sluiten
zouden kunnen hinderen. Als
geprobeerd wordt de motorkap tesluiten terwijl er nog iets in de
motorruimte is achtergebleven,
kan dat schade aan de motorkap
of letsel veroorzaken.
Laat geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen achter in de
motorruimte. Deze zouden door
de hitte in brand kunnen vliegen.WAARSCHUWING
Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed vergrendeld is
alvorens met de auto te gaan
rijden. Als de motorkap niet goed
vergrendeld is, zou hij tijdens hetrijden open kunnen gaan,
waardoor het zicht voor de
bestuurder belemmerd wordt en
een aanrijding het gevolg kanzijn.
De steun moet goed in de opening in het binnenscherm
geplaatst worden als u controles
in de motorruimte uitvoert. Dat
voorkomt dat de motorkapplotseling naar beneden kan
vallen en letsel veroorzaakt.
Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat omdat
dan het zicht belemmerd wordten de motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
Page 94 of 353

423
Kenmerken van uw auto
D100100AUN
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door op de knop voor
het openen van de tankdopklep op het
bestuurdersportier te drukken.
✽✽AANWIJZING
Tik zachtjes op de tankdopklep of druk
er voorzichtig tegenaan als deze is
vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik detankdopklep niet los. Spuit detankdopklep indien nodig in met
ruitontdooier (gebruik geenkoelvloeistof) of zet de auto op eenwarme plaats om het ijs te laten smelten.
1. Zet de motor uit.
2. Druk op de knop om de tankdopklep te openen.
3. Open de tankdopklep (1).
4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen.
5. Vul de tank met brandstof. D100101ATQ
TANKDOPKLEP
OTQ047022OTQ047023
OPMERKING
De linker schuifdeur kan niet
worden geopend als de tankdopklep geopend is. Als de
schuifdeur echter al een klein stukje geopend is als detankdopklep wordt geopend, kan de linker schuifdeur wel naar achteren
worden geschoven. Sluit de linker schuifdeur om schade aan de deurof de tankdopklep te voorkomen.
Page 95 of 353

Kenmerken van uw auto
24
4
D100200AEN
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem
rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft
aan dat de dop goed vastzit.
2. Sluit de tankdopklep en druk deze goed dicht.
D100300BEN(Vervolg)
Stap niet in de auto nadat u begonnen bent met tanken omdat
u door het aanraken van of
wrijven tegen iets (polyester,
satijn, nylon, enz.) statisch
geladen kunt zijn. Statischeelektriciteit kan brandstofdampen
doen ontbranden, wat
explosiegevaar oplevert. Als u
tijdens het tanken toch terug in
de auto moet stappen, raak ook
dan even een metalen deel aan de
voorzijde van de auto aan om
eventuele statische elektriciteitkwijt te raken.
Als u een jerrycan wilt vullen, plaats deze dan op de grond. Een
met statische elektriciteit geladen
jerrycan kan brandstofdampen
doen ontbranden. Zodra u begint
te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken
is voltooid. Gebruik alleen
goedgekeurde plastic jerrycans
die geschikt zijn voor brandstof.
(Vervolg)WAARSCHUWING -
Gevaren bij het tanken
Brandstof is licht ontvlambaar.
Neem bij het tanken de volgende
richtlijnen in acht. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel
als gevolg van brand of een
explosie.
Lees alle waarschuwingen bij het tankstation en neem ze in acht.
Kijk vóór het tanken altijd of er een noodknop voor het afsluiten
van de brandstof is bij debrandstofpomp.
Raak, voordat u de tankdop en vulopening aanraakt, altijd even
een ander metalen deel van de
auto aan, op voldoende afstand
van de vulopening, om
brandgevaar als gevolg van
statische elektriciteit te
voorkomen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING -
Tanken
Als de onder druk staande brandstof naar buiten spuit, kan
deze op uw kleding of huid
terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan. Verwijder
de tankdop altijd voorzichtig en
langzaam. Als er brandstof naar
buiten komt of er een sissend
geluid hoorbaar wordt, moet u
even wachten voordat u de dop
verder losdraait.
Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.
Page 96 of 353

425
Kenmerken van uw auto
D100500AUN
Handmatige ontgrendeling tankdopklep Als de tankdopklep niet met de afstandsbediening opengaat, kunt u hem
met de hand openen. Maak het paneel in
de bagageruimte los en verwijder het.
Trek de hendel iets naar buiten.
OPMERKING
Tank alleen de brandstof die inparagraaf 1 vermeld is onder
“Vereiste brandstof”.
Gebruik, als de tankdop vervangen moet worden,uitsluitend een originele
HYUNDAI-dop of een andere, voor uw auto geschikte dop. Eenverkeerde tankdop kan eenernstige storing in het
brandstofsysteem of het emissieregelsysteem veroorzaken.
Mors geen brandstof op de buitenzijde van de auto.Brandstof kan de lak aantasten.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsenvan brandstof in geval van eenaanrijding te voorkomen.
OPMERKING
Trek niet te hard aan de hendelomdat anders de bekleding in de
bagageruimte of de hendel beschadigd kan raken.
(Vervolg)
Maak tijdens het tanken geen gebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing van
mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
Zet de motor uit vóór het tanken. De elektrische onderdelen van de
motor kunnen vonken
produceren die brandstofdampenkunnen doen ontbranden.
Controleer na het tanken of detankdop en de tankdopklep goed
dicht zijn voordat u de motor
start.
Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat
ook geen brandende sigaret
achter in de auto terwijl u gaat
tanken. Brandstof is licht
ontvlambaar en explosief.
Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng de
manager van het tankstation, de
politie en de brandweer op de
hoogte. Volg hunveiligheidsinstructies op.
OTQ047024G
Page 97 of 353

Kenmerken van uw auto
26
4
D130100AEN
Stuurbekrachtiging
De stuurbekrachtiging reduceert de
benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van het vermogen dat de motor
levert. Bij een niet-draaiende motor of bij
een defecte stuurbekrachtiging blijft de
auto bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter.
Indien u merkt dat onder normale
omstandigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, moet u de
stuurbekrachtiging door een officiële
HYUNDAI-dealer laten controleren.
✽✽
AANWIJZING
Als de aandrijfriem van de
stuurbekrachtigingspomp breekt of depomp defect raakt, zal de benodigde
stuurkracht aanzienlijk groter worden. ✽
✽
AANWIJZING
Als de auto bij koud weer (temperatuur
lager dan -10°C) lange tijd buiten heeftgestaan, dan functioneert destuurbekrachtiging mogelijk minder
goed wanneer de motor voor de eerstemaal wordt gestart. Dit wordt
veroorzaakt door een stijging van deviscositeit van destuurbekrachtigingsvloeistof en duidtniet op een storing.
Als dit gebeurt, laat het toerental van de
motor dan oplopen tot 1.500 omw/minen laat vervolgens het gaspedaal los, of
laat de motor twee tot drie minuten
stationair draaien om destuurbekrachtigingsvloeistof te latenopwarmen. D130300AUN
Verstelbare stuurkolom
(indien van toepassing)
Een verstelbare stuurkolom maakt het mogelijk het stuurwiel af te stellen
voordat u gaat rijden. Daarnaast kunt u
het stuurwiel omhoog kantelen zodat uw
benen meer ruimte hebben bij het in- enuitstappen.
Het stuurwiel moet zo worden afgesteld
dat u een tijdens het rijden een
comfortabele positie achter het stuur
kunt vinden en tegelijkertijd een goed
zicht heeft op de waarschuwingslampjesen meters/tellers in het
instrumentenpaneel.
STUURWIEL
OPMERKING
Houd het stuurwiel bij een
draaiende motor nooit langer dan 5s tegen een van beide aanslagen (links of rechts). Als het stuurwiellanger dan 5 s tegen de aanslag
wordt gehouden, kan er schade aande stuurbekrachtigingspompontstaan.
WAARSCHUWING
Stel het stuurwiel nooit af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt
u de macht over het stuur
verliezen waardoor ongevallen en
letsel veroorzaakt kunnen
worden.
Controleer na het afstellen of het stuurwiel goed vastzit.
Page 98 of 353

427
Kenmerken van uw auto
Druk de vergrendeling (1) omlaag, zet
het stuurwiel in de gewenste stand (2) en
trek de vergrendeling weer omhoog om
het stuurwiel te blokkeren. Stel het
stuurwiel af voordat u gaat rijden.D130500AUN Claxon
Om te claxonneren, drukt u op het claxonsymbool op het stuurwiel.
Controleer regelmatig de werking van de claxon.
✽✽
AANWIJZING
Om te claxonneren, drukt u het gedeelte van het stuurwiel bij het claxonsymbool(zie afbeelding). De claxon wordt alleen
bediend wanneer op dit gedeelte wordtgedrukt.
OPMERKING
Om de claxon te bedienen hoeft u niet op het claxongedeelte te slaan. Druk het claxongedeelte niet in met
een scherp voorwerp.
OTQ047035OTQ047036
Page 99 of 353

Kenmerken van uw auto
28
4
D140100AUN
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.
D140101AUN
Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing)
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag-stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding door
de koplampen van achteropkomend
verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in despiegel in de nachtstand minder duidelijkis dan in de dagstand.
D140102AUN
Elektrochromatische binnenspiegel(ECM - Electric chromic mirror)
(indien van toepassing)
De elektrochromatische binnenspiegel
voorkomt automatisch verblinding door
achteropkomend verkeer. De sensor in
de spiegel registreert de lichtinval en
absorbeert door middel van een
chemische reactie de weerspiegelingen
van de koplampen van
achteropkomende auto's.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd. Als de selectiehendel in de
achteruitstand (R) wordt gezet, wordt debinnenspiegel in de helderste stand
gezet om het uitzicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.
SPIEGELS
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de
spiegel een papieren doekje of
vergelijkbaar materiaal dat vochtig is gemaakt met glasreiniger. Spuitniet direct glasreiniger op de spiegel. Hierdoor kan er
glasreiniger in de spiegel komen.
OTQ047037G
Nochtstand
Dagstand
WAARSCHUWING - Zicht
naar achteren
Zorg er indien mogelijk voor dat het
uitzicht door de achterruit niet
belemmerd wordt.
Page 100 of 353

429
Kenmerken van uw auto
Bedienen van elektrische binnenspiegel:
Druk op de AAN/UIT-knop (1) om deautomatische dimfunctie in te
schakelen. Het spiegelcontrolelampje
zal gaan branden.
Druk op de AAN/UIT-knop om de automatische dimfunctie uit te
schakelen. Het spiegelcontrolelampjedooft.
De standaardinstelling voor de binnenspiegel is AAN als het contact instand ON staat. D140200AUN
Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een linker
als een rechter buitenspiegel. De
spiegels kunnen elektrisch versteld
worden met de schakelaar. (indien van
toepassing) De spiegels kunnen wordeningeklapt om beschadigingen in een
automatische wasserette of bij het rijden
door een smalle straat te voorkomen.
OTQ047038G
WAARSCHUWING -
Buitenspiegel
De rechter buitenspiegel is convergerend. Bij uitvoeringen
voor sommige landen is ook de
linker buitenspiegel
convergerend. Objecten in de
spiegel zijn daardoor dichterbij
dan ze lijken.
Gebruik bij het veranderen van rijstrook daarom uw
binnenspiegel of kijk opzij om dewerkelijke afstand tot het
achteropkomende verkeer vast testellen
OPMERKING
Gebruik geen krabber om de
spiegel ijsvrij te maken; hierdoorkan het spiegelglas beschadigd raken. Forceer een bevroren spiegel
niet tijdens het verstellen. Verwijderijs met een ruitontdooier of met eenspons of zachte doek en heet water.
OTQ027002G
1ControlelampjeSensor