lane assist Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Hybrid, Model: Hyundai Ioniq Hybrid 2017Pages: 564, PDF Size: 47.22 MB
Page 359 of 564

5-40
Rijden met uw auto
BSD (Blind Spot
Detection)/LCA (Lane Change
Assist) (indien van toepassing)
Werking
Inschakelen:
Druk op de BSD-schakelaar terwijl het contact in stand ON staat. Het controlelampje in de BSD-
schakelaar gaat branden. Als de
rijsnelheid hoger wordt dan 30 km/h,
wordt het systeem geactiveerd.
Uitschakelen:
Druk nogmaals op de BSD-
schakelaar. Het controlelampje in de
schakelaar gaat uit.
Schakel het systeem met behulp van
de schakelaar uit wanneer het
systeem niet in gebruik is.Informatie
Als de auto wordt uitgezet en weer wordt gestart, keert het BSD-
systeem terug naar de vorige status.
Als het systeem wordt ingeschakeld, brandt er gedurende 3 seconden een
waarschuwingslampje in de
buitenspiegel. Het systeem wordt geactiveerd als:
1.Het systeem is ingeschakeld.
2.De rijsnelheid is hoger dan
ongeveer 30 km/h.
3.Er wordt een naderende auto gesignaleerd in de dode hoek.
i
■Type A
OAE056033■Type B
OAE056034
Page 380 of 564

5-61
Rijden met uw auto
5
Het Lane Keeping Assist System
signaleert rijstrookmarkeringen op
de weg en assisteert de bestuurder
bij het besturen van de auto om de
auto in de juiste rijstrook te houden.
Als het systeem signaleert dat de
auto zijn rijstrook dreigt te verlaten,
wordt de bestuurder zichtbaar en
hoorbaar gewaarschuwd, terwijl
tegelijkertijd een lichte
tegenstuurkracht wordt uitgeoefend,
om te proberen te voorkomen dat de
auto buiten de rijstrook terechtkomt.
LLAA NN EE KK EEEEPP IINN GG AA SSSSIISS TT --SS YY SSTT EEEEMM (( LL KK AA SS)) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAE056048 Het Lane Keeping Assist-
systeem is geen vervanging
voor een veilig rijgedrag, maar
dient slechts als hulpmiddel.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd de
omgeving in de gaten te houdenen het stuurwiel te bedienen.
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van het
Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS) altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Het stuurwiel wordt niet
continu bediend; als derijsnelheid te hoog is wanneer
u van rijstrook wisselt, wordt
de auto mogelijk niet door hetsysteem bediend.
Bedien het stuurwiel niet plotseling wanneer dit door het
systeem wordt bediend.
Het LKAS voorkomt dat de
bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat door de
besturing te ondersteunen.
(Vervolg)
(Vervolg)De bestuurder dient echter niet
volledig op het systeem te
vertrouwen, maar altijd zelf
controle te houden over het
stuurwiel om op de rijstrook te
blijven.
Let altijd op de wegomstandigheden en de
omgeving en wees voorzichtig
wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld, niet werkt of
een storing vertoont.
Het systeem signaleert
rijstrookmarkeringen via eencamera en bedient het
stuurwiel. Als de
rijstrookmarkeringen moeilijk
te signaleren zijn, werkt het
systeem daardoor mogelijkniet goed.
Raadpleeg "Beperkingen van het systeem".
Probeer de LKAS-camera niet te repareren en verwijder de
onderdelen ervan niet.
Plaats tijdens het rijden geen
voorwerpen op het dashboard
die licht reflecteren.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 382 of 564

5-63
Rijden met uw auto
5
Activeren LKAS
Het LKAS-scherm verschijnt op hetSCC/LKAS-scherm van het LCD-
display als het systeem wordt
geactiveerd.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen wordengesignaleerd en aan alle
voorwaarden voor activering van
het LKAS wordt voldaan, gaat het
stuurwielcontrolelampje groen
branden en verandert het
controlelampje LKAS van wit naar
groen. Dit geeft aan dat het LKAS-systeem zich in de status
ENABLED (ingeschakeld) bevindt
en dat het stuurwiel kan wordenbediend. Als het systeem een
rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van grijs naarwit.
Als het systeem de linker rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van de linker
rijstrookmarkering van grijs naarwit.
OAEE056122L Het Lane Keeping Assist System is een systeem dat
moet voorkomen dat de
bestuurder onbedoeld zijn
rijstrook verlaat. De bestuurder
moet echter niet uitsluitend op
het systeem vertrouwen, maartijdens het rijden altijd op dewegomstandigheden letten.
WAARSCHUWING ■
Rijstrookmarkering niet gesignaleerd■Rijstrookmarkering gesignaleerd
OAEE056123L/OAEE056124L
Page 386 of 564

5-67
Rijden met uw auto
5
Controlelampje storing LKAS
Het controlelampje
storing LKAS (geel) zal
gaan branden als het
LKAS niet goed werkt.
We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Handel bij een probleem met het
systeem als volgt:
Zet het systeem opnieuw aan nadat het contact is uitgeschakeld
en weer is ingeschakeld.
Controleer of het contact in stand ON staat.
Controleer of het systeem wordt beïnvloed door het weer (mist,
zware regenval, enz.).
Controleer of de lens van de camera vuil is.
Is het probleem niet opgelost, raden
we u aan het systeem door een
officiële HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
Wijzigen LKAS-functie
De bestuurder kan overschakelen
van het LKAS naar het Lane
Departure Warning-systeem (LDWS)of in de LKAS-modus wisselentussen 'Standard LKA' (standaard
LKA) en 'Active LKA' (actieve LKA)
op het LCD-display. Ga naar 'User
Settings' (gebruikersinstellingen)
'Driving Assist' (rijbegeleiding)
Lane Keeping Assist System (LKAS
(Lane Keeping Assist-systeem))
'Lane Departure/Standard
LKA/Active LKA' (Lane
Departure/Standaard LKA/ActieveLKA). Het systeem is automatisch ingesteld op de Standard LKA als ergeen functie is geselecteerd.
Lane Departure
(verlaten rijstrook)
LDWS waarschuwt de bestuurderzichtbaar en hoorbaar als het
systeem signaleert dat de auto de
rijstrook verlaat.
Standard LKA (standaard LKA)
De modus Standard LKA (standaardLKA) helpt de bestuurder de auto op
de rijstrook te houden. Het bedientnagenoeg nooit het stuurwiel als de
auto goed op de rijstrook rijdt. Als de
auto de rijstrook dreigt te verlaten,
begint het het stuurwiel echter wel tebedienen.
Active LKA (actieve LKA)
De modus Active LKA (actieve LKA)
biedt een intensievere bediening van
het stuurwiel in vergelijking met demodus Standard LKA (standaard
LKA). De bestuurder voelt de aanzet
van de bediening van het stuurwiel
mogelijk niet, doordat de Active LKAmogelijk constant het stuurwiel regelt
met lichtere correcties.
Page 558 of 564

I-3
Autonomous emergency braking (AEB) ......................5-48
AEB-radarsensor vóór ...............................................5-53
AEB-waarschuwingsmelding en systeemregeling ....5-50
Beperkingen van het systeem ....................................5-56
Storing in het systeem................................................5-54
Systeeminstelling en -activering ................................5-48
Banden en velgen ..................................................7-31, 8-4 Aanbevolen bandenspanning bij koude banden ........7-32
Aandacht voor de banden ..........................................7-31
Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-41
Banden vervangen .....................................................7-35
Bandenspanning controleren .....................................7-33
Wielen uitlijnen en balanceren ..................................7-35
Wielen verwisselen ....................................................7-34
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) ..................6-10
Bandenspanningscontrolesysteem .............................6-11
Controleer bandenspanning .......................................6-10
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem) ...........................6-13
Een wiel verwisselen met TPMS...............................6-14
Waarschuwingslampje lage bandenspanning ............6-12
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en bandenspanning..........................6-12
Bandenspanningslabel ....................................................8-9 Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ...............2-2
Afleiding van de bestuurder ........................................2-2
Doe uw veiligheidsgordel altijd om ............................2-2
Gebruik voor alle kinderen de juiste
veiligheidssystemen .....................................................2-2
Gevaren airbag .............................................................2-2
Houd uw auto in een veilige conditie ..........................2-3
Pas uw snelheid aan .....................................................2-3
Belastingsindex en snelheidsindex banden ....................8-5
Blind spot detection-systeem (BSD) ............................5-39 Beperkingen van het system ......................................5-46
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist) .......................................5-40
RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ...............................5-44
Conformiteitsverklaring................................................4-52 CE (Europa) ...............................................................4-52
NCC (Taiwan) ............................................................4-53
Conformiteitsverklaring................................................8-10
Contactslot ......................................................................5-5 Contactslot ...................................................................5-6
Startknop ......................................................................5-9
Cruise control ...............................................................5-71
Werking cruise control...............................................5-71
I
Index
B
C
Page 560 of 564

I-5
Kinderzitjes (CRS) .......................................................2-37
Kiezen van een kinderzitje (CRS) .............................2-38
Onze aanbeveling: Vervoer kinderen
altijd op de achterstoelen ...........................................2-37
Plaatsen van een kinderzitje (CRS) ...........................2-40
Lampen .........................................................................7-57 Afstellen van koplamp (Europa) ...............................7-62
Dagrijverlichting ........................................................7-66
Derde remlicht ...........................................................7-72
Mistachterlicht ...........................................................7-72
Vervangen van koplamp, parkeerlicht,
lamp richtingaanwijzer ..............................................7-58
Vervangen van lamp achterlicht ................................7-67
Vervangen van lamp interieurverlichting ..................7-72
Vervangen van lamp kentekenplaatverlichting ..........7-72
Vervangen van lamp richtingaanwijzer opzij ............7-66
Lane keeping assist-systeem (LKAS) ..........................5-61 Beperkingen van het systeem ....................................5-68
Waarschuwingslampje en - melding ..........................5-66
Werking LKAS ..........................................................5-62
Wijzigen LKAS-functie .............................................5-67 LCD-display .................................................................3-82
Bediening LCD-display .............................................3-82
LCD-modi (instrumentenpaneel type A) ...................3-83
LCD-modus (instrumentenpaneel type B).................3-91
Luchtfilter .....................................................................7-20
Filter vervangen .........................................................7-20
Motor ..............................................................................8-2
Motorkoelvloeistof/inverterkoelvloeistof .....................7-13 Koelvloeistof verversen .............................................7-16
Koelvloeistofpeil controleren ....................................7-13
Motornummer .................................................................8-9
Motorolie ......................................................................7-11 Motorolie en filter controleren ..................................7-12
Motoroliepeil controleren ..........................................7-11
Motorruimte ............................................................1-6, 7-3
Multimediasysteem .........................................................4-2 Antenne ........................................................................4-3
Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) .......................4-5
Audiobediening op stuurwiel.......................................4-4
AUX-, USB- en iPod ®
-aansluiting ..............................4-2
Bluetooth ®
Wireless Technology handsfree ................4-5
Uitleg werking autoradio .............................................4-6
I
Index
K
LM