Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 121 of 540

3-37
Kenmerken van uw auto
3
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt automatisch met het glaspaneel geopend
wanneer dit openschuift. U moet hetechter handmatig sluiten.
Het zonnescherm schuift
gelijktijdig met het schuifdak
open. Laat het zonnescherm niet
dichtzitten als het schuifdak
geopend is.
Schuifdak resetten
Het schuifdak moet in de volgende
gevallen worden gereset:
- De accu is ontladen of deaccukabels zijn losgenomen
geweest, of de schuifdakzekering
is vervangen of verwijderd
- De bedieningshendel van het schuifdak is niet op de juistemanier bediend
Voer de volgende stappen uit om hetschuifdak te resetten:
1.Zet het contact in stand ON om de motor te starten. Geadviseerd
wordt het schuifdak te resetten bij
draaiende motor.
2.Druk de schakelaar naar voren. Het schuifdak sluit geheel of
kantelt, afhankelijk van de conditie
van het schuifdak.
3.Laat de schakelaar los totdat het schuifdak niet meer beweegt. 4.Druk de schakelaar ongeveer 10
seconden naar voren.
- Als het schuifdak in geslotenpositie staat :
Het glaspaneel zal kantelen en iets omhoog en omlaag
bewegen.
- Als het schuifdak in gekantelde positie staat :
Het glaspaneel zal iets omhoog
en omlaag bewegen.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
AANWIJZING
OAD045037
Page 122 of 540

3-38
Kenmerken van uw auto
5.Druk binnen 3 seconden deschakelaar naar voren totdat het
schuifdak als volgt werkt : Omlaag kantelen →openschuiven
→ dichtschuiven.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
6.Laat de schakelaar los als de gehele procedure is voltooid. (Het schuifdaksysteem is gereset.) Informatie
• Als het schuifdak niet wordt gereset wanneer de accu losgenomen of
ontladen is geweest, of wanneer de
desbetreffende zekering
doorgebrand is, werkt het schuifdak
mogelijk niet goed.
• Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.Waarschuwingslampje open
schuif-/kanteldak
(indien van toepassing)
• Als de bestuurder de motoruitschakelt wanneer het schuifdak
niet volledig is gesloten, klinkt er
gedurende ongeveer 3 seconden
een waarschuwingszoemer en
verschijnt er een waarschuwing op
het LCD-display.
• Als de bestuurder de motor uitschakelt en het portier opent
wanneer het schuifdak niet volledig
is gesloten, wordt er een
waarschuwing geopend schuifdak
op het LCD-display weergegeven
tot het portier wordt gesloten of tot
het schuifdak volledig is gesloten.
Sluit het schuifdak goed wanneer u
de auto verlaat.
i
Page 123 of 540

3-39
Kenmerken van uw auto
3
Motorkap
Motorkap openen
1. Parkeer de auto en activeer deparkeerrem.
2. Trek aan de ontgrendelhendel om de motorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 3. Ga naar de voorzijde van de auto
en til de motorkap iets op. Duw
tegen de veiligheidshaak (1) in het
midden van de motorkap en trek
de motorkap omhoog (2).
4. Neem de motorkapsteun los. 5. Ondersteun de motorkap met de
steun (1).
EXTERIEUR
•Pak de steun altijd vast bij het deel dat omwikkeld is met
rubber. Het rubber voorkomt
dat u zich brandt aan het hetemetaal als de motor warm is.
•De steun moet goed in de
opening geplaatst worden als
u controles in de motorruimte
uitvoert. Dat voorkomt dat demotorkap plotseling naar
beneden valt en letsel
veroorzaakt.
WAARSCHUWING
OOS047024
OOS047025OOS047026
Page 124 of 540

3-40
Kenmerken van uw auto
Motorkap sluiten
1. Controleer de volgende puntenalvorens de motorkap te sluiten :
• Of alle vuldoppen correct zijn teruggeplaatst.
• Of er geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen in de motorruimte zijn
achtergebleven.
2. Zet de steun vast in de clip om te voorkomen dat hij gaat rammelen.
3. Laat de motorkap zakken (tot ongeveer 30 cm boven zijn
gesloten positie) en druk hem
stevig in het slot. Controleer altijd
nogmaals of de motorkap goed is
vergrendeld.
Als de motorkap iets kan wordenopgetild, is hij niet goed
vergrendeld. Open hem nogmaals
en sluit hem met meer kracht.
Achterklep
Achterklep openen
Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P (parkeren) staat en activeer
de parkeerrem.
Voer vervolgens één van de
volgende handelingen uit:
1. Ontgrendel alle portieren met de ontgrendeltoets voor de portieren
op uw afstandsbediening of Smart
Key. Druk op de toets op de
achterklepgreep en open de
achterklep.
•Controleer voor het sluiten
van de motorkap of er geenzaken in de motorruimte zijn
achtergebleven.
•Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed is
vergrendeld alvorens met deauto te gaan rijden.
Controleer of er geen waar-
schuwingslampje geopendemotorkap brandt of een
melding weergegeven wordtop het instrumentenpaneel.Als de motorkap niet
vergrendeld is terwijl de auto
in beweging is, zal de zoemer
klinken om de bestuurder te
waarschuwen dat de
motorkap niet volledig
vergrendeld is. Het rijden met
een geopende motorkap kan
het zicht in zijn geheel
belemmeren, hetgeen kan
leiden tot een ongeval.
•Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat
omdat dan het zicht
belemmerd wordt, hetgeen
kan leiden tot een ongeval, ende motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
WAARSCHUWING
OOS047027
Page 125 of 540

3-41
Kenmerken van uw auto
3
2. Houd de ontgrendeltoets voor deachterklep op de afstandsbediening
of de Smart Key ingedrukt. Druk op
de toets op de achterklepgreep en
open de achterklep.
3. Druk op de toets op de achterklepgreep en open de
achterklep terwijl u de Smart Key
bij u draagt.Achterklep sluiten
Laat de achterklep zakken en druk
hem vervolgens aan totdat hij
vergrendeld wordt. Probeer de
achterklep omhoog te trekken
zonder op de toets op de
achterklepgreep te drukken om tecontroleren of hij goed dichtzit. Informatie
Sluit de achterklep altijd voordat u
gaat rijden, om schade aan de
gasveren van de achterklep en de
bevestigingsmaterialen te voorkomen.
In een koud en nat klimaat werken
de achterklepvergrendeling en
achterklepmechanismen mogelijkniet goed door
bevriezingsverschijnselen.
AANWIJZING
i
Houd de achterklep tijdens het
rijden altijd volledig gesloten.
Als met een (gedeeltelijk)
geopende achterklep wordt
gereden, kunnen schadelijke
uitlaatgassen, die
koolmonoxide (CO) bevatten, in
het interieur binnendringen.
WAARSCHUWING
OOS047028
Page 126 of 540

3-42
Kenmerken van uw auto
Noodontgrendeling achterklep
Uw auto is uitgerust met een
ontgrendelhendel aan de onderzijde
van de achterklep om de achterklep
in geval van nood vanaf de
binnenzijde van de auto te kunnen
openen. Als iemand per ongeluk
ingesloten is in de bagageruimte. De
achterklep kan geopend worden
door de volgende handelingen uit te
voeren:
1. Steek de sleutel in het gat.
2. Druk de ontgrendelhendel met desleutel naar rechts.
3. Druk de achterklep omhoog.
•Vervoer NOOIT personen in de
bagageruimte van de auto. Als
de achterklep gedeeltelijk of
volledig gesloten is en de
persoon niet uit de
bagageruimte kan komen, kanernstig letsel optreden door
ventilatiegebrek, uitlaatgassen,snel toenemende warmte of
door blootstelling aan kou.
Daarnaast is de bagageruimte
zeer gevaarlijk tijdens een
ongeval, aangezien deze geen
deel uitmaakt van de
veiligheidskooi, maar tot de
kreukelzone van de auto
behoort.
•Houd de portieren en de
achterklep vergrendeld en
bewaar de sleutels buiten het
bereik van kinderen. Ouderszouden hun kinderen moeten
wijzen op de gevaren die het
spelen in de bagageruimte
met zich meebrengt.
WAARSCHUWING
Raak het onderdeel dat de
achterklep ondersteunt (de
gasveer) niet aan. Vervorming
van dit onderdeel kan leiden tot
schade aan het voertuig en kan
de veiligheid in gevaar brengen.
WAARSCHUWING
OOS047085OOS047029
Page 127 of 540

3-43
Kenmerken van uw auto
3
Tankdopklep
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door aan de
ontgrendelingshendel te trekken.
1. Zet de motor uit.
2. Trek de ontgrendelingshendelomhoog om de tankdopklep te openen. 3. Zet de tankdopklep (1) volledig
open.
4. Draai de tankdop (2) linksom om hem te verwijderen. U hoortmogelijk een sissend geluid
doordat de druk in de tank gelijk
wordt.
5. Plaats de dop op de tankdopklep.
•Zorg ervoor dat u weet waar
deze ontgrendelhendel zich
bevindt, zodat u zich in
noodgevallen kunt bevrijden
uit de bagageruimte.
•Vervoer nooit personen in de
bagageruimte van de auto. De
bagageruimte is een uiterst
gevaarlijke plek in geval vaneen aanrijding.
•Gebruik de ontgrendelhendel
alleen in noodgevallen. Wees
uiterst voorzichtig bij het
gebruiken van deze hendel,
vooral tijdens het rijden.
WAARSCHUWING
OOS047086
OOS047031
Page 128 of 540

3-44
Kenmerken van uw auto
Informatie
Tik zachtjes op de tankdopklep of
druk er voorzichtig tegenaan als deze
is vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik de
tankdopklep niet los. Spuit de
omgeving van de tankdopklep indien
nodig in met goedgekeurde
ruitontdooier (gebruik geen
koelvloeistof) of zet de auto op een
warme plaats om het ijs te laten
smelten.
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem rechtsom totdat hij eenmaal klikt.
2. Sluit de tankdopklep en zorg ervoor dat hij goed dichtzit.
Informatie
De tankdopklep wordt niet gesloten als
het bestuurdersportier vergrendeld is.
Als u het bestuurdersportier tijdens het
tanken vergrendelt, ontgrendel het dan
voordat u de tankdopklep sluit.
i
i•Stap niet in de auto nadat u
begonnen bent met tanken. U
kunt statisch geladen raken
door het aanraken van of
wrijven tegen een voorwerp of
stof dat/die statische
elektriciteit kan produceren.
Een ontlading van statische elektriciteit kanbrandstofdampen doenontbranden en brand
veroorzaken. Als u tijdens het
tanken toch terug in de auto
moet stappen, raak ook dan
met de blote hand even een
metalen deel van de auto aan,
op voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
mogelijk gevaarlijke statische
elektriciteit af te voeren.
•Zet bij het tanken altijd de selectiehendel in stand P
(parkeren) (Double clutch-
transmissie) of schakel de
eerste versnelling of de
achteruitversnelling (handge-
schakelde transmissie) in,
activeer de parkeerrem en zethet contact in stand
LOCK/OFF.
Benzine is licht ontvlambaar en
explosief. Het niet opvolgen
van deze richtlijnen kan totERNSTIG LETSEL leiden:
•Lees alle waarschuwingen bij
het tankstation en neem ze in
acht.
•Kijk vóór het tanken altijd of
er een noodknop voor het
afsluiten van de brandstof isbij de brandstofpomp.
•Raak, voordat u het vulpistool
aanraakt, met de blote hand
altijd even een metalen deel
van de auto aan, op
voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
statische elektriciteit af te
voeren.
•Maak tijdens het tanken geen
gebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing
van mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
WAARSCHUWING
Page 129 of 540

3-45
Kenmerken van uw auto
3
Informatie
Tank alleen de brandstof die in het
hoofdstuk Introductie vermeld is
onder “Vereiste brandstof”.
• Mors geen brandstof op de buitenzijde van de auto. Brandstof kan de lak aantasten.
• Gebruik, als de tankdop vervangen moet worden,uitsluitend een originele
HYUNDAI dop of een andere,
voor uw auto geschikte dop. Een
verkeerde tankdop kan een
ernstige storing in hetbrandstofsysteem of het
emissieregelsysteem veroor
-
zaken.
AANWIJZING
i•Als er tijdens het tanken
brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng
de manager van het
tankstation, de politie en de
brandweer op de hoogte. Volghun veiligheidsinstructies op.
•Als de onder druk staande
brandstof naar buiten spuit,
kan deze op uw kleding of
huid terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan.
Verwijder de tankdop altijd
voorzichtig en langzaam. Als
er brandstof naar buiten komt
of er een sissend geluid
hoorbaar wordt, moet u even
wachten voordat u de dop
verder losdraait.
•Controleer altijd of de
tankdop goed vastgedraaid is,
om morsen van brandstof in
geval van een aanrijding te
voorkomen.
De elektrische onderdelen van
de motor kunnen vonken
produceren diebrandstofdampen kunnendoen ontbranden.
•Als u een geschikte jerrycan
wilt vullen, plaats deze dan op
de grond voordat u de
jerrycan gaat vullen. Een met
statische elektriciteit geladen
jerrycan kanbrandstofdampen doen
ontbranden. Zodra u begint te
tanken, dient u met de blotehand contact te houden metde auto tot het tanken is
voltooid.
•Gebruik alleen goedgekeurde
plastic jerrycans die geschikt
zijn voor brandstof.
•Zet de motor uit vóór het
tanken. De elektrische
onderdelen van de motor
kunnen vonken producerendie brandstofdampen kunnendoen ontbranden.
•Doe de tank niet te vol, omdat
dit kan leiden tot verspilling
van brandstof.
Page 130 of 540

3-46
Kenmerken van uw auto
INSTRUMENTENPANEEL
1. Vermogensmeter
2. Snelheidsmeter
3. Ladingstoestandmeter
4. Brandstofmeter
5. Waarschuwings- en controlelampjes
6. LCD-display (inclusief tripcomputer)OOS047100L/OOS047101L/OOS047102L
■Type A■Type C
■Type B
Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding.
Zie “Meters en tellers” in dit hoofdstuk voor meer
informatie.