Hyundai Matrix 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Matrix, Model: Hyundai Matrix 2007Pages: 232, PDF Size: 8.49 MB
Page 211 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
40
ALTB+
ECU RAD IGN
BLR
P/WIN
COND ABSABS
F/PUMP ECU ECU
SNSR
ROOM LP DRL
HORN
A/CON
FR FOG
ECULP
TAIL LH
TAIL RH H/LP LH
H/LP RH
PTC HTR 1 GLOW
PTC HTR 2 FFHS
PTC HTR 3 BEVEILIGD SYSTEEM
Dynamo(A/CON, RR HTD, STOP, D/LOCK, HAZARD) zekering, OntdooifunctieDynamo, relais motorregeling, ECMRelais koelventilator Startrelais, contactslot Relais aanjagerRelais ruitbedieningRelais condensorventilateur #1ABS-computer, ABS-ontluchtaansluiting, ESPABS-computer, ABS-ontluchtaansluiting, ESP Relais brandstofpomp ECM nr.5 (Accu+)ECM nr.4 (Accu+), Remlichtschakelaar, PTC verwarmingstelais #1Relais gloeibougies, Relais extra verwarming 1/2 , Remlichtschakelaar, TDC-sensor, EGR-klep, Gasklepstelmotor, VGT vacuümAudiosysteem, interieurverlichting, instrumentenpaneel, ETACM, Verlichting bagageruimte DRL-computerDRL - Compnter Claxonrelais A/C-relaisRelais mistlampen, voorECM, TCMRelais achterlichtenLichtunit linksachter, linker stadslicht, linker kentekenplaatverlichting Lichtunit rechtsachter, rechter stadslicht, rechter kentekenplaatverlichting Linker koplampRechter koplamp (H/LP IND) zekeringPTC verwarmingstelais #1GLOW relaisPTC verwarmingstelais #2 FFHS relais PTC verwarmingstelais #3
ZEKERING-
WAARDE
140A40A30A30A40A 40A 30A30A40A40A10A 30A 10A15A10A15A10A 10A 15A10A20A10A10A 15A 15A40A80A40A30A 40A
FUSE
FUSIBLE LINK
BESCHRIJVING
Page 212 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
41
G200D01FC-GXT
Binnenpaneel
G200D01FC
BESCHRIJVINGH/LP IND
HTD IND
A/CON
RR HTD STOP
D/LOCK
HAZARD AUDIO
C/LIGHT A/B
A/B IND
T/SIG
ECU
ETACS
RR WPR START
FRT WPR S/HTD
P/OUTLET
IG2
O/S MRRZEKERING- WAARDE
10A 10A 10A 30A 10A 15A10A10A15A10A10A 10A 15A 10A10A 10A 20A 15A 25A 10A 10A BEVEILIGD SYSTEEM
Koplampindicator Relais achterruitverwarming, linker (rechter) buitenspiegel,elektromotor achterruitA/C-schakelaarRelais achterruitverwarming Remlicht, relais elektrische ruitbediening Relais portierver(ont-)grendeling, ETACM, relais schuifdakRelais alarmsysteem, alarmknipperlichtenAudiosysteemSigarettenaanstekerSRS-computerSRS-indicator Schakelaar alarmknipperlichten, tijdschakeling veiligheidsgordels, instrumentenpaneel, ABS-computer,voorbekrachtigingsweerstand, sproeierpomp ECM, sensor rijsnelheid, TCM, bobine ETACM, A/T keuzehendel Motor achterruitenwisser, relais achterruitenwisserStartrelaisRuitenwisserrelais, sproeiermotor, tijdschakeling ruitenwisser/achterruitverwarming Schakelaar linker(rechter) stoelverwarming Voorste(achterste) stopcontactETACM, relais ruitbediening, relais achterruitverwarming, relais schuifdak, relais koplamp, relais aanjager Schakelaar buitenspiegel, relais mistachterlicht
Page 213 of 232

Uitstoot Beheerssysteem ............................................. 7-2 Katalysator................................................................... 7-3
Egr-systeem ................................................................. 7-4
7
EMISSIE REGELSYSTEEM
7
Page 214 of 232

7EMISSIE REGELSYSTEEM
2UITSTOOT BEHEERSSYSTEEM
SH010A1-FX Uw Hyundai is uitgerust met een
uitstoot beheerssysteem om te voorzien in alle eisen van de voor uw land vantoepassing zijnde overheidseisen. Er zijn drie uitstoot beheerssystemen, nl.:
1. Carterdamp beheerssysteem
2. Brandstofdamp beheerssysteem
3. Uitlaatgas beheerssysteem
Om er zeker van te zijn dat dit
regelsysteem optimaal blijftfunctioneren moet uw wagen overeenkomstig het onderhoudsschema in deze handleidingdoor een Hyundai dealer worden onderhouden. SH010B1-FX
1. Carterventilatiesysteem
Het gesloten carterventilatiesysteem
is ontworpen teneinde te voorkomen dat doorblaasgassen in de atmosfeer terecht komen.
Dit systeem zorgt er voor dat het
carter via het luchtfilter wordt geventileerd. Deze verse lucht vermengt zich met de doorblaasgassen waarna deze lucht via de positievecarterventilatieklep naar het inlaatsysteem van de motor wordt teruggevoerd.
H010C01E-GXT
2. Beheersingssysteem
dampuitstoot
Het beheersingssysteem van de
dampuitstoot is ontworpen om te voorkomen dat brandstofdampen ontsnappen naar de buitenlucht. Actief koolfilter
Als de motor niet "Draait", ontstaat
brandstofdamp in de tank, die in het actief koolfilter geabsorbeerd enopgeslagen wordt. Als de motor "Draait", wordt de
brandstofdamp opgeslagen in het actief koolfilter, afgezogen via de electrisch bediende klep. Electrisch bediende klep
De electrisch bediende klep wordt
"Gestuurd" door de Electronische Bedieningseenheid; als demotorkoelvloeistof-temperatuur laag is, en tijdens stationair draaien van de motor is de klep gesloten, waardoorgéén brandstofdamp in de inlaatbuis van het luchtinlaatsysteem komt.
Nadat de motortemperatuur op
bedrijfsniveau is gekomen, en gedurende normaal rijden, wordtbrandstofdamp door de geopende klep naar de luchtinlaatbuis afgevoerd.
SH010D1-FX
3. Regeling van de
uitlaatgasemissie
Dit systeem beperkt de uitstoot van
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen terwijl goedemotorprestaties worden gehandhaafd.
Page 215 of 232

7
EMISSIE REGELSYSTEEM
3KATALYSATOR
H020A01S-GXT
; Voor een benzinemotor
HFC505
De katalysator is een onderdeel van
het uitlaatsysteem. De katalysator heeft tot taak bepaalde schadelijkebestanddelen in het uitlaatgas op te nemen.
De katalysator lijkt op een
uitlaatdemper en is aan de onderzijde van de wagen aangebracht.
Katalysator SH030A1-FX
Katalysator
De uitlaatgassen die door de
katalysator worden gevoerd zorgen voor zeer hoge temperaturen. Het toevoeren van grote hoeveelheden onverbrande benzine kan oververhitting en brandtot gevolg hebben. Let daarom op onderstaande voorzorgsmaatregelen:
o Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
o Houd de motor in een goede conditie. Extreem hoge temperaturen van de katalysator kunnen een onjuiste werking van het ontstekingssysteemof het benzine-injectiesysteem tot gevolg hebben. o Als de motor afslaat, pingelt of slecht
start, moet hij direct door uw Hyundai dealer worden gerepareerd.
o Vermijd het rijden met een vrijwel
lege tank. Als de motor overslaatheeft dit tot gevolg dat de katalysator onverbrande benzine krijgt toegevoerd.
o Tracht te voorkomen dat de motor
langer dan 10 minuten stationairdraait.
o Probeer de motor niet te starten
door de wagen aan te slepen of aante duwen.
o Let bij het parkeren op brandbaar materiaal zoals gras, papier, bladeren etc. Als dergelijk materiaal met de katalysator in contact komtkan dit brand tot gevolg hebben.
o Raak de katalysator of een ander
component van het uitlaatsysteembij draaiende motor niet aan omdat dit brandwonden tot gevolg kan hebben.
o Uw Hyundai dealer is de
aangewezen vakman als uassistentie nodig heeft.
H020D01S-GXT
; Voor een dieselmotor
Alle Hyundai automobielen met
dieselmotor zijn voorzien van een oxidatiekatalysator. Deze vermindert de hoeveelheid koolmonoxide,koolwaterstoffen en roetdeeltjes in het uitlaatgas.
Page 216 of 232

7EMISSIE REGELSYSTEEM
4EGR-SYSTEEM
H020C01S-GXT ; Voor een dieselmotor Dit uitlaatgasrecirculatiesysteem zorgt voor een vermindering van de uitstoot van stikstofoxyden door een gedeelte van het uitlaatgas terug te voeren naarhet inlaatluchtsysteem, waardoor de verbrandingstemperaturen in de motor worden verlaagd.
Page 217 of 232

Voertuigidentificatienummer (VIN) ................................ 8-2 Motornummer............................................................... 8-2
Aanbevolen Bandenspanning ....................................... 8-3 Winterband en ............................................................... 8-4
Sneeuwkettingen .......................................................... 8-4
Onderling Verwisselen Van De Wielen ........................ 8-5
Wielen Balanceren ....................................................... 8-5
Grip Op Het Wegdek ................................................... 8-5
Banden Vervangen ....................................................... 8-6
Reservewiel En Gereedschap ..................................... 8-7
8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
8
Page 218 of 232

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
2VOERTUIGIDENTIFICATIE- NUMMER (VIN)
I010B01S-GXT
Motornummer
I010A01FC-GXT De VIN-code (vehicle identification number) is de code voor de registratie van uw auto en alle wettelijke bepaling met betrekking tot het eigendom etc.
Het motornummer is in het motorblok
geslagen; zie de afbeelding.
HFC6001 SSA8010B
I010B02E
Benzinemotor (1.6 DOHC)
Dieselmotor
Benzinemotor (1.8 DOHC)
I010B02B
HFC600
De code staat op het identificatieplaatjeop het voorpaneel aan bestuurderszijdevan de motorruimte.
Page 219 of 232

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
3BANDEN
SI010C1-FX De banden waarmee uw Hyundai is uitgerust zorgen voor optimale rij-eigenschappen onder normale omstandigheden. I030A01FC-GXT AANBEVOLEN BANDENSPANNING
De bandenspanningssticker bevindt
zich op de "C"-stijl aan bestuurderszijde; hierop staan de voorgeschreven bandenspanningenvoor uw auto. Deze bandenspanningen zijn gekozen
voor een optimale combinatie tussenrijcomfort, bandenslijtage enkoersstabiliteit onder normale omstandigheden. De bandenspanningen moeten minstenséén keer per maand worden gecontroleerd. De juiste bandenspanning is noodzakelijk omde volgende redenen:
o een te lage spanning heeft een ongelijkmatige bandenslijtage en een vermindering van het rijgedrag totgevolg.
o een te hoge spanning verhoogt de kans op beschadigingen onder invloed van schokken en heeft een ongelijkmatige bandenslijtage totgevolg.
5.5Jx14 5.5Jx15 6.0Jx153.5Jx153.5Jx15
Bandenmaat
Velgmaat BANDENSPANNING
, kPa (PSI)
185/65R14 195/55R15 205/55R15
T115/70D15T115/70R15 achter
210(30)210(30)210(30)420(60) 420(60) voor
250(36)250(36) 250(36)420(60)420(60)
Tot max.
2 personen Tot de max.
belading
achter
250(36) 250(36) 250(36)420(60)420(60)
voor
210(30)210(30) 210(30) 420(60)420(60)
I030A02FC
Page 220 of 232

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
4
!
SI040A1-FX SNEEUWKETTINGEN Breng de sneeuwkettingen aan op de voorwielen. Let erop dat de kettingen van de juiste afmetingen zijn en dat ze worden aangebracht overeenkomstigde instructies van de fabrikant. Vermijd extreme slijtage aan banden en sneeuwkettingen door de sneeuwkettingen niet op sneeuwvrijewegen te gebruiken.
SI030A1-FX WINTERBANDEN Winterbanden moeten dezelfde maat en hetzelfde draagvermogen hebben als de originele banden. Winterbanden moeten op alle vier de wielen worden aangebracht, omdat ditanders slechte rijeigenschappen tot gevolg heeft. De bandenspanning van winterbanden moet 0.3 Bar hoger zijn dan deaanbevolen bandenspanning voor de standaardbanden. Rijd met winterbanden niet sneller dan 120 km/u.
LET OP:
Let op het volgende:
o Controleer de bandenspanning als de banden koud zijn. Dit betekentdat tenminste gedurende drie uur niet met de wagen is gereden en niet verder is gereden dan circa1.6 km vanaf het begin van de rit.
o Controleer ook de spanning van
het reservewiel.
o Overschrijd het laadvermogen
niet. Let hierbij vooral op alstijdens de vakantiereis met een imperiaal wordt gereden.
!
WAARSCHUWING:
Rijd op sneeuw niet sneller dan 30 km/u.