Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 221 of 410

55
Rijden met uw auto
E040000ACM
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet opeen storing.
WAARSCHUWING -
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P (Park)
is ingeschakeld bij een auto met
een automatische transmissie,
schakel de parkeerrem in en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
Page 222 of 410

Rijden met uw auto
6
5
E040100AUN
Starten van de benzinemotor
(indien van toepassing)
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Trap
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en
rempedaal ingetrapt en draai de
contactsleutel naar de stand START.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (Park). Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
3. Draai de contactsleutel in stand START en houd de sleutel in dezestand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
4. Laat bij extreme kou (lager dan - 18°C/0°F) of wanneer de auto een
aantal dagen niet is gebruikt, de motor
warmdraaien zonder het gaspedaal in
te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient
gestart te worden zonder het gaspedaal
in te trappen.
E040101AUN
Starten van de dieselmotor (indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Trap
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en
rempedaal ingetrapt en draai de
contactsleutel naar de stand START.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (Park). Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook gestart worden met
de selectiehendel in stand N.
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet instand P te zetten wanneer de motor
tijdens het rijden afslaat. Als hetveilig is met het oog op het overigeverkeer, kunt u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zetten
en kunt u de motor opnieuwproberen te starten door hetcontact in stand START te draaien.
OPMERKING
Laat de startmotor niet langer dan 10seconden achter elkaar draaien.
Wacht als de motor afslaat of nietaanslaat 5 tot 10 seconden alvorensde startmotor opnieuw in te schakelen. Als de startmotor niet op
de juiste manier bediend wordt, kanhij beschadigd raken.
Page 223 of 410

57
Rijden met uw auto
3. Draai de contactsleutel in stand ONom de motor voor te gloeien. Het
controlelampje voorgloeien zal nu
gaan branden.
4. Als het controlelampje voorgloeien uitgaat, draai dan de contactsleutel in
stand START en houd de sleutel in
deze stand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
✽✽
AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet.
W-60
Controlelampje voorgloeien
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat
hij zwaar belast is. Dit kan zware schade veroorzaken aan de motorof de turbocompressor.
Page 224 of 410

Rijden met uw auto
8
5
Verlichte toets ENGINE
START/STOP
Wanneer het voorportier wordt geopend,
gaat de verlichting van de toets ENGINE
START/STOP branden. De verlichting
gaat ongeveer 30 seconden nadat het
portier gesloten is uit. De verlichting gaat
ook direct uit wanneer het
antidiefstalsysteem geactiveerd wordt. Positie van de toets ENGINE
START/STOP
UIT
Page 225 of 410

59
Rijden met uw auto
ACC (Accessoires)
Page 226 of 410

Rijden met uw auto
10
5
START/RUN
Page 227 of 410

511
Rijden met uw auto
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet opeen storing.
Starten van de benzinemotor (indien van toepassing)
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets ENGINE START/STOP in.
5. Laat bij extreme kou (lager dan -18ºC) of wanneer de auto een aantal dagen
niet is gebruikt, de motor warmdraaien
zonder het gaspedaal in te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient
gestart te worden zonder het gaspedaal
in te trappen.
Starten van de dieselmotor (indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, hetgaspedaal.
Page 228 of 410

Rijden met uw auto
12
5
3. Druk de toets ENGINE START/STOP
in terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
4. Houd het rempedaal ingetrapt totdat het controlelampje voorgloeien dooft.
(ongeveer 5 seconden)
5. De motor start wanneer het controlelampje voorgloeien dooft.
✽✽
AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP nogmaals indrukt terwijl de motorvoorgegloeid wordt, kan de motoraanslaan.
Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet. Zelfs als de Smart Key zich in de auto
bevindt, maar op enige afstand van u,zal de motor mogelijk niet aanslaan.
Wanneer de toets ENGINE START/ STOP in stand ACC of daarboven
staat, controleert het systeem of de
Smart Key aanwezig is wanneer een
van de portieren geopend wordt. Als
de Smart Key zich niet in de auto
bevindt, zal het controlelampje
" " gaan knipperen of de
waarschuwing 'Smart Key bevindt zich
niet in auto' op het LCD-scherm
branden. En wanneer alle portieren
gesloten worden, zal de zoemer 5
seconden klinken. Het controlelampje
of de waarschuwing dooft wanneer de
auto rijdt. Zorg dat u altijd de Smart
Key bij u hebt.
W-60
Glow indicator light
WAARSCHUWING
De motor zal alleen aanslaan
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen of anderen die niet
vertrouwd zijn met de auto nooit de
toets ENGINE START/STOP of
aanverwante onderdelen aanraken.
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is geweest. Dit kanzware schade veroorzaken aan demotor of de turbocompressor.
Page 229 of 410

513
Rijden met uw auto
✽✽
AANWIJZING
Page 230 of 410

Rijden met uw auto
14
5
E050000AUN E050100ACM
Bedienen van de
handgeschakelde transmissie
De handgeschakelde transmissie heeft 6
versnellingen vooruit.
Het schakelpatroon is aangebracht in de
pookknop. Alle vooruitversnellingen zijn
volledig gesynchroniseerd zodat het
schakelen naar een hogere of lagere
versnelling soepel verloopt.
Trap het koppelingspedaal tijdens het
schakelen geheel in en laat het
langzaam opkomen.
Voordat de achteruitversnelling kan
worden ingeschakeld, moet de
versnellingspook eerst in de vrijstand
worden gezet. De ring die zich direct
onder de pookknop bevindt, moet
omhoog worden getrokken om de
versnellingspook in de achteruit stand te
kunnen zetten.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat de achteruitwordt ingeschakeld.
Laat de motor nooit met een toerentaldraaien dat in het rode gebied van de
toerenteller ligt.
HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING)
OPMERKING
Bij het terugschakelen van de vijfde naar de vierde versnelling
moet erop worden gelet dat de versnellingspook niet zo ver opzijwordt gedrukt dat per ongeluk detweede versnelling wordt
ingeschakeld. Hierdoor zou hetmotortoerental zo hoog kunnen oplopen dat de naald van de
toerenteller in het rode gebied terecht zou kunnen komen.Dergelijke hoge toerentallenkunnen ernstige motorschade
veroorzaken.
Schakel niet meer dan 2 versnellingen tegelijk terug enschakel niet terug als de motormet een hoog toerental draait
(5.000 omw/min). Terugschakelenonder dergelijke omstandighedenkan schade aan de motor veroorzaken.
OCM050003
De ring (1) moet omhoog worden getrokken
als de versnellingspook wordt bediend.
De versnellingspook kan worden bediend
zonder de ring (1) omhoog te trekken.