Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 211 of 410

4131
Kenmerken van uw auto
1. Keuzetoets INFO
Geeft de informatie van het huidige
afgespeelde bestand weer in de volgordeFILE NAME ➟TITLE ➟ARTIST ➟
ALBUM ➟FOLDER ➟TOTAL FILE ➟
NORMAL DISPLAY ➟FILE NAME ➟...
(Geeft geen informatie weer als het
bestand niet over deze gegevensbeschikt.)
2. Toets
vooruitspoelen/achteruitspoele
n met of zonder geluid,
volgend/vorig muziekstuk
Druk gedurende maximaal 0,8
seconden op de toets [TRACK ] om
vanaf het begin van het huidige
muziekstuk af te spelen. Druk de toets
maximaal 0,8 seconden in en druk detoets binnen 1 seconde opnieuw in om
het vorige muziekstuk af te spelen.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
achterwaartse richting af te spelen.
Druk de toets [SEEK ] maximaal
0,8 seconden in om naar het volgende
muziekstuk te gaan. Druk de toets tenminste 0,8 seconden in om het
muziekstuk versneld in voorwaartse
richting af te spelen. 3. Toets RANDOM
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RDM-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de ALL RDM-modus te activeren.
RDM : Alleen de bestanden in een map
worden in willekeurige volgordeafgespeeld.
ALL RDM : Alle bestanden op een
USB-apparaat worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
4. Toets REPEAT
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RPT-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de FLD RPT-modus te activeren.
RPT : Alleen een bestand wordtherhaaldelijk afgespeeld.
FLD RPT : Alleen bestanden in een
map worden herhaaldelijk afgespeeld. 5. Keuzetoets USB
Als er een USB-apparaat is aangesloten,
wordt hiermee naar de weergave van de
muziekbestanden op het USB-apparaat
overgeschakeld. Als er geen CD geplaatst
is of geen extern apparaat is aangesloten,
wordt gedurende 3 seconden "NO Media"
weergegeven en keert het systeem terug
naar de vorige modus.
6. Toets FLDR
Als op de toets [FOLDER ] wordt
gedrukt, gaat het systeem naar de
submap van de huidige map en geeft
het het eerste muziekstuk in de map
weer. Druk op de knop TUNE/ENTER
om naar de weergegeven map te
gaan. Het eerste muziekstuk in de map
zal worden afgespeeld.
Als op de toets [CAT ] wordt
gedrukt, gaat het systeem naar dehoofdmap en geeft het het eerste
muziekstuk in de map weer. Druk op
de knop TUNE/ENTER om naar de
weergegeven map te gaan.
Page 212 of 410

Kenmerken van uw auto
132
4
7. Knop SEARCH/ENTER
Draai deze knop rechtsom om de
muziekstukken na het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven.
Draai deze knop linksom om de
muziekstukken vóór het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven. Druk op
de knop om een muziekstuk over te
slaan en het gekozen muziekstuk af tespelen.
8. Keuzetoets SCAN
Hiermee worden de eerste 10 seconden
van ieder muziekstuk in het USB-
apparaat afgespeeld. Druk opnieuw op
de toets om de scanfunctie te annuleren.
Page 213 of 410

4133
Kenmerken van uw auto
1. Keuzetoets INFO
2. Toets vooruitspoelen/achteruitspoelenmet of zonder geluid, volgend/vorig
muziekstuk
3. Toets RANDOM
4. Toets REPEAT
5. Keuzetoets iPod
7. Knop SEARCH/ENTER ❈ iPod is een handelsmerk van Apple Inc.
■
PA910
RUNNING iPod (INDIEN VAN TOEPASSING)
■
PA960
Page 214 of 410

Kenmerken van uw auto
134
4
Als een iPod met het aparte kabeltje
wordt aangesloten op de multimedia-
aansluiting in de console rechts van de
bestuurdersstoel. Wanneer de iPod wordt
aangesloten, zal het iPod-icoon in de
linker bovenhoek van het scherm worden
weergegeven.
1. Keuzetoets INFO
Geeft de informatie weer van het bestand
dat op dat moment wordt afgespeeld in
de volgorde TITLE ➟ARTIST ➟ALBUM
➟ NORMAL DISPLAY ➟TITLE ➟...
(Geeft geen informatie weer als het
bestand niet over deze gegevensbeschikt.) 2.Toets
vooruitspoelen/achteruitspoelen
met of zonder geluid,
volgend/vorig muziekstuk
Druk gedurende maximaal 0,8 seconden op de toets [TRACK ] om
vanaf het begin van het huidige
muziekstuk af te spelen. Druk de toets
maximaal 0,8 seconden in en druk detoets binnen 1 seconde opnieuw in om
het vorige muziekstuk af te spelen.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
achterwaartse richting af te spelen.
Druk de toets [SEEK ] maximaal 0,8 seconden in om naar het volgende
muziekstuk te gaan.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
voorwaartse richting af te spelen.
3. Toets RANDOM
Druk de toets maximaal 0,8 seconden in
om het afspelen in willekeurige volgorde
van de muziekstukken in de huidige
categorie in of uit te schakelen. Druk detoets ten minste 0,8 seconden in om alle
muziekstukken in een album op de iPod
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de toets om de functie
te annuleren. 4. Toets REPEAT
Hiermee wordt het muziekstuk opnieuw afgespeeld.
5. Keuzetoets iPod
Als er een iPod is aangesloten, wordt
hiermee van de CD-weergave naar de
weergave van de muziekbestanden op
de iPod overgeschakeld. Als er geen CD
geplaatst is of geen extern apparaat is
aangesloten, wordt gedurende 3
seconden "NO Media" weergegeven en
keert het systeem terug naar de vorige
modus.
6. Keuzetoets categorie
Hiermee gaat het systeem naar de
categorie boven de categorie die wordt
afgespeeld op de iPod. Druk op de knop
MENU (voorkeuzetoets 6) om naar de
weergegeven categorie te gaan (het
muziekstuk af te spelen). U kunt een
categorie lager dan de gekozen
categorie doorzoeken. De volgorde van
de iPod-categorie is SONG
(muziekstuk), ALBUMS (albums),
ARTISTS (artiesten), GENRES (genres)
en iPod.
Page 215 of 410

4135
Kenmerken van uw auto
7. Knop SEARCH/ENTER
Wanneer u de knop rechtsom draait,
worden de muziekstukken (categorieën)
na het muziekstuk dat wordt afgespeeld
(categorie op hetzelfde niveau)
weergegeven. Wanneer u de knop
linksom draait, worden de
muziekstukken (categorieën) vóór het
muziekstuk dat wordt afgespeeld
(categorie op hetzelfde niveau)
weergegeven.
Druk op de toets om naar het
weergegeven muziekstuk in de categorieSONG te luisteren.✽✽AANWIJZING VOOR
GEBRUIK VAN iPod
Sommige iPod-modellen ondersteunen het
communicatieprotocol mogelijk niet
waardoor de bestanden nietafgespeeld kunnen worden.(Ondersteunde iPod-modellen: mini,
4G, photo, nano, 5G.)
De zoekvolgorde of de afspeelvolgorde van muziekstukken kan bij de iPodverschillen van die van hetaudiosysteem.
Reset de iPod als deze tijdens het gebruik vastloopt. (Resetten:Raadpleeg de handleiding van deiPod.)
Wanneer de batterijen zwak zijn, werkt de iPod mogelijk niet goed.
OPMERKING BIJ
GEBRUIK VAN iPod
U hebt een apart voedingskabeltje
nodig voor de iPod om de iPod via
de toetsen van het audiosysteemte bedienen. Aansluiting via een standaard iPod USB-kabel wordtniet ondersteund, dus gebruik
deze niet met het audiosysteemvan de auto.
Wanneer u het apparaat via een iPod-kabeltje aansluit, moet u de
plug volledig insteken omstoringen in de communicatie te voorkomen.
Wanneer u de geluidseffecten van de iPod en het audiosysteem
aanpast, zullen de effecten vanbeide apparaten elkaar overlappen en kan degeluidskwaliteit afnemen of
verstoord raken.
Schakel de equalizerfunctie van de iPod uit wanneer u degeluidssterkte van het audiosysteem aanpast en zet de
equalizer van het audiosysteem uit wanneer u die van de iPodgebruikt.
(Vervolg)
Page 216 of 410

Kenmerken van uw auto
136
4
(Vervolg)
Wanneer alleen het iPod-kabeltje is aangesloten, kan het systeemin de stand AUX worden gezet enruis veroorzaken. Neem het iPod-
kabeltje los wanneer u de iPodniet langer gebruikt.
Haal het iPod-kabeltje los van de iPod wanneer u de iPod niet met
het audiosysteem van de autogebruikt. Als u dit niet doet, blijftde iPod mogelijk in de accessoire-modus en werkt
mogelijk niet goed.
Page 217 of 410

5
Vóór het rijden / 5-3
Standen contactslot / 5-4
Toets engine start/stop / 5-8Handgeschakelde transmissie / 5-14Automatische transmissie / 5-17
Vierwielaandrijving (4WD) / 5-24Remsysteem / 5-31
Cruise control-systeem / 5-42 Actief ECO-systeem / 5-47 Brandstofbesparing / 5-48
Rijden onder speciale rijomstandigheden / 5-50
Rijden in de winter / 5-55
Rijden met een aanhanger / 5-59Massa van de auto / 5-69
Rijden met uw auto
Page 218 of 410

Rijden met uw auto
2
5
E010000AFD
WAARSCHUWING - WAARSCHUWING - UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN!
Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Draai onmiddellijk de ruiten open als u in de auto uitlaatgas ruikt. • Inhaleer uitlaatgassen niet. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas dat bewusteloosheid en dood door verstikking kan
veroorzaken.
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties worden
gecontroleerd. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van
de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Het is gevaarlijk de motor van uw auto in de garage te laten draaien, ook al staat de garagedeur open. Laat de motor niet
langer draaien in uw garage dan de tijd die u na het starten nodig heeft om de garage uit te rijden.
Als het noodzakelijk is de auto gedurende langere tijd stationair te laten draaien terwijl er mensen in de auto aanwezig zijn,
doe dat dan alleen in een open ruimte, zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT en schakel een van de hogere
ventilatorsnelheden in zodat er frisse lucht naar het interieur wordt toegevoerd.
Als u moet rijden met de achterklep open omdat de lading het sluiten van de achterklep onmogelijk maakt:
1. Sluit alle ruiten.
2. Open de uitstroomopeningen opzij.
3. Zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT, kies voor de luchtregeling VERWARMEN of VENTILEREN en zet de aanjager in een van de hogere standen.
Voor een goede werking van het ventilatiesysteem is het noodzakelijk dat de luchtinlaat onder de voorruit vrij blijft van sneeu w,
ijs, bladeren en andere obstructies.
Page 219 of 410

53
Rijden met uw auto
E020100AUN Vóór het instappen
Zorg ervoor dat alle ruiten,buitenspiegel(s) en lampen schoon zijn.
Controleer de toestand van de banden.
Controleer of er geen sporen van lekkage onder de auto te zien zijn.
Controleer of er zich geen obstakels achter de auto bevinden wanneer u
achteruit wilt rijden.
E020200AUN
Noodzakelijke controles
De volgende vloeistofpeilen dienen
regelmatig, afhankelijk van het gebruikte
interval gecontroleerd te worden:
motorolie, koelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof. Nadere
informatie vindt u in Hoofdstuk 7,Onderhoud.
E020300AUN
Vóór het starten
Sluit alle portieren.
Verstel de stoel zodanig dat u alle bedieningsorganen gemakkelijk kunt
bereiken.
Stel de binnen- en buitenspiegels af. Controleer of alle verlichting werkt.
Controleer alle instrumenten.
Controleer of alle
waarschuwingslampjes werken als het contact in stand ON staat.
Ontgrendel de parkeerrem en controleer of het
waarschuwingslampje van hetremsysteem uitgaat.
Voor een veilig gebruik is het
noodzakelijk dat u volledig vertrouwdbent met uw auto en debedieningsorganen.
VÓÓR HET RIJDEN
WAARSCHUWING
Alle inzittenden moeten tijdens het
rijden de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Zie
“Veiligheidsgordels” in hoofdstuk 3
voor informatie over het juiste
gebruik van de veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Controleer altijd de omgeving rond
de auto op de aanwezigheid van
anderen, in het bijzonder kinderen,
alvorens u de transmissie in stand
D (Drive) of R (Reverse) zet.WAARSCHUWING
Wanneer u de auto wilt parkeren of
stilzetten terwijl de motor draait,
zorg er dan voor dat u het
gaspedaal niet gedurende langere
tijd ingetrapt houdt. Anders kan demotor of het uitlaatsysteem
oververhit raken en brand ontstaan.
WAARSCHUWING -
Rijden onder invloed van alcohol of drugs
Rijden onder invloed is gevaarlijk.
Rijden onder invloed is debelangrijkste doodsoorzaak in het
verkeer. Zelfs een geringe
hoeveelheid alcohol zal het
reactie-, waarnemings- en
beoordelingsvermogen verminderen.
Rijden onder invloed van drugs is
minstens even gevaarlijk als rijden
onder invloed van alcohol.
De kans op een ernstig ongeval is
vele malen groter als u gaat rijden
onder invloed van alcohol of drugs.
Ga niet rijden als u gedronken heeft
of drugs heeft gebruikt. Rijd ook
niet mee met een bestuurder die
onder invloed van alcohol of drugs
is. Bepaal van tevoren wie er rijdt ofneem een taxi.
Page 220 of 410

Rijden met uw auto
4
5
E030100AFD
Verlicht contactslot
(indien van toepassing)
Ter verhoging van het comfort gaat, als het contact niet in stand ON staat, de
contactslotverlichting branden als één
van de voorportieren wordt geopend. De
verlichting gaat direct uit als het contact
in stand ON wordt gezet of 30 seconden
nadat het portier is gesloten. Standen contactslot
E030201AUN
LOCK
Het stuurslot beschermt tegen diefstal. De contactsleutel kan alleen uit het
contact worden verwijderd als hetcontact in stand LOCK staat. Om de contactsleutel in stand LOCK te
zetten, moet deze in stand ACC worden
ingedrukt en vervolgens naar de stand
LOCK worden gedraaid.E030202AUN
ACC (Accessoires)
Het stuurwiel is van het stuurslot en de
elektrische accessoires werken.
✽✽
AANWIJZING
Draai het stuurwiel iets naar links en
naar rechts om het contact
gemakkelijker in stand ACC te kunnenzetten als het verdraaien van decontactsleutel moeilijk gaat.
E030203AUN
ON
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Het contactslot keert na het
starten terug in deze stand.
Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, het contact niet in stand
ON staan als de motor niet draait.
E030204AUN
START
Draai de contactsleutel in stand START
om de motor te starten. De startmotor
draait totdat u de sleutel loslaat. De
sleutel keert vervolgens terug in stand
ON. In deze stand gaat het
waarschuwingslampje van het
remsysteem ter controle branden.
STANDEN CONTACTSLOT
OCM050001OCM050002