Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 301 of 410

Wat te doen in een noodgeval
16
6
Opbergen van het reservewiel:
1. Plaats het wiel op de grond met
het ventiel naar boven.
2. Plaats het wiel onder de auto en bevestig de houder (1) midden in het wiel.
3. Draai de sleutel rechtsom totdat hij klikt. F070300AFD Wielen verwisselen
1. Plaats de auto op een stevige en
vlakke ondergrond en trek de
parkeerrem stevig aan.
2. Zet de versnellingspook in de achteruitversnelling
(handgeschakelde transmissie) of
zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie).
3. Schakel de alarmknipperlichten in.
OXM069005
WAARSCHUWING
Zorg dat de reservewielhouder
en het midden van het
reservewiel goed uitgelijnd zijn
om te voorkomen dat het
reservewiel gaat rammelen.
Anders kan het reservewiel uit
de houder vallen waardoor een
ongeluk kan ontstaan.
1VQA4022
Page 302 of 410

617
Wat te doen in een noodgeval
4. Neem de wielmoersleutel, de krik,de krikslinger en het reservewiel
uit de auto.
5. Plaats wielblokken voor en achter het wiel dat zich diagonaal
tegenover het te verwisselen wiel
bevindt. 6. Draai de wielmoeren linksom één
slag los. Verwijder deze nog niet
voordat het wiel los van de grond
is.
WAARSCHUWING -
Wielen verwisselen
Trek de parkeerrem altijd
volledig aan en blokkeer het
wiel dat zich diagonaal
tegenover het te verwisselen
wiel bevindt om te voorkomendat de auto tijdens het
verwisselen van een wiel
beweegt.
Geadviseerd wordt om blokken voor en achter dewielen te plaatsen en iedereende auto te laten verlaten
voordat deze wordt opgekrikt.
1VQA4023OCM049011N
Page 303 of 410

Wat te doen in een noodgeval
18
6
Wat te doen in een noodgeval
7. Plaats de krik onder het steunpunt
dat zich het dichtst bij het te
verwisselen wiel bevindt. Plaats de
krik op de aangegeven plaats
onder de dorpel. De krikpunten
zijn extra verstevigd en zijn
herkenbaar aan de uitsparingen in
de dorpelrand. 8. Steek de krikslinger in de krik en
draai de slinger rechtsom totdat
het wiel net van de grond loskomt.
Deze afstand bedraagt ongeveer
30 mm (1,2 in). Controleer
alvorens de wielmoeren te
verwijderen of de auto stabielstaat en er geen kans bestaat dat
de auto van de krik glijdt of
beweegt. 9. Draai de wielmoeren verder los en
verwijder ze. Schuif het wiel vande wielbouten af en leg het wiel
plat neer, zodat het niet kan
wegrollen. Pak het reservewiel op,
breng de gaten voor de wielboutenin lijn met de wielbouten en schuif
het wiel op de wielbouten. Houdhet wiel iets scheef en begin met
het bovenste gat in lijn te brengen
met de bovenste wielbout als het
niet lukt het wiel in één keertegelijk op alle wielbouten te
schuiven. Beweeg vervolgens het
wiel iets heen en weer zodat het
op de overige wielbouten
geschoven kan worden.
WAARSCHUWING -
Krikpunten
Gebruik altijd de bij de auto
aanwezige krik en de juiste
kriksteunpunten. Gebruik nooit
andere delen van de carrosserie
om de auto op te krikken. Dit omde kans op letsel te beperken.
OCM049013NOCM054012
Page 304 of 410

619
Wat te doen in een noodgeval
10. Druk het wiel tegen de wielnaafaan, plaats de wielmoeren op de
wielbouten en draai ze handvast.Plaats de wielmoeren met deconische kant naar de wielnaaf
gericht. Beweeg het wiel heen en
weer om te controleren of het
wiel goed aanligt en draai de
wielmoeren zo ver mogelijk metde hand aan.
11. Laat de auto zakken door de wielsleutel linksom te draaien.
Plaats de wielmoersleutel
vervolgens zoals in de afbeelding is
aangegeven en draai de wielmoeren
vast. Zorg ervoor dat de moer
helemaal in de dop valt. Ga niet op
de hendel staan en gebruik ook geen
pijp om de hendel te verlengen.
Draai de moeren om en om vast tot
alle moeren vastgedraaid zijn.
Controleer vervolgens elke moer
nogmaals op vastzitten. Laat na het
vervangen van een wiel zo snel
mogelijk een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur de wielmoerenmet het juiste aanhaalmoment
vastzetten.
WAARSCHUWING
De velgen en wieldoppen
kunnen scherpe randen
hebben. Ga er, om te
voorkomen dat u zich bezeert,
voorzichtig mee om. Controleer
voor het plaatsen van het wiel
of er niets (modder, teer, grind,enz.) op de wielnaaf of de velgaanwezig is dat zou kunnen
voorkomen dat het wiel goed
tegen de wielnaaf aanligt.
Verwijder eventuele
verontreinigingen. Als het wiel
niet goed tegen de wielnaaf
aanligt, zouden de wielmoeren
los kunnen lopen, waardoor u
het wiel zou kunnen verliezen.
Als u een wiel verliest, kunt u de
controle over de auto
kwijtraken. Hierdoor kan ernstigletsel ontstaan.
OXM069007
Page 305 of 410

Wat te doen in een noodgeval
20
6
Wat te doen in een noodgeval
Aanhaalmoment wielmoeren:
Stalen velg en lichtmetalen velg:
9 - 11 kgm (65 - 79 lb.ft)
Verwijder het ventieldopje en controleer de bandenspanning als u
de beschikking heeft over een
bandenspanningsmeter. Rijdlangzaam naar het dichtstbijzijndetankstation en breng de band op dejuiste spanning als de
bandenspanning te laag is. Laat watlucht uit de band lopen als de
bandenspanning te hoog is. Plaats
na het controleren van debandenspanning of het op spanning
brengen altijd het ventieldopje. Als
het ventieldopje niet teruggeplaatst
wordt, kan er lekkage ontstaan. Koop
zo snel mogelijk een nieuw
ventieldopje en plaats dit als u een
dopje verloren bent.
Berg het wiel met de lekke band op de juiste plaats op en berg ook de
krik en het gereedschap op hun
oorspronkelijke plaats op. Plaats de krik, de krikslinger, de wielmoersleutel en het
gereedschapsetui zorgvuldig om te
voorkomen dat ze tijdens het rijden
gaan rammelen.OPMERKING
De tapeinden en de wielmoeren
van uw auto zijn voorzien vanmetrische draad. Zorg er bij het verwisselen van een wiel voordat dezelfde moeren gebruiktworden voor het plaatsen - of wanneer de wielen vervangenworden, moeren met dezelfdemetrische draad gebruiktworden. Bij het plaatsen van een niet metrische moer op eentapeind met metrischeschroefdraad of omgekeerd, zal het wiel niet op de juiste manieraan de naaf worden bevestigden zal het tapeind beschadigd raken, waardoor dezevervangen moet worden.
Houd er rekening mee dat demeeste wielmoeren geenmetrisch schroefdraad hebben. Controleer goed het typeschroefdraad voordat u nietoriginele wielmoeren of wielen gaat plaatsen. Neem bij twijfelcontact op met een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur.
WAARSCHUWING -
Tapeinden
Wanneer de tapeinden
beschadigd zijn, kunnen ze hetwiel niet meer goed op zijn
plaats houden. Hierdoor kan het
wiel losraken en een ongeval
veroorzaken, waardoor letselkan ontstaan.
WAARSCHUWING - Onjuiste bandenspanning
reservewiel
Controleer na het plaatsen van
het reservewiel zo spoedig
mogelijk de bandenspanning.Breng de band indien nodig op
de voorgeschreven spanning. Zie
“Velgen en banden” in hoofdstuk8.
Page 306 of 410

621
Wat te doen in een noodgeval
F070301AUN
Belangrijk - gebruik van hetcompacte reservewiel
(indien van toepassing)
Uw auto is uitgerust met een
compact reservewiel. Dit compacte
reservewiel neemt minder ruimte in
beslag dan een reservewiel van
normale afmetingen. Deze band is
smaller dan een conventionele band
en is uitsluitend bedoeld voor tijdelijk
gebruik.
De juiste bandenspanning van het
compacte reservewiel is (420 kPa)(60 psi).
✽✽AANWIJZING
Controleer de bandenspanning
nadat het reservewiel gemonteerd is.
Breng de band indien nodig op de
voorgeschreven spanning.
Neem bij het gebruik van het
compacte reservewiel de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Rijd niet harder dan 80 km/h (50 mph); bij een hogere snelheid kan
de band beschadigd raken.
Rijd langzaam genoeg om objecten op de weg te kunnen
ontwijken. Objecten als putdeksels
of afgevallen lading en andere
voorwerpen, kunnen het compacte
reservewiel ernstig beschadigen.
Door het reservewiel te lang te gebruiken, kan de band
beschadigd raken en kunt u de
macht over het stuur verliezen enmogelijk letsel oplopen.
Overschrijd het laadvermogen van de auto niet en overschrijd ook het
draagvermogen van de
reserveband dat op de zijkant van
de band is aangegeven niet.
Rijd niet over objecten heen. De diameter van het compacte
reservewiel is kleiner dan die van
een conventioneel wiel, waardoor
de grondspeling ongeveer 25 mm
(1 inch) kleiner wordt en er snellerschade aan de auto kan ontstaan.
OPMERKING
Als het compacte reservewiel
onder de auto gemonteerd is,moet u extra voorzichtigrijden. Het compactereservewiel moet zo snel mogelijk weer wordenvervangen door een normaleband en velg.
Afgeraden wordt de auto te gebruiken als er meer dan ééncompact reservewielgemonteerd is.
WAARSCHUWING
Het reservewiel is alleen
bestemd voor noodgevallen.
Rijd, wanneer het reservewiel is
gemonteerd, niet harder dan 80
km/h. De originele band dient zo
spoedig mogelijk gerepareerd
of vervangen te worden om
gebreken aan het reservewiel
en ongelukken te voorkomen.
Page 307 of 410

Wat te doen in een noodgeval
22
6
Wat te doen in een noodgeval
Maak geen gebruik van een
wasstraat als het reservewiel
gemonteerd is.
Monteer geen sneeuwketting op het reservewiel. Vanwege dekleinere afmetingen zal een
sneeuwketting niet goed passen.Hierdoor kan schade aan de auto
ontstaan en kan de sneeuwketting
losraken.
Deze band mag niet op de vooras gemonteerd worden als er oversneeuw of ijs gereden moet
worden.
Gebruik dit reservewiel niet onder een andere auto omdat het
speciaal ontworpen is voor uw
auto.
De levensduur van de reserveband is korter dan die van een
conventionele band. Controleer uw
reserveband regelmatig en
vervang een versleten
reserveband door een band met
dezelfde maat, gemonteerd op
dezelfde velg. Het compacte reservewiel moet
niet gebruikt worden onder andere
auto’s en er mogen geenstandaardbanden,
sneeuwkettingen, wieldoppen of
velgringen op de velg van het
compacte reservewiel worden
gemonteerd. Als dat wel gedaan
wordt, kan er schade aan deze
componenten of andere delen vande auto ontstaan.
Gebruik niet meer dan één tijdelijk reservewiel tegelijk onder uw auto.
Trek geen aanhanger met uw auto als het tijdelijke reservewiel isgemonteerd.
Page 308 of 410

623
Wat te doen in een noodgeval
SLEPEN
F080100AFD Slepen
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door
een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur of een erkend
bergingsbedrijf. De juiste procedures
voor het slepen zijn noodzakelijk ombeschadigingen aan uw auto te
voorkomen. Wij bevelen het gebruik vandollies aan.
Zie hoofdstuk 5 "Trekken van een aanhanger" voor meer informatie overhet rijden met een aanhanger.
Auto's met vierwielaandrijving moeten
gesleept of vervoerd worden met alle vier
wielen van de grond. Dit kan met behulp
van een bril en dollies of met behulp van
een auto-ambulance. Auto's met tweewielaandrijving mogen
gesleept worden met de achterwielen op
de grond (zonder dollies) en de
voorwielen van de grond.
Als een van de aangedreven wielen of de
wielophanging voor beschadigd is of als
de auto wordt gesleept met de
voorwielen van de grond, plaats dan een
dolly onder de voorwielen.
Als er geen dollies worden gebruikt,
moet de auto worden gesleept met de
voorwielen van de grond.
OXM069028
wielplatform
wielplatform
OPMERKING
4WD-auto's mogen niet worden
gesleept met de wielen op degrond. Dit kan de transmissie en het4WD-systeem ernstig beschadigen.
WAARSCHUWING -
indien uitgerust met
koprolsensor
Zet het contact in de stand OFF
of ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en
de koprolsensor de situatie
interpreteert als over de kopslaan.
Page 309 of 410

Wat te doen in een noodgeval
24
6
Wat te doen in een noodgeval
Slepen in noodgevallen zonder dollies:
1. Zet het contact in stand ACC.
2. Zet de transmissie in stand N
(neutraal).
3. Ontgrendel de parkeerrem.
F080200AUN
Afneembare trekhaak (achter)
(indien van toepassing)
1. Open the tailgate, and remove thetowing hook from the tool case.
2. Remove the hole cover pressing the lower part of the cover on the rear
bumper.
3. Plaats het sleepoog door het rechtsom te draaien totdat het volledig vastzit.
4. Verwijder het sleepoog na gebruik en plaats het afdekkapje.
OPMERKING
Als de selectiehendel niet in stand
N wordt gezet, kan dit inwendigeschade in de transmissie tot gevolg hebben.
OCM060013
OPMERKING
Sleep de auto nooit achteruit met de voorwielen op de grond.
Hierdoor kan de auto beschadigdraken.
Sleep de auto nooit met een takelwagen. Gebruik alleen een
auto-ambulance of een bril.
OUN046030
OCM054034
Page 310 of 410

625
Wat te doen in een noodgeval
F080300AFD
Slepen in een noodgeval
Laat de auto bij voorkeur wegslepen
door een officiële HYUNDAI ErkendReparateur of een erkend
bergingsbedrijf.Als dit niet mogelijk is, mag de auto
tijdelijk worden gesleept met een
sleepkabel of -ketting die aan het
sleepoog aan de voor- of achterzijde van
de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij
het slepen van de auto. Laat een ervarenbestuurder in de gesleepte auto achterom te sturen en de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheid. Bovendien moeten
de wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een
andere auto weg te slepen die vastzit
in de modder of iets dergelijks waar hij
niet op eigen kracht uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren.
OCM060014
OCM060015
Voor
Achter
OPMERKING
Bevestig een sleepkabel alleen
aan de sleepogen.
Als de sleepkabel aan een ander onderdeel van de auto wordtbevestigd, kan dit leiden totbeschadigingen.
Gebruik alleen een sleepkabel of - ketting die speciaal bedoeld isvoor het slepen van auto’s.Bevestig de kabel of ketting goedaan de sleepogen.