Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2013Pages: 670, PDF Size: 44.06 MB
Page 201 of 670

Rijden met uw auto
88
5
✽✽
AANWIJZING- Locatie
trekhaakbevestigingspunten
De bevestigingsgaten voor een trekhaak bevinden zich in de bodemplaat achterde achterwielen.
Trekhaken
Een goede trekhaak is zéér belangrijk.
Zijwind, rukwinden door passerende
vrachtwagens en hobbelige wegen
vormen een zware belasting voor de
trekhaak. Neem de volgende regels inacht:
Moeten er voor het bevestigen van de trekhaak gaten worden geboord in het
chassis? Zorg er in dat geval voor dat,
wanneer de trekhaak weer wordt
verwijderd, deze gaten weer wordenafgedicht.
Als dat niet gebeurt, zouden
koolmonoxide (CO) uit de uitlaat,
alsmede stof en water in het interieur
terecht kunnen komen.
De bumper is niet geschikt voor het monteren van een trekhaak. Monteer
nooit een trekhaak los op de bumper.
Gebruik alleen een trekhaak die op het
chassis moet worden bevestigd.
HYUNDAI trekhaken en toebehoren zijn verkrijgbaar bij de officiële
HYUNDAI-dealer. Losbreekvoorziening
Bevestig altijd een stalen kabel of ketting
tussen de aanhanger en de auto. Laat de
kabel onder de koppeling doorlopen,
zodat bij het losraken van de originele
koppeling de dissel de grond niet kan
raken.
Mogelijk worden door de fabrikant van de
trekhaak of aanhanger ook instructiesmet betrekking tot de
losbreekvoorziening geleverd. Volg de
instructies van de fabrikant altijd op bij
het bevestigen van een
losbreekvoorziening. Bevestig de kabel
of ketting niet te strak, zodat de
aanhanger vrij kan bewegen in bochten.
Laat de kabel of ketting niet over de
grond slepen.
ODMEDR2020
Page 202 of 670

589
Rijden met uw auto
Remsysteem aanhanger
Controleer of uw aanhanger voldoet aan
de wettelijke voorschriften als uw
aanhanger is uitgerust met eenremsysteem.
Als uw aanhanger zwaarder is dan het maximaal toegestane ongeremde
aanhangergewicht moet de aanhanger
zijn voorzien van een eigen remsysteem.
Volg de instructies van de fabrikant voor
het gebruiken, afstellen en onderhouden
van het remsysteem van de aanhanger.
Breng nooit wijzigingen aan in hetremsysteem van de auto Rijden met een aanhanger
Voor het rijden met een aanhanger is
enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich
op de openbare weg begeeft, eerst
oefenen met het rijden met een
aanhanger. Probeer vertrouwd te raken
met het gewijzigde stuur- en remgedrag.Houd altijd in gedachten dat de auto metaanhanger langer is en minder snel
reageert.
Controleer voordat u gaat rijden de
bevestiging van de koppeling en de
losbreekvoorziening, de elektrische
aansluiting, de verlichting, de banden en
de afstelling van de spiegels. Als de
aanhanger is voorzien van elektrischeremmen, controleer dan de remmen door
langzaam te gaan rijden met deaanhanger en de remmen handmatig te
bekrachtigen. Dit is tevens een goede
controle van de elektrische aansluiting.
Controleer tijdens het rijden af en toe of
de lading nog goed vastzit en of de
verlichting en de remmen nog werken.Afstand tot voorganger
Houd tenminste tweemaal zo veel
afstand als tijdens het rijden zonder
aanhanger. Hierdoor kunt u plotselingeremacties en uitwijkmanoeuvres
voorkomen.
Inhalen
Het inhalen met een aanhanger neemt
meer tijd in beslag. Bovendien moet u
door de extra lengte de in te halen auto
verder voorbij voordat u weer terug kunt
keren naar de oorspronkelijke rijbaan.Ook het inhalen op een helling kan meertijd in beslag nemen dan het inhalen op
een vlakke weg, doordat de motor
zwaarder wordt belast.
WAARSCHUWING
- Remsysteem aanhanger
Ga niet rijden met een aanhanger
met eigen remsysteem voordat dit
systeem goed is afgesteld. Voor het
afstellen is specifieke vakkennis
benodigd. Laat dit daarom
uitvoeren bij een gespecialiseerd
bedrijf.
Page 203 of 670

Rijden met uw auto
90
5
Achteruitrijden
Houd het stuurwiel aan de onderzijde
vast met één hand. Beweeg uw handnaar links om de aanhanger naar links te
laten gaan. Beweeg uw hand naar rechtsom de aanhanger naar rechts te laten
gaan. Rijd altijd langzaam achteruit enlaat u indien mogelijk door iemandanders begeleiden
Rijden in bochten
Rijd met een aanhanger ruimer door
bochten dan normaal. Anders kan de
aanhanger te veel naar binnen komen en
stoepranden, verkeersborden, bomen
enz. raken. Voorkom schokkerige en
plotselinge manoeuvres. Geen ruim
voordat u afslaat of van rijstrook
verandert richting aan.
Richtingaanwijzers aanhanger
De aanhanger dient te zijn voorzien van
richtingaanwijzers. Als u de
richtingaanwijzers inschakelt, gaan de
groene pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. De richtingaanwijzers van deaanhanger dienen gelijktijdig mee teknipperen.
Ook als de richtingaanwijzers van de
aanhanger niet werken, zullen de groene
pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. Zodoende kunt u denken dat
achteropkomende bestuurders zien dat u
richting aangeeft, terwijl dit niet het geval
is. Daarom is het belangrijk om af en toe
te controleren of de richtingaanwijzers
van de aanhanger nog werken.Controleer steeds na het opnieuw
aankoppelen van de aanhanger of de
verlichting en de richtingaanwijzers
werken.
Sluit de verlichting van de aanhanger niet
rechtstreeks aan op de verlichting van de
auto. Gebruik hiervoor speciale
goedgekeurde bedrading.
Raadpleeg uw HYUNDAI Erkend
Reparateur voor meer informatie.WAARSCHUWING
Het gebruik van niet goedgekeurde
bedrading kan schade aan het
elektrisch systeem van de auto
en/of persoonlijk letsel
veroorzaken.
Page 204 of 670

591
Rijden met uw auto
Rijden op hellingen
Verminder snelheid en schakel naar een
lagere versnelling voordat u een lange of
steile helling afrijdt. Als u niet
terugschakelt, moet u de remmen vaker
intrappen waardoor deze oververhit
raken en niet meer goed werken.
Schakel bij het oprijden van een lange
helling terug en verminder snelheid tot
ongeveer 70 km/h Hierdoor wordt
voorkomen dat de motor en de
transmissie oververhit raken.
Rijd in stand D wanneer de auto uitgerust
is met een automatische transmissie en
u met een aanhanger rijdt die meer
weegt dan het maximaal toegestane
ongeremde aanhangergewicht.
Wanneer u in stand D rijdt met een
aanhanger wordt de levensduur van de
transmissie door een lagere
bedrijfstemperatuur verlengd.
Parkeren op een helling
Als u een aanhanger achter de auto hebt
gekoppeld is het niet verstandig om uw
auto op een helling te parkeren. Als de
auto met aanhanger naar beneden zou
rollen, zouden deze beschadigd kunnen
raken of ernstig letsel aan voorbijgangerskunnen toebrengen.OPMERKING
Houd de motortemperatuur goedin de gaten als u met een
aanhanger een steile helling(meer dan 6%) oprijdt. Hierdoorkan de motor oververhit raken. Als de
koelvloeistoftemperatuurmeteraangeeft dat de motor oververhitdreigt te raken en de naald op
"130/H (HOT)" staat, breng deauto dan op een veilige plaats tot stilstand om de motor af te latenkoelen. Zodra de motor
voldoende is afgekoeld, kunt u uw weg vervolgen.
Pas uw snelheid aan afhankelijk van het gewicht van deaanhanger en de hellingshoek
van de weg, zodat de motor en detransmissie niet oververhit raken.
WAARSCHUWING
- Parkeren op een helling
Als u de auto met aanhanger op
een helling parkeert, kunnenmensen ernstig letsel oplopen of
zelfs dodelijk gewond raken als de
aanhanger onbedoeld los zou
raken van de auto of als de
handrem het begeeft.
Page 205 of 670

Rijden met uw auto
92
5
Is het niet anders mogelijk dan de auto
op een helling te parkeren, doe dit dan
als volgt:
1. Zet de auto op de parkeerplaats. Draai
het stuurwiel in de richting van de
stoeprand (rechtsom als u parkeert opeen aflopende helling, linksom op eenstijgende helling).
2. Als de auto een handgeschakelde versnellingsbak heeft, zet u deze in de
vrijstand. Als de auto een
automatische versnellingsbak heeft,
zet u deze in de stand P (Park).
3. Trek de parkeerrem aan en sluit de auto af.
4. Plaats blokken voor de wielen van de aanhanger in de richting van deaflopende helling.
5. Start de auto, houd de rem ingetrapt, schakel in de vrijstand, zet de
parkeerrem los en laat het rempedaal
langzaam opkomen tot de blokken het
gewicht van de aanhangertegenhouden. 6. Trap het rempedaal weer in, trek de
parkeerrem weer aan en zet de
versnelling in de stand R (achteruit) bij
een handgeschakelde versnellingsbak
en in de stand P (parkeren) bij een
automatische versnellingsbak.
7. Zet de motor af en laat het rempedaal los, maar laat de parkeerrem
aangetrokken blijven. Wegrijden op een helling
1. Zet de handgeschakelde transmissie
in de vrijstand of de automatische
transmissie in stand P, houd het
rempedaal ingetrapt en:
versnelling of in stand D.
2. Laat het rempedaal langzaam los.
3. Rijd langzaam vooruit tot de aanhanger los komt van de blokken.
4. Stop en laat de blokken door iemand oprapen en opbergen.
WAARSCHUWING
- Parkeerrem
Stap niet uit voordat de parkeerrem
goed is aangetrokken.
Als u de motor laat draaien, kan de
auto plotseling in beweging komen.
Uzelf of andere mensen kunnen
hierdoor ernstig letsel oplopen.
Page 206 of 670

593
Rijden met uw auto
Onderhoud bij het rijden met een
aanhanger
Uw auto heeft vaker onderhoud nodig
wanneer u regelmatig met een
aanhanger rijdt. Belangrijke zaken die
speciale aandacht verdienen zijn: de
motorolie, de automatische-
transmissievloeistof, de smering van de
aandrijfassen en de koelvloeistof. De
toestand van de remmen moet ook
regelmatig gecontroleerd worden. Alle
zaken staan in dit instructieboekje
beschreven. De index is hierbij een
handig hulpmiddel. Het is verstandig
deze gedeeltes te lezen voordat u meteen aanhanger op pad gaat.
Vergeet ook niet de aanhanger en de
trekhaak te onderhouden. Volg het
onderhoudsschema van de aanhangeren controleer de aanhanger regelmatig.
Voer de controle bij voorkeur ieder keer
uit wanneer u gaat rijden. Het is van het
grootste belang dat de trekhaakmoeren
en -bouten vastzitten.Als u gaat rijden met een
aanhanger
Let op de volgende punten als u gaat
rijden met een aanhanger:
Overweeg de aanschaf van
stabilisatorkoppeling. Raadpleeg de
leverancier van de trekhaak voor meer
informatie.
Trek tijdens de inrijperiode van uw auto, gedurende de eerste 2.000 km
geen aanhanger.
Als u dat wel doet, kan schade aan de
motor of de transmissie ontstaan.
Als u van plan bent met uw auto een aanhanger te gaan trekken, adviseren
we u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer over de
benodigde zaken zoals een trekhaak,enz.
Rijd met een aanhanger niet harder dan wettelijk is toegestaan.
Rijd bij het oprijden van een lange helling niet harder dan 70 km/h of de
voorgeschreven maximum snelheid.
De tabel bevat belangrijke gegevens met betrekking tot gewicht.OPMERKING
Vanwege de hogere belasting
tijdens het rijden met een
aanhanger, kan bij warm weer ofbij bergop rijden de motoroververhit raken. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhitdreigt te raken, schakel dan deairconditioning uit en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand om de motor af te latenkoelen.
Als met de auto een aanhanger getrokken wordt, moet de
transmissievloeistof vaker worden gecontroleerd.
Page 207 of 670

Rijden met uw auto
94
5
Gewicht van de aanhanger
Wat is het maximale aanhangwagen-gewicht? Hij mag nooit meer wegen dan
het maximale aanhangergewicht voor
een geremde aanhanger. Maar dit kan al
te zwaar zijn.
Dat hangt af van de manier waarop de
aanhanger wordt gebruikt. Zo zijn onder
andere de rijsnelheid, de hoogte,
hellingshoek, buitentemperatuur en
ervaring belangrijke factoren. Het
maximale aanhangergewicht is ook
afhankelijk van eventuele voorzieningen
die op de auto zijn aangebracht.
M/T : Handgeschakeld
A/T : Automaat Motor
Onderwerp
Benzinemotor (2,4L)Dieselmotor (2,0L / 2,2L)
M/T A/TM/T M/T
Maximaal
aanhangerge-
wicht kg (Ibs.)
Ongeremd750
(1653) 750
(1653)750
(1653) 750
(1653)
Geremd
2500
(5512) 2000
(4409)2500
(5512) 2000
(4409)
Maximale kogeldruk: kg (Ibs.)
100
(220) 100
(220)100
(220) 100
(220)
Aanbevolen afstand hart
achterwiel - kogel mm (Inch)
1130
(44,5)
C190E01JM
Kogeldruk T otaal aanhangergewicht
Page 208 of 670

595
Rijden met uw auto
Kogeldruk
Bij het trekken van een aanhanger zijn
de kogeldruk en het maximaal
toelaatbaar totaalgewicht van belang.
Onder het totaalgewicht worden
gerekend het ledig gewicht van de auto
plus het gewicht van de belading en de
inzittenden. Bij het trekken van een
aanhanger dient bovendien het gewicht
van de aanhanger hierbij wordenopgeteld.De kogeldruk mag maximaal 10% van
het totale aanhangergewicht bedragen.
Controleer na het beladen van de
aanhanger of de kogeldruk in orde is. Als
dat niet het geval is, kan deze worden
aangepast door de belading van de
aanhanger anders te verdelen.
C190E02JM
Maximale asbelastingMaximaal toelaatbaar
voertuiggewicht
WAARSCHUWING
- Aanhanger
Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder
is dan aan de achterzijde. Deverhouding tussen de belading
voor en achter dient ongeveer60/40 te zijn.
Belaad de aanhanger niet zwaarder dan volgens de
fabrikant van de aanhanger c.q.
trekhaak is toegestaan. Een
verkeerde belading kan
beschadiging van de auto en/of
persoonlijk letsel tot gevolg
hebben. Controleer het
aanhangergewicht met een
geschikte weegschaal of op eenweegbrug.
Door een verkeerde belading van de aanhanger bestaat de kans dat
u de controle over de auto
Page 209 of 670

MASSA VAN DE AUTO
In dit deel vindt u informatie over de
juiste manier van beladen van uw auto
en/of aanhanger, zodat u ervoor kunt
zorgen dat u het maximaal toelaatbaar
totaalgewicht, met of zonder aanhanger,
niet overschrijdt. Een juiste manier van
beladen zorgt ervoor dat de prestaties
van de auto zo min mogelijk in negatieve
zin beïnvloed worden. Zorg ervoor dat u,
voordat u uw auto gaat beladen, weet
wat de volgende termen betekenen,
zodat u uw auto, met of zonder
aanhanger, op de juiste manier kunt
beladen. De informatie vindt u bij despecificaties en op het typeplaatje:
Rijklaar gewicht
Dit is het gewicht van de auto met een
volle brandstoftank en de complete
standaarduitrusting. Dit gewicht is zonder
passagiers, lading en extra uitrusting.
Leeggewicht
Dit is het gewicht van de auto bij
aflevering plus het gewicht van de
achteraf gemonteerde uitrusting. Belading Dit getal heeft betrekking op al het
gewicht dat opgeteld wordt bij het rijklaar
gewicht, dus het gewicht van de lading
en de extra uitrusting.
GAW (maximale asbelasting)
Dit is het totaalgewicht op elke as (voor
en achter) - opgebouwd uit het rijklaar
gewicht en de totale belasting.
GAWR (maximale toelaatbare asbelasting) Dit is de maximale toegestane belasting
op een enkele as (voor of achter). Deze
cijfers staan op het typeplaatje. De totale belasting op een as mag de
GAWR nooit overschrijden. GVW (maximaal toelaatbaar
totaalgewicht)
Dit is het rijklaar gewicht plus het gewicht
van de lading en van de passagiers. GVWR (maximale massa
voertuig)
Dit is het maximaal toelaatbaar gewicht
van de volledig belaste auto (inclusief
opties, uitrusting, passagiers en lading).
De GVWR staat op het typeplaatje.Overbeladen
WAARSCHUWING
- Maximale gewichten
De maximale asbelasting en de
maximale massa van het voertuigstaan vermeld op het typeplaatje
bevestigd aan het bestuurders
-portier (of voorpassagiersportier).
Het overschrijden van deze
waardes kan een ongeval of schade
aan de auto veroorzaken. U kunt
het gewicht van uw lading
berekenen door de voorwerpen (en
personen) vooraf te wegen. Wees
voorzichtig uw auto niet te
overbeladen.
596
Rijden met uw auto
Page 210 of 670

Kenmerken van uw auto
192
4
✽✽
AANWIJZING
Als u achteraf een HID-koplamp
monteert, treden er mogelijk storingenop in het audiosysteem en de
elektronische onderdelen van uw auto.Antenne
Dakantenne
Uw auto maakt gebruik van een
dakantenne om zowel AM- als FM-
signalen te ontvangen. Deze antenne
kan verwijderd worden. Draai de antenne
linksom om hem te verwijderen. Draai de
antenne rechtsom om deze te plaatsen.
AUDIOSYSTEEM
OPMERKING
• Verwijder de antenne door deze
linksom te draaien voordat u een
lage ruimte of automatische wasserette binnenrijdt. Wanneeru dit niet doet, kan de antennebeschadigd raken.
Bij het terugplaatsen van de antenne is het voor een goedeontvangst van belang dat de antenne goed wordt vastgedraaid
en dat de antenne rechtop staat, tenzij de auto geparkeerd is of erbagage op het roof rack aanwezig is.
Plaats geen bagage in de buurt van de antennevoet om deontvangst van signalen niet testoren.
OHM048154
■
Type A
■Type B