JEEP CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2018Pages: 352, PDF Size: 5.28 MB
Page 51 of 352

Functies van de klimaatregeling
A/C (airconditioning)
Met de knop voor de A/C (airconditioning) kan
de gebruiker het aircosysteem handmatig in-
of uitschakelen. Als het aircosysteem is inge-
schakeld, stroomt via de luchtroosters koele,
droge lucht in het interieur. Druk voor een
lager brandstofverbruik op knop A/C om de
airconditioning uit te schakelen en stel met
de hand de aanjager en luchtverdeling in.
Zorg ook dat u alleen de stand Instrumenten-
paneel, Ventilatie op twee niveaus of Vloer
kiest.
OPMERKING:
• Wanneer zich wasem of condens vormt op
de voorruit of zijramen, kiest u de ontdooi-
stand en verhoogt u indien nodig het aan-
jagertoerental.
• Als het lijkt of de airconditioning minder
goed werkt dan verwacht, controleer dan of
de voorzijde van de airco-condensor (vóór in
de radiateur) is verstopt door vuil of insec-
ten. Maak schoon door voorzichtig water te
spuiten vanaf de achterzijde van de radi-
ateur en door de condensor heen.MAX A/C
Met MAX A/C wordt maximaal gekoeld.
Druk kort op de knop om te schakelen tussen
MAX A/C en de voorgaande instellingen. De
toets gaat branden wanneer MAX A/C is inge-
schakeld.
De gebruiker kan in de modus MAX A/C het
gewenste aanjagertoerental en de gewenste
stand kiezen. Door op andere instellingen te
drukken, schakelt de MAX A/C-werking over
naar de geselecteerde instelling en wordt
MAX A/C verlaten.
Recirculatie
Wanneer de buitenlucht rook, onprettige
luchtjes of veel vocht bevat, of wanneer een
snelle koeling gewenst is, kunt u de binnen-
lucht laten circuleren door op de recircula-
tieknop te drukken. Wanneer deze knop is
ingedrukt, brandt de het indicatielampje voor
recirculatie. Druk nogmaals op de knop om
de recirculatiestand uit te schakelen en bui-
tenlucht in het interieur te laten stromen.OPMERKING:
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiestand, sneller beslaan. De
recirculatiefunctie is mogelijk niet beschik-
baar (schermtoets grijs weergegeven) bij om-
standigheden waarin de voorruit aan de bin-
nenkant kan beslaan.
Automatische temperatuurregeling (ATC)
— Indien aanwezig
Automatische werking
1. Druk op de toets AUTO op het front of kies
de schermtoets AUTO in het bedienings-
paneel van de automatische temperatuur-
regeling (ATC).
2. Vervolgens stelt u de gewenste tempera-
tuur in met behulp van de toetsen voor het
regelen van de temperatuur aan de be-
stuurderszijde en de passagierszijde. Zo-
dra de gewenste temperatuur wordt weer-
gegeven, zorgt het systeem dat deze
temperatuur wordt bereikt en automatisch
wordt gehandhaafd.
49
Page 52 of 352

3. Nadat de gewenste temperatuur is inge-
steld, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen. U ervaart het meeste gebruiks-
gemak wanneer u het systeem automa-
tisch laat werken.
OPMERKING:
• U hoeft de temperatuurinstelling niet te
wijzigen wanneer de auto warm of koud is.
Het systeem past automatisch de tempera-
tuur, de luchtverdeling en het aanjagertoe-
rental aan om zo snel mogelijk de door u
gewenste instelling te bereiken.
• De temperatuur kan worden weergegeven
in Amerikaanse of metrische maateenhe-
den, door de programmeerbare optie US of
Metric (metrisch) te kiezen. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in uw instruc-
tieboekje voor meer informatie.
Voor optimaal comfort in de stand AUTO blijft
de aanjager tijdens een koude start op een
lage stand draaien totdat de motor is opge-
warmd. Daarna zal de aanjager steeds sneller
gaan draaier en overgaan op het gewenste
toerental voor de automatische modus.Handmatige bediening opheffen
Het systeem is uitgerust met een hele reeks
functies die handmatig instellen mogelijk
maken. Het symbool AUTO op het ATC-
scherm voorin gaat uit als u het systeem
handmatig bedient.
Aanwijzingen voor de bediening
Rijden in de zomer
Het motorkoelsysteem moet worden be-
schermd met een koelvloeistof met antivries
van uitstekende kwaliteit om een goede be-
scherming te bieden tegen roestvorming en
oververhitting van de motor. PARAFLU
UP
koelvloeistof (conform MS.90032) wordt
aanbevolen.
Rijden in de winter
Voor de best mogelijke verwarming en ontwa-
seming moet u zorgen dat het koelsysteem
van de motor naar behoren werkt en de juiste
hoeveelheid, soort en concentratie koelvloei-
stof wordt gebruikt. Het gebruik van de
recirculatiestand in de wintermaanden wordt
afgeraden, omdat daardoor de ruiten kunnen
beslaan.
Stalling
Voordat u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet gebruikt (bijv. bij vakantie),
laat u het aircosysteem bij stationair toeren-
tal ca. vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo wordt
het systeem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u het systeem
weer start.
Ontwasemen
Bij zacht maar regenachtig of vochtig weer
kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan. Om de autoruiten
schoon te maken, kiest u de stand Ontwase-
ming of Gemengd en verhoogt de snelheid
van de aanjager voorin. Gebruik de
recirculatiestand niet langdurig zonder inge-
schakelde airconditioning, omdat dan de rui-
ten kunnen beslaan.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
50
Page 53 of 352

LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot schade aan de ver-
warmingselementen:
• Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen
om de binnenzijde van de ruit te reini-
gen. Gebruik een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel en wrijf even-
wijdig aan de verwarmingselementen.
U kunt stickers verwijderen met warm
water.
• Gebruik geen schrapers, scherpe voor-
werpen of schurende schoonmaakmid-
delen om de binnenzijde van de ruit te
reinigen.
• Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op
veilige afstand van de ruit bevinden.
Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de voor-
ruit, niet verstopt raakt door achtergebleven
bladeren e.d. Wanneer bladeren achterblij-
ven in de luchtinlaat wordt de luchtstroming
belemmerd en als ze in de luchtkamer te-
rechtkomen kunnen de waterafvoeren ver-
stopt raken. Zorg er in de wintermaanden voor
dat de luchtinlaat vrij is van ijs en sneeuw.
Interieurluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert het stof en
pollen uit de lucht. Neem contact op met een
erkende dealer voor het onderhoud van het
interieurluchtfilter en laat deze vervangen
wanneer nodig.
RAMEN
Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening
Met de raambedieningselementen op de be-
stuurdersportier kunt u de ramen van alle
portieren bedienen.Op het bekledingspaneel van elk van de pas-
sagiersportieren bevindt zich één raambedie-
ningschakelaar waarmee het raam van de
Schakelaars voor elektrische
raambediening
1 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening voor
2 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening achter
51
Page 54 of 352

desbetreffende portier kan worden geopend
en gesloten. De raambediening werkt alleen
als de contactschakelaar in de stand ACC of
ON/RUN staat.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit zonder toezicht in een
auto achter en zorg dat kinderen niet met
de elektrisch bedienbare ramen spelen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de raamopeningen wanneer ze de scha-
kelaars voor elektrische raambediening
bedienen. Een dergelijke beknelling kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging
OPMERKING:
• Als het raam tijdens het automatisch slui-
ten op een obstakel stuit, wordt de bewe-
gingsrichting omgekeerd en wordt het raam
weer volledig geopend. Verwijder in dat
geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
• Tijdens het automatisch sluiten kunnen
schokken vanwege een slecht wegdek de
automatische omkeringsfunctie tijdens het
sluiten onverwachts activeren. Als dat ge-
beurt, trekt u de schakelaar iets omhoog en
houdt u de schakelaar vast om het raam
handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgeschakeld
wanneer het raam bijna gesloten is. Om
persoonlijk letsel te voorkomen, moet u
zorgen dat er geen armen, handen, vingers
en voorwerpen zich in het pad van het naar
boven bewegende raam bevinden voordat
het gesloten wordt.
Automatische sluitfunctie resetten
Als de automatische sluitfunctie niet meer
werkt, moet de functie mogelijk worden gere-
set. De automatische sluitfunctie resetten:
1. Trek de raambedieningschakelaar om-
hoog tot het raam volledig gesloten is en
houd de schakelaar vervolgens nog twee
seconden langer vast.
2. Druk de raambedieningsschakelaar goed
in om het raam helemaal te openen en
houd de schakelaar nog twee seconden
langer ingedrukt als het raam helemaal
open is.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
52
Page 55 of 352

Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het
bekledingspaneel van de bestuurdersportier
kunt u de raambediening van de achterpor-
tieren blokkeren. Om de bediening van de
ramen te blokkeren, drukt u kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat branden). Om de raambediening te ac-
tiveren, drukt u nogmaals kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat weer uit).
ELEKTRISCH ZONNEDAK
De schakelaars voor het elektrisch bedienbare
zonnedak bevinden zich in de dakconsole.
Openen
Zonnedak openen — snel
• Druk de zonnedakschakelaar naar achteren
en laat hem binnen een halve seconde los.
Het zonnedak wordt automatisch geopend
tot aan de halfgeopende stand en stopt
automatisch.
• Als u vanuit de halfgeopende stand op-
nieuw op de zonnedakschakelaar drukt,
wordt het zonnedak automatisch volledig
geopend en stopt het automatisch.
Zonnedak openen — handmatig
• Druk de schakelaar voor het zonnedak naar
achteren en houd deze ingedrukt. Het zon-
nedak wordt geopend en stopt automatisch
in de halfgeopende stand.
• Druk de schakelaar nogmaals naar achteren
en houd de schakelaar in deze stand. Het
zonnedak wordt automatisch volledig
geopend.
Raamblokkeertoets
Schakelaars elektrisch bedienbaar zonnedak
1 — Zonnedak sluiten
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak openen
4 — Elektrisch bediende zonwering
openen
5 — Elektrisch bediende zonwering
sluiten
53
Page 56 of 352

OPMERKING:
Als u de schakelaar voor het zonnedak los-
laat, stopt de beweging en blijft het zonnedak
gedeeltelijk geopend totdat de schakelaar
opnieuw naar achteren wordt gedrukt.
Ventilatiestand zonnedak — snel
Als u kort op de knop drukt, wordt het zonne-
dak geopend tot aan de ventilatiestand.
Dit is de functie "Snel naar ventilatiestand",
die werkt vanuit elke stand van het zonnedak.
De functie Snel naar ventilatiestand zorgt dat
bij iedere beweging van de schakelaar het
zonnedak stopt.
Sluiten
Zonnedak sluiten — snel
Druk de zonnedakschakelaar naar voren en
laat hem binnen een halve seconde los. Het
schuifdak wordt automatisch gesloten vanuit
elke stand.
Zonnedak sluiten — handmatig
Om het zonnedak te sluiten, drukt u de zon-
nedakschakelaar naar voren en houdt u de
schakelaar in deze stand.OPMERKING:
Als u de schakelaar van het zonnedak loslaat,
stopt de beweging van het zonnedak. Het
zonnedak blijft gedeeltelijk gesloten totdat
de schakelaar opnieuw naar voren wordt ge-
drukt.
Windgeruis
Windgeruis kan worden omschreven als het
geluid van draaiende wieken van een helikop-
ter. Als windgeruis optreedt bij geopende
ramen van de achterportieren, wijzig dan de
raamopeningen voor en achter tezamen.
Als windgeruis optreedt bij een geopend zon-
nedak, wijzig dan de zonnedakopening of een
raamopening. Hierdoor wordt het windgeruis
geminimaliseerd.
Elektrisch bediende zonwering
Snel openen
Als u de zonweringsschakelaar naar achteren
drukt en snel (binnen een halve seconde)
loslaat, wordt de zonwering automatisch ge-
opend tot aan de halfgeopende stand en
stopt hij automatisch.Als u vanuit de halfgeopende stand opnieuw
op de schakelaar drukt, wordt de zonwering
automatisch volledig geopend en stopt hij
automatisch.
Handmatig openen
Om het scherm te openen, drukt u de scha-
kelaar naar achteren en houdt u de schake-
laar in deze stand. De zonwering wordt ge-
opend en stopt automatisch in de
halfgeopende stand.
Druk de schakelaar naar achteren en houd de
schakelaar in deze stand. De zonwering wordt
automatisch volledig geopend.
Snel sluiten
Als u de schakelaar naar voren drukt en snel
(binnen een halve seconde) loslaat, wordt de
zonwering automatisch vanuit iedere stand
gesloten.
Handmatig sluiten
Om het scherm te sluiten, drukt u de scha-
kelaar naar voren en houdt u de schakelaar in
deze stand.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
54
Page 57 of 352

Klembeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat obstakels in de
opening van het zonnedak worden gedetec-
teerd bij gebruik van de functie Snel sluiten.
Als een obstakel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonnedak zich
automatisch terug. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar
kort naar voren om het zonnedak snel te
sluiten.
OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogingen om
het zonnedak te sluiten zijn onderbroken door
de obstakeldetectie, wordt de vierde poging
uitgevoerd als een handmatige sluiting met
uitgeschakelde klembeveiliging.
WAARSCHUWING!
• Laat kinderen niet spelen met het zon-
nedak. Laat nooit kinderen zonder toe-
zicht in een auto achter of in de buurt
van een auto die niet is afgesloten. Laat
de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van het voertuig en laat het con-
tact van voertuigen met Keyless Enter-
N-Go niet in de modus ACC of ON/RUN
staan. Inzittenden, en vooral kinderen
zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de opening van het elektrisch bedien-
bare zonnedak wanneer ze de schake-
laars voor het elektrisch bedienbare zon-
nedak bedienen. Een dergelijke
beknelling kan ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
• In geval van een aanrijding is het risico
om uit een voertuig geslingerd te worden
groter wanneer het zonnedak geopend
is. U kunt ernstig of zelfs dodelijk ge-
wond raken. Maak altijd uw veiligheids-
gordel op de juiste wijze vast en contro-
leer of alle passagiers dit ook gedaan
hebben.
WAARSCHUWING!
• Sta niet toe dat kleine kinderen het zon-
nedak bedienen. Steek nooit uw vingers,
andere lichaamsdelen of voorwerpen
door het zonnedak naar buiten. Anders
bestaat er kans op letsel.
Onderhoud van zonnedak
Gebruik voor het reinigen van het glaspaneel
uitsluitend niet-schurende schoonmaakmid-
delen en een zachte doek.
MOTORKAP
De motorkap openen
Voor het openen van de motorkap moeten
twee vergrendelingen worden vrijgezet.
1. Trek aan de motorkaphendel aan de be-
stuurderszijde onder het
instrumentenpaneel.
55
Page 58 of 352

2. Stap uit en trek de veiligheidsgrendel naar
voren (naar u toe). De veiligheidsgrendel
bevindt zich achter de voorste rand van de
motorkap, iets rechts van het midden.De motorkap sluiten
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP!
Om beschadigingen te voorkomen mag u
de motorkap niet hard dichtslaan. Laat de
motorkap zakken tot ongeveer 30 cm
(12 inch) en laat vervolgens de motorkap
vallen om hem te sluiten. Zorg ervoor dat
de motorkap helemaal gesloten is voor
beide vergrendelingen. Rijd nooit met de
auto wanneer motorkap niet volledig is
gesloten, waarbij beide vergrendelingen in
de gesloten stand zitten.
ACHTERKLEP
Openen
Achterklep ontgrendelen/openen
De elektrisch bediende achterklep kan wor-
den geopend door de elektronische ontgren-
deling van de achterklep in te drukken (raad-
pleeg de paragraaf "Keyless Enter-N-Go —
Passive Entry" in het hoofdstuk "Uw voertuig
leren kennen") of door op de achterkleptoets
op de sleutelhouder te drukken. Druk twee-
maal binnen vijf seconden op de achterklep-
toets op de sleutelhouder om de elektrisch
bediende achterklep te openen. Nadat de
achterklep is geopend, kunt u deze sluiten
door nogmaals binnen vijf seconden twee
keer op de knop te drukken.
Locatie van de veiligheidsvergrendeling
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 59 of 352

De elektrisch bediende achterklep kan ook
worden geopend en gesloten door de achter-
kleptoets op de dakconsole vóór in te druk-
ken. Als de achterklep volledig is geopend,
kunt u de achterklep sluiten door op de ach-
terkleptoets te drukken in het bekledings-
paneel linksachter, vlakbij de opening van de
achterklep. Als de achterklep beweegt, kan
de beweging worden omgekeerd met de ach-
terkleptoets in het bekledingspaneel links-
achter.
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.
Sluiten
Pak de handgreep van de achterklep en doe
de achterklep naar beneden. Laat de hendel
los wanneer de achterklep het sluiten over-
neemt.
Achterklep vergrendelen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry wordt het voertuig binnen een straal
van 1,5 m (5 ft) van de achterklep vergren-deld, door op de vergrendeltoets Keyless
Enter-N-Go —Passive Entry te drukken, die
zich links van de buitenhandgreep bevindt.
De elektrisch bediende achterklep kan wor-
den gesloten door op de knop in de bovenbe-
kleding links in de opening van de achterklep
te drukken. Door op de knop te drukken,
wordt alleen de achterklep gesloten. Met
deze toets kan de achterklep niet worden
geopend.
Achterklep openen
Schakelaar elektrisch bediende
achterklep
57
Page 60 of 352

OPMERKING:
De ontgrendelfunctie voor de achterklep is
ingebouwd in de elektronische ontgrendeling
van de achterklep.
BOORDAPPARATUUR
Voedingsuitgangen
In het voertuig zijn drie aansluitcontacten
van 12 volt aanwezig.Het 12 volt-aansluitcontact voorin bevindt
zich onder de klimaatregelknoppen in het
mediacenter, en levert voeding wanneer de
contactschakelaar in de stand ON/RUN
staat. Het aansluitcontact kan worden ge-
bruikt voor een conventionele sigarettenaan-
steker of voor de voeding van accessoires die
zijn ontworpen voor het gebruik met een
adapter voor een standaard voedingsuitgang.De 12 volt-voeding voor het aansluitcontact
in de middenconsole wordt rechtstreeks door
de accu geleverd. Dit contact levert daarom
altijd voedingsspanning. Accessoires die op
dit contact worden aangesloten, kunnen de
accu ontladen en/of het starten van de motor
onmogelijk maken.
Aansluitcontact voorin
Elektrisch aansluitcontact middenconsole
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
58