JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 51 of 388

Pictogram Omschrijving
Knop Ontdooien vóór
Druk kort op de knop Ontdooien vóór om de huidige ingestelde luchtstroom te wijzigen in de modus Ontdooien. De lucht
stroomt via de roosters voor ontwaseming van de voorruit en zijramen wanneer deze functie is ingeschakeld. Wanneer de
toets Ontdooien wordt geselecteerd, zal het aanjagertoerental toenemen. Gebruik de ontdooistand in combinatie met de
hoogste temperatuurinstelling om zo snel mogelijk de voorruit en de zijramen te ontdooien. Als de ontdooistand vóór
wordt uitgeschakeld, wordt de vorige instelling van de klimaatregeling opnieuw actief.
Knop Ontdooien achter
Druk kort op de toets Ontdooien achter om de achterruitverwarming in te schakelen en de verwarmde buitenspiegels
(indien aanwezig). Een indicatielampje brandt wanneer de achterruitverwarming is ingeschakeld. De achterruitverwar-
ming wordt na ongeveer tien minuten automatisch uitgeschakeld.
Toetsen temperatuur omhoog en omlaag voor bestuurderszijde en passagierszijde
Biedt de bestuurder en de passagier een onafhankelijke temperatuurregeling. Druk op de rode toets op het front of de
rode schermtoets of druk op de temperatuurbalk en schuif deze naar de schermtoets met de rode pijl om de ingestelde
temperatuur te verhogen. Druk op de blauwe toets op het front of de blauwe schermtoets of druk op de temperatuurbalk
en schuif deze naar de schermtoets met de blauwe pijl om de ingestelde temperatuur te verlagen.
Knop SYNC
Druk op de schermtoets SYNC (synchroniseren) (indien aanwezig) of op het instrumentenpaneel (indien aanwezig) om
de synchronisatiefunctie in of uit te schakelen. Het indicatielampje SYNC brandt wanneer deze functie is ingeschakeld.
SYNC wordt gebruikt om de temperatuurinstelling aan passagierszijde te synchroniseren met die aan bestuurderszijde.
Als de temperatuurinstelling aan passagierszijde wordt gewijzigd terwijl de functie SYNC (synchroniseren) actief is, zal
deze functie automatisch worden uitgeschakeld.
49
Page 52 of 388

Pictogram Omschrijving
Fronttoetsen
MODE
Schermtoetsen
Aanjagerschakelaar
De aanjagerschakelaar wordt gebruikt om de hoeveelheid lucht te regelen, die door het klimaatsysteem stroomt. Er zijn
zeven aanjagerstanden. Als u het aanjagertoerental wijzigt, schakelt het systeem van automatische werking naar hand-
matige bediening. De toerentallen kunnen worden geselecteerd met behulp van de aanjagerknop op het front of met de
schermtoetsen.
•Front:Het aanjagertoerental neemt toe wanneer u de aanjagerknop vanuit de laagste stand rechtsom draait. Het
aanjagertoerental neemt af wanneer u de aanjagerknop linksom draait.
•Aanraakscherm:Gebruik het kleine aanjagerpictogram om het aanjagertoerental te verlagen en het grote pictogram om
dit toerental te verhogen. De aanjager kan ook worden geselecteerd door op de aanjagerbalk tussen de pictogrammen te
drukken.
Toets Modes (modus) —
indien aanwezig
Toets Modes (modus)
Druk op de knop in het midden van de aanjagerknop om de luchtverdeling te wijzigen. De luchtverdeling kan zo worden
ingesteld dat lucht vanuit de luchtroosters in het instrumentenpaneel, de vloerroosters, ontdooiroosters en de ontwase-
mingsroosters stroomt. De volgende standen zijn beschikbaar:
Ventilatie
instrumentenpaneel
Ventilatie instrumentenpaneel
Er komt lucht naar binnen via de roosters in het instrumentenpaneel. U kunt deze roosters afzonderlijk verstellen om zo
de luchtstroming te regelen. De lamellen van de uitblaasopeningen in het midden en in de zijpanelen kunnen omhoog
en omlaag en naar links en naar rechts worden bewogen om zo de richting van de luchtstroom te regelen. Onder de la-
mellen bevindt zich een stelwiel waarmee de uitblaasopening kan worden afgesloten of aangepast om zo de uitstro-
mende hoeveelheid lucht te regelen.UW VOERTUIG LEREN KENNEN
50
Page 53 of 388

Pictogram Omschrijving
Stand Twee niveaus
Stand Twee niveaus
Lucht stroomt uit de luchtroosters in het instrumentenpaneel en de roosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid lucht
stroomt via de openingen voor voorruitontdooiing en zijraamontwaseming.
OPMERKING:
De stand Twee niveaus is bedoeld om comfort te bieden door koele lucht uit de luchtroosters in het instrumentenpaneel
en warme lucht uit de vloerroosters te laten stromen.
Vloerstand
Vloerstand
Lucht stroomt uit de luchtroosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid lucht stroomt via de openingen voor voorruitont-
dooiing en zijraamontwaseming.
Gemengde stand
Gemengde stand
De lucht stroomt via de vloeropeningen, ontdooiroosters en de roosters voor de voorruit- en zijruitontwaseming. Deze
instelling is ideaal voor koud weer en sneeuw, wanneer de voorruit extra verwarming nodig heeft. Deze instelling is goed
voor extra comfort en om condensvorming op de voorruit te verminderen.
Toets klimaatregeling aan/uit
Druk deze toets kort in om de klimaatregeling uit te schakelen.
51
Page 54 of 388

Functies van de klimaatregeling
A/C (airconditioning)
Met de knop voor de A/C (airconditioning)
kan de gebruiker het aircosysteem handmatig
in- of uitschakelen. Als het aircosysteem is
ingeschakeld, stroomt via de luchtroosters
koele, droge lucht in het interieur. Druk voor
een lager brandstofverbruik op knop A/C om
de airconditioning uit te schakelen en stel
met de hand de aanjager en luchtverdeling
in. Zorg ook dat u alleen de stand Instrumen-
tenpaneel, Ventilatie op twee niveaus of Vloer
kiest.
OPMERKING:
• Wanneer zich wasem of condens vormt op
de voorruit of zijramen, kiest u de ontdooi-
stand en verhoogt u indien nodig het aan-
jagertoerental.
• Als het lijkt of de airconditioning minder
goed werkt dan verwacht, controleer dan of
de voorzijde van de airco-condensor (vóór in
de radiateur) is verstopt door vuil of insec-
ten. Maak schoon door voorzichtig water te
spuiten vanaf de achterzijde van de radi-
ateur en door de condensor heen.MAX A/C
Met MAX A/C wordt maximaal gekoeld. Druk
kort op de knop om te schakelen tussen MAX
A/C en de voorgaande instellingen. De toets
gaat branden wanneer MAX A/C is ingescha-
keld.
Door op andere instellingen te drukken zoals
de aanjagersnelheid, temperatuur, recircula-
tie of modusinstellingen, schakelt de MAX
A/C-werking over naar de geselecteerde in-
stelling en wordt MAX A/C verlaten.
Recirculatie
Wanneer de buitenlucht rook, onprettige
luchtjes of veel vocht bevat, of wanneer een
snelle koeling gewenst is, kunt u de binnen-
lucht laten circuleren door op de recircula-
tieknop te drukken. Wanneer deze knop is
ingedrukt, brandt de het indicatielampje voor
recirculatie. Druk nogmaals op de knop om
de recirculatiestand uit te schakelen en bui-
tenlucht in het interieur te laten stromen.OPMERKING:
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiestand, sneller beslaan. De
recirculatiefunctie is mogelijk niet beschik-
baar (schermtoets grijs weergegeven) bij om-
standigheden waarin de voorruit aan de bin-
nenkant kan beslaan.
Automatische temperatuurregeling (ATC)
— Indien aanwezig
Automatische werking
1. Druk op de toets AUTO op het front of kies
de schermtoets AUTO (indien aanwezig)
in het bedieningspaneel van de automati-
sche temperatuurregeling (ATC).
2. Vervolgens stelt u de gewenste tempera-
tuur in met behulp van de toetsen voor het
regelen van de temperatuur. Zodra de ge-
wenste temperatuur wordt weergegeven,
zorgt het systeem dat deze temperatuur
wordt bereikt en automatisch wordt
gehandhaafd.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
52
Page 55 of 388

3. Nadat de gewenste temperatuur is inge-
steld, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen. U ervaart het meeste gebruiks-
gemak wanneer u het systeem automa-
tisch laat werken.
OPMERKING:
• U hoeft de temperatuurinstelling niet te
wijzigen wanneer de auto warm of koud is.
Het systeem past automatisch de tempera-
tuur, de luchtverdeling en het aanjagertoe-
rental aan om zo snel mogelijk de door u
gewenste instelling te bereiken.
• De temperatuur kan worden weergegeven in
Amerikaanse of metrische maateenheden,
door de programmeerbare optie US of Me-
tric (metrisch) te kiezen.
Voor optimaal comfort in de stand AUTO blijft
de aanjager tijdens een koude start op een
lage stand draaien totdat de motor is opge-
warmd. Daarna zal de aanjager steeds sneller
gaan draaier en overgaan op het gewenste
toerental voor de automatische modus.Handmatige bediening opheffen
Het systeem is uitgerust met een hele reeks
functies die handmatig instellen mogelijk
maken. Het symbool AUTO op het ATC-
scherm voorin gaat uit als u het systeem
handmatig bedient.
Aanwijzingen voor de bediening
Rijden in de zomer
Het motorkoelsysteem moet worden be-
schermd met een koelvloeistof met antivries
van uitstekende kwaliteit om een goede be-
scherming te bieden tegen roestvorming en
oververhitting van de motor. OAT-
koelvloeistof (conform MS.90032) wordt
aanbevolen.
Rijden in de winter
Voor de best mogelijke verwarming en ontwa-
seming moet u zorgen dat het koelsysteem
van de motor naar behoren werkt en de juiste
hoeveelheid, soort en concentratie koelvloei-
stof wordt gebruikt. Het gebruik van de
recirculatiestand in de wintermaanden wordt
afgeraden, omdat daardoor de ruiten kunnen
beslaan.
Stalling
Voordat u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet gebruikt (bijv. bij vakantie),
laat u het aircosysteem bij stationair toeren-
tal ca. vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo wordt
het systeem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u het systeem
weer start.
Ontwasemen
Bij zacht maar regenachtig of vochtig weer
kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan. Om de autoruiten
schoon te maken, kiest u de stand Ontwase-
ming of Gemengd en verhoogt de snelheid
van de aanjager voorin. Gebruik de
recirculatiestand niet langdurig zonder inge-
schakelde airconditioning, omdat dan de rui-
ten kunnen beslaan.
53
Page 56 of 388

LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot schade aan de ver-
warmingselementen:
• Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen
om de binnenzijde van de ruit te reini-
gen. Gebruik een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel en wrijf even-
wijdig aan de verwarmingselementen.
U kunt stickers verwijderen met warm
water.
• Gebruik geen schrapers, scherpe voor-
werpen of schurende schoonmaakmid-
delen om de binnenzijde van de ruit te
reinigen.
• Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op
veilige afstand van de ruit bevinden.
Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de voor-
ruit, niet verstopt raakt door achtergebleven
bladeren e.d. Wanneer bladeren achterblij-
ven in de luchtinlaat wordt de luchtstroming
belemmerd en als ze in de luchtkamer te-
rechtkomen kunnen de waterafvoeren ver-
stopt raken. Zorg er in de wintermaanden
voor dat de luchtinlaat vrij is van ijs en
sneeuw.
Interieurluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert het stof en
pollen uit de lucht. Neem contact op met een
erkende dealer voor het onderhoud van het
interieurluchtfilter en laat deze vervangen
wanneer nodig.
RAMEN
Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening
Met de raambedieningselementen op de be-
stuurdersportier kunt u de ramen van alle
portieren bedienen.Op het bekledingspaneel van elk van de pas-
sagiersportieren bevindt zich één raambedie-
ningschakelaar waarmee het raam van de
desbetreffende portier kan worden geopend
en gesloten. De raambediening werkt alleen
als de contactschakelaar in de stand ACC of
ON/RUN staat.
Schakelaars voor elektrische
raambediening
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
54
Page 57 of 388

OPMERKING:
Bij voertuigen die zijn uitgerust met
Uconnect blijven de schakelaars van de elek-
trisch bediende ramen nog maximaal tien
minuten werken nadat de contactschakelaar
in de stand OFF is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. Deze tijd kan worden geprogrammeerd.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter. Laat de sleutelhouder niet
achter in of in de buurt van de auto of op
een voor kinderen bereikbare plaats en laat
het contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de raamopeningen wanneer ze de scha-
kelaars voor elektrische raambediening
bedienen. Een dergelijke beknelling kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Ramen automatisch volledig openen
De schakelaar voor de elektrische raambedie-
ning op het bestuurdersportier en op de pas-
sagiersportieren zijn uitgerust met een func-
tie voor het automatisch volledig openen van
de ramen. Druk de raamschakelaar een klein
poosje omlaag en laat de schakelaar los. Het
raam wordt dan automatisch volledig ge-
opend.
Om het raam gedeeltelijk te openen, drukt u
de raamschakelaar kort in en laat u de scha-
kelaar los wanneer u het raam wilt laten
stoppen.
Wanneer u het raam tijdens het openen wilt
laten stoppen voordat het volledig is ge-
opend, trekt u de schakelaar kort omhoog.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging
OPMERKING:
• Als het raam tijdens het automatisch slui-
ten op een obstakel stuit, wordt de bewe-
gingsrichting omgekeerd en wordt het raam
weer volledig geopend. Verwijder in dat
geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
• Tijdens het automatisch sluiten kunnen
schokken vanwege een slecht wegdek de
automatische omkeringsfunctie tijdens het
sluiten onverwachts activeren. Als dat ge-
beurt, trekt u de schakelaar iets omhoog en
houdt u de schakelaar vast om het raam
handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgeschakeld
wanneer het raam bijna gesloten is. Om
persoonlijk letsel te voorkomen, moet u
zorgen dat er geen armen, handen, vingers
en voorwerpen zich in het pad van het naar
boven bewegende raam bevinden voordat
het gesloten wordt.
55
Page 58 of 388

Automatische sluitfunctie resetten
Als de automatische sluitfunctie niet meer
werkt, moet de functie mogelijk worden gere-
set. De automatische sluitfunctie resetten:
1. Trek de raambedieningschakelaar om-
hoog tot het raam volledig gesloten is en
houd de schakelaar vervolgens nog twee
seconden langer vast.
2. Druk de raambedieningsschakelaar goed
in om het raam helemaal te openen en
houd de schakelaar nog twee seconden
langer ingedrukt als het raam helemaal
open is.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het
bekledingspaneel van de bestuurdersportier
kunt u de raambediening van de achterpor-
tieren blokkeren. Om de bediening van de
ramen te blokkeren, drukt u kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat branden). Om de raambediening te ac-
tiveren, drukt u nogmaals kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat weer uit).
Windgeruis
Windgeruis kan worden beschreven als het
gevoel van druk op de oren, vergelijkbaar met
het geluid van een helikopter. U ervaart dit
windgeruis mogelijk wanneer de ramen zijn
geopend of wanneer het zonnedak (indien aan-
wezig) geheel of gedeeltelijk is geopend. Dit is
een normaal verschijnsel, dat tot een minimum
kan worden beperkt. Als u last heeft van wind-
geruis bij geopende achterramen, open dan
ook de voorramen om het effect te verminde-
ren. Wanneer sprake is van windgeruis bij ge-
opend zonnedak, verstel dan de zonnedakope-
ning of open een raam om het effect tot een
minimum te beperken.
ELEKTRISCH BEDIENBAAR
ZONNEDAK — INDIEN
AANWEZIG
De schakelaars voor het elektrisch bedien-
bare zonnedak bevinden zich in de dakcon-
sole.
Raamblokkeerschakelaar
Schakelaars elektrisch bedienbaar
zonnedak
1 — Schakelaar voor elektrisch be-
diende zonwering
2 — Schakelaar voor openen/sluiten
voorste paneel
3 — Schakelaar voor ventilatie voorste
paneel
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 59 of 388

Openen
Zonnedak openen — snel
Een comfortstopstand en de volledig ge-
opende stand zijn de geprogrammeerde auto-
matische stops voor de geopende standen
van het zonnedak. De comfortstopstand is
geoptimaliseerd om windgeruis tot een mini-
mum te beperken.
Druk op de schakelaar en laat hem binnen
een halve seconde los. Het zonnedak wordt
automatisch geopend tot de comfortstop-
stand (als de zonwering is gesloten wanneer
de werking is gestart, wordt de zonwering
automatisch geopend tot de half geopende
stand voordat het zonnedak wordt geopend).
Druk kort op de schakelaar en het zonnedak
wordt geopend tot de volledig geopende
stand en stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel openen". De functie Snel openen zorgt
dat bij iedere beweging van de schakelaar het
zonnedak stopt.
Zonnedak openen — handmatig
Een comfortstopstand en is een geprogram-
meerde automatische stop voor de geopende
stand van het zonnedak. De comfortstop-
stand is geoptimaliseerd om windgeruis tot
een minimum te beperken.
Om het zonnedak te openen, drukt u op de
schakelaar en houdt u deze vast. Het zonne-
dak wordt automatisch gestopt in de comfort-
stopstand (als de zonwering is gesloten wan-
neer de werking is gestart, wordt de
zonwering automatisch geopend tot de half
geopende stand voordat het zonnedak wordt
geopen). Druk opnieuw op de schakelaar en
houd hem vast, en het zonnedak wordt ge-
opend tot de volledig geopende stand en
stopt automatisch. Als u de schakelaar los-
laat, stopt de beweging. Het zonnedak en de
zonwering blijven gedeeltelijk geopend totdat
de schakelaar opnieuw wordt ingedrukt en
vastgehouden.
Ventilatiestand zonnedak — snel
Als u binnen een halve seconde op de knop
"Vent" (ventilatie) drukt, wordt het zonnedak
vanuit de gesloten stand geopend tot aan deventilatiestand. Dit is de functie "Express
Vent" (snelle ventilatiestand). De functie Snel
naar ventilatiestand zorgt dat bij iedere be-
weging van de schakelaar het zonnedak
stopt.
OPMERKING:
• Als de zonwering is gesloten wanneer de
schakelaar wordt ingedrukt, zal de zonwe-
ring automatisch tot halverwege openen,
voordat het zonnedak naar de ventilatie-
stand beweegt.
• Als het zonnedak volledig of gedeeltelijk is
geopend, is de snelle ventilatiestand niet
beschikbaar. U moet de ventilatieschake-
laar indrukken en vasthouden om het
schuifdak van het openen in de ventilatie-
positie te brengen. De beweging van het
zonnedak stopt als de schakelaar wordt
losgelaten voordat het zonnedak de ventila-
tiestand bereikt.
Sluiten
Zonnedak sluiten — snel
Trek kort aan de schakelaar (halve seconde)
om het zonnedak automatisch vanuit elke
positie te sluiten. Het zonnedak wordt volle-
57
Page 60 of 388

dig gesloten en stopt automatisch. Dit wordt
"Snel sluiten" genoemd. De functie Snel slui-
ten zorgt dat bij iedere andere bediening van
de schakelaar het zonnedak stopt.
Zonnedak sluiten — handmatig
Om het zonnedak te sluiten, trekt u de scha-
kelaar in de stand voor sluiten en houdt u de
schakelaar vast. Als u de schakelaar loslaat,
stopt de beweging en blijft het zonnedak
gedeeltelijk gesloten totdat er opnieuw aan
de schakelaar wordt getrokken.
Windgeruis
Windgeruis kan worden beschreven als het
gevoel van druk op de oren, vergelijkbaar met
het geluid van een helikopter. U ervaart dit
windgeruis mogelijk wanneer de ramen zijn
geopend of wanneer het zonnedak (indien
aanwezig) geheel of gedeeltelijk is geopend.
Dit is een normaal verschijnsel, dat tot een
minimum kan worden beperkt. Als u last
heeft van windgeruis bij geopende achterra-
men, open dan ook de voorramen om het
effect te verminderen. Wanneer sprake is vanwindgeruis bij geopend zonnedak, verstel
dan de zonnedakopening of open een raam
om het effect tot een minimum te beperken.
Elektrisch bediende zonwering
Elektrisch bediende zonwering openen —
snel
Als u op de zonweringsschakelaar drukt en
deze snel (binnen een halve seconde) loslaat,
wordt de zonwering automatisch geopend tot
aan de halfgeopende stand en stopt hij auto-
matisch. Als u vanuit de halfgeopende stand
opnieuw op de schakelaar drukt, wordt de
zonwering automatisch volledig geopend en
stopt hij automatisch. Dit is de functie "Snel
openen". De functie Snel openen zorgt dat bij
iedere beweging van de schakelaar de zonwe-
ring stopt.
Elektrisch bediende zonwering openen —
handmatig
Om de zonwering te openen, drukt u op de
schakelaar en houdt u deze vast. De zonwe-
ring wordt geopend en stopt automatisch in
de halfgeopende stand. Druk op de schake-
laar en houd de schakelaar in deze stand. Dezonwering wordt automatisch volledig ge-
opend. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en blijft het scherm gedeeltelijk
geopend totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Elektrisch bediende zonwering sluiten —
snel
Trek kort aan de schakelaar (halve seconde)
om de zonwering automatisch vanuit elke
positie te sluiten. Als het zonnedak volledig
gesloten is, wordt ook de zonwering volledig
gesloten en stopt deze automatisch. Dit is de
functie "Snel sluiten". De functie Snel sluiten
zorgt dat bij iedere beweging van de schake-
laar de zonwering stopt.
OPMERKING:
Als het zonnedak is geopend, wordt de zon-
wering tot aan de halfgeopende stand geslo-
ten. Als u opnieuw aan de knop voor het
sluiten van de zonwering trekt, worden zowel
het zonnedak als de zonwering automatisch
volledig gesloten.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
58