ESP JEEP COMPASS 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2019Pages: 400, PDF Size: 6.72 MB
Page 278 of 400

Koelsysteem
WAARSCHUWING!
• Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
• Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automa-
tisch en kan op elk moment starten, of
de motor loopt of niet.
• Draai de contactsleutel in de OFF-stand,
als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiateurventilator. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan
op elk moment gaan draaien indien het
contact in de stand ON staat.
Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries) ieder
jaar (bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als
de motorkoelvloeistof (antivries) vuil of roes-
tig lijkt, moet het systeem worden afgetapt en
doorgespoeld en daarna met nieuwe motor-
koelvloeistof (antivries) worden gevuld. Con-
troleer of de voorzijde van de airco-condensor
vrij is van insectenresten, bladeren, enz.
Spuit de voorzijde van de condensor indien
nodig voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.
Koelsysteem, dop
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voorko-
men dat er koelvloeistof (antivries) wordt ge-
morst en de koelvloeistof (antivries) terugloopt
naar de radiateur via het expansiereservoir/
koelvloeistofreservoir, indien aanwezig.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zichtbaar zijn op het
sluitvlak.
WAARSCHUWING!
• Open een heet motorkoelsysteem niet.
Vul nooit koelvloeistof (antivries) bij als
de motor oververhit is. Draai nooit de
vuldop los om een oververhitte motor te
laten afkoelen. Door de hitte komt het
koelsysteem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te voorko-
men, mag u nooit de vuldop verwijderen
van een koelcircuit dat heet is of onder
druk staat.
• Gebruik geen andere vuldop dan de voor-
geschreven vuldop voor uw auto. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel of motor-
schade.
Remsysteem
Om altijd optimale remprestaties te waarborgen,
moeten alle onderdelen van het remsysteem
regelmatig worden gecontroleerd. Raadpleeg
"Onderhoudsschema" in dit hoofdstuk voor de
juiste onderhoudsintervallen.
SERVICE EN ONDERHOUD
276
Page 280 of 400

Handgeschakelde versnellingsbak —
indien aanwezig
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te
verwijderen. Het vloeistofniveau moet liggen
tussen de onderkant van de vulopening tot
maximaal 4,7 mm (3/16 inch) daaronder.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste niveau.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levensduur van
de versnellingsbak is het belangrijk dat u de
correcte transmissievloeistof gebruikt. Ge-
bruik alleen door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor de
specificaties van vloeistoffen. Het is belang-
rijk dat de transmissievloeistof continu het
vereiste peil heeft en dat u de aanbevolen
vloeistof gebruikt.OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de versnel-
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden
gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere versnellingsbak-
vloeistof gebruikt dan aanbevolen door de
fabrikant, kan daardoor de schakelwerking
van de versnellingsbak achteruitgaan
en/of grijpt de koppelomvormer schokkend
aan. Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen
en smeermiddelen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor de specifica-
ties van vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten
zeerste af. Automatische transmissievloeistof
(ATF) is een geavanceerd en hoogwaardig
product waarvan de prestaties door additie-
ven nadelig kunnen worden beïnvloed.
Daarom raden we u aan geen additieven aande transmissievloeistof toe te voegen. Ge-
bruik geen vloeibare afdichtmiddelen, aange-
zien deze juist schade aan afdichtingen kun-
nen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met chemi-
caliën, omdat deze de versnellingsbak
kunnen beschadigen. Dergelijke schade
wordt niet gedekt door de standaardgaran-
tie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks-
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Een erkende dealer kan het trans-
missievloeistofpeil controleren met behulp
van speciaal gereedschap. Als u merkt dat er
sprake is van vloeistoflekkage of een defect in
de versnellingsbak, neem dan onmiddellijk
contact op met een erkende dealer om het
transmissievloeistofpeil te laten controleren.
SERVICE EN ONDERHOUD
278
Page 293 of 400

INTERIEUR
Stoelen en bekleding
Gebruik een speciaal product om stoffen be-
kleding en vloerbedekking te reinigen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om
te reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak
brandbaar en kunnen bij gebruik in afge-
sloten ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Reinigingsprocedure voor vlekwerende
stof — indien aanwezig
Vlekwerende stoelen kunnen op de volgende
wijze worden gereinigd:
• Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te
deppen met een schone, droge doek.
• Dep de rest van de vlek vervolgens met een
schone, vochtige doek.
• Bij hardnekkige vlekken brengt u een milde
zeepoplossing aan op een schone, vochtige
doek en verwijdert u de vlek. Verwijder
zeepresten met een andere vochtige doek.• Verwijder vetvlekken met een speciaal pro-
duct en een schone, vochtige doek. Verwij-
der zeepresten met een andere vochtige
doek.
• Gebruik geen bijtende oplosmiddelen of
enige andere vorm van bescherming op
vlekwerende producten.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan
een lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de
gordels niet uit de auto om ze te wassen.
Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels
of slijtplekken vertonen of wanneer de gesp-
sluitingen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
WAARSCHUWING!
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik een speciaal product om vinylbekle-
ding te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
291
Page 310 of 400

VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN
Motor
Uw auto is voorzien van een motorolie die
zorgvuldig is ontwikkeld en getest om te vol-doen aan de eisen van het onderhouds-
schema. Constant gebruik van de voorge-
schreven smeermiddelen garandeert de
brandstofverbruiks- en emissiespecificaties.
De kwaliteit van het smeermiddel is van het
grootste belang voor de werking en de levens-duur van de motor. Als de voorgeschreven
smeermiddelen niet beschikbaar zijn, mogen
producten die voldoen aan de aangegeven
specificaties worden gebruikt voor het bijvul-
len; optimale prestaties van de motor worden
dan niet gegarandeerd.
Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Koelvloeistof Wij bevelen het gebruik aan van PARAFLUUPOAT-motorkoelvloeistof (Organic Additive Technology)
of een gelijkwaardig product dat voldoet aan de eisen van FCA-materiaalnorm MS.90032.
Motorolie — 1.4-liter benzinemotor Wij raden het gebruik aan van SELENIA DIGITEK P.E. of een vergelijkbare, API-gecertificeerde SAE
0W-30 ACEA C2 synthetische motorolie, die voldoet aan de vereisten van FCA-materiaalnorm
9.55535-GS1.
Motorolie — 2.4-liter benzinemotor We raden u aan SAE 0W-20 FCA-materiaalnorm MS-6395 of ACEA A1/B1 te gebruiken
Motorolie - 1,6-liter / 2,0-liter dieselmotor zon-
der AdBlue (UREUM)Voor de beste prestaties en grootst mogelijke bescherming onder alle bedrijfsomstandigheden raadt
de fabrikant het gebruik van SELENIA WR FORWARD API-gecertificeerde SAE 0W-30 motorolie of
gelijkwaardig aan, die voldoet aan FCA-materiaalnorm 9.55535-DS1 of MS.90047 and ACEA C2.
OPMERKING:
• Als de smeermiddelen die voldoen aan de vereiste specificaties niet beschikbaar zijn, mogen
producten die de minimaal vereiste eigenschappen hebben worden gebruikt voor het bijvul-
len; de optimale motorprestaties worden in dat geval niet gegarandeerd.
• Het gebruik van producten met andere specificaties dan hierboven vermeld kan tot motor-
schade leiden die niet door de garantie wordt gedekt.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
308
Page 311 of 400

Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Motorolie - 1,6-liter / 2,0-liter dieselmotor met
AdBlue (UREUM)Voor de beste prestaties en grootst mogelijke bescherming onder alle bedrijfsomstandigheden raadt
de fabrikant het gebruik van SELENIA WR FORWARD API-gecertificeerde SAE 0W-20 motorolie of
gelijkwaardig aan, die voldoet aan FCA-materiaalnorm 9.55535-DSX en ACEA C2.
OPMERKING:
• Als de smeermiddelen die voldoen aan de vereiste specificaties niet beschikbaar zijn, mogen
producten die de minimaal vereiste eigenschappen hebben worden gebruikt voor het bijvul-
len; de optimale motorprestaties worden in dat geval niet gegarandeerd.
• Het gebruik van producten met andere specificaties dan hierboven vermeld kan tot motor-
schade leiden die niet door de garantie wordt gedekt.
Motoroliefilter Wij raden het gebruik aan van een Mopar motoroliefilter.
Bougies – benzinemotoren Wij raden het gebruik aan van Mopar-bougies.
Brandstofkeuze – 1.4-liter benzinemotor Minimum octaangetal (RON) 95 specificatie EN228
Brandstofkeuze – 2.4-liter benzinemotor Minimum octaangetal (RON) 91 specificatie EN228
Brandstofkeuze - dieselmotoren Dieselbrandstof die voldoet aan de Europese specificatie EN590
Additief voor dieselemissies (UREUM) AdBlue (oplossing van ureum en water) volgens DIN 70 070 en ISO 22241-1
LET OP!
•Het mengen van koelvloeistof (antivries)
met andere dan de gespecificeerde OAT-
koelvloeistof/-antivries (Organic Additive
Technology) kan beschadiging van de mo-
tor veroorzaken en de bescherming tegen
roest verminderen. OAT-motorkoelvloeistof
LET OP!
(Organic Additive Technology) is anders
dan HOAT-koelvloeistof (antivries) (Hybrid
Organic Additive Technology) of andere
"universele" koelvloeistof (antivries) en de
mag hier niet mee worden vermengd. Als u
in een noodsituatie een andere koelvloei-
stof (antivries) aan het koelsysteem hebt
LET OP!
toegevoegd dan wordt voorgeschreven,
moet het koelsysteem zo snel mogelijk wor-
den afgetapt, doorgespoeld en bijgevuld
met nieuwe OAT-koelvloeistof (conform
MS.90032) door een erkende dealer.
309
Page 316 of 400

CYBERVEILIGHEID
Uw voertuig is mogelijk verbonden met
draadloze of bekabelde netwerken. Via deze
netwerken kan het voertuig informatie ver-
zenden en ontvangen. Deze informatie zorgt
ervoor dat systemen en functies in uw voer-
tuig goed werken.
Uw auto is mogelijk uitgerust met bepaalde
beveiligingsfuncties voor het verminderen
van het risico op onbevoegde en ongeoor-
loofde toegang tot voertuigsystemen en
draadloze communicatie. Technologie op het
gebied van voertuigsoftware blijft in ontwik-
keling en FCA evalueert deze in samenwer-
king met de leveranciers en neemt indien
nodig de noodzakelijke stappen. Net zoals bij
een computer of andere apparatuur, kunnen
er software-updates nodig zijn voor uw voer-
tuig om de bruikbaarheid en prestaties van
uw systemen te verbeteren en het risico van
onbevoegde en ongeoorloofde toegang tot de
systemen van uw voertuig te verminderen.Het risico van onbevoegde en ongeoorloofde
toegang tot de systemen van uw voertuig kan
nog steeds bestaan, zelfs als de meest re-
cente versie van de voertuigsoftware (zoals
Uconnect software) is geïnstalleerd.
WAARSCHUWING!
•Niet alle mogelijke uitkomsten zijn bekend
of voorspelbaar wanneer de systemen van
uw voertuig worden gehackt. Het is moge-
lijk dat voertuigsystemen, waaronder ook
veiligheidsgerelateerde systemen, worden
aangetast. Ook kan het voertuig onbestuur-
baar worden wat kan leiden tot ernstige of
zelfs dodelijke ongevallen.
•Gebruik daarom UITSLUITEND media
(bijv. USB, SD-kaart, of cd) van een be-
trouwbare bron in de auto. Media van on-
bekende leveranciers kunnen schadelijke
software bevatten, waarmee de systemen
van uw voertuig kunnen worden gehackt.
• Breng uw voertuig zoals altijd onmiddel-
lijk naar uw dichtstbijzijnde erkende
dealer wanneer u vreemd gedrag van het
voertuig bespeurt.OPMERKING:
• FCA of uw dealer kan rechtstreeks contact
met u opnemen over software-updates.
• Om de beveiliging van het voertuig verder te
verbeteren en het mogelijke risico van een
hack tot een minimum te beperken, dienen
eigenaars van het voertuig het volgende te
doen:
– Alleen media-apparatuur aansluiten
die u vertrouwt (zoals eigen mobiele
telefoons, USB-media, cd's).
De privacy bij draadloze communicatie en
communicatie via kabels kan niet worden
gegarandeerd. Derden kunnen illegaal en
zonder uw toestemming informatie en privé-
communicatie onderscheppen. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf "Boorddi-
agnosesysteem (OBD II) en cyberveiligheid"
in het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel
leren kennen" in uw instructieboekje.
MULTIMEDIA
314
Page 320 of 400

• De USB-/iPod-modus wordt geactiveerd als
u een USB-apparaat of een iPod met kabel
aansluit op de USB-poort of wanneer u op
de toets MEDIA op het front onder het
display drukt. Kies in de Media-modus de
schermtoets "Source" (bron) en selecteer
USB/iPod.
OPMERKING:
De USB-bron zegt alleen "iPod" wanneer een
Apple-product is aangesloten op de USB-
poort.
• Druk op de toets MEDIA op het front, druk
op de schermtoets "Source" (bron) en selec-
teer vervolgens USB/iPod om over te gaan
naar de modus voor het USB-apparaat. Als
het apparaat is aangesloten, wordt muziek
vanaf uw draagbare apparaat via de luid-
sprekers van het voertuig afgespeeld.
Audio-aansluiting (AUX)
Met de AUX-aansluiting kunt u een draagbaar
apparaat zoals een MP3-speler of een iPod
aansluiten op de radio met gebruikmaking
van een 3,5 mm-audiokabel en het audiosys-
teem van het voertuig gebruiken om de bron
te versterken en af te spelen via de luidspre-
kers van het voertuig.• Druk op de toets MEDIA op het front, druk
op de schermtoets "Source" (bron) en selec-
teer vervolgens "AUX" om over te gaan naar
de modus AUX.
• De functies van het draagbare apparaat
worden bediend met de toetsen op het
apparaat. Het volume kan echter worden
geregeld via de radio of het draagbare
apparaat.
Bluetooth
Als u een apparaat met Bluetooth-
ondersteuning gebruikt, kunt u mogelijk ook
muziek streamen naar het audiosysteem van
uw voertuig.
Druk op de toets MEDIA op het front, druk op
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
vervolgens "Bluetooth" om over te gaan naar
de modus Bluetooth. Als het apparaat is
gekoppeld, wordt muziek vanaf uw draagbare
apparaat via de luidsprekers van het voertuig
afgespeeld.OPMERKING:
Als de naam van het apparaat wordt veran-
derd binnen de Bluetooth-instellingen van
uw apparaat (indien van toepassing) en het
apparaat is aangesloten op het Bluetooth-
systeem van uw voertuig, dan verandert het
systeem mogelijk het nummer dat op dat
moment wordt afgespeeld.
Beschikbare mediahubs Uconnect 3 met 5-inch
display
Uconnect 3 Mediahub
(USB-poort,
AUX-
aansluiting)Externe USB-
poort (volle-
dig functio-
neel)
SO
S = standaard uitrusting
O = optionele uitrusting
MULTIMEDIA
318
Page 321 of 400

Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)
Nadat uw Uconnect systeem is gekoppeld
aan een compatibel mobiel apparaat, kan het
systeem een nieuw binnenkomende SMS-
berichten aankondigen en aan u voorlezen via
het audiosysteem van de auto. U kunt op dit
bericht antwoorden via spraakherkenning,
door één van de 18 vooraf gedefinieerde
berichten te selecteren of uit te spreken.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk op de toets Voice Recognition (VR,
spraakherkenning)
of de toets Phone
en wacht op de pieptoon. Zeg vervolgens
"reply" (antwoorden). Uconnect geeft de
volgende prompt: "Please say the message
you would like to send" (Spreek het be-
richt in dat u wilt verzenden).
2. Wacht op de pieptoon en zeg een van de
vooraf gedefinieerde berichten. (Als u het
niet zeker weet, kunt u "help" zeggen).
Uconnect leest vervolgens de toegestane
vooraf gedefinieerde berichten voor.3. Zodra u het bericht hoort dat u wilt ver-
zenden, kunt u de lijst met prompts on-
derbreken door te drukken op de toets
Uconnect Phone en het uitspreken van de
zin. Uconnect bevestigt het bericht door
het opnieuw aan u voor te lezen.
4. Druk op de toets Phone en zeg "Send"
(verzenden).
VOORAF GEDEFINIEERDE SMS-ANTWOORDEN
VOOR SPRAAKHERKENNING
Yes (ja).Stuck in traf-
fic (Sta in de
file).See you later
(Tot straks).
No (nee).Start without
me. (Begin
maar zonder
mij).I'll be late (Ik
kom later).
Okay (OK).Where are
you? (Waar
ben je?)I will be <5,
10, 15, 20,
25, 30, 45,
60>* mi-
nutes late (Ik
kom
minuten la-
ter). Call me (Bel
me).Are you there
yet? (Ben je
er al?)
VOORAF GEDEFINIEERDE SMS-ANTWOORDEN
VOOR SPRAAKHERKENNING
I'll call you
later (Ik bel
je straks).I need direc-
tions (Ik heb
aanwijzingen
nodig).See you in
<5, 10, 15,
20, 25, 30,
45, 60>*
minutes (Ik
zie je over
nuten). I'm on my
way (Ik ben
onderweg).Can't talk
right now (Ik
kan nu niet
spreken). I'm lost (Ik
ben ver-
dwaald).Thanks (Be-
dankt).
*Gebruik alleen de vermelde nummering, an-
ders zet het systeem het bericht mogelijk niet
correct om.
OPMERKING:
Beantwoording gesproken tekstberichten en
functies voor gesproken tekstberichten verei-
sen een compatibele mobiele telefoon met
ingeschakeld Bluetooth Message Access Pro-
file (MAP). iPhone en enkele andere smart-
phones bieden momenteel mogelijk geen vol-
ledige ondersteuning voor Bluetooth MAP.
Raadpleeg driveuconnect.eu of een erkende
dealer voor informatie over de compatibiliteit
van de apparaten.
319
Page 322 of 400

Siri Eyes Free — Indien aanwezig
Met Siri kunt u uw stem gebruiken om SMS-
berichten te verzenden, media te selecteren,
telefoongesprekken te beginnen en nog veel
meer. Siri gebruikt natuurlijke taal om te
begrijpen wat u bedoelt en reageren om uw
verzoeken te bevestigen. Siri helpt u met het
uitvoeren van nuttige taken, zodat u uw ogen
op de weg kunt houden en uw handen aan
stuurwiel.
Om Siri te activeren, houdt u de toets
Uconnect Voice Recognition (spraakherken-
ning) op het stuurwiel ingedrukt en laat u
deze weer los. Nadat u twee pieptonen hebt
gehoord, kunt u Siri vragen podcasts en mu-
ziek af te spelen, routebeschrijvingen te ma-
ken, SMS-berichten voor te lezen en nog veel
meer.Apps — indien aanwezig
Om de apps te openen, drukt u op de toets
"More" (meer), en drukt u vervolgens op de
toets "Apps" om naar de lijst met toepassin-
gen te gaan:
• EcoDrive
• MyCar
• TuneIn
• Deezer
• Reuters
• Twitter
• Facebook Check-In en nog veel meer.
UCONNECT 4 MET 7-INCH
DISPLAY
Overzicht Uconnect 4
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het aan-
raakscherm. Anders kan het scherm be-
schadigd raken.
Radioscherm Uconnect 4 met 7-inch
display
MULTIMEDIA
320
Page 324 of 400

Loudness (dynamiek) — indien aanwezig
•
Kies de schermtoets "On" (aan) om Loudness
te activeren. Kies de schermtoets "Off" (uit)
om deze functie uit te schakelen. Wanneer
Loudness is ingeschakeld, wordt de geluids-
kwaliteit bij lagere volumes verbeterd.
AUX Volume Offset (AUX-volume aanpassen)
• Druk op de schermtoets "AUX Volume Off-
set" (AUX-volume aanpassen) om het AUX
Volume Offset scherm te activeren. De AUX
Volume Offset (AUX-volume aanpassen)
wordt ingesteld met de " +" en " -" knoppen.
Hierdoor wordt het audiovolume van de
AUX-ingang aangepast. Het niveau, met
een bereik van -3 tot +3, wordt weergege-
ven boven de verstelbalk.
Auto Play — indien aanwezig
• Kies de schermtoets "Auto Play" om het
scherm Auto Play te activeren. De Auto
Play-functie heeft twee instellingen "On"
(aan) en "Off" (uit). Als Auto Play is inge-
schakeld, wordt muziek van een aangeslo-
ten apparaat direct afgespeeld nadat het is
aangesloten op de radio.Auto-On radio (radio automatisch aan) — indien
aanwezig
• De radio wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het contact in de stand RUN wordt
gezet of hij gaat na of hij in of uit was
geschakeld bij de laatste keer uitschakelen
van het contact.
Radio uit met portier — indien aanwezig
• Kies de schermtoets "Radio Off With Door"
(radio uit met portier) om het scherm Radio
Off With Door (radio uit met portier) te
activeren. Met de functie "Radio uit met
portier", indien geactiveerd, blijft de radio
ingeschakeld tot het bestuurders- of passa-
giersportier wordt geopend of totdat de ge-
selecteerde tijd voor Radio Off Delay (ver-
traging uitschakelen radio) is verstreken.
Menubalk slepen en neerzetten
De Uconnect-functies en -diensten in de
hoofdmenubalk zijn eenvoudig te wijzigen
voor uw gemak. Volg eenvoudig de onder-
staande stappen:1. Kies de schermtoets "Apps
" om het
scherm App te openen.
2. Druk op een App en houd deze vast. Sleep
vervolgens de geselecteerde App als ver-
vanging van een bestaande sneltoets in de
hoofdmenubalk.
De snelkoppeling voor de nieuwe App, die
omlaag is gesleept naar de hoofdmenubalk,
is nu een actieve App/snelkoppeling.
OPMERKING:
Deze functie is alleen beschikbaar als het
voertuig in PARK staat.
Hoofdmenu Uconnect 4
MULTIMEDIA
322