service JEEP COMPASS 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2019Pages: 400, PDF Size: 6.72 MB
Page 9 of 400

GRAFISCHE INHOUDSOPGAVE
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
SERVICE EN ONDERHOUD
TECHNISCHE SPECIFICATIES
MULTIMEDIA
KLANTENSERVICE
INDEX
Page 12 of 400

ParkSense in- en uitschakelen......... 187
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense..................... 187
PARKSENSE PARKEERSENSOREN VOOR EN ACHTER —
INDIEN AANWEZIG................... 188
ParkSense sensoren............... 189
ParkSense in- en uitschakelen......... 189
Waarschuwingssysteem afstand aan de
zijkant....................... 190
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM PARKSENSE — INDIEN
AANWEZIG....................... 192
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense in- en
uitschakelen................... 193
De parkeerplaats verlaten............ 194
RIJSTROOKDETECTIE — INDIEN AANWEZIG.... 196Werking van rijstrookdetectie.......... 196
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen..... 196
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie . . . 197
Status van rijstrookdetectie wijzigen..... 199
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA — INDIEN
AANWEZIG....................... 199
BRANDSTOF TANKEN................. 200
Noodontgrendeling voor brandstofvulklep . . 202
BRANDSTOF TANKEN — DIESELMOTOR....... 203AdBlue (UREUM) — indien aanwezig.... 204
TREKKEN VAN EEN AANHANGER........... 207Begrippen voor het trekken van een
aanhanger..................... 207
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten).............. 209
Vereisten voor het trekken van de
aanhanger.................... 210
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER...... 211Slepen van deze auto achter een ander
voertuig...................... 211Slepen achter een camper — modellen met
voorwielaandrijving (FWD)........... 211
Slepen achter een camper – 4X4 modellen . . 212
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN......... 213
GLOEILAMPEN VERVANGEN.............. 213
Vervangingslampen............... 213
HID-koplampen — indien aanwezig...... 215
Gloeilampen buitenverlichting vervangen . . 215
ZEKERINGEN...................... 220Algemene informatie.............. 220
Plaats van de zekeringen............ 220
Verdeeleenheid/zekeringen
motorcompartiment............... 220
Zekeringen in het motorcompartiment/
Hulpsysteem................... 224
Interieur, zekeringen............... 225
Verdeeleenheid zekeringen/relais
bagageruimte................... 226
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN DE KRIK. . 228Plaats van krik en reservewiel......... 228
Voorbereidingen voor het opkrikken...... 230
Instructies bij opkrikken............ 230
Origineel wiel monteren............. 233
EC verklaring van conformiteit......... 234
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik......................... 236
BANDENSERVICEKIT — INDIEN AANWEZIG..... 237
STARTEN MET STARTKABELS............. 243
Voorbereiding voor het starten met
startkabels..................... 243
Starten met startkabels............. 244
TANKEN IN NOODGEVALLEN.............. 246OVERVERHITTING VAN DE MOTOR.......... 246
SCHAKELHENDEL ONTGRENDELEN.......... 247
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJ KRIJGEN . . . 247
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH......... 249
Zonder sleutelhouder.............. 250
Modellen met voorwielaandrijving (FWD) — met
sleutelhouder................... 250
4X4-Modellen................... 250
Sleepogen..................... 251
Gebruik van sleepogen............. 252
UITGEBREID ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM
(EARS)......................... 253
EVENT DATA RECORDER (EDR)............ 253
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD................ 2541.4-liter benzinemotor............. 254
2.4-liter benzinemotor............. 258
Dieselmotoren.................. 262
MOTORCOMPARTIMENT............... 2671.4-liter motor.................. 267
2.4-liter motor.................. 268
2.0-liter dieselmotor............... 269
1.6-liter dieselmotor............... 270
Oliepeil controleren............... 271
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen...... 272
Onderhoudsvrije accu.............. 272
DEALERSERVICE.................... 273Onderhoud van de airconditioning...... 273
Wisserbladen................... 274
Uitlaatsysteem.................. 274
Koelsysteem................... 276
Remsysteem................... 276
Handgeschakelde versnellingsbak — indien
aanwezig...................... 278
INHOUD
10
Page 14 of 400

Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden).................. 356
Microfoon uitschakelen (of inschakelen) tijdens
gesprek...................... 356
Actieve gesprekken doorverbinden tussen handset
en voertuig.................... 356
Phonebook (telefoonboek)........... 357
Tips voor spraakbediening........... 357
Het volume wijzigen............... 357
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken . . . 357
Binnenkomende SMS-berichten....... 358
Handige tips en veelgestelde vragen voor het
verbeteren van de Bluetooth-prestaties met uw
Uconnect systeem................ 359
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHERKENNING
UCONNECT....................... 360
Introductie Uconnect.............. 360
Aan de slag.................... 361
Basisspraakcommando's............ 362
Radio........................ 362
Media....................... 363
Phone (telefoon)................. 363
Beantwoording gesproken tekstberichten . . 364
Klimaatregeling.................. 365
Navigatie (4C NAV) - indien aanwezig.... 366
Siri Eyes Free — Indien aanwezig...... 367
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken.... 367
Android Auto — indien aanwezig....... 368
Apple CarPlay — indien aanwezig....... 369
Meer informatie................. 369
KLANTENSERVICE
WANNEER U ASSISTENTIE NODIG HEBT....... 370ARGENTINIË................... 371
AUSTRALIË.................... 371
OOSTENRIJK................... 371BALANCE OF THE CARIBBEAN........ 371
BELGIË...................... 372
BOLIVIA...................... 372
BRAZILIË..................... 372
BULGARIJE.................... 372
CHILI........................ 372
CHINA....................... 373
COLOMBIA.................... 373
COSTA RICA................... 373
KROATIË..................... 373
TSJECHIË..................... 373
DENEMARKEN.................. 374
DOMINICAANSE REPUBLIEK......... 374
ECUADOR..................... 374
EL SALVADOR.................. 374
ESTLAND..................... 374
FINLAND..................... 375
FRANKRIJK.................... 375
DUITSLAND................... 375
GRIEKENLAND.................. 376
GUATEMALA................... 376
HONDURAS.................... 376
HUNGARY..................... 376
INDIA....................... 376
IERLAND..................... 377
ITALIË....................... 377
LETLAND..................... 377
LITOUWEN.................... 378
LUXEMBURG................... 378
NEDERLAND................... 378
NIEUW-ZEELAND................ 378
NOORWEGEN................... 379
PANAMA...................... 379
PARAGUAY.................... 379
PERU....................... 379
POLEN....................... 379PORTUGAL.................... 379
PORTO RICO EN DE AMERIKAANSE
MAAGDENEILANDEN.............. 380
REUNION..................... 380
ROEMENIË.................... 380
RUSLAND..................... 380
SERVIË ...................... 381
SLOWAKIJE.................... 381
SLOVENIË..................... 381
ZUID-AFRIKA................... 381
SPANJE...................... 382
ZWEDEN...................... 382
ZWITSERLAND.................. 382
TAIWAN ...................... 383
TURKIJE...................... 383
OEKRAÏNE.................... 383
VERENIGD KONINKRIJK............ 383
URUGUAY..................... 384
VENEZUELA................... 384
INDEX....................... 387
INHOUD
12
Page 69 of 400

Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:
• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en constante snelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)
• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF)
Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en uit-
laatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroor-
zaken wanneer u boven brandbaar materi-
aal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan droog
gras of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat. Parkeer daarom nooit
op een ondergrond waar uw uitlaat in aan-
raking kan komen met brandbaar materi-
aal.
LET OP!
De motor kan worden uitgeschakeld, zelfs
als het waarschuwingslampje brandt: her-
haalde onderbrekingen van het regenera-
tieproces kan leiden tot een vroegtijdige
verslechtering van motorolie. Het wordt
daarom altijd aanbevolen om te wachten
tot het symbool verdwijnt voordat u de
motor uitzet, volgens de bovenstaande in-
structies. Voer niet de DPF-regeneratie uit
wanneer de auto stilstaat.
Meldingen brandstofsysteem
De volgende tabel bevat een lijst met ver-
schillende meldingen die kunnen worden
weergegeven in de instrumentengroep, af-
hankelijk van verschillende systeem- of
brandstofomstandigheden. Gebruik de om-
schrijvingen om te interpreteren wat de mel-
ding betekent en om de beste handelswijze te
bepalen.
67
Page 70 of 400

MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue (UREUM):
Waarschuwing laag dieseladditief
AdBlue (UREUM)-peilDe eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2400 km) en
wordt bepaald in overeenstemming met het huidige verbruik. Het waarschuwingslampje "UREA Low Level"
(UREUM-niveau laag) en een bericht worden op het instrumentenpaneel weergegeven. Het waarschuwings-
lampje voor UREUM-niveau laag blijft branden totdat de AdBlue-tank (UREUM) wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) UREUM.
Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wanneer een bepaalde drempelwaarde
wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren voordat de AdBlue-tank (UREUM) leeg is, verschijnt er een bericht op
het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het bereik 0 is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra AdBlue (UREUM) is toegevoegd; de minimumhoeveelheid is 5 liter
(1,32 gallon). Vul de AdBlue-tank (UREUM) zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter (1,32 gallon)
UREUM. Als het vullen is voltooid met de autonomie van de AdBlue (UREUM)-tank op nul, moet u mogelijk
2 minuten wachten voordat u de motor start.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue-tank (UREUM) leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig
opnieuw te starten tot minimaal 1,32 gallon (5 liter) AdBlue (UREUM) is toegevoegd aan de AdBlue-tank
(UREUM).
Waarschuwingsberichten voor storing dieselemissieadditief AdBlue (UREUM):
Engine Will Not Restart Service
AdBlue System See Dealer (Motor
kan niet meer worden gestart On-
derhoud AdBlue-systeem Raad-
pleeg dealer)Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue (UREUM)-systeem niet binnen
de toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij uw
erkende dealer laat controleren. Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wan-
neer een bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 125 mijl (200 km) resteren voordat de AdBlue-tank leeg is, verschijnt er een melding op het instru-
mentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
68
Page 71 of 400

MELDING OMSCHRIJVING
Engine Will Not Start Service Ad-
blue System See Dealer (Motor
kan niet starten Onderhoud
AdBlue-systeem Raadpleeg dealer)OPMERKING:
• Het kan tot vijf seconden duren voordat het display actueel is nadat 2 gallon (7,5 liter) of meer AdBlue
(UREUM) aan de AdBlue (UREUM)-tank is toegevoegd. Als er een storing is met betrekking tot het Ad-
Blue (UREUM)-systeem, kan het zijn dat het display niet naar het nieuwe niveau wordt bijgewerkt. Bezoek
uw erkende dealer voor onderhoud.
• AdBlue bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze temperatuur
stilstaat, kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de auto in een garage en/of verwarmde
omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue (UREUM) weer vloeibaar geworden is alvorens bij te
vullen.
BOORDCOMPUTER
Druk kort op de toets pijl omhoog of pijl
omlaag totdat het pictogram van Trip A (rit A)
of Trip B (rit B) is gemarkeerd in het display in
het instrumentenpaneel (schakelen naar
links of rechts om rit A of B te selecteren).
Druk kort op de toets OK om de ritinformatie
weer te geven.
WAARSCHUWINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van toe-
passing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Dit zijn
slechts indicaties en waarschuwingen die
niet mogen worden beschouwd als volledig
en/of alternatief voor de informatie in het
instructieboekje, die u in alle gevallen aan-
dachtig dient te lezen. Raadpleeg altijd deinformatie in dit hoofdstuk in het geval van
een storingsaanduiding. Alle actieve verklik-
kerlampjes worden indien van toepassing
eerst weergegeven. Het systeemcontrole-
menu kan er anders uitzien op basis van
uitrusting en opties en de huidige status van
het voertuig. Sommige verklikkerlampjes zijn
optioneel en worden mogelijk niet weergege-
ven.
69
Page 78 of 400

— Waarschuwingslampje AdBlue
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden, sa-
men met een speciale melding op het display
(indien aanwezig) als er een onbekende vloei-
stof die niet voldoet aan aanvaardbare eigen-
schappen is gebruikt, of als een gemiddeld
verbruik van AdBlue (UREUM) van meer dan
50% wordt gedetecteerd. Neem dan zo snel
mogelijk contact op met een erkende dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van de instrumentengroep wanneer een be-
paalde drempelwaarde wordt bereikt totdat
het niet meer mogelijk is om de motor te
starten.
Wanneer ongeveer 200 km (125 mijl) reste-
ren voordat de AdBlue-tank (UREUM) leeg is,
verschijnt er een continu speciaal bericht op
het instrumentenpaneel, vergezeld van een
zoemergeluid (indien aanwezig).
— Waarschuwingslampje Onderhoud
adaptieve cruisecontrol — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de ACC niet
werkt en onderhoud nodig heeft. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet wor-
den nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het Forward Collision Warning-systeem.
Neem contact op met een erkende dealer
voor onderhoud.Raadpleeg de paragraaf "Forward Collision
Warning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden wan-
neer het Stop/Start-systeem niet correct
werkt en onderhoud noodzakelijk is. Neem
contact op met een erkende dealer voor on-
derhoud.
— Waarschuwingslampje bandenspan-
ningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span-
ningsverlies optreedt. In deze gevallen, wor-
den de optimale gebruiksduur van de banden
en het optimale brandstofverbruik mogelijk
niet gegarandeerd.
Indien een of meer banden in de bovenge-
noemde staat zijn, toont het display de aan-
wijzingen voor elke overeenkomstige band.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
Page 85 of 400

Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden om aan te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het dimlicht is ingeschakeld, duwt u de mul-
tifunctionele hendel naar voren (naar de voor-
kant van het voertuig) om het grootlicht in te
schakelen. Trek de multifunctionele hendel
naar achteren (naar de achterkant van het
voertuig) om het grootlicht uit te schakelen.
Wanneer het grootlicht is uitgeschakeld, trekt
u de hendel naar u toe om het grootlicht
tijdelijk in te schakelen, of te "knipperen".
Grijze controlelampjes
— Controlelampje Cruisecontrol ge-
reed — indien uitgerust met basisversie
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de cruise-
control is ingeschakeld, maar niet is inge-
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje actieve snelheids-
begrenzer gereed — indien uitgerust met
een basis instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer is ingeschakeld, maar
niet is ingesteld.
BOORDDIAGNOSESYSTEEM
— OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de regel-
systemen voor uitlaatgasemissie, de motor en
de automatische versnellingsbak. Als deze
systemen correct werken, zal uw voertuig
uitstekende prestaties leveren, brandstof be-
sparen en lage emissiewaarden hebben die
aan de strengste eisen voldoen.
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie nodig heeft, schakelt het OBD II
systeem het storingslampje in. Bovendien zalhet diagnosecodes en andere hulpinformatie
voor de monteur opslaan in een geheugen.
Hoewel u dan meestal nog met het voertuig
kunt rijden en niet gesleept hoeft te worden,
dient u toch zo spoedig mogelijk een erkende
dealer te bezoeken voor service.
LET OP!
• Als u lange tijd blijft rijden met een
brandend storingslampje, kan het emis-
sieregelsysteem verder beschadigd ra-
ken. Het kan ook van invloed zijn op het
brandstofverbruik en het rijgedrag. De
auto vereist onderhoud om emissietests
te kunnen uitvoeren.
• Als het lampje knippert wanneer de mo-
tor draait, zal de katalysator vrij snel
ernstig defect raken en zal het motorver-
mogen afnemen. Raadpleeg dan onmid-
dellijk uw dealer.
83
Page 86 of 400

Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid
Uw voertuig moet zijn uitgerust met een boord-
diagnosesysteem (OBD II) en een aansluiting
voor toegang tot informatie met betrekking tot
de prestaties van de emissieregeling. Erkende
servicemonteurs hebben toegang tot deze infor-
matie nodig voor de diagnose en het onderhoud
van uw voertuig en emissiesystemen.
WAARSCHUWING!
•UITSLUITEND een erkende servicemon-
teur mag apparatuur aansluiten op de OBD
II aansluiting voor uitlezen van het VIN,
diagnose of onderhoud van uw auto.
• Als niet-goedgekeurde apparatuur wordt
aangesloten op de OBD II aansluiting,
zoals een tracker voor bestuurdersge-
drag, kan:
•
Het mogelijk zijn dat voertuigsyste-
men, waaronder ook veiligheidsgere-
lateerde systemen, worden aangetast.
Ook kan het voertuig onbestuurbaar
worden wat kan leiden tot ernstige of
zelfs dodelijke ongevallen.
WAARSCHUWING!
• Informatie die is opgeslagen in de
systemen van uw voertuig, waaron-
der ook persoonlijke gegevens, toe-
gankelijk worden voor anderen.
Raadpleeg de paragraaf "Cyberveiligheid" in
het hoofdstuk "Multimedia" voor meer infor-
matie.
EMISSIECONTROLE- EN
ONDERHOUDSPROGRAM-
MA'S
Mogelijk is het in uw land wettelijk vereist om
het emissieregelsysteem van uw auto te laten
keuren. Als het systeem niet door de keuring
komt, mag u niet met de auto rijden.
Normaal gesproken is het OBD II-
systeem gereed. Het OBD II-
systeem is wellichtnietgereed als
uw auto onlangs een onderhoudsbeurt of een
ontladen accu heeft gehad of de accu is
vervangen. Mogelijk wordt uw voertuig afge-
keurd als het OBD II-systeem niet gereed is
voor de I/O-test.Voordat u naar de keuring gaat, kunt u met
behulp van de contactsleutel een eenvoudige
test uitvoeren. Ga als volgt te werk om te
controleren of het OBD II-systeem van uw
voertuig gereed is:
1. Schakel de contactschakelaar naar de
stand ON, maar torn of start de motor niet.
OPMERKING:
Als u de startmotor inschakelt, moet u de
test opnieuw starten.
2. Zodra u de contactschakelaar in de stand
ON zet, gaat het storingslampjesymbool
branden als onderdeel van een normale
gloeilampcontrole.
3. Ongeveer 15 seconden later gebeurt één
van de volgende twee dingen:
• Het storingslampje knippert ongeveer tien
seconden en blijft dan continu branden tot
u het contact op UIT zet of de motor start.
Dit betekent dat het OBD II-systeem van de
autoniet gereedis en u dus beternietnaar
het keuringsstation kunt gaan.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
84
Page 105 of 400

Waarschuwing FCW beperkt
Als op het display in de instrumentengroep
de melding "FCW Limited Functionality"
(FCW beperkte functionaliteit) of "FCW Limi-
ted Functionality Clean Front Windshield"
(FCW beperkte functionaliteit Voorruit reini-
gen) wordt weergegeven, kan er sprake zijn
van een situatie waarin de werking van FCW
wordt beperkt. Hoewel nog steeds met het
voertuig kan worden gereden onder normale
omstandigheden, is actief remmen mogelijk
niet volledig beschikbaar. Zodra de situatie
die de prestaties van het systeem beperkte
niet meer aanwezig is, herwint het systeem
zijn volledige werking. Als het probleem aan-
houdt, breng dan een bezoek aan een er-
kende dealer.
Waarschuwing onderhoud FCW
Als het systeem wordt uitgeschakeld en op
het display van de instrumentengroep "FCW
Unavailable Service Required" (FCW niet be-
schikbaar, onderhoud noodzakelijk) wordt
weergegeven, is er sprake van een interne
systeemstoring. Hoewel u nog steeds met de
auto kunt rijden, dient u het systeem te laten
controleren door een erkende dealer.
Bandenspanningscontrolesysteem
Het bandenspanningscontrolesysteem waar-
schuwt de bestuurder voor te lage banden-
spanning op basis van de op de sticker ver-
melde bandenspanning.
OPMERKING:
Het systeem waarschuwt alleen dat de ban-
denspanning laag is: het kan ze niet oppom-
pen.
De bandenspanning varieert met de tempera-
tuur met ongeveer 1 psi (7 kPa) voor elke
6,5 °C (12 °F). Dat betekent dat de banden-
spanning afneemt wanneer de buitentempe-
ratuur daalt. De bandenspanning moet altijd
worden gemeten en ingesteld wanneer de
banden "koud" zijn. De banden zijn "koud" als
ten minste drie uur niet met de auto is gere-
den, of minder dan 1,6 km (1 mijl) is gereden
na een periode van drie uur stilstaan. De
spanning van een koude band mag nooit
hoger zijn dan de maximumspanning die op
de wang van de band staat vermeld. Raad-
pleeg de paragraaf "Banden" in het hoofdstuk
"Service en onderhoud" voor informatie over
hoe de autobanden correct op spanning moe-ten worden gebracht. De bandenspanning
stijgt ook als de auto rijdt. Dit is normaal en er
is geen aanpassing nodig voor deze ver-
hoogde druk.
Het bandenspanningscontrolesysteem waar-
schuwt de bestuurder voor lage bandenspan-
ning als de bandenspanning om welke reden
dan ook onder de waarschuwingsgrens daalt,
inclusief de gevolgen van lage temperaturen
en natuurlijk spanningsverlies van de band.
Het bandenspanningscontrolesysteem blijft
de bestuurder waarschuwen zolang de ban-
denspanning te laag is. De waarschuwing
verdwijnt pas als de bandenspanning gelijk is
aan of hoger is dan de aanbevolen waarden in
op de sticker.
OPMERKING:
Zodra het bandenspanningslampje gaat bran-
den, dient u de betreffende band(en) op te
pompen tot de waarde voor koude banden die
in de bandenspanningstabel vermeld staat.
Als dat is gebeurd, gaat het bandenspan-
ningslampje uit.
103