audio JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 323 of 370

321
Ritgegevens registreren en overdragen
De ritgegevens kunnen worden opgeslagen in
het geheugen van het systeem en gedeeld
buiten de auto met de Uconnect LIVE-app.
Hierdoor kunnen gebruikers de verzamelde
gegevens later bekijken, met een complete
analyse van de ritgegevens. Voor meer infor-
matie gaat u naar de website www.driveucon-
nect.eu .
Voor volledige toegang tot de functionaliteit
van de service moet u toestaan dat uw gege -
vens in de auto worden vastgelegd.
Het pictogram is de geo-positie-indicator
van de gebruiker.
Omdat specifieke Uconnect LIVE-diensten
zijn gebaseerd op de positie van de auto,
verschijnt nadat u toestemming hebt
gegeven voor de geo-locatie het pictogram in
de statusbalk van de radio om te bevestigen
dat de geo-referentiegegevens naar de server
worden verstuurd.
De gegevensoverdracht is gebaseerd op de
Uconnect LIVE-app-en het gegevensabonne -
ment van uw smartphone. Het pictogram verschijnt zodra de communi
-
catie met de server begint en wordt uitge -
schakeld zodra de communicatie eindigt.
Met de Uconnect LIVE-app kunt u ervoor
kiezen om detectie van uw locatie te detec -
teren en uw gegevens te delen met de
gemeenschap.
INSTELLINGEN VAN UCON -
NECT
Het Uconnect systeem geeft u via scherm -
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals
Display (scherm), Units (eenheden), Voice
(spraakbediening), Clock (klok), Safety &
Driving Assistance (veiligheid en rijhulp),
Lights (verlichting), Doors & Locks (portieren
en sloten), Auto-On Comfort (comfort auto -
matisch aan), Engine Off Options (opties
voor uitgeschakelde motor), Audio, Phone/
Bluetooth® (telefoon/Bluetooth®), Restore
Settings (instellingen herstellen), Clear
Personal Data (persoonlijke gegevens
wissen) en System Information (systeemin -
formatie). Druk op de schermtoets "Settings" (instel
-
lingen) (Uconnect 3 met 5-inch display en
Uconnect 4 met 7-inch display), of druk op
de schermtoets "Apps" (Uconnect 4C/4C
NAV met 8,4-inch display) onderaan in het
aanraakscherm en druk vervolgens op de
schermtoets "Settings" (instellingen) om het
scherm Settings (instellingen) te openen.
Om een instelling te selecteren, bladert u
omhoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel -
ling totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt, waarmee wordt aangegeven dat
de instelling is geselecteerd.
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 321
Page 324 of 370

MULTIMEDIA
322
STUURBEDIENING VOOR
AUDIO
De afstandsbediening voor het audiosysteem
bevindt zich achter op het stuurwiel in de
standen drie uur en negen uur.Afstandsbediening audiosysteem
De knop aan de rechterzijde is een tuimel -
schakelaar met een drukknop in het midden.
Hiermee kunt u het volume regelen en de
modus van het audiosysteem bepalen. Als u
de bovenzijde van de tuimelschakelaar
indrukt, neemt het geluidsvolume toe. Als u
de onderzijde indrukt, wordt het volume
verlaagd.
Door op de drukknop in het midden te
drukken, wordt de radio gedempt.
De knop aan uw linkerhand is ook een tuimel
-
schakelaar met een drukknop in het midden.
De functie van de knop aan de linkerzijde is
afhankelijk van de actieve modus.
Hier volgt een beschrijving van de functies
van deze knop in de verschillende modi.
Bediening van de radio
Als u de bovenzijde van de schakelaar
indrukt, wordt vooruit gezocht naar de
volgende beschikbare zender. Als u de
onderzijde van de schakelaar indrukt, wordt
achteruit gezocht naar de volgende beschik -
bare zender.
Als u op de drukknop midden op de tuimel -
schakelaar aan de linkerzijde drukt, wordt er
geschakeld tussen verschillende beschikbare
modi (AM/FM/DAB, enz.).
Media-modus
Als u één keer drukt op de bovenzijde van de
schakelaar, wordt het volgende nummer op de
geselecteerde media (AUX/USB/Bluetooth®)
gekozen. Als u één keer op de onderkant van de
schakelaar drukt, wordt het begin van het
huidige nummer gekozen, of het begin van het
vorige nummer wanneer het nieuwe nummer
korter dan acht seconden is afgespeeld.
BEDIENING AUX/USB/MP3
Er bevinden zich een USB-poort en
AUX-aansluiting in de middenconsole. Deze
voorziening maakt het mogelijk een extern
apparaat aan te sluiten op de USB-poort of
AUX-aansluiting.
USB-poort in middenconsole
De USB-poort maakt interactie met een
aangesloten smartphone mogelijk via
Android Auto™ of Apple CarPlay® als de
auto is uitgerust met Uconnect 4C/4C NAV.
1 — USB-poort
2 — AUX-aansluiting
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 322
Page 331 of 370

329
4. Kies “Phone/Bluetooth®” (telefoon/Bluetooth®).
5. Kies “Paired Phones and Audio Devices” (gekoppelde telefoons en audioappa -
raten).
6. Kies "Add devices" (apparaten toevoegen).
Volg daarna de aanwijzingen op het scherm
om een telefoon aan het voertuig te
koppelen.
OPMERKING:
Uconnect Phone toont een voortgangs -
scherm terwijl het systeem de koppeling tot
stand brengt. Uw iPhone® koppelen:
Bluetooth® aan / Uconnect apparaat Ga als volgt te werk om te zoeken naar
beschikbare apparaten op uw iPhone® met
Bluetooth®-ondersteuning:
1. Kies de schermtoets "Settings" (instel
-
lingen).
2. Kies "Bluetooth®".
Controleer of de Bluetooth®-functie is ingeschakeld. Als de functie is inge -
schakeld, begint de mobiele telefoon
te zoeken naar Bluetooth®-verbin -
dingen.
3. Selecteer "Uconnect" wanneer uw mobiele telefoon het Uconnect systeem
vindt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 329
Page 332 of 370

MULTIMEDIA
330
De iPhone®-koppelingsprocedure voltooien:Koppelingsaanvraag
Wanneer er op de mobiele telefoon naar
wordt gevraagd, accepteer dan het verbin -
dingsverzoek van Uconnect Phone.
OPMERKING:
Sommige mobiele telefoons zullen u vragen
om de pincode in te voeren.
Het prioriteitsniveau van de iPhone® selec -
teren
Wanneer het koppelingsproces met succes is
voltooid, vraagt het systeem u of dit uw favo -
riete mobiele telefoon is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt deze mobiele telefoon de
hoogste prioriteit. Deze mobiele telefoon
heeft voorrang boven andere gekoppelde
telefoons binnen het bereik en wordt auto -
matisch aangesloten op het Uconnect systeem wanneer u instapt. Er kan slechts
één mobiele telefoon of één Bluetooth®
audioapparaat tegelijk worden aangesloten
op het Uconnect-systeem. Als "No" (nee) is
geselecteerd, selecteert u "Uconnect" op het
Bluetooth®-scherm van de mobiele telefoon/
audioapparaat en het Uconnect-systeem zal
weer koppelen met het Bluetooth®-appa
-
raat.
Uw Android™-apparaat koppelen:
Uconnect apparaat
Ga als volgt te werk om te zoeken naar
beschikbare apparaten op uw
Android™-apparaat met Bluetooth®-onder -
steuning:
1. Druk op de menutoets.
2. Kies "Settings" (instellingen). 3. Selecteer "Connections" (verbindingen).
4. Schakel de instelling “Bluetooth®” in.
Controleer of de Bluetooth®-functie is
ingeschakeld. Als de functie is inge -
schakeld, begint de mobiele telefoon
te zoeken naar Bluetooth®-verbin -
dingen.
5. Selecteer "Uconnect" wanneer uw mobiele telefoon het Uconnect systeem
vindt.
Mogelijk vraagt uw mobiele telefoon ofu het telefoonboek wilt downloaden,
schakel in dit geval "Do Not Ask Again"
(niet opnieuw vragen) in om het tele -
foonboek automatisch te downloaden.
Dit is vereist om te kunnen bellen door
de naam van uw contactpersoon te
zeggen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 330
Page 333 of 370

331
De Android™-koppelingsprocedure voltooien:Koppelingsaanvraag
Controleer of de pincode die op de mobiele
telefoon wordt weergegeven, overeenkomt
met de pincode die op het Uconnect systeem
wordt weergegeven en accepteer vervolgens
de Bluetooth®-koppelingsaanvraag.
OPMERKING:
Bij sommige mobiele telefoons moet de
pincode handmatig worden ingevoerd; voer
in dat geval de pincode in die op het Ucon -
nect scherm wordt weergegeven.
Het prioriteitsniveau van de mobiele telefoon
met Android™ selecteren
Wanneer het koppelingsproces met succes is
voltooid, vraagt het systeem u of dit uw favo -
riete mobiele telefoon is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt deze mobiele telefoon de hoogste prioriteit. Deze mobiele telefoon
heeft voorrang boven andere gekoppelde
telefoons binnen het bereik en wordt auto
-
matisch aangesloten op het Uconnect
systeem wanneer u instapt. Er kan slechts
één mobiele telefoon of één Bluetooth®
audioapparaat tegelijk worden aangesloten
op het Uconnect-systeem. Als "No" (nee) is
geselecteerd, selecteert u "Uconnect" op het
Bluetooth®-scherm van de mobiele telefoon/
audioapparaat en het Uconnect-systeem zal
weer koppelen met het Bluetooth®-appa -
raat.
OPMERKING:
Denk eraan dat software-updates, op uw
telefoon of op het Uconnect systeem, de
Bluetooth®-verbinding kunnen verstoren.
Als dit gebeurt, herhaalt u simpelweg het
koppelingsproces. Zorg er echter eerst voor
dat het apparaat wordt verwijderd uit de
lijst met telefoons in uw Uconnect
systeem. Verwijder vervolgens Uconnect
uit de lijst met apparaten in de Blue -
tooth®-instellingen van uw telefoon.
U kunt nu handsfree telefoongesprekken
voeren. Druk op de toets Uconnect "Phone"
op het stuurwiel om te beginnen. OPMERKING:
Raadpleeg
www.DriveUconnect.eu of een
erkende dealer voor meer informatie over het
koppelen van mobiele telefoons en een lijst
met compatibele telefoons.
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)
"Call John Smith" (bel John Smith)
"Call John Smith mobile" (bel John Smith
mobiel)
"Dial 1 248 555 1212" (kies 1 248 555
1212)
“Redial” (Opnieuw kiezen)
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek
Druk tijdens een gesprek op de schermtoets
"Mute" (dempen) in het hoofdscherm Phone,
dat alleen wordt weergegeven tijdens een
gesprek, om het gesprek te dempen of het
dempen ongedaan te maken.
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig
Druk tijdens een lopend gesprek op de
schermtoets "Transfer" (doorverbinden) in
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 331
Page 334 of 370

MULTIMEDIA
332
het hoofdscherm Phone om een lopend
gesprek door te verbinden tussen de handset
en het voertuig.
Telefoonboek
Het Uconnect systeem zal het telefoonboek
van uw gekoppelde telefoon automatisch
synchroniseren als deze functie door uw tele-
foon wordt ondersteund. Contactpersonen
uit het telefoonboek worden telkens bijge -
werkt wanneer de telefoon wordt verbonden.
Telefoonboekgegevens worden weergegeven
in het menu met contactpersonen. Als de
vermeldingen uit uw telefoonboek niet in het
systeem worden opgenomen, controleert u
de instellingen op uw telefoon. Bij sommige
telefoons moet u deze functie handmatig
activeren.
U kunt in het telefoonboek bladeren op
het aanraakscherm van het Uconnect
systeem, maar bewerken kan alleen
worden uitgevoerd op uw telefoon. Om te
bladeren, kiest u de schermtoets "Phone"
(telefoon) en vervolgens de schermtoets
"Phonebook" (telefoonboek).
Favoriete telefoonboekvermeldingen kunnen
worden opgeslagen als favorieten voor snel -
lere toegang. Favorieten worden weerge -
geven in het favorietenmenu.
Tips voor spraakbediening
Het spreken van volledige namen (d.w.z.
"Bel John Doe" i.t.t. "Bel John") resulteert
in een grotere nauwkeurigheid van het
systeem.
U kunt opdrachten "koppelen" voor snel -
lere resultaten. Zeg bijvoorbeeld "Call
John Doe mobile" (Bel John Doe mobiel).
Wanneer u luistert naar de opties voor
beschikbare spraakopdrachten, hoeft u
niet de gehele lijst te beluisteren.
Wanneer u de gewenste opdracht hoort,
drukt u op de knop op het stuurwiel,
wacht u op de pieptoon en spreekt u de
opdracht in.
Het volume wijzigen
Start een gesprek door op de toets VR
te drukken en spreek een opdracht uit.
Bijvoorbeeld "Help".
Gebruik de draaiknop VOLUME/DEMPEN
van de radio om het gewenste volume in te
stellen terwijl het Uconnect systeem
spreekt. OPMERKING:
Het volume voor Uconnect wordt apart inge
-
steld van het audiosysteem.
OPMERKING:
Om toegang te krijgen tot de Help-functie,
drukt u op de toets VR op het stuurwiel en
zegt u "Help". Druk op de toets VR en zeg
"Cancel” (annuleren) om de helpsessie te
annuleren.
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken
Met Niet storen, kunt u meldingen van
gebeurtenissen van binnenkomende
gesprekken en berichten uitschakelen, waar -
door u uw ogen op de weg en uw handen aan
het stuurwiel kunt houden. Voor uw gemak is
er een tellerdisplay om uw gemiste oproepen
of SMS-berichten bij te houden, terwijl u
Niet storen gebruikt.
Om Do Not Disturb (niet storen) in te scha -
kelen, selecteert u "Pairing" (koppelen) in
het telefoonmenu en vervolgens "Do not
Disturb" (niet storen) in het menu Settings
(instellingen). U kunt de functie ook acti -
veren met behulp van de knop "Do not
Disturb" (niet storen) bovenaan elk telefoon -
scherm.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 332
Page 335 of 370

333
Niet storen kan automatisch antwoorden met
een tekstbericht, een gesprek of beide,
wanneer een inkomend gesprek wordt
geblokkeerd en naar voicemail wordt
gestuurd.
Berichten voor automatisch antwoorden
kunnen zijn:
"Ik ben nu aan het rijden, ik bel je straks
terug".
Maak een aangepast bericht voor automa-
tische beantwoording tot 160 tekens.
In de modus Do Not Disturb (niet storen) kan
Conference Call (vergadergesprek) worden
geselecteerd, zodat u nog steeds een tweede
gesprek kunt voeren zonder te worden onder -
broken door inkomende gesprekken.
OPMERKING:
Alleen het begin van uw aangepaste
bericht wordt weergegeven op het aanraak-
scherm.
Antwoorden met tekstbericht is niet
compatibel met iPhones®.
Automatisch antwoorden met een tekstbe-
richt is alleen beschikbaar voor telefoons
die Bluetooth® MAP ondersteunen.
Binnenkomende SMS-berichten
Nadat uw Uconnect systeem is gekoppeld
aan een mobiel apparaat met Blue -
tooth®-ondersteuning dat beschikt over het
Message Access Profile (MAP), kan het
Uconnect systeem een nieuw binnenkomend
SMS-bericht aankondigen en aan u voorlezen
via het audiosysteem van de auto.
Om binnenkomende sms-berichten of andere
berichten op uw mobiele telefoon te beluis -
teren, selecteer het menu "Messages"
(berichten) en druk op de knop "Listen" (luis -
teren) naast het bericht dat u wilt beluis -
teren.
OPMERKING:
Alleen binnenkomende SMS-berichten die
worden ontvangen tijdens de huidige
contactcyclus kunnen worden bekeken/
gelezen.
Ga als volgt te werk om binnenkomende
SMS-berichten in te schakelen:
iPhone®
1. Druk op de toets "Settings" (instellingen) op de mobiele telefoon. 2. Kies "Bluetooth®".Verzeker u ervan dat Bluetooth® is
ingeschakeld en dat de mobiele tele -
foon is gekoppeld aan het Uconnect
systeem.
3. Selecteer onder DEVICES (apparaten) naast Uconnect.
4. Schakel "Show Notifications" (notifica -
ties tonen) in.
Inkomende SMS-berichten op iPhone® inschakelen
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 333
Page 360 of 370

358
INDEX
INDEX
A
Aanhangergewicht.............................. 195
Aanhangwagen trekken ....................... 195 Minimale vereisten ......................... 196
Aansluiting voor randapparatuur ............ 55
ABS, waarschuwingslampje .................. 68
Accessoires ....................................... 297 Mopar ........................................... 297
Accu........................................... 66 , 261
Lampje van het laadsysteem.............. 66
Achterbank, neerklapbaar ..................... 26
Achterklep .................................... 52 , 53
Achterligger ........................................ 92
Achterruitwisser/-sproeier ..................... 38
Actieve snelheidsbegrenzer ................. 168
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol) ................................... 170
Additieven, brandstof ......................... 286
Afstandsbediening Startsysteem .................................... 17
Afstandsbediening autoradio ............... 321
Afstandsbediening kofferdeksel ........... 195 Airbag .............................................. 111
Als een airbag wordt opgeblazen ...... 123
Event Data Recorder (EDR) ............. 239
Kniebescherming ........................... 119
Onderhoud .................................... 126
Onderhoud van het airbagsysteem ... 126
Redundant airbagwaarschuwingslampje......... 111
Verbeterde ongevalsreactie.......123 , 239
Vervoer van huisdieren.................... 143 Waarschuwingslampje voor het airbagsysteem....................... 110
Werking airbags ............................. 113
Zijairbags ...................................... 119
Airbaglampje........................ 64 , 110 , 144
Airbagsysteem ................................... 111
Airco, filter ..................................46 , 263
Airco, koelmiddel .............................. 262
Airco, tips voor gebruik ........................ 46
Airconditioning.................................... 44
Aircosysteem..................................... 262
Alarm Alarmsysteem .............................18 , 68
Het alarm inschakelen ...................... 18
Het alarm uitschakelen..................... 19 Alarmsysteem .......................... 18
, 20 , 68
Alarmsysteem............................. 18 , 20
Het alarm inschakelen ......................18
Het alarm uitschakelen .....................19
Android Auto ..................... 306 , 312 , 341
Communicatie ................................314
Kaarten .........................................313 Muziek ..........................................314
Antiblokkeersysteem (ABS) ...................80
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) ................................93
Antivries (motorkoelvloeistof)...............290
Apple CarPlay .................... 307 , 315 , 342
Apps .............................................317 Berichten.......................................316
Kaarten .........................................316Muziek ..........................................316Telefoon ........................................316
Assmering .........................................295
Audiosystemen (radio) ................ 299 , 301
Automatisch grootlicht ..........................33
Automatische koplampen ......................34
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ..................................................45
Automatische transaxle .......................156
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 358
Page 365 of 370

363
Spraakherkenningssysteem
(VR) ..................................330, 331 , 334
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) .. 89
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC)..... 89
Stallen van het voertuig ........................ 46
Starten ....................................... 17 , 147
Automatische transmissie ............... 148
Knop ............................................... 14
Op afstand....................................... 17
Starten en rijden................................ 147
Starten met startkabels ...................... 229
Startprocedures ................................. 147
Startsysteem met afstandsbediening ...... 17
Steunen, hoofdsteun ............................ 30
Stoel met geheugenfunctie ................... 27
Stoelen ............................................... 25 Afstelling......................................... 25
Geheugen ........................................ 27
Geventileerd .................................... 29
Hendel rugleuning ............................ 26Hoofdsteunen .................................. 30
Kantelbaar....................................... 25
Neerklapbare achterbank ............ 25 , 26
Verwarmd ........................................ 28
Storingslampje (motorcontrole) ............. 70
Sturen Bedieningselementen stuurkolom....... 32
Stuurkolom verstellen ....................... 31
Stuurslot ......................................... 16 Verstellen ........................................ 31
Verwarming ................................31
, 32
Stuurbediening audiosysteem ............. 321
Stuurbediening voor audio .................. 321
T
Tanken ............................................. 188
Tekstberichten ...........................301 , 332
Telefoon (Uconnect) .......................... 324 Koppelen ...................................... 326
Telefoonboek .................................... 331
Telescopische stuurkolom .................... 31
Temperatuurregeling, automatisch
(ATC) ................................................. 45
Tijdvertraging Koplamp ....................................32 , 34
Tractieregeling .................................... 89
Transaxle Automatisch ...........................156 , 195
Bediening ..............................156 , 195
Transmissie ...............................158 , 195
Automatisch ................... 158 , 195 , 267
Handmatig .............................153 , 195
Onderhoud .............................195 , 267
Schakelen ..................................... 195
Vloeistof........................................ 195
Tussenbak ........................................ 195 Elektronisch geschakeld ................. 195Onderhoud .................................... 195 Vierwielaandrijving, werking .............195
Vloeistof ........................................195
U
Uconnect 3 met 5-inch display............300
Uconnect 4 met 7-inch display............303
Uconnect 4C/4C Nav met 8,4-inch
display ..............................................309
Uconnect Phone ................................324 Bellen ...........................................331Koppelen .......................................326
Uconnect Voice Command ..................334
Uitgang Vermogen ........................................55
Uitlaatsysteem ........................... 144 , 263
Universeel gebruikersinterface
(UCI)-schakelaar ................................321
V
Vastgelopen voertuig, bevrijden ...........233
Vastgereden voertuig bevrijden ............233
Veiligheid van auto controleren ............143
Veiligheid, uitlaatgassen .....................144
Veiligheidscontrole aan de
buitenkant van het voertuig .................146
Veiligheidscontrole in het voertuig .......144
Veiligheidscontroles............................143
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 363