light JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 36 of 370

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
34
Lichtsignaal
U kunt met uw koplampen een lichtsignaal
geven aan een ander voertuig door de multi-
functionele hendel kort naar u toe te trekken.
Hierdoor wordt het grootlicht ingeschakeld
en blijft dit ingeschakeld tot u de hendel
weer loslaat.
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig
Dit systeem schakelt de koplampen automa -
tisch in of uit in overeenstemming met de
sterkte van het omgevingslicht. Om het
systeem in te schakelen draait u de koplamp -
schakelaar rechtsom naar de laatste stand
voor automatische bediening van de
koplampen. Als dit systeem is ingeschakeld,
is ook de uitschakelvertraging van de
koplampen ingeschakeld. Dit betekent dat
de koplampen nog maximaal 90 seconden
lang blijven branden nadat u de contactscha -
kelaar in de stand OFF hebt gezet. Om het
automatische systeem uit te schakelen draait
u de koplampschakelaar naar een andere
stand dan AUTO.
OPMERKING:
In de automatische modus gaan de
koplampen pas branden zodra de motor
draait.
Uitschakelvertraging van de koplampen
Deze functie zorgt ervoor dat u gedurende
een programmeerbare tijd tot 90 seconden
het gemak hebt van het veilige licht van de
koplampen wanneer u de auto verlaat in een
onverlichte omgeving.
Om de vertragingsfunctie in te schakelen draait
u de contactschakelaar naar de stand OFF
terwijl de koplampen nog zijn ingeschakeld.
Schakel vervolgens binnen 45 seconden de
koplampen uit. De vertragingstijd gaat in zodra
u de koplampen uitschakelt.
Als u de koplampen of parkeerlichten
inschakelt of de contactschakelaar in de
stand ACC of ON/RUN zet, wordt de vertra -
ging geannuleerd.
Wanneer u de koplampen uitschakelt voordat
u de contactschakelaar in de stand OFF zet,
gaan de koplampen op de normale manier
uit.
OPMERKING:
Als u deze functie wilt activeren, moeten
de koplampen binnen 45 seconden
voordat u de contactschakelaar in de
stand OFF zet, worden uitgeschakeld. Als
de koplampschakelaar op de stand AUTO
staat voordat u het contact op OFF zet, is het niet nodig om de koplampschakelaar
uit te zetten om Headlight Delay (uitscha-
kelvertraging van de koplampen) te acti
-
veren.
De uitschakelvertraging van de koplampen
is programmeerbaar met het Uconnect
systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instel -
lingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" in het instructieboekje voor
meer informatie.
Lichtverklikker - indien aanwezig
Als de koplampen of parkeerlichten inge -
schakeld blijven nadat de contactschakelaar
in de stand OFF is gezet, klinkt er een
geluidssignaal wanneer het bestuurderspor -
tier wordt geopend, om de bestuurder te
waarschuwen.
Voorste en achterste mistlampen - indien
aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn -
tegreerd in de koplampschakelaar.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 34
Page 152 of 370

STARTEN EN RIJDEN
150
OPMERKING:
Wanneer de motor wordt gestart bij een zeer
lage omgevingstemperatuur kan dit witte
rook tot gevolg hebben. Het roken houdt op
naarmate de motor warmer wordt.
Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go
Let op het display in de instrumentengroep
tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl uéén keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maximaal
vijf seconden is mogelijk onder zeer koude
omstandigheden. Het controlelampje
"Wachten met starten" gaat branden tijdens het voorverwarmingsproces. Wanneer het
motorlampje "Wachten met starten" dooft,
wordt de motor automatisch gestart.
3. Het systeem schakelt automatisch de
startmotor in om de motor te starten. Als
de auto niet start, wordt de startmotor
automatisch na 30 seconden uitgescha -
keld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Kinderen zonder
toezicht achterlaten in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar -
schuw kinderen dat ze niet aan de
handrem, het rempedaal of de schakel -
hendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
WAARSCHUWING! (Vervolgd) LET OP!
De startmotor mag 30 seconden worden
bediend om de motor te starten. Als de
motor niet start binnen deze tijd, dient u
ten minste twee minuten te wachten om
de startmotor te laten afkoelen voordat u
opnieuw start.
LET OP!
Als het "Water in Fuel Indicator Light"
(controlelampje water in brandstof) blijft
branden, START de motor dan NIET tot
het water is afgetapt uit de brandstoffilters
om schade aan de motor te voorkomen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 150
Page 311 of 370

309
en op de weg geconcentreerd te blijven.
Gebruik uw Uconnect aanraakscherm, de
knoppen en bedieningselementen in het
voertuig en uw stem met Siri om toegang te
krijgen tot Apple® Music, Apple Kaarten,
Apple Berichten en nog veel meer.
Om Apple CarPlay® te gebruiken moet u
beschikken over iPhone® 5 of hoger en Siri
moet zijn ingeschakeld in Settings (instel-
lingen). Zorg ervoor dat uw iPhone® is
ontgrendeld (uitsluitend voor de eerste
aansluiting) en volg de volgende procedure:
1. Sluit uw iPhone® aan op één van de USB-poorten in uw voertuig.
OPMERKING:
U moet de met uw telefoon meegeleverde
Lightning-kabel gebruiken; niet-originele
kabels werken mogelijk niet.
2. Als het apparaat is aangesloten en herkend, moet Apple CarPlay® automa -
tisch starten, maar u kunt het ook starten
door het pictogram Apple CarPlay® in
het aanraakscherm aan te raken. Het
bevindt zich onder Apps. Apple CarPlay®
Zodra Apple CarPlay® is gestart en draait op
uw Uconnect-systeem, kunnen de volgende
functies worden gebruikt met behulp van het
data-abonnement van uw iPhone:
Telefoon
Muziek
Berichten
Kaarten
OPMERKING:
Voor het gebruik van Apple CarPlay® moeten
de mobiele gegevens zijn ingeschakeld en
moet u zich in een gebied bevinden met
netwerkdekking. Uw gegevens en de
netwerkdekking worden weergegeven aan de
linkerkant van het radioscherm. Gegevens en netwerkdekking Apple CarPlay®
OPMERKING:
Vereist een compatibele iPhone®. Raad -
pleeg een dealer voor de compatibiliteit van
telefoons. Tarieven van mobiel data-abonne -
ment zijn van toepassing. De gebruikersin -
terface in de auto is een product van
Apple®. Apple CarPlay® is een handelsmerk
van Apple® Inc. iPhone® is een handels -
merk van Apple® Inc., geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen. De
gebruiksvoorwaarden en het privacybeleid
van Apple® zijn van toepassing.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 309
Page 318 of 370

MULTIMEDIA
316
aangemeld bij de app om deze te laten
werken met Android Auto™. Raadpleeg g.co/
androidauto voor de meest recente lijst met
beschikbare apps voor Android Auto™.
Integratie Apple CarPlay® — indien
aanwezig
OPMERKING:
De beschikbaarheid van de functie hangt af
van uw provider en de fabrikant van uw
mobiele telefoon. Sommige functies van
Apple CarPlay® zijn mogelijk niet beschik -
baar in elke regio en/of taal.
Uconnect werkt naadloos samen met Apple
CarPlay®, een slimmere en veiligere manier
om uw iPhone® in het voertuig te gebruiken
en op de weg geconcentreerd te blijven.
Gebruik uw Uconnect aanraakscherm, de
knoppen en bedieningselementen in het
voertuig en uw stem met Siri om toegang te
krijgen tot Apple Music®, Apple Kaarten,
Apple Berichten en nog veel meer.
Om Apple CarPlay® te gebruiken moet u
beschikken over iPhone® 5 of hoger en Siri
moet zijn ingeschakeld in Settings (instel -
lingen). Zorg ervoor dat uw iPhone® is ontgrendeld (uitsluitend voor de eerste
aansluiting) en volg de volgende procedure:
1. Sluit uw iPhone® aan op één van de
USB-poorten in uw voertuig.
OPMERKING:
U moet de met uw telefoon meegeleverde
Lightning-kabel gebruiken; niet-originele
kabels werken mogelijk niet.
2. Zodra het apparaat is aangesloten, zal het systeem het hoofdscherm van Apple
CarPlay® weergeven. Apple CarPlay®
start automatisch, maar als dit niet het
geval is, raadpleeg dan de aanvulling op
het instructieboekje van Uconnect voor
de procedure om de functie "AutoShow"
te activeren. U kunt het ook starten door
te drukken op het pictogram Apple
CarPlay® in met menu “Apps”. Als u
Apple CarPlay vaak gebruikt, kunt u de
app in de menubalk onder in het
aanraakscherm plaatsen. Druk op de
toets "Apps" en zoek de app Apple
CarPlay®. Versleep vervolgens de gese -
lecteerde app om een bestaande snel -
koppeling in de hoofdmenubalk te
vervangen. Apple CarPlay®
Zodra Apple CarPlay® is gestart en draait op
uw Uconnect-systeem, kunnen de volgende
functies worden gebruikt met behulp van het
data-abonnement van uw iPhone®:
Telefoon
Muziek
Berichten
Kaarten
OPMERKING:
Voor het gebruik van Apple CarPlay® moeten
de mobiele gegevens zijn ingeschakeld en
moet u zich in een gebied bevinden met
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 316
Page 323 of 370

321
Ritgegevens registreren en overdragen
De ritgegevens kunnen worden opgeslagen in
het geheugen van het systeem en gedeeld
buiten de auto met de Uconnect LIVE-app.
Hierdoor kunnen gebruikers de verzamelde
gegevens later bekijken, met een complete
analyse van de ritgegevens. Voor meer infor-
matie gaat u naar de website www.driveucon-
nect.eu .
Voor volledige toegang tot de functionaliteit
van de service moet u toestaan dat uw gege -
vens in de auto worden vastgelegd.
Het pictogram is de geo-positie-indicator
van de gebruiker.
Omdat specifieke Uconnect LIVE-diensten
zijn gebaseerd op de positie van de auto,
verschijnt nadat u toestemming hebt
gegeven voor de geo-locatie het pictogram in
de statusbalk van de radio om te bevestigen
dat de geo-referentiegegevens naar de server
worden verstuurd.
De gegevensoverdracht is gebaseerd op de
Uconnect LIVE-app-en het gegevensabonne -
ment van uw smartphone. Het pictogram verschijnt zodra de communi
-
catie met de server begint en wordt uitge -
schakeld zodra de communicatie eindigt.
Met de Uconnect LIVE-app kunt u ervoor
kiezen om detectie van uw locatie te detec -
teren en uw gegevens te delen met de
gemeenschap.
INSTELLINGEN VAN UCON -
NECT
Het Uconnect systeem geeft u via scherm -
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals
Display (scherm), Units (eenheden), Voice
(spraakbediening), Clock (klok), Safety &
Driving Assistance (veiligheid en rijhulp),
Lights (verlichting), Doors & Locks (portieren
en sloten), Auto-On Comfort (comfort auto -
matisch aan), Engine Off Options (opties
voor uitgeschakelde motor), Audio, Phone/
Bluetooth® (telefoon/Bluetooth®), Restore
Settings (instellingen herstellen), Clear
Personal Data (persoonlijke gegevens
wissen) en System Information (systeemin -
formatie). Druk op de schermtoets "Settings" (instel
-
lingen) (Uconnect 3 met 5-inch display en
Uconnect 4 met 7-inch display), of druk op
de schermtoets "Apps" (Uconnect 4C/4C
NAV met 8,4-inch display) onderaan in het
aanraakscherm en druk vervolgens op de
schermtoets "Settings" (instellingen) om het
scherm Settings (instellingen) te openen.
Om een instelling te selecteren, bladert u
omhoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel -
ling totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt, waarmee wordt aangegeven dat
de instelling is geselecteerd.
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 321
Page 339 of 370

337
TIP:
Als u op enig moment niet weet wat u kunt
zeggen of als u een spraakcommando wilt
leren, drukt u op de spraakbedieningstoets en zegt u " Help". Het systeem geeft u een
opsomming van de commando's.
Uconnect 3 Radio
Uconnect 4 Radio Uconnect 4C/4C NAV Radio
Media
Uconnect biedt aansluitmogelijkheden via
USB, Bluetooth® en AUX-poorten (indien
aanwezig). Spraakbediening is alleen
beschikbaar voor aangesloten USB- en
AUX-apparaten. (De cd-speler met afstands
-
bediening is optioneel en niet beschikbaar
bij alle auto's).
Druk op de toets VR . Zeg na de pieptoon
een van de volgende commando's en volg de
aanwijzingen om uw mediabron te wisselen
of een artiest te kiezen.
“Change source to Bluetooth®" (bron
wijzigen in Bluetooth®)
"Change Source to AUX" (wijzig bron in
AUX)
"Change source to USB" (wijzig bron in
USB)
"Play artist Beethoven" (speel artiest Beet -
hoven); " Play album Greatest Hits" (speel
album Greatest Hits); " Play song Moon-
light Sonata" (speel nummer Moonlight
Sonata); " Play genre Classical" (speel
genre klassiek)
TIP:
Kies de schermtoets Browse (bladeren) om
alle muziek op uw USB-apparaat te bekijken.
Uw spraakcommando moet exact overeen -
komen met hoe de artiest, het album, het
nummer en het genre worden weergegeven.
Uconnect 3 Media
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 337
Page 345 of 370

343
Android Auto™ op 8,4-inch display
Raadpleeg de aanvulling op het instructie -
boekje van Uconnect voor meer informatie.
OPMERKING:
Vereist een compatibele smartphone met
Android™ 5.0 (Lollipop) of hoger en het
downloaden van de app in Google Play.
Android™, Android Auto™ en Google Play
zijn handelsmerken van Google Inc.
Apple CarPlay® — indien aanwezig
OPMERKING:
De beschikbaarheid van de functie hangt af
van uw provider en de fabrikant van uw
mobiele telefoon. Sommige functies van Apple CarPlay® zijn mogelijk niet beschik
-
baar in elke regio en/of taal.
Met Apple CarPlay® kunt u uw stem laten
communiceren met Siri middels het spraak -
herkenningssysteem van uw voertuig en kunt
u het gegevensabonnement van uw smart -
phone gebruiken om uw iPhone® en een
aantal van de apps daarvan op uw Uconnect
aanraakscherm weer te geven. Sluit met
behulp van de met uw telefoon meegeleverde
Lightning-kabel uw iPhone® 5 of hoger aan
op één van de USB-poorten en druk op het
nieuwe pictogram Apple CarPlay® dat uw
pictogram "Phone" (telefoon) vervangt in de
hoofdmenubalk om te beginnen met Apple
CarPlay®. Houd de VR-toets op het stuur
ingedrukt of houd de toets "Home" binnen
Apple CarPlay ingedrukt om Siri, dat natuur -
lijke spraakbediening herkent, te activeren
om een lijst van uw iPhone-functies te
gebruiken:
Telefoon
Muziek
Berichten
Kaarten
Additional Apps (extra apps) Apple CarPlay® op 7-inch display
Apple CarPlay® op 8,4-inch display
Raadpleeg de aanvulling op het instructie -
boekje van Uconnect voor meer informatie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 343