torque JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 83 of 370

81
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit
erop dat het ABS-gedeelte van het remsy-
steem niet functioneert en dat onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal functioneren wanneer het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC)
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische
remkrachtverdeling (EB), antiblokkeersys -
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist
System (BAS)), Hill Start Assist (HSA), een
tranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische stabiliteitsre -
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation (ERM)). Deze
systemen werken samen zodat de auto stabiel en bestuurbaar is bij verschillende
rijomstandigheden.
Uw voertuig is mogelijk ook uitgerust met
Ready Alert Braking (RAB), Rain Brake
Support (RBS), Trailer Sway Control (TSC),
Hill Descent Control (HDC) en Dynamic
Steering Torque (DST).
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren
tijdens noodremsituaties. Het systeem
herkent een noodremsituatie aan de hand
van de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en optimaliseert
de remdruk dienovereenkomstig. Dit draagt
bij aan een verkorting van de remweg. Het
BAS-systeem vult het ABS-systeem aan.
Wanneer u het rempedaal zeer snel intrapt,
is de assistentie van het BAS-systeem opti
-
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u aanhoudend remdruk uitoefenen tijdens
het stoppen (niet "pompend" remmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u
het rempedaal loslaat, wordt het
BAS-systeem uitgeschakeld.
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden wanneer u het
contact in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy -
steem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder -
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
van het remsysteem niet gaat branden
wanneer u het contact in de stand ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet voorkomen
dat de auto onderworpen blijft aan de wetten
van de natuur en het systeem zorgt evenmin
voor meer grip op het wegdek. BAS kan geen
ongevallen voorkomen, zeker geen
ongevallen die worden veroorzaakt door te
hoge snelheden in bochten, het rijden op
zeer glad wegdek, of aquaplaning. Gebruik
de mogelijkheden van een auto met BAS
nooit op een roekeloze of risicovolle wijze die
de veiligheid van uzelf of anderen in gevaar
brengt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 81
Page 84 of 370

VEILIGHEID
82
Dynamic Steering Torque (DST)
Dynamic Steering Torque (DTS) is een
functie van het elektronisch stabiliteitsregel-
systeem (ESC) en de elektrische stuurbe -
krachtiging (EPS) die een voelbare
waarschuwing op het stuurwiel geeft onder
bepaalde rijomstandigheden waarbij de
ESC-module instabiliteit van het voertuig
detecteert. De voelbare waarschuwing op het
stuurwiel is alleen bedoeld om de bestuurder
te wijzen op optimaal stuurgedrag voor het
bereiken/handhaven van voertuigstabiliteit.
De bestuurder merkt alleen dat de functie is
ingeschakeld als de voelbare waarschuwing
op het stuurwiel wordt gegeven.
OPMERKING:
De DST-functie is alleen bedoeld om de
bestuurder te wijzen op de juiste hande -
lingen via rukjes aan het stuurwiel. Dit bete -
kent dat de effectiviteit van de DST-functie
in hoge mate afhankelijk is van de oplettend -
heid en de reactie op de voelbare waarschu -
wing van de bestuurder. Het is van groot
belang te beseffen dat deze functie het voer -
tuig niet bestuurt, hetgeen betekent dat de
bestuurder nog steeds verantwoordelijk is
voor de besturing van het voertuig.
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
De elektronische remkrachtverdeling (EBD)
regelt de verdeling van het remkoppel over
de voor- en achteras door de remdruk op de
achteras te begrenzen. Dit wordt gedaan om
overmatige wielslip van de achterwielen en
instabiliteit van het voertuig te voorkomen,
en om te voorkomen dat ABS eerder ingrijpt
op de achteras dan op de vooras.
Electronic Roll Mitigation (ERM)
Door bewaking van de stuurbewegingen en
de snelheid van de auto anticipeert dit
systeem op de mogelijkheid dat een wiel
loskomt van het wegdek. Wanneer Electronic
Roll Mitigation (ERM) vaststelt dat de mate
waarin de hoek van het stuur verandert, en
de snelheid van het voertuig voldoende zijn
om het wiel op te tillen, wordt er bijgeremd
en kan het motorvermogen worden vermin -
derd. Zo wordt de kans kleiner dat het wiel
wordt opgetild. ERM kan de kans op het
optillen van een wiel alleen verminderen
tijdens zeer ernstige of ontwijkende rijma -
noeuvres. Het systeem kan niet voorkomen
dat het wiel wordt opgetild als gevolg van
andere factoren, zoals de staat van de weg,
het verlaten van de rijbaan of het raken van
objecten of andere voertuigen.
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC)
Het elektronisch stabiliteitssysteem (ESC)
zorgt onder diverse rijomstandigheden voor
een betere controle over de rijrichting en
meer stabiliteit van het voertuig. ESC corri -
geert over- en ondersturen van het voertuig
door het/de juiste wiel(en) af te remmen. Zo
wordt tegengestuurd bij onder- of oversturen.
Ook kan het motorvermogen worden vermin -
derd om het voertuig te helpen bij het hand -
haven van de juiste rijrichting.
WAARSCHUWING!
Er zijn veel factoren, zoals de belading van
het voertuig en de weg- en
rijomstandigheden, die ervoor kunnen
zorgen dat een wiel wordt opgetild of het
voertuig kantelt. Het ERM-systeem kan
niet in alle gevallen voorkomen dat een
wiel wordt opgetild of de auto kantelt, met
name niet wanneer de rijbaan wordt
verlaten of wanneer er objecten of andere
voertuigen worden geraakt. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met ERM
nooit op een roekeloze of gevaarlijke wijze
die de veiligheid van de bestuurder of
anderen in gevaar brengt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 82