air conditioning JEEP GRAND CHEROKEE 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2012, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2012Pages: 416, PDF Size: 3.2 MB
Page 104 of 416
SPRAAKHERKENNING — INDIEN
AANWEZIG
Bediening van het
spraakherkenningssysteem
Met dit spraakherkenningssys-
teem kunt u de AM- en FM-radio,
cd/dvd-speler en een dicteerap-
paraat bedienen.
OPMERKING:
Zorg dat u zo rustig en normaal mogelijk tegen
het Voice Interface Systeem spreekt. De mo-
gelijkheid voor het Voice Interface Systeem
om commando’s met de stem van de gebrui-
ker te herkennen kan negatief beïnvloed wor-
den als u snel spreekt of harder dan normaal.
WAARSCHUWING!
U mag een spraakherkenningssysteem alleen
gebruiken als de rijomstandigheden veilig zijn
en in overeenstemming met de lokale voor-
schriften. Alle aandacht moet gericht blijven
op de weg vooruit. Als u dit niet doet, kan een
botsing met ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Wanneer u op de spraakherkenningstoets
drukt, hoort u een pieptoon. De pieptoon
is het teken dat u een opdracht moet geven.
OPMERKING:
Indien u niet binnen een paar seconden een
opdracht uitspreekt, geeft het systeem u een
lijst met mogelijkheden.
Als u het systeem wilt onderbreken terwijl de
lijst met mogelijkheden wordt weergegeven,
drukt u op de spraakherkenningstoets
,
wacht u tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in. Het drukken op de spraakherkenningstoets
terwijl het systeem spreekt, wordt
inbre-
ken genoemd. Het systeem wordt in dat geval
onderbroken en na de pieptoon kunt u op-
drachten toevoegen of wijzigen. Dit wordt erg
makkelijk als u eenmaal de opties begint te
leren.
OPMERKING:
U kunt op elk ogenblik de woorden annule-
ren, help,ofhoofdmenu inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en kunnen
vanuit elk menu gebruikt worden. Alle andere
opdrachten kunnen gebruikt worden afhanke-
lijk van de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem moet u dui-
delijk en met een normaal volume spreken.
Het systeem zal uw opdrachten het best begrij-
pen als de ramen gesloten zijn en de fan van
de verwarming/airconditioning laag staat.
Als het systeem ergens een van uw opdrachten
niet begrijpt, wordt u gevraagd dit te herhalen.
Als u het eerste beschikbare menu wilt horen,
drukt u op de spraakherkenningstoets
en zegt u HelpofHoofdmenu.
100
Page 232 of 416
Cd-spelerBij eenmaal indrukken van de bovenzijde van
de schakelaar gaat u door naar de volgende
muziektitel op de cd. Als u eenmaal de onder-
zijde van de schakelaar indrukt, keert u terug
naar het begin van het huidige nummer of naar
het begin van het vorige nummer wanneer de
knop wordt ingedrukt binnen één seconde na-
dat het huidige nummer begint te spelen.
Wanneer u de schakelaar tweemaal naar bo-
ven of naar beneden drukt, wordt het tweede
nummer afgespeeld; bij driemaal het derde,
enz.
De drukknop midden op de tuimelschakelaar
aan de linkerkant heeft geen functie voor een
cd-speler voor één cd. Als de auto echter is
uitgerust met een cd-speler met cd-wisselaar,
kunt u met de middelste drukknop de volgende
beschikbare cd in de speler selecteren.
ONDERHOUD VAN CD/DVD-
SCHIJFJES
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
uw cd’s en dvd’s in goede conditie te houden:1. Houd de cd aan de rand vast en zorg dat u
het oppervlak niet aanraakt.
2. Als er vlekken op de cd zijn, moet u het
oppervlak met een zachte doek schoonmaken
en vegen van het midden naar de richting van
de rand.
3. Geen papier of plakband op de cd aanbren-
gen; krassen van de cd vermijden.
4. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals ben-
zine, terpentijn, schoonmaakmiddelen of anti-
statische sprays.
5. Bewaar de cd in de houder na het afspelen.
6. De cd niet aan direct zonlicht blootstellen.
7. De cd niet bewaren op een plaats waar het
te heet kan worden.
OPMERKING:
Als u op problemen stuit bij het afspelen van
een bepaalde disc, kan er sprake zijn van
een beschadiging (bijvoorbeeld krassen, ge-
deeltelijke verwijdering van de reflecterende
laag, een haar, vocht of dauw op de disc). De
disc kan echter ook te groot zijn of een
beveiligingscode hebben. Probeer eerst eengoede disc af te spelen, voordat u de cd-
speler ter reparatie aanbiedt.
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE
TELEFOONS
Onder bepaalde omstandigheden kan een in-
geschakelde mobiele telefoon in uw auto de
radio storen. Deze situatie kunt u verhelpen
door de antenne van de mobiele telefoon te
verplaatsen. Dit probleem is niet schadelijk
voor de radio. Wanneer de radio nog steeds
niet naar tevredenheid werkt nadat de antenne
is verplaatst, is het raadzaam de radio zachter
of uit te zetten wanneer de mobiele telefoon in
gebruik is en niet gebruik wordt gemaakt van
Uconnect™ (indien aanwezig).
KLIMAATREGELINGHet systeem voor airconditioning en verwar-
ming is ontworpen voor een optimaal interieur-
comfort onder alle weersomstandigheden.
228
Page 233 of 416
Dual-Zone automatische
temperatuurregeling — Indien
aanwezig
•De automatische temperatuurregeling stelt
zowel de bestuurder als de bijrijder in staat
individuele comfortinstellingen te kiezen.
• Wanneer inzittenden van het voertuig kiezen
om de regeling in automatische modus te
laten verlopen, kunnen zij een aangename
temperatuur instellen met de toetsen OM-
HOOG en OMLAAG en de automatische
aanjagerfunctie wordt automatisch inge-
steld.
• Voor optimaal gemak en comfort is het sys-
teem eenvoudig en blijvend instelbaar.
• Het systeem kan desgewenst met de hand
worden bediend.
De automatische temperatuurregeling hand-
haaft automatisch het door de bestuurder en
passagier ingestelde comfortniveau in het inte-
rieur. 1. Toets A/C
Druk deze toets kort in om de huidige instelling
van de airconditioning (A/C) te wijzigen, het
indicatielampje brandt wanneer de A/C is inge-
schakeld. Door deze functie te gebruiken scha-
kelt de automatische temperatuurregeling naar
de handmatige modus.
2. Regelknop recirculatie
Druk deze toets kort in om de huidige instelling
te wijzigen, het indicatielampje brandt wanneer
de functie actief is.3. Temperatuurweergave bestuurderszijde
Deze weergave toont de ingestelde tempera-
tuur voor de bestuurderszijde.
4. Weergave modus
Dit symbool toont de actueel ingestelde modus
(paneel, duo-niveau, vloer, mengen).
5. Weergave regeling aanjager
Dit symbool toont de actueel ingestelde snel-
heid van de aanjager.
6. Temperatuurweergave bijrijderzijde
Deze weergave toont de ingestelde tempera-
tuur voor de bijrijderzijde.
7. Ontdooiknop voorzijde
Druk deze toets kort in om de huidige instelling
te wijzigen, het indicatielampje brandt wanneer
de functie actief is. Door deze functie te gebrui-
ken schakelt de automatische temperatuurre-
geling naar de handmatige modus. Wanneer
de ontdooimodus is geselecteerd zal de aan-
jager onmiddellijk inschakelen.
Bedieningspaneel automatische
temperatuurregeling
229
Page 236 of 416
VloerventilatieEr stroomt lucht naar binnen via de
roosters in de vloer. Een geringe hoe-
veelheid lucht stroomt via de openingen
voor voorruit- en zijruitontwaseming.
Mix-ventilatie De lucht stroomt via de vloeropeningen
en de roosters voor ontwaseming van
voor- en zijruiten. Deze ventilatiestand
kunt u het beste gebruiken bij koud
weer of sneeuw. De binnentemperatuur is be-
haaglijk, terwijl de voorruit schoon blijft.
Stand ontdooien/ontwasemen De lucht stroomt via de roosters voor
ontwaseming van de voor- en zijruiten.
Gebruik de ontdooimodus met maxi-
male temperatuursinstelling om zo snel moge-
lijk de voorruit en de zijruiten te ontdooien.
Wanneer de ontdooimodus is geselecteerd, zal
de aanjager automatisch op het standaard
ingesteld middelhoog toerental gaan draaien,
tenzij de aanjager handmatig geregeld wordt.
OPMERKING:
Als een andere modus in werking is, kan het
systeem niet automatisch de aanwezigheid van mist, nevel of ijs op de voorruit detecte-
ren. De ontdooimodus moet handmatig wor-
den geselecteerd om een beslagen voorruit
en beslagen zijramen schoon te maken.
Airconditioning (A/C)
Met de toets voor de airconditioning (A/C) kan
de gebruiker het airconditioningsysteem hand-
matig in- of uitschakelen. In de A/C-modus en
met de automatische temperatuurregeling in-
gesteld op een lage temperatuur, stroomt ge-
droogde lucht uit de uitblaasopeningen. Wan-
neer de spaarstand gewenst is, drukt u de
A/C-toets op het ATC-scherm uit, waarmee het
aircosysteem uitschakelt.
OPMERKING:
•
Wanneer het systeem in de stand Mengen
of Ontdooien staat, kan de A/C worden
uitgeschakeld, maar het aircosysteem
blijft actief om te voorkomen dat de ramen
kunnen beslaan.
• Wanneer zich wasem of condens vormt
op de voorruit of zijramen, kiest u de
ontdooimodus en verhoogt u de aanjager-
snelheid. Circulatieknop
Wanneer de buitenlucht rook, on-
prettige luchtjes of veel vocht be-
vat, of wanneer een snelle koeling
gewenst is, kunt u de binnenlucht
laten circuleren door de recircula-
tietoets in te drukken. De
recirculatiestand mag slechts tijdelijk worden
gebruikt. Wanneer deze toets geselecteerd is
brandt de recirculatie-LED. Druk de toets nog-
maals in om de LED van de recirculatiemodus
uit te schakelen en buitenlucht binnen te laten.
OPMERKING:
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiefunctie, sneller beslaan.
De recirculatiefunctie mag niet in de ont-
dooistand staan om het beslaan van de
ramen te verminderen. De recirculatiestand
wordt automatisch geannuleerd zodra u
deze ventilatiestand selecteert.
232
Page 237 of 416
Aanwijzingen voor bediening
Ruitontwaseming
De ramen beslaan aan de binnenkant als het
vochtigheidsgehalte in de auto hoog is. Dit
gebeurt dikwijls bij zachte of koele temperatuur
bij regenachtig of vochtig weer. In de meeste
gevallen verdwijnt de wasem door de aircondi-
tioning in te schakelen (door de A/C-toets te
drukken). Stel de temperatuur, richting van de
luchtstroom en aanjagersnelheid af voor het
grootste comfort.
Als de temperatuur daalt, kan het nodig zijn om
de luchtstroom op de voorruit te richten. Stel de
temperatuurregeling en de aanjagersnelheid
op het gewenste comfortniveau. Beslaan van
de ruiten wordt verminderd naarmate de aan-
jagersnelheid toeneemt. Het beslaan van de
voorruit aan de binnenzijde is snel te verhelpen
via de ventilatiestand ontdooien/ontwasemen.Als u de binnenkant van de ramen regelmatig
schoonmaakt met een zuivere reinigingsoplos-
sing (water met azijn werkt heel goed), wordt
voorkomen dat bepaalde vervuilende stoffen
(zoals sigarettenrook, parfum, etc.) zich aan de
ramen hechten. Door vervuilende stoffen be-
slaan de ramen sneller.
Rijden in de zomer
OPMERKING:
In sommige gevallen, bij het trekken van een
aanhanger bij hoge temperaturen, presteert
het airconditioningsysteem mogelijk minder
goed. Dit is om de motor tijdens de zware
belasting te bescherming tegen oververhit-
ting.
De airconditioning is ook voorzien van een
automatisch hercirculatie-systeem. Als het sys-
teem een zware belasting of hoge temperatuur
waarneemt, wordt de functie hercirculatie/AC
gedeeltelijk ingeschakeld voor extra comfort.Rijden in de winter
Wanneer u de verwarming/airco tijdens de win-
ter gebruikt, moet u er goed op letten dat de
luchtinlaat - direct onder de voorruit - vrij blijft
van ijs, modder, sneeuw of andere hindernis-
sen.
Stalling
Wanneer u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet meer gebruikt (bijv. bij vakan-
tie), laat het aircosysteem dan bij stationair
toerental vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo krijgt
het systeem voldoende smering en is de kans
op schade aan de aircocompressor miniem
wanneer u het systeem weer start.
233