warning JEEP GRAND CHEROKEE 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2012, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2012Pages: 416, PDF Size: 3.2 MB
Page 73 of 416

•De gewenste snelheid instellen ................ 129
• Buiten werking stellen ..................... 129
• Weer op ingestelde snelheid komen ............. 129
• De snelheid wijzigen ...................... 129
• Gas geven om in te halen ................... 130
• ADAPTIEVE CRUISE CONTROL (ACC) — INDIEN
AANWEZIG .............................. 130
• Werking van de Adaptieve Cruise Control (ACC) ..... 132
• Adaptieve Cruise Control (ACC) activeren ......... 132
• In werking stellen ........................ 133
• De gewenste ACC-snelheid instellen ............. 133
• Functie uitschakelen (CANCEL) ............... 134
• Functie uitschakelen (OFF) .................. 134
• Weer op ingestelde snelheid komen ............. 134
• De snelheid wijzigen ...................... 135
• De volgafstand in ACC instellen ............... 136
• Menu van de Adaptieve Cruise Control (ACC) ....... 137
• Weergegeven waarschuwingen en onderhoud ....... 138
• Voorzorg tijdens het rijden met ACC ............. 140
• De modus Normale (vaste snelheid) Cruise Control .... 142
• Anti-ongevalsysteem Forward Collision Warning —
Indien aanwezig ......................... 143
69
Page 147 of 416

WAARSCHUWING!
In de modus Normale Cruise Control zal het
systeem niet reageren op voertuigen die voor
u rijden. Bovendien wordt de naderingswaar-
schuwing niet geactiveerd en klinkt er zelfs als
u te dicht op het voertuig voor u rijdt geen
alarmsignaal, omdat het voor u rijdende voer-
tuig en de tussenafstand niet worden gede-
tecteerd. Zorg dat u een veilige afstand aan-
houdt tussen uw auto en het voertuig dat voor
u rijdt. Zorg dat u zich altijd bewust bent van
de gekozen modus.
De gewenste snelheid instellen
Wanneer de auto de gewenste snelheid be-
reikt, drukt u kort op de toets SET -. Het
EVIC-scherm toont de ingestelde snelheid.
OPMERKING:
Tijdens het instellen of wijzigen van de snel-
heid wordt de nieuwe waarde weergegeven
op het display, niet op de snelheidsmeter. De snelheid wijzigen
U kunt de ingestelde snelheid op twee manie-
ren wijzigen:
•
Trap het gaspedaal in om de gewenste
snelheid te bereiken en druk vervolgens op
de toets SET -.
• Druk kort op de toets RES +of SET -om de
ingestelde snelheid respectievelijk te verho-
gen of te verlagen in stappen van 1 km/u.
Houd de toets RES +of SET -ingedrukt om
de ingestelde snelheid te wijzigen in stap-
pen van 10 km/u.
Functie uitschakelen (CANCEL)
Het systeem schakelt de modus Normale
Cruise Control uit zonder het geheugen te
wissen, wanneer:
• U het rempedaal aantikt of indrukt.
• u op de toets CANCEL drukt.
• het elektronisch stabiliteitsprogramma/
tractiecontrolesysteem (ESC/TCS) wordt ge-
activeerd. Functie voortzetten (RESUME)
Druk op de toets RES
+en haal vervolgens uw
voet van het gaspedaal. Het EVIC-scherm
toont de laatste ingestelde snelheid.
Functie uitschakelen (OFF)
Het systeem schakelt uit en wist de ingestelde
snelheid uit het geheugen als u:
• Druk op de toets ON/OFF.
• u het contact uitschakelt.
• de vierwielaandrijving met lage gearing in-
schakelt.
Als het cruisecontrolsysteem wordt uitgescha-
keld en vervolgens weer ingeschakeld, acti-
veert het systeem de laatste instelling van de
bestuurder (ACC of Normale Cruise Control).
Anti-ongevalsysteem Forward
Collision Warning — Indien
aanwezig
Het FCW-systeem (Forward Collision Warning)
waarschuwt de bestuurder voor een mogelijke
aanrijding met het voertuig voor u en raadt de
bestuurder aan actie te ondernemen om een
aanrijding te voorkomen.
143
Page 194 of 416

Oranje verklikkerlampjes EVICIn dit vlak worden instelbare oranje waarschu-
wingslampjes getoond. Deze verklikkerlampjes
bevatten:
•Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) UIT
Het lampje waarschuwt de be-
stuurder voor een mogelijke aanrij-
ding met het voertuig voor u en
raadt de bestuurder aan actie te
ondernemen om een aanrijding te
voorkomen. Voor meer informatie,
raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)” on-
der “De functies van uw voertuig”.
• Voorgloeilampje — alleen dieselmotor
Dit lampje gaat branden wanneer u de
eerste keer het contact in stand RUN
zet. Wacht tot het lampje uit is voordat
u de motor start. Raadpleeg “Startprocedures”
onder “Starten en bedienen”. •
Controlelampje Water in brandstof —
uitsluitend diesel Als dit waarschuwingslampje gaat
branden, zit er water in het brand-
stoffilter. Dat water moet onmiddel-
lijk worden afgetapt. Neem contact
op met een erkende dealer.
• Pneumatische ophanging omhoog
Het verklikkerlampje pneumati-
sche ophanging omhoog brandt
wanneer de pneumatische ophan-
ging in gebruik is. Voor meer infor-
matie, raadpleeg “Starten en ge-
bruiken”
• Pneumatische ophanging omlaag
Het verklikkerlampje pneumati-
sche ophanging omlaag brandt
wanneer de pneumatische ophan-
ging in gebruik is. Voor meer infor-
matie, raadpleeg “Starten en ge-
bruiken” •
Controlelampje brandstofpeil
Als het brandstofpeil is gezakt tot min-
der dan 11 liter, gaat dit lampje branden
en blijft het branden totdat brandstof
wordt toegevoegd.
• Indicatielampje brandstofvuldop los
Wanneer het diagnosesysteem
detecteert dat de brandstofvuldop
los zit, onjuist is aangebracht of is
beschadigd, verschijnt het bericht
Vuldop controleren op het dis-
playvlak van de verklikkerlampjes.
Draai de tankdop stevig vast en druk op de
toets SELECT om het bericht uit te schakelen.
Als het probleem zich opnieuw voordoet, ver-
schijnt de melding de volgende keer dat de
auto wordt gestart opnieuw.
Het storingsindicatielampje (MIL) kan ook gaan
branden vanwege een loszittende, slecht be-
vestigde of beschadigde tankdop.
• Indicator laag peil ruitenvloeistof
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat het peil van de ruiten-
vloeistof laag is.
190
Page 204 of 416

Navigatie –Bocht na bocht
Wanneer u deze functie gekozen heeft, zal het
navigatiesysteem u, door middel van gespro-
ken aanwijzingen, kilometer na kilometer en
bocht na bocht langs de gekozen route bege-
leiden totdat u de eindbestemming bereikt
heeft. Om uw keuze te maken drukt u herhaal-
delijk kort op de toets SELECT, totdat een vinkje
naast de functie verschijnt, waarmee aangege-
ven wordt dat het systeem geactiveerd is, of
totdat het vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgeschakeld.
Anti-ongevalsysteem Forward Collision
Warning — Indien aanwezig
Het FCW anti-ongevalsysteem kan ingesteld
worden op: veraf, dichtbij of uit. De stan-
daardinstelling van het FCW-systeem is: veraf.
Dit houdt in dat het systeem u waarschuwt voor
een mogelijke aanrijding met een voertuig voor
u, terwijl u nog verder van dit voertuig verwij-
derd bent. Dit geeft u de langste reactietijd.
Voor een meer dynamische rijstijl kiest u de
instelling: dichtbij. Deze instelling waarschuwt
u voor een mogelijke aanrijding met een voer-
tuig voor u, terwijl u veel dichter bij dit voertuig
bent. Deze instelling biedt een meer dynami-sche rijervaring. Om de FCW-status te wijzigen,
drukt u kort op de toets SELECT totdat een
vinkje naast de functie verschijnt, waarmee
aangegeven wordt dat het systeem geacti-
veerd is, of totdat het vinkje verdwijnt waarmee
wordt aangegeven dat het systeem is uitge-
schakeld.
Voor meer informatie, raadpleeg “Adaptieve
cruisecontrol (ACC)” onder “De functies van uw
voertuig”.
Parkeerhulp
De parkeerhulp achter tast het gebied achter
de auto af voor obstakels indien REVERSE
(achteruit) is ingeschakeld en de snelheid min-
der dan 18 km /u bedraagt. Het systeem kan
worden ingesteld met Sound Only (alleen ge-
luid), Sound and Display (geluid en beeld) of
worden uitgeschakeld (OFF) via het EVIC. Om
een selectie te maken bladert u omhoog of
omlaag totdat de gewenste instelling gemar-
keerd is, vervolgens drukt u kort op SELECT
totdat naast de instelling een vinkje verschijnt
dat aangeeft dat de instelling geselecteerd is.
Raadpleeg
Rear Park Assist System (parkeer-sensoren achter) in
Functies van uw auto
begrijpen voor meer informatie over de wer-
king en bediening.
Dodehoekbewaking — indien aanwezig
Bij het gebruik van het dodehoeksysteem zijn
drie instellingen mogelijk. Door eenmaal kort
op de toets SELECT te drukken kiest u de
modus “Blind Spot: Lights Only” dode hoek:
alleen lichtsignaal). Wanneer deze modus is
ingeschakeld werkt het dodehoeksysteem en
worden waarschuwingen als visuele signalen
weergegeven in de buitenspiegels. Door de
toets SELECT een tweede maal te drukken
kiest u de modus “Blind Spot: Lights/CHM”
(dode hoek:lichtsignaal/geluid). In deze modus
geeft het dodehoeksysteem, zodra de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld, visuele waar-
schuwingen weer in de buitenspiegels en laat
gelijktijdig een waarschuwingssignaal klinken.
Door de modus “Blind Spot: Off” (dode hoek:
Uit) te kiezen wordt het dodehoeksysteem uit-
geschakeld.
OPMERKING:
Wanneer uw voertuig schade heeft opgelo-
pen in het gebied waar de sensor geplaatst
200
Page 406 of 416

Aanhangergewicht.............302
Aanhangwagen ..............299
Bedrading ................305
Gewicht trailer en dissel ........302
Minimumvereisten ............303
Tips voor koeling ............307
Trekhaak .................307
Accu ....................339
Achteras (differentieel) ..........348
Achterklep ..................29
Achterligger .................79
Achtermistlamp ..............183
Achterruit, onderdelen ...........167
Achterruitontdooiing ............167
Achterste mistlampen ...........183
Achterste ruitenwisser/sproeier ......167
Achteruitkijkspiegels ............73
Achteruitkijkspiegels, elektrisch
bediend ...................74
Additieven, brandstof ...........296
Afstandsbediening autoradio .......227
Afstandsbediening autoradio op
stuurwiel ..................227
Afstandsbediening deurslot,
programmering ...............17
Afstandsbediening deurslot,
vervanging ..................16 Afvalverwijdering
Motorolie .................338
Airbag .................. 42,49
Airbag-
waarschuwingslampje ....47,48,51,63,177
Airbag, onderhoud .............50
Airbag, ontplooien van ...........49
Airbag, raam (zijgordijn) .......44,47,49
Airco, gebruikstips .............233
Airco, koelvloeistof .............340
Airco, onderhoud .............339
Aircosysteem ................229
Alarm (beveiliging) ............182
Alarmknipperlichten ............315
Alarmsysteem (beveiliging) ........17
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) ....182
Algemene informatie ........17,21,293
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) ........143,190,200
Anti-slingerinrichting aanhanger
(TSC) ....................278
Antiblokkeersysteem (ABS) ........274
Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje ...........181
Antidiefstalsysteem ............182
Antivries (motorkoeling) ..........362
Automatisch dimmen van de spiegel . . . 73 Automatisch openen van de ruiten
....27
Automatische koplampen .........118
Automatische portiervergrendelingen . . . 23
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ....................229
Automatische transmissie ....247,251,349
Soor
t vloeistof ..............349
Speciale additieven ...........349
Vloeistof en filter vervangen ......349
Vloeistof toevoegen ...........350
Vloeistofpeil controleren ......349,350
Autostick ................ 251,256
Bagage laden ...............358
Bagageruimte, voorzieningen .......164
Bagageverlichting .............164
Banden ................. 64,282
Bandenspanning ............283
Controlesysteem voor
bandenspanning ............288
Hoge snelheden .............283
Opkrikken ................316
Radiaalbanden .............283
Reservewiel ...............316
Rotatie ..................287
Slijtagemarkeringen ...........285
Sneeuwkettingen ............284
402