JEEP GRAND CHEROKEE 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2013, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2013Pages: 416, PDF Size: 3.2 MB
Page 331 of 416

Slepen zonder contactsleutelEr moeten speciale voorzorgsmaatregelen wor-
den genomen wanneer de auto wordt gesleept
met het contact in de stand LOCK/OFF. De
enige goedgekeurde methode voor slepen
zonder contactsleutel is op een dieplader. Ge-
schikte sleepuitrusting is noodzakelijk om
schade aan de auto te voorkomen.
Voertuigen met vierwielaandrijvingDe fabrikant raadt aan om de auto te vervoeren
met alle vier wielenVA Nde grond. Accepta-
bele methoden zijn het vervoeren van het voer-
tuig op een autoambulance of deze te slepen
met het ene einde opgetakeld en het andere
einde geplaatst op een dolly. Wanneer geen autoambulance beschikbaar is
en de tussenbak nog functioneert, mag het
voertuig gesleept worden (uitsluitend in voor-
waartse richting en met
ALLEwielen op de
grond), WANNEER de tussenbak in NEUTRAL
staat en met de transmissie in PARK. Zie
“Slepen achter een motorhome” onder “Starten
en bedienen” voor meer informatie.
LET OP!
• Gebruik geen wiellift voor de voor- of ach-
terwielen. Het gebruik van een wiellift voor
de voor- of achterwielen bij het slepen zal
resulteren in interne schade aan de trans-
missie of tussenbak.
• Het niet volgen van deze sleepmethoden
kan leiden tot ernstige beschadiging van de
transmissie en/of de tussenbak. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig.
327
Page 332 of 416

328
Page 333 of 416

7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
•MOTORRUIMTE — 3.6L ...................... 332
• MOTORRUIMTE — 5,7L ...................... 333
• MOTORRUIMTE – 3,0-LITER DIESEL ............... 334
• BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II ............. 335
• Melding brandstofvuldop los ................. 335
• VERVANGINGSONDERDELEN .................. 335
• ONDERHOUDSPROCEDURES .................. 336
• Motorolie – benzinemotoren .................. 336
• Motorolie – Dieselmotor .................... 337
• Synthetische motorolie ..................... 338
• Additieven voor motorolie ................... 338
• Afvoeren van afgewerkte motorolie en filters ....... 338
• Motoroliefilter .......................... 338
• Luchtfilter benzinemotor .................... 338
• Onderhoudsvrije accu ..................... 339
• Onderhoud van de airco .................... 339
329
Page 334 of 416

•Smeren van carrosseriedelen ................. 340
• Wisserbladen voorruitwissers ................. 340
• Ruitensproeiervloeistof bijvullen ............... 341
• Uitlaatsysteem .......................... 342
• Koelsysteem ........................... 343
• Remsysteem ........................... 346
• Vloeistof in voor- en achteras ................. 348
• Tussenbak ............................ 348
• Automatische versnellingsbak ................ 349
• Verzorging van de auto en bescherming tegen roest . . . 351
• ZEKERINGEN ............................ 354
• Volledig geïntegreerde voedingsmodule .......... 354
• STALLEN VAN DE AUTO ...................... 358
• VERVANGINGSLAMPEN ...................... 358
• GLOEILAMPEN VERVANGEN ................... 358
• HID-koplampen (High Intensity Discharge) - indien
aanwezig ............................. 358
• Halogeen koplampen - indien aanwezig ........... 359
• Richtingaanwijzer voor ..................... 359
• Mislampen vóór ......................... 359
• Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers ...... 360
• Op achterklep gemonteerd achterlicht ............ 360
330
Page 335 of 416

•Mistlamp in bumperpaneel achter .............. 361
• Derde remlicht .......................... 361
• Verlichting kentekenplaat achterzijde ............ 361
• INHOUD VLOEISTOFFEN ..................... 362
• VLOEISTOFFEN, SMEERMIDDELEN EN ORIGINELE
ONDERDELEN ............................ 363
• Motor ............................... 363
• Chassis .............................. 365
331
Page 336 of 416

MOTORRUIMTE — 3.6L
1 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen)6 — Luchtfilter
2 — Oliepeilstok 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Vulopening motorolie 8 — Overdrukdop koelvloeistof (radiateur)
4 — Reservoir remvloeistof 9 — Reservoir koelvloeistof
5 — Reservoir voor stuurbekrachtigingsvloeistof
332
Page 337 of 416

MOTORRUIMTE — 5,7L
1 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen)6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Peilstok automatische versnellingsbak 7 — Peilstok motorolie
3 — Vulopening motorolie 8 — Overdrukdop koelvloeistof (radiateur)
4 — Reservoir remvloeistof 9 — Reservoir koelvloeistof
5 — Luchtfilter
333
Page 338 of 416

MOTORRUIMTE – 3,0-LITER DIESEL
1 — Peilstok motorolie5 — Reservoir voor ruitensproeiervloeistof
2 — Vulopening motorolie 6 — Reservoir voor motorkoelvloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 7 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen)
4 — Luchtfilter motor
334
Page 339 of 416

BOORDDIAGNOSESYSTEEM —
OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavanceerd
diagnosesysteem dat OBD II heet (On-Board
Diagnostic). Dit systeem controleert de regel-
systemen voor uitlaatgasemissie, de motor en
de automatische versnellingsbak. Als deze
systemen correct werken, zal uw auto uitste-
kende prestaties leveren, brandstof besparen
en lage emissiewaarden hebben die aan de
strengste eisen voldoen.
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie nodig heeft, schakelt het OBD II di-
agnosesysteem het storingslampje (MIL) in.
Bovendien zal het diagnosecodes en andere
hulpinformatie voor de monteur opslaan in een
geheugen. Hoewel u gewoonlijk nog kunt rijden
en niet gesleept hoeft te worden, kunt u toch
best zo spoedig mogelijk uw erkende dealer
opzoeken voor reparatie.
LET OP!
•Als u lange tijd blijft rijden met een bran-
dend storingslampje (MIL), kan het emis-
sieregelsysteem verder beschadigd raken.
Bovendien zal de motor meer verbruiken
en niet optimaal bestuurbaar zijn. De auto
moet naar de garage om emissietests te
kunnen uitvoeren.
• Als het storingslampje (MIL) knippert terwijl
de motor draait, treden schade aan de
katalysator en vermogensverlies op. Raad-
pleeg onmiddellijk uw dealer.
Melding brandstofvuldop los
Wanneer het voertuigdiagnose-
systeem detecteert dat de tank-
dop los zit, onjuist is aangebracht
of is beschadigd, verschijnt een
melding Vuldop controleren op
het displayvlak van de verklikker- lampjes. Voor meer informatie raadpleegt u het
Elektronisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)
inDe functies op uw dashboard.
Draai de tankdop stevig vast en druk op de
toets SELECT om het bericht uit te schakelen.
Als het probleem zich opnieuw voordoet, ver-
schijnt de melding de volgende keer dat de
auto wordt gestart opnieuw.
Het storingsindicatielampje (MIL) kan ook gaan
branden vanwege een loszittende, slecht be-
vestigde of beschadigde tankdop.
VERVANGINGSONDERDELENHet gebruik van originele MOPAR-onderdelen
voor normaal/periodiek onderhoud en voor re-
paraties wordt ten zeerste aanbevolen om ze-
ker te zijn van de gespecificeerde prestaties.
Schade en storingen die worden veroorzaakt
door het gebruik van andere dan originele
MOPAR-onderdelen voor onderhoud en repa-
raties worden niet gedekt door de garantie van
de fabrikant.
335
Page 340 of 416

ONDERHOUDSPROCEDURESDe volgende pagina’s bevatten devereiste
onderhoudswerkzaamheden zoals vastgesteld
door de fabrikant van uw auto.
Naast de onderhoudsaspecten die genoemd
zijn in het onderhoudsschema zijn er nog an-
dere componenten die op een later tijdstip
onderhouden of vervangen moeten worden.
LET OP!
• Het niet goed onderhouden van uw voer-
tuig of het achterwege laten van benodigde
beurten en reparaties kan leiden tot duur-
dere reparaties, schade aan andere onder-
delen of slechtere prestaties van het voer-
tuig. Laat mogelijke storingen onmiddellijk
onderzoeken bij een erkende dealer of
garagebedrijf.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
• Uw auto is geproduceerd met verbeterde
vloeistoffen, waardoor de prestaties en
duurzaamheid van uw auto behouden blij-
ven en er langere onderhoudsintervallen
mogelijk zijn. Gebruik geen chemicaliën
voor het spoelen van deze onderdelen,
omdat de chemicaliën uw motor, versnel-
lingsbak, stuurbekrachtiging of airconditio-
ning kunnen beschadigen. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig. Als het
nodig is om te spoelen vanwege een sto-
ring, gebruik daarvoor dan alleen de voor-
geschreven vloeistof.
Motorolie – benzinemotoren
Motoroliepeil controleren
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen moet het motorolieniveau constant
blijven. Het ideale tijdstip voor een controle van
het motoroliepeil is ca. vijf minuten nadat u een
bedrijfswarme motor hebt afgezet, of ‘s och-
tends voordat u de motor de eerste keer start. Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. Zo krijgt u een meer
nauwkeurige meting. Zorg dat het olieniveau
zich altijd binnen het SAFE-bereik bevindt. Als
het olieniveau onder aan het SAFE-bereik staat,
kunt u het niveau weer boven aan het SAFE-
bereik brengen door 0,95 liter olie bij te vullen.
LET OP!
Door te vullen met te veel of te weinig motor-
olie kan schuimvorming optreden of is er te
weinig oliedruk. Dat kan uw motor schade
toebrengen.
Motorolie verversen
Raadpleeg Onderhoudsschema voor de
juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van motorolie – geen ACEA-normen
Voor optimale prestaties en maximale bescher-
ming onder alle bedrijfsomstandigheden wordt
door de fabrikant geadviseerd uitsluitend API-
gecertificeerde motorolie te gebruiken die vol-
doet aan de materiaalnorm MS-6395 van
Chrysler.
336