JEEP GRAND CHEROKEE 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2014, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2014Pages: 420, PDF Size: 2.68 MB
Page 21 of 420

•Druk op de vergrendelknop op de Passive
Entry-portiergreep aan de buitenzijde, terwijl
een geldige sleutelhouder zich ook aan buiten-
zijde bevindt (raadpleeg de paragraaf "Keyless
Enter-N-Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor
meer informatie hierover).
• Druk op vergrendelknop op de afstandsbedie-
ning.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
OPMERKING:
• Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld,
blijft het ingeschakeld totdat u het uit-
schakelt door een van de beschreven uit-
schakelmethoden te volgen. Als de elek-
trische voeding wegvalt nadat het
alarmsysteem is ingeschakeld, moet u het
systeem uitschakelen nadat de voeding is
hersteld om te voorkomen dat het alarm
afgaat.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is
ingeschakeld (terwijl het controlelampje
van alarmsysteem snel knippert).
Alarm uitschakelenHet alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
•
Druk op de ontgrendelknop op de afstands-
bediening.
• Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het hoofdstuk
"Uw auto" voor meer informatie hierover).
• Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
• Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-
N-Go, druk dan op Start/Stop-knop van
Keyless Enter-N-Go (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder aanwezig
te zijn in de auto).
• Wanneer uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, steek dan een gel- dige sleutel in de contactschakelaar en
draai de sleutel naar de stand ON.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de afstandsbediening.
• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
17
Page 22 of 420

dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is
ingeschakeld (terwijl het controlelampje
van alarmsysteem snel knippert).
Het alarmsysteem is bedoeld om uw auto te
beveiligen, maar er zijn omstandigheden die
een ongewenst alarm veroorzaken. Als een van
de eerder beschreven procedures voor het in-
schakelen van het alarm is uitgevoerd, zal het
alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht
of u zich in de auto bevindt. Wanneer u dan in
de auto blijft zitten en vervolgens een portier
opent, gaat het alarm af. Als deze situatie zich
voordoet, schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarmsys-
teem actief nadat de accu weer is aangesloten;
de buitenlampen knipperen en de claxon geeft
een geluidsignaal. Als deze situatie zich voor-
doet, schakel dan het alarmsysteem uit.
Alarmsysteem handmatig omzeilenHet systeem komt niet in waakfunctie als u de
portieren vergrendelt via de handbediende ver-
grendelknop.
INSTAPVERLICHTING
De instapverlichting gaat aan wanneer u de
portieren ontgrendelt met de afstandsbediening
of een portier opent.
Deze functie schakelt ook de naderingsverlich-
ting in de buitenspiegels in (indien aanwezig).
Raadpleeg de paragraaf "Spiegels"in het
hoofdstuk "De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover.
De verlichting gaat na circa 30 seconden lang-
zaam uit of dooft onmiddellijk als de contact-
schakelaar van de stand OFF in de stand
ON/RUN wordt gezet.
OPMERKING:
• De interieurverlichting vooraan in de dak-
console en de portierverlichting gaat niet
aan als de dimschakelaar in de hoogste
stand staat.
• De instapverlichting werkt niet als de dim-
schakelaar in de laagste stand staat.
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van het afstandsbedieningssysteem
kunt u tot een afstand van ongeveer 20 meter
(66 feet) de portieren vergrendelen en ontgren-
delen, de elektrisch bediende achterklep ope-
nen, of het paniekalarm activeren met de sleu-
telhouder en afstandsbediening. U hoeft de
afstandsbediening niet op de auto te richten om
het systeem te activeren.
OPMERKING:
Vanaf een rijsnelheid van 8 km/u reageert
het systeem op geen enkele knop van de
afstandsbediening meer.
Sleutelhouder met afstandsbediening
18
Page 23 of 420

Portieren en achterklep
ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op de
afstandsbediening om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of druk twee-
maal binnen vijf seconden om alle portieren en
de achterklep te ontgrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat het
ontgrendelsignaal is ontvangen. Ook de instap-
verlichting wordt ingeschakeld.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf"Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
Afstandsbediening van portiersloten -
bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
ontgrendelknop
U kunt het afstandsbedieningssysteem zodanig
programmeren dat na één keer drukken op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle portieren
worden ontgrendeld. Als u de huidige instelling
wilt wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie de paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel".
Flash Lights with Remote Key
(Knipperlichten aan met
afstandsbediening)
Met deze functie knipperen de richtingaanwij-
zers wanneer u de portieren vergrendelt of
ontgrendelt met de afstandsbediening. U kunt
deze functie in- en uitschakelen. Als u de hui-
dige instelling wilt wijzigen, raadpleegt u voor
meer informatie de paragraaf "Uconnect® in-
stellingen" in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Koplampen inschakelen bij ontgrendelen
met afstandsbediening
Met deze functie worden de koplampen inge-
schakeld zodra u de portieren ontgrendelt met
de afstandsbediening. De koplampen blijven
vervolgens maximaal 90 seconden branden. De
tijd van deze functie kan worden geprogram-
meerd bij auto’s met Uconnect®. Als u de
huidige instelling wilt wijzigen, raadpleegt u
voor meer informatie de paragraaf "Uconnect®
instellingen" in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel".
Portieren en achterklep
vergrendelen
Druk kort op de afstandsbediening op de ver-
grendelknop om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen. De richtingaanwijzers knippe-
ren om aan te geven dat het vergrendelsignaal
is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf "Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
Extra afstandsbedieningen
programmeren
Sleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende
dealer.
Batterij van afstandsbediening
vervangen
Als vervangende batterij wordt een CR2032-
batterij aanbevolen.
19
Page 24 of 420

OPMERKING:
•Perchloraatmateriaal — vereist
mogelijk een speciale behandeling.
Zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/
perchlorate
• Raak de batterijklemmen op de achter-
zijde of de printplaat niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de mechani-
sche vergrendeling aan de achterzijde van de
afstandsbediening met uw duim opzij te schui-
ven en vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken. 2. Steek het uiteinde van de noodsleutel of een
platte schroevendraaier, maat 2, in de sleuf en
wrik de twee helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de afdichting
tijdens het openen niet beschadigt.
3. Verwijder de batterij door het deksel aan de
achterzijde te draaien (batterij naar beneden
gekeerd). Tik met de afstandsbediening op een
stevig oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang vervolgens de batterij. Let bij het vervan-
gen van de batterij op dat het + teken op de
batterij overeenkomt met het + teken aan de
binnenzijde van de batterijhouder op de het
deksel aan de achterzijde. Raak de nieuwebatterij niet met uw vingers aan. Door huidvet
kan de werking verslechteren. Als u een batterij
hebt aangeraakt, maak deze dan schoon met
reinigingsalcohol.
4. Om de afstandsbediening weer te sluiten
drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatieDe RKE-afstandsbediening en ontvangers wer-
ken op een draaggolffrequentie van 433,92
MHz, zoals is voorgeschreven door EU-
richtlijnen. Deze apparatuur moet zijn gecertifi-
ceerd conform de specifieke regelgeving in het
desbetreffende land. Er gelden twee normen:
ETS (European Telecommunication Standard)
300–220, van toepassing in de meeste landen,
en de Duitse richtlijn BZT 225Z125, die is
gebaseerd op de norm ETC 300–220, maar
daarnaast enkele unieke eisen stelt. De overige
eisen worden vermeld in de Europese Richtlijn
95/56/EC, Bijlage VI. De apparatuur moet vol-
doen aan de volgende twee voorwaarden:
•
De apparatuur mag geen schadelijke interfe-
rentie veroorzaken.
Keyless Ignition Node (KIN) (Starten zonder
sleutel) Noodsleutel verwijderen
Afstandsbediening openen
20
Page 25 of 420

•De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie die
mogelijk een ongewenste werking veroor-
zaakt.
Als uw afstandsbediening niet goed werkt vanaf
een normale afstand, controleer dan of sprake
is van het volgende:
1. Batterij van RKE-afstandsbediening is bijna
leeg. De verwachte levensduur van de batterij
bedraagt minimaal drie jaar.
2.
Nabijheid bij radiozendapparatuur, zoals bij-
voorbeeld een zendmast, verkeerstoren van een
luchthaven en sommige mobiele of 27 MC-
zendapparatuur.
PORTIERVERGRENDELING
De centrale portiervergrendeling kan handmatig
vanuit de auto worden bediend met de portier-
vergrendelknoppen. Als u alle portieren wilt
vergrendelen, drukt u de portiervergrendelknop
op ieder bekledingspaneel omlaag. Als u de
voorportieren wilt ontgrendelen, trekt u de bin-
nenhandgreep in de eerste klikstand. Als u de
achterportieren wilt ontgrendelen, trekt u de
portiervergrendelknop op het bekledingspaneel omhoog. Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als het portier gesloten is, wordt het portier
vergrendeld. Controleer daarom, voordat u het
portier sluit, of de sleutel zich niet in de auto
bevindt.
WAARSCHUWING!
•
Voor uw veiligheid bij een aanrijding dient
u de portieren te vergrendelen voordat u
gaat rijden en wanneer u de auto parkeert
en verlaat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Neem altijd de sleutelhouder mee uit de
auto wanneer u de portieren vergrendeld.
Gebruik zonder toezicht van de aanwezige
uitrusting in de auto kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto of op een voor
kinderen bereikbare plaats en laat Keyless
Enter-N-Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
Handmatige portiervergrendelknop
21
Page 26 of 420

Centrale portiervergrendelingOp het paneel van beide voorportieren bevindt
zich een schakelaar voor de centrale portierver-
grendeling. Druk op de schakelaar om de por-
tieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
Wanneer de vergrendelknop is ingedrukt als het
portier gesloten is, wordt het portier vergren-
deld. Controleer daarom, voordat u het portier
sluit, of de sleutelhouder zich niet in de auto
bevindt.
Als u op de schakelaar van de centrale portier-
vergrendeling drukt wanneer de sleutelhouderzich in de contactschakelaar bevindt en de
voorportier is geopend, worden de portieren
niet vergrendeld.
Als het achterportier is vergrendeld, kan het niet
van binnenuit worden geopend zonder eerst het
portier te ontgrendelen. Het portier kan hand-
matig worden ontgrendeld door de portierver-
grendelknop omhoog te trekken.
Automatische portiervergrendeling —
indien aanwezig
De automatische portiervergrendeling is stan-
daard ingeschakeld. Wanneer deze is inge-
schakeld, worden de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is dan
24 km/u (15 mph). De automatische portierver-
grendeling kan door de erkende dealer in of
buiten werking worden gesteld op schriftelijk
verzoek van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.
Functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij
uitstappen — indien aanwezig
Wanneer de functie voor het automatische ont-
grendelen is ingeschakeld, worden alle portie-
ren ontgrendeld wanneer de schakelhendel inde stand in NEUTRAL of PARK staat en het
bestuurdersportier wordt geopend. Als u de
huidige instelling wilt wijzigen, raadpleegt u
voor meer informatie de paragraaf
"Uconnect®
instellingen" in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel".
Kinderslot — achterportierenVoor de veiligheid van kleine kinderen die mee-
rijden op de achterbank, zijn de achterportieren
uitgerust met een kinderslot.
Kinderslot in- en uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de noodsleutel in het
slot en draai de sleutel naar de vergrendelstand
of de ontgrendelstand.
3. Herhaal stap 1 en 2 voor het andere achter-
portier.
Schakelaar centrale portiervergrendeling
22
Page 27 of 420

WAARSCHUWING!
Voorkom dat bij een aanrijding mensen in de
auto worden opgesloten. Vergeet niet dat u
de achterportieren uitsluitend vanaf de bui-
tenzijde kunt openen wanneer het kinderslot
is geactiveerd (in de vergrendelstand).
OPMERKING:
Ga als volgt te werk om de auto in noodge-
vallen ook vanaf de achterbank te kunnen
verlaten wanneer het kinderslot is geacti-
veerd: trek de portiervergrendelknop met de
hand omhoog naar de ontgrendelstand,
open het raam en open het portier met de
handgreep aan de buitenkant.KEYLESS ENTER-N-GO™
Het Passive Entry-systeem is een uitbreiding
van het afstandsbedieningsysteem van de auto
en een functie van Keyless Enter-N-Go™. Met
deze functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u op
de vergrendel- en ontgrendelknoppen van de
afstandsbediening hoeft te drukken.
OPMERKING:
•
Passive Entry kan door middel van pro-
grammeren worden in- en uitgeschakeld.
Raadpleeg de paragraaf Uconnect® instel-
lingen in het hoofdstuk Het instrumenten-
paneel voor meer informatie hierover.
•Als de auto wordt ontgrendeld met Pas-
sive Entry en er binnen 60 seconden geen
portier wordt geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en het alarmsys-
teem, indien aanwezig, ingeschakeld.
• Als u handschoenen draagt of als de
portiergreep met Passive Entry is natge-
regend, is het mogelijk dat de vergrende-
ling minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Plaats van het kinderslot
Functie van kinderslot
23
Page 28 of 420

•Als u de portieren ontgrendelt door mid-
del van de portiergrepen met Passive En-
try, maar NIET aan de portiergrepen trekt,
zullen de portieren na 60 seconden auto-
matisch worden vergrendeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Pas-
sive Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier automa-
tisch te ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van het portier komt omhoog
wanneer het portier wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Als
Unlock All Doors On 1st Press (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop) is geprogrammeerd, wor-
den alle portieren ontgrendeld wanneer u de
handgreep van het bestuurdersportier vast-
pakt. Raadpleeg de paragraaf Uconnect®
instellingen in het hoofdstuk Het instru-
mentenpaneel voor meer informatie over de
keuze tussen bestuurdersportier ontgren-
delen met eerste druk op de ontgrendel-
knop enalle portieren ontgrendelen met
eerste druk op de ontgrendelknop .
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met
Passive Entry op minder dan 1,5 m van de
handgreep van het voorste passagiersportier
en pak deze handgreep vast om alle vier de
portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. De vergrendelknop aan de binnen-
zijde van het portier komt omhoog wanneer het
portier wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagiers-
portier wordt vastgepakt, ongeacht de voor-
keursinstelling van de portierontgrendeling
(Unlock Driver Door 1st press
(bestuur-
dersportier ontgrendelen met één druk op
de ontgrendelknop) of Unlock All Doors On
1st Press (alle portieren ontgrendelen met
één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de afstandsbediening met
Passive Entry per ongeluk in de auto wordt
ingesloten
Om te voorkomen dat een afstandsbediening
met Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten
in de auto, is het Passive Entry-systeem uitge-
rust met een automatische portierontgrende-
lingsfunctie, die in werking treedt wanneer de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Als een van de autoportieren is geopend en de
schakelaar in het bekledingspaneel wordt be-
diend om de auto af te sluiten, zal het voertuig-
systeem na het sluiten van alle portieren con-
troleren of er binnen of buiten de auto geldige
afstandsbedieningen met Passive Entry aanwe-
Pak de portiergreep vast om te ontgrendelen
24
Page 29 of 420

zig zijn. Wanneer een van afstandsbedieningen
met Passive Entry wordt gedetecteerd binnen in
de auto en er geen andere geldige afstandsbe-
dieningen met Passive Entry worden gedetec-
teerd buiten de auto, ontgrendelt het Passive
Entry-systeem automatisch alle portieren en zal
er drie keer een claxonsignaal klinken (bij de
derde poging worden ALLE portieren vergren-
deld en kan de afstandsbediening met Passive
Entry worden ingesloten in de auto).
Achterklep ontgrendelen/openen
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektronische
handgreep van de achterklep. Met een geldige
afstandsbediening met Passive Entry binnen
1,0 m (3 ft) van de achterklep, drukt u op de
elektronische handgreep van de achterklep om
de achterklep elektrisch te openen bij voertui-
gen die zijn uitgerust met een elektrisch be-
diende achterklep. Druk op de elektronische
handgreep van de achterklep en til hem op bij
voertuigen met een handbediende achterklep.OPMERKING:
Als het voertuig ontgrendeld is kan de ach-
terklep met de handgreep worden geopend
zonder dat de afstandsbediening vereist is.
Achterklep vergrendelen
Met een geldige afstandsbediening met Pas-
sive Entry binnen 1,0 m (3 ft) van de achterklepdrukt u op de vergrendelknop met Passive
Entry die zich rechts naast de elektronische
handgreep van de achterklep bevindt.
OPMERKING:
De vergrendelknop op de achterklep met
Passive Entry vergrendelt alleen de achter-
klep, terwijl de functie voor het ontgrende-
len van de achterklep is ingebouwd in de
elektronische handgreep van de achterklep.
OPMERKING:
Als
Unlock All Doors On 1st Press (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop) is geprogrammeerd in het
EVIC, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u op de knop op de achterklep
drukt. Als Unlock All Doors On 1st Press
(alle portieren ontgrendelen met één druk op
de ontgrendelknop) is geprogrammeerd in
Uconnect®, wordt de achterklep ontgren-
deld wanneer u op de knop op de achterklep
drukt. Raadpleeg Uconnect®in het hoofd-
stuk Het instrumentenpaneel voor meer
informatie hierover.
Locatie van de Passive Entry/vergrendelknop
1 - Elektronische ont-
grendelschakelaar 2 - Locatie van de ver-
grendelknop
25
Page 30 of 420

Portieren vergrendelen
Houd één van de RKE-afstandsbedieningen
met Passive Entry op minder dan 1,5 m van de
handgreep van het bestuurders- of passagiers-
portier en druk op de vergrendelknop van de
handgreep om alle vier de portieren en de
achterklep te vergrendelen.
Pak de portiergreep NIET vast wanneer u op de
vergrendelknop van de handgreep drukt. Dit
kan de deur(en) ontgrendelen.OPMERKING:
•
Nadat u de vergrendelknop hebt inge-
drukt, dient u twee seconden te wachten
voordat u de portieren kunt vergrendelen
of ontgrendelen met een Passive Entry-
portiergreep. Op deze wijze kunt u door
aan de portiergreep te trekken controle-
ren of de auto is afgesloten, zonder dat de
auto reageert en de portieren ontgrendelt.
•
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de
batterij van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld
met de toets vergrendelknop van de afstands-
bediening of de vergrendelknop aan de binnen-
zijde van de portieren.
RAMEN
Elektrisch bediende ramenDe bedieningselementen voor de elektrisch be-
diende ramen bevinden zich op het bekledings-
paneel van het bestuurdersportier. Er bevindt
zich een enkele raambedieningsschakelaar op
het voorpassagiersportier en op de achterpor-
tieren, waarmee de ramen van het voorpassa-
giersportier en die van de achterportieren kun-
nen worden bediend. De raambediening werkt
alleen als de contactschakelaar in de stand
ON/RUN of ACC staat.
Druk op de vergrendelknop om te vergrendelen
Pak de portiergreep NIET vast bij vergrendelen
26