ESP JEEP GRAND CHEROKEE 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2015, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2015Pages: 480, PDF Size: 4.63 MB
Page 403 of 480

Vul niet te veel koelvloeistof bij in het expan-
siereservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof
in de radiateur en het expansiereservoir. Als
de motorkoelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud van het
expansiereservoir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als vaak motorkoelvloeistof (antivries) moet
worden aangevuld, moet het systeem met
een druktest op lekkage worden
gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van mini-
maal 50% OAT-koelvloeistof (conform MS-
12106) en gedistilleerd water voor optimale
corrosiebescherming van de aluminium on-
derdelen van de motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van het
expansiereservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon.
Als uw auto is uitgerust met airconditioning,
houd dan de voorzijde van de condensor
schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een
zomer- of wintertype. Wanneer vervanging
noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het
voorgeschreven type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere typen kunnen leiden tot
onvoldoende werking van de koelvloeistof
(antivries), een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden.
RemsysteemOm altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleeg het hoofdstuk "Onderhoudsschema" voor
de juiste onderhoudsintervallen.WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal ver-
oorzaakt abnormaal hoge remtemperaturen,
verhoogt de slijtage van de remvoering en
kan leiden tot schade aan het remsysteem.
U beschikt dan in noodgevallen niet over het
volledige remvermogen. Vloeistofpeil controleren —
hoofdremcilinder
Het vloeistofpeil van de hoofdremcilinder moet
worden gecontroleerd wanneer werkzaamhe-
den onder de motorkap worden uitgevoerd, of
onmiddellijk wanneer het waarschuwingslampje
van het remsysteem een systeemstoring aan-
geeft.
De hoofdremcilinder heeft een plastic reservoir.
Op de buitenste zijde van het reservoir zijn een
“MAX”- en een “MIN”-punt aangegeven. Het
vloeistofpeil moet tussen deze twee punten
worden gehouden. Voeg geen vloeistof voorbij
het MAX-merkteken toe, omdat er dan lekkage
bij de dop kan plaatsvinden.
Het is bij schijfremmen een normaal verschijn-
sel dat het vloeistofpeil daalt naarmate de rem-
voeringen verder slijten. Een onverwachte da-
ling van het vloeistofpeil kan echter worden
veroorzaakt door een lek en in dat geval moet
een systeemcontrole worden uitgevoerd.
Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in"Onder-
houd van uw auto" voor meer informatie hier-
over.
399
Page 406 of 480

Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen vloeistof. Raadpleeg de paragraaf"Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.Automatische versnellingsbakKeuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levensduur van de
versnellingsbak is het belangrijk dat u de cor-
recte transmissievloeistof gebruikt. Gebruik al-
leen door de fabrikant aanbevolen transmissie-
vloeistof. Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen,
smeermiddelen en originele onderdelen" in dit
hoofdstuk voor de specificaties van vloeistoffen.
Het is belangrijk dat de transmissievloeistof
continu het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt.
OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de ver-
snellingsbak worden gespoeld; uitsluitend
het goedgekeurde smeermiddel mag wor-
den gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere versnellingsbakvloei-
stof gebruikt dan aanbevolen door de fabri-
kant, kan daardoor de schakelwerking van
de versnellingsbak achteruitgaan en/of grijpt
de koppelomvormer schokkend aan. Raad-
pleeg de paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen" in dit hoofd-
stuk voor de specificaties van vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten zeer-
ste af.
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een
geavanceerd en hoogwaardig product waarvan
de prestaties door additieven nadelig kunnen
worden beïnvloed. Daarom raden we u aan
geen additieven aan de transmissievloeistof toe
te voegen. De enige uitzondering op deze regel
vormt het toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare
afdichtmiddelen, aangezien deze juist schade
aan afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met chemica-
liën, omdat deze de versnellingsbak kunnen
beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks-
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren, en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Uw erkende dealer kan het transmis-
sievloeistofpeil controleren met behulp van spe-
ciaal gereedschap.
Als u merkt dat er sprake is van vloeistoflekkage
of een defect in de versnellingsbak, neemt u
onmiddellijk contact op met een erkende dealer
om het transmissievloeistofpeil te laten contro-
leren. Als het voertuig wordt gebruikt met een
verkeerd vloeistofpeil, kan ernstige schade aan
de automatische versnellingsbak worden toe-
gebracht.
402
Page 407 of 480

LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de versnellings-
bak optreedt, breng dan onmiddellijk een
bezoek aan uw erkende dealer. Anders kan
de versnellingsbak ernstig beschadigd ra-
ken. Uw erkende dealer beschikt over het
juiste gereedschap om het vloeistofpeil
nauwkeurig bij te vullen.
Vloeistof verversen en filter vervangen
Onder normale bedrijfsomstandigheden zal de
in de fabriek toegevoegde vloeistof voor vol-
doende smering zorgen gedurende de gehele
levensduur van het voertuig.
Regelmatig verversen van de vloeistof en ver-
vangen van het filter is niet nodig. Echter,
ververs de vloeistof en vervang het filter als de
vloeistof vervuild raakt (met water, enz.), of
nadat de versnellingsbak om een of andere
reden is gedemonteerd.
Verzorging van de auto en
bescherming tegen roestCarrosserie en lak beschermen tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in wegbermen
gespoten worden, hebben een sterk corrosieve
invloed op de carrosserie.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en beschermende
coatings op uw auto zijn aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
Steenslag.
Insectenresten, boomvocht en teer.
Zilte lucht in kuststreken.
Zure regen en industriële vervuiling. Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPAR® Car Wash of
een milde autoshampoo en spoel de panelen
volledig af met schoon water.
Als insecten, teer of andere kleine verontrei-
nigingen zich op uw auto hebben verzameld,
gebruik dan MOPAR® Super Kleen Bug and
Tar Remover om deze te verwijderen.
Gebruik een hoogwaardige was zoals MO-
PAR® Cleaner Wax om aanslag en vlekken
te verwijderen en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op de lak.
Gebruik geen schurende producten en po-
lijstmiddelen die de glans of de dikte van de
laklaag kunnen aantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
(Vervolgd)
403
Page 408 of 480

LET OP!
(Vervolgd)
Het gebruik van een hogedrukreiniger met
een druk van meer dan 1.200 psi (8 274
kPa) kan de lak en eventuele stickers
beschadigen.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen of in
kuststreken rijdt.
Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten en in
de bagageruimte open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt,
werk dergelijke plekken dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aan-
rijding schade heeft opgelopen aan de lak en
de beschermende coating, moet u deze zo
spoedig mogelijk laten repareren. Voor de kosten van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let dan
goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
Gebruik de retoucheerlak MOPAR® Touch
Up Paint om krassen zo snel mogelijk bij te
werken. Uw erkende dealer heeft de lakstift
die overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en wieldoppen
Alle velgen en wieldoppen moeten regelma-
tig worden gereinigd met een milde zeep en
water om corrosie tegen te gaan. Dit geldt
vooral wanneer een coating van aluminium
of chroom is aangebracht.
Gebruik MOPAR® Wheel Cleaner om hard-
nekkige modder en/of overvloedige remstof
te verwijderen. OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust met Dark Vapor of
Black Satin Chrome-wielen mag u GEEN
wielreinigers, schurende reinigingsmidde-
len of poetsmiddelen gebruiken. Deze zullen
blijvende schade aan de afwerking veroor-
zaken, die niet wordt gedekt door de stan-
daardgarantie. GEBRUIK UITSLUITEND
MILDE ZEEP EN WATER MET EEN ZACHTE
DOEK. Als u dit regelmatig doet, is dat
voldoende om deze afwerking te verzorgen.
LET OP!
Gebruik geen schuursponsen, staalwol, een
harde borstel of metaalpoets. Gebruik geen
ovenreiniger. Deze producten kunnen de be-
schermlaag van de velgen beschadigen.
Maak geen gebruik van automatische was-
installaties waarin bijtende reinigingsproduc-
ten of harde borstels worden gebruikt. Deze
beschadigen de beschermende coating van
de velgen. Alleen MOPAR® velgenreiniger of
een gelijkwaardig product wordt aanbevolen.
404
Page 410 of 480

Ruitoppervlakken
Alle ruitoppervlakken behoren regelmatig met
MOPAR® Glass Cleaner of een normale glas-
reiniger te worden gereinigd. Gebruik nooit
schurende reinigingsmiddelen. Wees voorzich-
tig bij het reinigen van de binnenkant van de
achterruit, die is voorzien van achterruitverwar-
ming of de achterzijruit aan de rechterkant die is
voorzien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
krassen kunnen maken op de elementen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte doek
spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof. Wees
bij het reinigen van deze lenzen extra voorzich-
tig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een zachte bevochtigde doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen geval
reinigingsalcohol of bijtende of schurende
reinigingsmiddelen. Verwijder de zeep met
een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling kan
de stof aantasten. Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan een
lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de gor-
dels hiertoe niet uit de auto. Drogen met een
zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels of
slijtplekken vertonen of wanneer de gespsluitin-
gen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de veilig-
heidsgordels van tijd tot tijd op scheuren,
rafels en losse delen. Laat beschadigde on-
derdelen onmiddellijk vervangen. Probeer
niet zelf de gordels aan te passen of uit
elkaar te halen. Gordelsystemen moeten na
een aanrijding direct worden vervangen als
ze zijn beschadigd (oprolmechanisme verbo-
gen, scheuren in de gordel, enz.).
406
Page 446 of 480

WANNEER U ASSISTENTIE
NODIG HEBTDe importeurs van de fabrikant willen dat u
volkomen tevreden bent over hun producten en
diensten. Indien zich problemen met het onder-
houd of andere zaken zich voordoen, raden wij
u aan de volgende stappen te nemen:
Bespreek het probleem bij de erkende dealer
met de directeur of de service manager. Ma-
nagementpersoneel van de erkende dealer is
het best in staat om het probleem op te lossen.
Wanneer u contact opneemt met de importeur,
lever deze dan de volgende informatie:
Uw naam, adres en telefoonnummer.
Chassisnummer (VIN, dit nummer van 17
cijfers bevindt zich op een geëtst plaatje of
label aan de linkervoorhoek van het instru-
mentenpaneel, en is van buitenaf door de
voorruit zichtbaar. Het staat ook op het ken-
tekenbewijs vermeld.)
Erkende dealer die de auto heeft verkocht en
hem in onderhoud heeft.
Afleverdatum en huidige kilometerstand.
Onderhoudshistorie van uw auto.
Een nauwkeurige beschrijving van het pro-
bleem en de omstandigheden waaronder het
zich voordoet.
442
Page 449 of 480

BRAZILIËChrysler do Brasil
Rua Funchal, 418 - 16º andar CJ 1601/1602,
Vila Olímpia
04551-060 Sao Paulo – S.P., Brazil
Tel: +5511 4949 3900
Fax: +5511 4949 3905
BULGARIJEBALKAN STAR
Resbarska Str. 5
1510 Sofia
Tel.: 359 2 91988
Fax: 359 2 945 40 14
CHILIComercial Chrysler S.A.
Av. Americo Vespucio 1601, Quilicura
Santiago, Chile
Zip Code 101931-7, 367-V
Tel.: +562 837 1300
Fax: +562 6039196
(*) De klantenservice biedt informatie en ondersteuning voor producten, services, dealerschappen en 24-uurs ondersteuning bij pech onderweg. De klantenservice kan vanuit de belangrijkste
Europese landen worden bereikt door het universele gratis nummer te bellen. Gebruik bij problemen het lokale gratis nummer of het internationale nummer waarvoor telefoontarieven gelden.
445
Page 469 of 480

Automatische temperatuurregeling(ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .238
Automatische versnellingsbak . . . . .264, 403
Automatische versnellingsbak, schakelgroepen . . . . . . . . . . . . . .265
soort vloeistof . . . . . . . . . . . . . . .402
speciale additieven . . . . . . . . . . . .402
vloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . .403
vloeistof en filter vervangen . . . . . . .403
vloeistof verversen . . . . . . . . . . . .403
vloeistofpeil controleren . . . . . . . . .402
Autowasserijen . . . . . . . . . . . . . . . .403
B-stijl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .308
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . .160
Bagageruimte, lamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .160
Bagageruimte, voorzieningen . . . . . . . .160
Bagageverlichting . . . . . . . . . . . . . .160
Band- en beladingsinformatiesticker . . . .308
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . .69, 311
Banden, algemene informatie . . . . . . . . . . .311
bandenmaten . . . . . . . . . . . . . . .304
bandenspanning . . . . . . . . . . . . .311
belastbaarheid . . . . . . . . . . . . . .308
compacte thuiskomer . . . . . . . . . .315 controlesysteem voor
bandenspanning . . . . . . . . . . . . .320
hoge snelheden . . . . . . . . . . . . .312
levensduur . . . . . . . . . . . . . . . .317
oppompdruk . . . . . . . . . . . . . . .312
radiaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . .313
reservewiel . . . . . . . . . . . . . . . .358
rotatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .319
slijtagemarkeringen . . . . . . . . . . . .316
sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . .318
spinnen . . . . . . . . . . . . . . . . . .316
veiligheid . . . . . . . . . . . . . .302, 311
veroudering (levensduur van de
banden) . . . . . . . . . . . . . . . . . .317
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . .317
waarschuwingslampje
bandenspanning . . . . . . . . . . . . .175
winterbanden . . . . . . . . . . . . . . .314
Bandenslijtage-indicatoren . . . . . . . . . .316
Bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . .312
Bandenveiligheidsinformatie . . . . . . . . .302
Bandmarkeringen. . . . . . . . . . . . . . .302
Batterij van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Bediening van de radio . . . . . . . . . . .233
Bekerhouder achterin . . . . . . . . . . . .157
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . .157 Benzine (brandstof) . . . . . . . . . . . . .325
Bergplaats krik . . . . . . . . . . . . . . . .357
Bestuurdersinformatiedisplay (DID) Display . . . . . . . . . . . . . . . . . .176
Bewaking, bandenspanningssysteem . . . .320
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Binnenspiegel met automatische dimstand . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .325
Brandstof aftappen/waterscheidingsfilter . .384
Brandstof tanken . . . . . . . . . . . .331, 333
Brandstof, additieven . . . . . . . . . . . . . . . . .327
benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . .325
diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . .330
filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .384
meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . .175
octaangetal . . . . . . . . . . . . . . . .325
tanken . . . . . . . . . . . . . . . .331, 333
tankinhoud . . . . . . . . . . . . . . . .420
vereisten . . . . . . . . . . . . . .325, 420
zuinige modus . . . . . . . . . . . . . .263
Brandstofbesparende modus . . . . . . . .263 Buitenspiegels, elektrisch bediend . . . . . . . . . . . . .79
inklapbaar . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Buitenste achteruitkijkspiegel . . . . . . . . .79
465
Page 470 of 480

Buitenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .69
Camera achter . . . . . . . . . . . . . . . .145Camera, achter . . . . . . . . . . . . . . . .145
Capaciteiten, vloeistof . . . . . . . . . . . .420
Carrosserie, smering van mechanismen . .392
Cd, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . .232
Chassisnummer (VIN) . . . . . . . . . . . . .8
Compacte reserveband . . . . . . . . . . .315
Console, dak . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Controlelampje grootlicht . . . . . . . . . .172
Cruisecontrol (snelheidsregeling) . . . . . .114
Dakconsole . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Datarecorder . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Datarecorder, gebeurtenis. . . . . . . . . . .51
Dekzeil bagageruimte . . . . . . . . . . . .161
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . . . .419
Diagnosesysteem . . . . . . . . . . . . . .381
Dieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Dieselbrandstof . . . . . . . . . . . . . . . .330
Dieselbrandstof, vereisten voor opslag . . . . . . . . . .335
Dieselbrandstof, vereisten . . . . . . . . . .330
Dieselbrandstofsysteem, opnieuw op druk brengen . . . . . . . . . . . . . . . . . .387
Disselgewicht / Gewicht aanhangwagen . .341 Dodehoekbewaking . . . . . . . . . . . . . .81
Door de klant programmeerbare functies. .194
Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . . . . . .33
Driver Information Display,
DID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .180
scherm in instrumentengroep . . . . . .180
E-85-brandstof . . . . . . . . . . . . . . . .328
Electronic Roll Mitigation (ERM) . . . . . .292
Elektrisch verstelbare telescopische stuurkolom . .110
zonnedak . . . . . . . . . . . . . .148, 151
Elektrisch bediende achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . .29
ramen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
Elektrisch bediende buitenspiegels . . . . . .79
Elektrisch bediende ramen . . . . . . . . . .26
Elektrisch bediende ramen, automatisch
openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Elektrische portiervergrendeling . . . . . . . . . . . .21
Elektrische aansluiting, voor randapparatuur . . . . . . . . . . . . . .154
Elektrische achterruitontdooiing . . . . . . .164 Elektrische bediende spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Elektrische spiegels,
buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Elektronisch remregelsysteem. . . . . . . .290
Elektronisch remregelsysteem, rembekrachtiging . . . . . . . . . . . . .292
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .293
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol) . . . . . . . . . . . .111, 114
Ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .326
Filters, airco . . . . . . . . . . . . . . . . .239, 391
brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . .384
luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . .384
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . .384
oliefilter afvoeren . . . . . . . . . . . . .384
Flexifuel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .328
Flexifuel-voertuigen, bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . .329
brandstofvereisten . . . . . . . . . . . .328
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . .329
onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . .329
reserveonderdelen . . . . . . . . . . . .329
starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .329
Gebruiksaanwijzing (instructieboekje) . . . . .6
466
Page 475 of 480

Stopcontact voor randapparatuur . . . . . .154
Storingslampje (motorcontrole) . . . . . . .173
Storingslampje,motorcontrole . . . . . . . . . . . . . . .173
Stuur, verwarmd . . . . . . . . . . . . . . . . .111
Stuurbediening audiosysteem . . . . . . . .231
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie . . . . . . . . . . . . . .231
Synthetische motorolie . . . . . . . . . . . .384
Tabel, bandenmaten . . . . . . . . . . . . .304
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . .331, 333
Telescopische stuurkolom . . . . . . .109, 110
Temperatuurmeter, motorkoeling . . . . . .173Temperatuurregeling, automatisch (ATC)
. . .238
Terreinrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . .281
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . .172
Tractieregeling . . . . . . . . . . . . . . . .292
Trek gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . .339
Trekken aanhangwagen, bedrading . . . . . . . . . . . . . . . . .344
gewicht aanhanger en dissel . . . . . .341
minimumvereisten . . . . . . . . . . . .341
tips voor koelssyteem . . . . . . . . . .346 trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . .346
Tussenbak . . . . . . . . . . . . . . . . . .401
Tussenkoeler . . . . . . . . . . . . . . . . .388
Uconnect® door de klant programmeerbare
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
Uconnect® instellingen . . . . . . . . .202
Uconnect® instellingen . . . . . . . . . . . .18
Uconnect® Voice Command . . . . . . . .241
Uconnect®-instellingen Passive Entry programmeren . . . . .22, 28
Uconnect®-instellingen . . . . . . . . . .28
Uconnect®-istellingen Door de klant programmeerbare
functies . . . . . . . . . . . . . . . . .22, 28
Uconnect®,
schermbediende functies . . . . . . . . .18
Uitlaatsysteem . . . . . . . . . . . . . .67, 394
Vastgereden voertuig bevrijden . . . . . . .366
Veiligheid van auto controleren . . . . . . . .66
Veiligheid, uitlaatgassen . . . . . . . . . . . .67
Veiligheidscontrole aan de buitenkant van het voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Veiligheidscontrole in het voertuig . . . . . .67
Veiligheidscontroles . . . . . . . . . . . . . .66 Veiligheidsgordel
Automatisch blokkerend oprolmechanisme
(ALR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
BeltAlert® . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
De automatische blokkeerfunctie
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . .39
Gordelspanner veiligheidsgordel . . . . .38
Heup-/schoudergordels . . . . . . . . . .33
Inschakelen van de automatische
blokkeerfunctie . . . . . . . . . . . . . . .39
Spankrachtbegrenzer . . . . . . . . . . .38
Verdraaiing heup-/schoudergordel
corrigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Verstelbare bovenste
schoudergordelgesp . . . . . . . . . . . .37
Waarschuwing veiligheidsgordel . . . . .33
Werking heup-/schoudergordel . . . . . .35
Zwangere vrouwen . . . . . . . . . . . .37
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . .32, 67
Veiligheidsgordels, achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . .33
controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
gordelspanners . . . . . . . . . . . . . .38
herinnering . . . . . . . . . . . . . . . .172
instructies voor gebruik . . . . . . . . . .35
ontwarren . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
verstelbare bovenste schoudergesp . . .37
471