Lancia Flavia 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2013Pages: 268, PDF Size: 2.79 MB
Page 11 of 268

BELANGRIJKE
OPMERKING
DE VOLLEDIGE INHOUD VAN DIT
DOCUMENT IS GEBASEERD OP
DE MEEST RECENTE INFORMA-
TIE OP HET MOMENT VAN PUBLI-
CATIE. WIJ BEHOUDEN ONS HET
RECHT VOOR OP ELK MOMENT
HERZIENINGEN TE PUBLICE-
REN.
Deze gebruikershandleiding is sa-
mengesteld met behulp van specialis-
ten op het gebied van autotechniek en
-onderhoud en bedoeld om u ver-
trouwd te maken met de bediening en
het onderhoud van uw nieuwe auto.
Met deze handleiding worden een ga-
rantieboekje en diverse klantspeci-
fieke documenten meegeleverd. Lees
deze informatie zorgvuldig door. Als u
de instructies en aanbevelingen in
deze gebruikershandleiding opvolgt,
zult u uw auto veilig en met veel ple-
zier kunnen gebruiken.
Nadat u de gebruikershandleiding
hebt gelezen, dient u deze in de auto te
bewaren, zodat u de handleiding een-
voudig kunt raadplegen. Bij verkoopvan de auto dient u ook de handlei-
ding aan de nieuwe eigenaar te over-
handigen.
De fabrikant behoudt zich het recht
voor wijzigingen in het ontwerp en de
specificaties aan te brengen, en/of
toevoegingen of verbeteringen in zijn
producten aan te brengen, zonder zich
op enige wijze te verplichten deze
aanpassingen tevens in eerder gefa-
briceerde producten aan te brengen.
De gebruikershandleiding bevat af-
beeldingen en beschrijvingen van de
voorzieningen die tot de stan-
daarduitrusting behoren of tegen
meerprijs als optie leverbaar zijn. Het
is dan ook mogelijk dat sommige
voorzieningen of accessoires die in dit
document worden beschreven of ge-
toond, niet aanwezig zijn in uw auto.
OPMERKING: Lees deze gebrui-
kershandleiding voordat u met uw
auto gaat rijden, onderdelen of ac-
cessoires monteert of andere aan-
passingen aan de auto aanbrengt.
Gezien het grote aanbod van vervan-
gende onderdelen en accessoires van
diverse merken, kan de fabrikant niet
garanderen dat door montage of in-
stallatie van dergelijke onderdelen de
veilige rijeigenschappen van uw auto
behouden blijven. Zelfs indien derge-
lijke onderdelen officieel zijn goedge-
keurd (bijvoorbeeld door middel van
een algemene gebruikstoestemming
of door constructie conform een offi-
cieel goedgekeurd ontwerp), of indien
na montage of installatie van derge-
lijke onderdelen een voertuiggebon-
den gebruikstoestemming is ver-
strekt, mag niet zonder meer worden
aangenomen dat deze onderdelen
geen afbreuk doen aan de veilige rij-
eigenschappen van uw auto. In derge-
lijke situaties zijn noch experts, noch
officiële instanties aansprakelijk. De
fabrikant aanvaardt uitsluitend aan-
sprakelijkheid indien uitdrukkelijk
door de fabrikant goedgekeurde of
aanbevolen onderdelen worden ge-
monteerd of geïnstalleerd door een er-
kende dealer. Dit geldt tevens voor
aanpassingen die een wijziging inhou-
den van de oorspronkelijke staat van
de voertuigen van de fabrikant.
5
Page 12 of 268

Onderdelen die niet door de fabrikant
zijn geleverd, vallen niet onder onze
garanties. Daarnaast biedt uw garan-
tie geen dekking voor de kosten van
reparaties of aanpassingen als gevolg
van, of noodzakelijk geworden door
montage of gebruik van onderdelen,
componenten, uitrusting, materialen
of toevoegingen die niet afkomstig
zijn van de fabrikant. Ook biedt uw
garantie geen dekking voor de kosten
voor het repareren van schade als ge-
volg van aanpassingen aan uw auto
die niet voldoen aan de specificaties
van de fabrikant.
Bij uw erkende dealer zijn originele
onderdelen, accessoires en andere
door de fabrikant goedgekeurde pro-
ducten verkrijgbaar, inclusief des-
kundig advies.Wanneer het aankomt op service en
onderhoud, is het van belang te be-
denken dat uw erkende dealer uw
auto niet alleen het beste kent, maar
ook beschikt over de originele onder-
delen en door de fabrikant opgeleide
monteurs, terwijl hij er bovendien be-
lang bij heeft dat u volkomen tevre-
den bent over uw auto.
Copyright © FIAT Group Automobi-
les S.p.A.
HOE GEBRUIKT U DEZE
HANDLEIDING?
Raadpleeg de inhoudsopgave om te
weten in welk hoofdstuk de informa-
tie staat die u zoekt.
Omdat de specificatie van uw auto
afhankelijk is van de bestelde uitvoe-
ring, kunnen sommige beschrijvingen
en afbeeldingen verschillen van de
uitrusting van uw auto.
In de gedetailleerde index, achter in
deze handleiding, vindt u een volledig
overzicht van alle onderwerpen.
Raadpleeg de volgende tabel voor een
beschrijving van de symbolen die mo-
gelijk aanwezig zijn in uw auto of
worden gebruikt in deze
gebruikershandleiding:
6
Page 13 of 268

7
Page 14 of 268

WAARSCHUWINGEN EN
AANDACHTSPUNTEN
Deze handleiding bevatWAAR-
SCHUWINGEN voor handelingen
die kunnen leiden tot een aanrijding
of lichamelijk letsel. In de handleiding
wordt ook duidelijk aangegeven met
welke handelingen u VOORZICH-
TIG moet zijn, omdat die kunnen lei-
den tot schade aan uw auto. Als u deze
handleiding niet in zijn geheel leest,
kan het zijn dat u belangrijke infor-
matie over het hoofd ziet. Neem alle
waarschuwingen en aandachtspunten
in acht.
CHASSISNUMMER (VIN)
Het chassisnummer (VIN) bevindt
zich vooraan op de linkerhoek van het
instrumentenpaneel en is van bui-
tenaf door de voorruit zichtbaar. Dit
nummer is ook ingeslagen op de dor-
pel van het portier rechtsvoor onder
de sierlijst en staat verder op het label
Motorvoertuiginformatie dat op een
raam van het voertuig is bevestigd, op
de voertuigregistratie en op de eigen-
domspapieren. OPMERKING: Het is verboden
om het chassisnummer (VIN) te
verwijderen of te wijzigen.WIJZIGINGEN/
AANPASSINGEN VAN DE
AUTO
WAARSCHUWING!
Wijzigingen en aanpassingen kun-
nen de rijeigenschappen en veilig-
heid van de auto in ernstige mate
beïnvloeden en kunnen leiden tot
ongevallen met ernstig of zelfs do-
delijk letsel.
Chassisnummer (VIN)
Plaats van het ingeslagen VIN
8
Page 15 of 268

2
UW AUTO
UW SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 CONTACTSLEUTEL VERWIJDEREN . . . . . . . . .12
WAARSCHUWINGSSYSTEEMCONTACTSLEUTEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
PORTIEREN MET DE SLEUTEL VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
SENTRY KEY® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
VERVANGENDE SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . .15
SLEUTELS LATEN PROGRAMMEREN . . . . . . .15
ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . .15
ALARMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ALARM OPNIEUW INSCHAKELEN . . . . . . . . . .15
ALARM INSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
ALARM UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
ALARMSYSTEEM HANDMATIG OMZEILEN . . .17
INSTAPVERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
PORTIEREN ONTGRENDELEN . . . . . . . . . . . . .17
PORTIEREN VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . .18
BAGAGERUIMTE ONTGRENDELEN . . . . . . . . .18
LICHTEN LATEN KNIPPEREN BIJONTGRENDELEN/VERGRENDELEN . . . . . . . . .18
9
Page 16 of 268

EXTRA AFSTANDSBEDIENINGENPROGRAMMEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . .18
BATTERIJ VERVANGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
PORTIERVERGRENDELING . . . . . . . . . . . . . . . . .19
HANDMATIGE PORTIERVERGRENDELING . . .19
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING . . . . .20
RAMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN . . . . . . . . . .21
WINDGERUIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
BAGAGERUIMTE AFSLUITEN EN OPENEN . . . . .22
WAARSCHUWING BAGAGERUIMTE . . . . . . . . . . .23
INTERNE NOODONTGRENDELINGBAGAGERUIMTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
BEVEILIGINGSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
DRIEPUNTSGORDELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
VERDRAAIDE DRIEPUNTSGORDEL ONTWARREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
VEILIGHEIDSGORDELS OP PASSAGIERSZITPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . .29
AUTOMATISCH BLOKKEREND OPROLMECHANISME (ALR) . . . . . . . . . . . . . . .30
SPANKRACHTBEGRENZER . . . . . . . . . . . . . . . .30
GORDELSPANNERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
EXTRA ACTIEVE HOOFDSTEUNEN . . . . . . . . .31
10
Page 17 of 268

GEAVANCEERDAUTOGORDELWAARSCHUWINGSSYSTEEM
(BeltAlert®) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
VEILIGHEIDSGORDELS EN ZWANGERSCHAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
AIRBAGSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Sensoren en regeleenheden voor airbags . . . . . .37
Event Data Recorder (EDR) . . . . . . . . . . . . . . . .42
KINDERZITJES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
AANBEVELINGEN VOOR INRIJDEN . . . . . . . . . . .52
VEILIGHEIDSTIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Passagiers vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Uitlaatgas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Aanbevolen veiligheidscontroles in de auto . . . .54
Veiligheidscontroles buiten de auto . . . . . . . . . .55
11
Page 18 of 268

UW SLEUTELS
De erkende dealer die de auto aan u
heeft verkocht, heeft de sleutelcodes
van de sloten van uw auto. Deze codes
kunnen worden gebruikt wanneer u
duplicaatsleutels bij uw erkende dea-
ler wilt bestellen. Vraag uw erkende
dealer om deze codes en bewaar ze op
een veilige plaats.
U kunt de sleutels met een dubbele
baard met een willekeurige zijde naar
boven gekeerd in de sloten steken.CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN
Automatische transaxle
Zet de schakelhendel in de stand
PARK. Draai de contactschakelaar
naar de stand ACC, druk de slotcilin-
der in, draai de sleutel naar de stand
LOCK en verwijder de sleutel.
OPMERKING:
Wanneer u probeert de sleutel te
verwijderen voordat de keuze-
hendel in de stand PARK is gezet,
kan de sleutel tijdelijk worden geblokkeerd in de slotcilinder
van de contactschakelaar. Draai
in een dergelijk geval de sleutel
iets en verwijder hem vervolgens
zoals is beschreven. Wanneer er
een storing optreedt, zal het sys-
teem de sleutel in de slotcilinder
van de contactschakelaar blok-
keren, om u zo te waarschuwen
dat deze veiligheidsvoorziening
niet meer werkt. U kunt de motor
starten en afzetten, maar u kunt
de sleutel niet uit het contactslot
nemen zolang u de auto niet voor
onderhoud heeft aangeboden.
De schakelaars voor elektrische
raambediening, de radio, het
handsfree systeem en de aansluit-
contacten blijven gedurende 10
minuten actief nadat de contact-
schakelaar in de stand LOCK is
gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie
uitgeschakeld. De tijdsduur van
deze functie is programmeerbaar.
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren
Autosleutel
Standen van de contactschakelaar1 — LOCK 3 — ON/RUN
2 — ACC (AC-
CESSOIRES-
TAND)
4 — START
12
Page 19 of 268

functies)" in het hoofdstuk "Het
instrumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.WAARSCHUWING!
Trek, voordat u de auto verlaat,altijd de handrem aan, zet de
schakelhendel in de stand PARK
en zet de contactschakelaar in de
stand OFF. Sluit altijd de auto af
wanneer u de auto verlaat.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zon-
der toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat de contactsleutel
niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening
of andere schakelaars kunnen be-
dienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een geparkeerde auto bij
warm weer. De warmte in het in-
terieur kan ernstige gezondheids-
problemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Verwijder al-
tijd de sleutel uit de contactschake-
laar en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
CONTACTSLEUTELWanneer het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl sleutel zich in
de contactschakelaar bevindt, klinkt
een geluidssignaal om u eraan te her-
inneren de sleutel te verwijderen.
OPMERKING:
Het waarschuwingssysteem voor de contactsleutel werkt alleen
wanneer de contactschakelaar
in de stand LOCK of ACC is ge-
zet.
Als een of beide voorportieren zijn geopend en de sleutel zich
in de contactschakelaar bevindt,
werken de knoppen van de cen-
trale portiervergrendeling op de
bekledingpanelen niet. Dit is
bedoeld om te voorkomen dat de
sleutels in de auto worden inge-
sloten.
13
Page 20 of 268

PORTIEREN MET DE
SLEUTEL
VERGRENDELEN
De auto is met slechts één slotcilinder
aan de buitenzijde uitgerust. Deze be-
vindt zich in het bestuurdersportier.
U kunt de sleutel met een van beide
zijden naar boven gekeerd aanbren-
gen. Draai de sleutel rechtsom om het
portier te vergrendelen. Draai de sleu-
tel linksom om het portier te ontgren-
delen. Raadpleeg voor het smeren van
het slot de paragraaf "Onderhouds-
procedures" in het hoofdstuk "Onder-
houd van uw auto".
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor te
blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.Het systeem maakt gebruik van con-
tactsleutels met een ingebouwde elek-
tronische chip (transponder) om on-
geoorloofd gebruik van de auto te
voorkomen. De auto kan daardoor al-
leen bediend en gestart worden met
sleutels die specifiek voor de desbe-
treffende auto zijn geprogrammeerd.
Als iemand een ongeldige sleutel ge-
bruikt om de motor te starten, scha-
kelt het systeem na twee seconden de
motor uit.
OPMERKING: Een sleutel die
niet is geprogrammeerd, wordt
ook als ongeldige sleutel be-
schouwd, zelfs wanneer de sleutel
in de contactschakelaar van de
desbetreffende auto past.
Nadat het contact is ingeschakeld zal
tijdens normale werking het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
gedurende drie seconden branden
voor een gloeilampcontrole. Als het
lampje na deze controle blijft bran-
den, is sprake van een storing in de
elektronica. Als het lampje na de
gloeilampcontrole gaat knipperen,geeft dat aan dat iemand een ongel-
dige sleutel heeft gebruikt om de mo-
tor te starten. In beide situaties wordt
de motor na twee seconden uitgescha-
keld.
Als het controlelampje van het bevei-
ligingssysteem gaat branden tijdens
normaal gebruik van de auto (nadat
deze langer dan tien seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in
de elektronica. Laat in dat geval de
storing zo snel mogelijk verhelpen
door een erkende dealer.
LET OP!
De Sentry Key® startonderbreker
is niet compatibel met sommige op
afstand bediende startsystemen die
achteraf worden aangebracht. Der-
gelijke systemen kunnen startpro-
blemen veroorzaken en de start-
blokkering van de auto
belemmeren.
Alle sleutels die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd, zijn geprogram-
meerd voor de elektronica van uw
auto.
14